Site-archief
Zelfkennis
Anna de Bruyckere
.
Weet je wat me is opgevallen de laatste tijd? Dat er maar weinig jonge dichters doorbreken of bekend worden. Natuurlijk Marieke Lucas Rijneveld is een goed voorbeeld van een succesvolle jonge dichter maar zelfs zij is alweer 29. Het is alsof je als dichter toch wat levenservaring en eelt op je ziel moet hebben om tot wasdom te komen. Toch zijn er wel jonge(re) dichters zoals Anna de Bruyckere (1987). Zij schrijft poëzie, essays, verhalen en theaterteksten. Ze staat geregeld op de planken en publiceerde in onder andere ‘Het Liegend Konijn’, ‘De Brakke Hond’ en ‘Deus ex Machina’.
De Bruyckere studeerde filosofie en economie in Gent, Cambridge en Durham en geeft les. In 2018 en 2019 was ze stadsdichter van Middelburg. In haar poëzie gaat het over grote, abstracte noties, over leven, dood, pijn, over lichaam en geest, of over hoe jezelf niet te veel in anderen te verliezen, maar zonder dat ze die nadrukkelijk opvoert. In augustus van vorig jaar kwam haar debuutbundel uit bij uitgeverij Cossee getiteld ‘Voor permanente bewoning’. Uit deze bundel komt het gedicht ‘Zelfkennis’.
.
Zelfkennis
.
Als je een ander dan jouw eigen deel van de wereld
kon zijn, wat was je dan? Als je een dier was
en gewelf of grond, een ander mens –
.
en dan het verband met wie je bent.
.
Zou ik regen zijn? En van alles willen
wassen, bewateren, gaten daveren in wat
plaats moet maken, aaien wie het nodig heeft
.
en wegspoelen wat weg. Ik zou me vragen
.
elke druppel te herinneren
want waar die valt daar horen we
elkaar. Horen we te zijn, vallen we even
.
samen. Misschien is regenen een vorm van prevelen
.
en hoef je je woorden maar te volgen
om de wolken – hun verschijnen
hun verdwijnen – te zien
.
varen.
.
December-elegie
Maurice Gilliams
.
Het Vlaams literaire kwartaalblad ‘Yang’ verscheen van 1963 tot en met 2009. In ‘Yang’ werd ruime aandacht besteed aan hedendaagse poëzie en proza van zowel Nederlandstalige auteurs als in vertaling en er stonden kritieken en essays in. In 2009 is het samengesmolten met het tijdschrift ‘freespace Nieuwzuid’ tot het nieuwe platform ‘nY’. In ‘Yang’ het tijdschrift voor Literatuur Kommunikatie (ja zo schreef men dat destijds) uit 1980, staat een passend gedicht voor deze tijd van het jaar. Wellicht iets te vroeg (het is nog november) maar niet minder mooi. Het is het gedicht ‘December-elegie’ van de Vlaamse schrijver en dichter Maurice Gilliams (1900 – 1982). Op zeventienjarige leeftijd debuteerde Gilliams met gedichten en proza onder de naam Floris van Merckem, een pseudoniem dat hij later introk. Hij brak op 36-jarige leeftijd door met zijn sterk autobiografische roman ‘Elias of het gevecht met de nachtegalen’.
Gilliams ontving voor zijn werk onder andere de Constantijn Huygensprijs (1969) en de Prijs der Nederlandse Letteren (1980). In de tuin van het Elzenveld in Antwerpen staat een standbeeld van hem van de hand van beeldhouwer Rik Poot. Op de arduinen sokkel staat Gilliams’ tekstregel ‘De onrust schenkt vleugels aan de verbeelding’, die in 2018 het motto werd van de roman ‘De avond is ongemak’ van dichter en schrijfster Marieke Lucas Rijneveld.
.
December-elegie
Van kop tot teen
Van kop tot teen met Charlotte Van den Broeck en Jeroen Dera
.
In 2018 schreef ik een enthousiaste en positieve recensie van het boek ‘Woorden temmen’ van Kila van der Starre en Babette Zijlstra https://woutervanheiningen.wordpress.com/2018/05/09/woorden-temmen/ . Omdat het zo’n geweldig lees- en doe-boek is. Ik schreef toen onder andere: “Dit is het boek dat elke docent Nederlands in zijn of haar kast zou moeten hebben staan. Als je de jeugd bekend wil maken met poëzie op een speelse, verrassende, intelligente en moderne manier dan hoef je alleen maar de voorbeelden uit dit boek te volgen.” Woorden waar ik nog steeds achter sta. En nu is er dan een tweede deel van Woorden temmen van dichter Charlotte Van den Broeck (1991) en literatuurwetenschapper Jeroen Dera (1986).
