Site-archief

Linda Mence

Oud moedertje, oud besje

.

De uit Letland afkomstige Linda Mence (1992) is dichter, beeldend kunstenaar en een van de redacteuren van het literaire tijdschrift Punctum. Ze behaalde een masterdiploma in grafische kunst aan de Kunstacademie van Letland. Ze debuteerde met de dichtbundel ‘Apļi’ (Cirkels) in 2023 en ontving de Ojārs Vācietis Literatuurprijs voor Poëzie en de jaarlijkse Letse Literatuurprijs voor het beste debuut. Linda schreef ook een gedichtenbundel voor kinderen ‘Kosmoss ir virs bēniņiem’ (De ruimte boven de zolder) die verscheen in 2024. Daarnaast vertaalde ze poëzie van Edgar Lee Masters, Christina Rossetti en anderen. Haar werk is gepubliceerd in de tijdschriften Strāva, Žoklis en Domuzīme, evenals in de internettijdschriften Punctum en Satori.

In tijdschrift Terras, waarvan het laatste nummer geheel gewijd is aan de Baltische literatuur, zijn een aantal gedichten van haar hand opgenomen. Omdat twee van deze gedichten een soort zelfde thema hebben dacht ik ze beide te plaatsen en er dan gelijk een dubbel-gedicht van te maken. Vertaald door de Letse vertaalcel zijn dit de gedichten ‘oud besje’ en ‘oud moedertje’.

.

oud besje

.

het oudje gaat langzaam als een treurwilg

het oudje gaat langzaam als treurnis

langzaam als een roeiboot op een kalme zee

gooit de netten uit

en haalt ze vol zilver op

strooit dat op het dorre gras voor Orrie, Snorrie en Rossie

en klein Miesje Mauw zonder staart

vouwt het netjes op

stopt het in haar zak

opent de deur

en stapt de winkel in langzaam als een kale treurwilg

.

oud moedertje

.

mijn jongens hebben aan mijn borst

vijf generaties lang gehuild

de een kreeg melk, de ander hartstocht

nu met spijt, dan weer beschaamd

druivenranken spruiten uit mijn borst

en strengelen zich tot prieel waar

die jongens oud nu bij de wijnbroden breken en pasteien

als wangen vet op het hart drukken en weer hun rammen offeren

en drinken uit een hoorn op tafel slaan

en dan mijn borst –

de appelen van ooit

wiegen aan hun tak

langzaam heen en weer

.

Terras

Litouwse dichter

.

Terras is een hedendaags tijdschrift voor internationale literatuur met een eigen stijl en een goed oog voor nieuwe ontwikkelingen. In Terras vind je bekende en onbekende literatuur van hoge kwaliteit. Terras houdt de lezer scherp en betrokken. Zo presenteert het literair tijdschrift Terras (dat opereert in het voetspoor van het roemruchte tijdschrift Raster) zich.

Terras wordt gemaakt door dichters, schrijvers en vertalers met een internationaal netwerk. Als platform voor vertaalde literatuur werkt Terras samen met getalenteerde vertalers die het een kans biedt en kritisch begeleidt. Terras legt de nadruk op literatuur die nog niet ontdekt is maar wel de moeite van het ontdekken waard. Het tijdschrift opereert hierin als pionier.

Die laatste dingen die het tijdschrift over zichzelf zegt kans bieden, niet ontdekte literatuur, als pionier opereren) dat gaat zeker op voor de poëzie die men plaatst. Zoals in het laatste nummer met als thema ‘The Baltic Way’ waarin schrijvers en dichters uit de Baltische staten zijn opgenomen (Estland, Letland en Litouwen).  Ik ben dit jaar in Estland en Letland geweest (en een paar jaar geleden in Litouwen) en het literaire landschap