Van den Broeck en Dera zijn ervan overtuigd dat je poëzie niet alleen met je hoofd, maar met je hele lichaam leest, met al je zintuigen en sensaties. Dat lichamelijke hebben ze heel letterlijk genomen: ieder gedicht in hun poëzie-doe-boek is gekoppeld aan een lichaamsdeel. Zo hoort ‘Graag verlossing’ van Gerda Blees bij de ogen, ‘de rivier’ van Lucebert bij de tong, ‘rib’ van Radna Fabias bij de rib en ‘Als het je overkomt’ van Marieke Lucas Rijneveld bij de knie. Aan de hand van inspirerende lees-, denk-, doe- en schrijfinvalshoeken ga je op poëtische avontuur.
bovenste deel van mijn hoofd
wordt weggenomen, weet ik
dat het poëzie is’
Emily Dickinson
Charlotte Van den Broeck en Jeroen Dera presenteren hun nieuwe bundel
Op vrijdag 11 september a.s. vindt om 16.00 uur bij boekhandel Donner in Rotterdam de boekpresentatie plaats van de nieuwe bundel van Charlotte Van den Broeck en Jeroen Dera.
Miriam Piters, neerlandicus en voormalig bestuurslid van Stichting Poetry International, zal dichter-performer Charlotte Van den Broek en literatuurwetenschapper Jeroen Dera interviewen ter gelegenheid van hun nieuwe boek. Tevens aanwezig is literatuurwetenschapper Kila van der Starre, een van de schrijvers van de eerste bundel in de reeks woorden temmen: 24 uur in het licht van Kila&Babsie.
Interview: 16.15-16.45 uur
Gelegenheid tot stellen van vragen-signeren boeken: 16.45-17.00 uur
Borrel: 17.00-18.00 uur (o.v.)
Een kleed dat ooit een paard is geweest
Fantoommerrie
.
Hoewel ik de tweede dichtbundel van Marieke Lucas Rijneveld al een tijdje heb liggen was ik nog niet in de gelegenheid er eens voor te gaan zitten en het te lezen. Ik had al wel een paar gedichten gelezen en was al snel tot de conclusie gekomen dat dit weer typisch ‘Rijneveld’ poëzie was; verrassend, ongrijpbaar soms, vol beelden en metaforen. Afgelopen week de bundel eens goed gelezen en ik werd niet teleurgesteld. Heel af en toe deden de lange, pagina vullende gedichten zonder witregels, me denken aan de poëzie van Nyk de Vries maar alleen qua vorm, niet qua inhoud.
Marieke Lucas gaat in ‘Fantoommerrie’ verder waar ze in ‘Kalfsvlies was gebleven, schrijvend vanuit haar leven, haar herinneringen (ongetwijfeld aangevuld vanuit haar grote fantasie) en haar gedachten. Ik koos voor het titelgedicht dat ik met jullie wilde delen. In dit gedicht komt voor mij ineens Marieke Lucas van nu naar voren waar in veel van de andere gedichten de Marieke Lucas van vroeger aan het woord is.
.
Fantoommerrie
.
‘Bedplassen is hetzelfde als voor je beurt praten omdat er zoveel te
vertellen valt. Vannacht was ze weer de fantoommerrie met een doffe
vacht, niemand die de moeite had genomen haar zo te kleden dat ze beter
.
overeenkwam. Er werd gefluisterd dat je nooit dichter bij iemand kon komen
dan zo, en ze dacht aan de manen die ze waren vergeten op te plakken, ezeltje-
prikje en geblinddoekt voor iedereen, ze was gewoon een houten blok zonder
.
kop of staart. Muziek stond op, iets met dansen aan zee en don’t speak en het
ritme maar niet kunnen ontkomen. Hoe de hand die haar lief was haar benen
uit elkaar schoof in de vorm van een gevarendriehoek waarvan de reflectors
.
het niet meer deden, uitroepteken. Haar colabuik werd verward met vlinders,
ooit iemand zich in een vlinder zien verslikken om daarna te twijfelen over
het evenwicht tussen koolzuurgas en koolzuur, hoe instabiel het hart wordt
.
na de eerste keer langdurig openstaan? In de stallen van haar hoofd briesen
de merries doodleuk en op straat wordt er gesjoemeld met het daglicht, nog
even dit donker, nog even een slotlied. Wanneer ze ontwaakt ligt ze op haar
.
buik op haar matras als een kleed dat ooit een paard is geweest.
.
de Coninck en Buddingh’
Prijs en gedicht
.
Sinds 1988 bekroont Poetry International jaarlijks het beste Nederlandstalige poëziedebuut met de C. Buddingh’-Prijs. Met de prijs beoogt Poetry International meer aandacht te genereren voor talentvolle nieuwe stemmen in de Nederlandstalige poëzie. Voor menig dichter van naam was de C. Buddingh’-prijs de eerste belangrijke trofee die in de wacht werd gesleept. Namen die me te binnen schieten zijn Anna Enquist, Marieke Lucas Rijneveld, Vicky Francken en Ilja Leonard Pfeijffer. De prijs is genoemd naar Cees Buddingh’.
In de cyclus ‘Ars poetica’ schrijft Herman de Coninck een gedicht ‘Aan Buddingh’ en in eerste instantie dacht ik dat het een soort van eerbetoon was aan de poëzie van Buddingh’. Totdat ik op de website dbnl.org een artikel las uit een ‘Tirade’ uit 1977 waarin de zaken toch enigszins anders blijken te liggen. De poëzie van Herman de Coninck werd in 1970 opgenomen in de bundel ‘Nieuw-realistische poëzie in Vlaanderen’. De nieuw realistische dichters zetten zich aan de ene kant af tegen het “welig tierende, hermetisch-duistere 50ers-epigonisme” in de Vlaamse dichtwereld. Aan de andere kant distantieerde de woordvoerder van deze nieuw realisten zich van de Nederlandse nieuw realisten zoals die vooral in Gard Sivik en De Stijl werd gepubliceerd.
In het gedicht ‘Aan Buddingh’ spreekt de Coninck zich uit tegen dit Nederlands nieuw realisme dat volgens de Vlamingen “neutraal-objectief, onpersoonlijk en gezichtsloos informatisme” was.
.
Aan Buddingh’
.
Ik hou wel van gedichten
als gespierde kerels van behaarde
mannelijke taal, die zich krabben
waar het jeukt, die oergezond
op je afkomen en zeggen: ga zitten,
ik ben een gedicht, aangenaam, en
waarover zullen we het hebben.
.
Zulke gedichten kunnen natuurlijk even vlot
over liefde als over Vietnam praten,
en misschien zijn zij wel verantwoordelijk
voor de gezondheid van de poëzie,
zoals Limburgse boeren voor de gezondheid
van de moraal.
.
Maar ik hou eigenlijk nog meer
van een groep woorden die zich samen
plotseling bijzonder intiem gaan voelen
en zeggen: laat ons nou maar altijd
bij elkaar, er hoeft er geen meer bij te komen.
.
Raadgedicht
59 dichters
.
Terwijl ik wat onderzoek deed naar een paar onderwerpen waarover ik wil gaan schrijven kwam ik de website https://raadgedicht.nl tegen. Raadgedicht is een samenwerking van Het Poëziepaleis en Rian Visser en wordt ondersteund door De Poëzieweek, het Nederlands Letterenfonds, De Versterking, de Stichting Lezen, het Kinderboekenmuseum en uitgeverij Zwijssen. Een raadgedicht is een gedicht waarin één woord ontbreekt. Dit woord is afgedekt en alleen de dichter kent het woord.
Raadgedicht is gericht op leerlingen van het Primair onderwijs plus de brugklas (vanaf 10 jaar) en leerlingen van het voortgezet onderwijs (vanaf 14 jaar) en zij kunnen zich gratis inschrijven en meedoen. Op basis van de gegeven antwoorden wordt een erelijst samengesteld. Maar Raadgedicht is zowel voor scholen als voor individuele deelnemers. Voor iedereen dus! Leerkrachten kunnen met de klas één woord insturen of ze kunnen leerlingen individueel laten insturen. Op de erelijst wordt geen onderscheid gemaakt in leeftijd. Alleen is er een aparte lijst voor groepen en voor individuele deelnemers.
Het doel van Raadgedicht is om de lezer mee te laten denken met de dichter. Zo wordt de lezer uitgedaagd creatief met taal aan de slag te gaan. Foute antwoorden zijn niet per se fout. Misschien is een ander woord wel mooier dan dat van de dichter? Voor de dichters is het spannend om te ervaren welke woorden de lezers aandragen. Dit spelen met woorden leidt tot een geconcentreerde manier van lezen.
Naast de website is er een app die je kunt downloaden en zijn er prijzen te winnen. In totaal doen maar liefst 59 dichters mee met Raadgedicht, dichters van naam en faam maar ook wat minder bekende dichters. Dichters als Tsead Bruinja, Ester Naomi Perquin, Marieke Lucas Rijneveld, Tjitske Jansen maar ook Jos van Hest, Mary Heylema, Corien Oranje en Edward van de Vendel.
Van Derek Otte, tot vorige maand stadsdichter van Rotterdam, hier een voorbeeld. Het antwoord op het te raden woord staat een stuk naar onderen.
.
Antwoord: Spits
Op een dag breekt alles
Marieke Lucas Rijneveld
.
Op zondag 28 januari aanstaande zal Marieke Lucas Rijneveld te gast zijn als voordragend dichter bij de Gedichtendag in Theater Koningshof in Maassluis. Deze middag, waarop ook Rellie Telg (Relliatuur), Bert Blasé en Hans Trompert en een aantal Maassluisse dichters zullen voordragen (waaronder de stadsdichter Jaap van Oostrum) zal ik persoonlijk presenteren.
Marieke Rijneveld (1991) is schrijver, muzikant en dichter. Ze studeert poëzie en proza aan de Schrijversvakschool Amsterdam. Werk van haar is gepubliceerd in onder andere de VPRO Gids, Das Magazin,De Revisor en bij Hard//Hoofd, Passionate Platform, Op Ruwe Planken en De Toneelcentrale. Ze won diverse schrijfwedstrijden en de jaarfinale van de poëzieslag in Festina Lente in Amsterdam. In 2015 verscheen haar debuutbundel ‘Kalfsvlies’ dat al heel snle verschillende herdrukken beleefde. In 2018 dus zeer recent verscheen haar eerste roman getiteld ‘De avond is ongemak’.
In 2014 werden in De Revisor’ een paar gedichten van Marieke Lucas geplaatst, in dat zelfde jaar werd ze door door Arie Boomsma in samenwerking met Das Magazin benoemd tot literair talent van dat jaar.
.
Op een dag breekt alles
Als ik uitstap vraagt een man of ik van bier eerder zal breken
of ik wist dat kroegen net katten waren die overdag sliepen, in de nacht
zich warm om je heen krulden als bladerdeeg in de oven. Ik denk aan de keren
dat ik mijn huis in dronken toestand zag, aan de vreemde pasvormen in de banken
schaafwonden die geen kans op genezing kregen. Aan de vloer die daarna nog
dagenlang zich aan mijn voeten klampte en ik me opsloot omdat de gang beelden
projecteerde van zoenende mensen. Iemand schreef op het behang dat mensen net
melkpannetjes waren en dat het kookpunt er nooit ineens was maar zich altijd
langzaam opbouwde. Ik ging er met een vaatdoekje overheen en zag mijn
moeder die als ze overkookte, flessen Chardonnay aan de goudvis voerde
daarna de kom aan haar lippen zette, trots zei dat ze al tijden geen druppel meer
dronk. Met stift tekende ik een fornuis voor de pan, sindsdien kun je zelf
de temperatuur instellen. En ik schud mijn hoofd naar de man op straat en hij
lacht als ik zeg dat het punt van breken nooit met drank te maken heeft
maar met het moment waarop glazen elkaar eventjes aanraken.
.
Poëzieweek 2018
Theater, bibliotheek, café en radio
.
Van 25 tot en met 31 januari is het in Nederland en Vlaanderen Poëzieweek en dit jaar heeft de poëzieweek als thema ‘Theater’ gekregen, met als motto ‘uitstromend in het pluche van de zaal’. Nu zullen er weer veel zalen en zaaltjes gevuld worden met dichters en gedichten tijdens de poëzieweek maar in de meeste gevallen zal er weinig sprake zijn van pluche. Poëzie in Nederland en zeker in zalen en zaaltjes in Nederland vindt vooral plaats in zaaltjes en op plekken waar sprake is van eenvoudige stoeltjes of tijdelijke zitplaatsen.
Een paar voorbeeld en van plekken waar ik de komende poëzieweek te horen en zien ben.
Op zondag 21 januari (dat is dus strikt gezien net voor de Poëzieweek) zal ik voordragen in café Maaart op de Valkenboslaan tijdens een voorronde van de Poëzie op Pootjes bokaal. Aanvang 15.30 uur.
Op zaterdag 27 januari ben ik aanwezig bij Radio Rijnmond bij het onderdeel Vraag het de bieb (verzorgd door Geen Poeha) als dichter in 1 minuut (wordt waarschijnlijk iets langer dan 1 minuut) alwaar ik een gedicht zal voordragen en iets zal vertellen over de volgende twee activiteiten. De aanvang van mijn bijdrage is om ca. 13.30 uur.
Op zaterdag 27 januari zal ik vervolgens voordragen bij Voorbij de brug! in de bibliotheek van Delfshaven georganiseerd door de bibliotheek en Zona Franca. Deze middag begint om 13.30 uur (ik zal iets later aanschuiven) en duurt tot 15.00 uur. Andere dichters dar zijn Daniel Dee, Rien Vroegindeweij, Myrte Leffring, Jantine Dijkstra, Gerard van Hameren, Tomas de Paauw en de Syrische dichter Adnan Alaoda. De presentatie is in handen van Marco Nijmeijer. De bibliotheek Delfshaven is aan de Rösener Manzstraat 80 in Rotterdam.
Op zondag 28 januari tenslotte zal ik de presentatie voor mijn rekening nemen van De Gedichtendag in theater Koningshof in Maassluis. Daar treden op: Marieke Lucas Rijneveld (met poëzie uit haar debuutbundel Kalfsvlies), de stadsdichter van Maassluis Jaap van Oostrum, Hans Trompert en Bert Blasé (muziek en poëzie) Relliatuur (Rellie Telg uit Rotterdam met spoken word poëzie) en een aantal dichters uit Maassluis e.o. De aanvang is 15.00 uur en de middag duurt tot ca. 17.00 uur. Entree is € 9,50 of met korting € 7,50 Theater Koningshof is aan de Uiverlaan 20 in Maassluis
Als opwarmertje alvast een gedicht van Rien Vroegindeweij uit ‘Een vliegtuig van beton’ uit 1973.
.
Poëzie is voor mij een verhaal
Poëzie is voor mij het verhaal
Dat men mij vroeger vertelde
Van een man die op zijn zolder
Een vliegtuig van beton gebouwd had
En trots tegen iedereen zei
Dat het wel kon vliegen
Maar niet door het dakraam kon
.
Bestaansrecht
Marieke Lucas Rijneveld
.
Volgend jaar januari mag ik in Maassluis, in Theater Koningshof, een avond presenteren waar een plaatselijke dichter en muzikant hun werk komen presenteren maar waar ook Marieke Lucas Rijneveld (1991) komt voordragen. Toen de theaterdirecteur mij vroeg of ik nog een klinkende naam op poëziegebied wist heb ik meteen Marieke Lucas voorgesteld.
Al eerder schreef ik op dit blog over mijn waardering voor het werk en voor de manier van presenteren en voordragen van Marieke Lucas. Haar debuutbundel ‘Kalfsvlies’ uit 2015 heeft inmiddels vele herdrukken gekend. Uit deze bundel het gedicht ‘Bestaansrecht’.
.
Bestaansrecht
.
Ze zeggen dat alles uit zaad bestaat en de wereld één grote moestuin is
dat niet altijd alles met elkaar te maken heeft maar we graag bruggen bouwen.
Als ik bedenk dat moeders ooit ook dochters waren die iemand nodig hadden
.
om de overkant te bereiken werd ik bang voor de mijne omdat ik haar alleen ken
van de jaren waarin ik zelf nog wist wie ik was en welke rol ik moest spelen, kinderen
zijn van oorsprong wetenschappers. Alleen op mijn verjaardag nam ze mij op schoot
.
vertelde dat er een plantje in haar was geplant, dat vader de walnotenboom omhakte
om een stoel bij te maken. Soms droomde ik dat de aarde in water veranderde
mijn moeder eindelijk eens gewoon thee ging zetten, de bank bewonen en dat
.
we het dan zouden hebben over bruggen die altijd tussen twee kanten in hingen
geen begin of einde hadden maar één ding was zeker: ze hadden een reden
om te blijven. Met een bolle buik van het potaarde eten, zei ze onder kaarsjes
.
uitblazen dat ik nooit zomaar van iemands draagkracht mocht uitgaan, dat zaad bij de kieming altijd een moeder nodig had, daarna snel groot worden zodat vader
niet alle bomen hoefde te kappen.
.


















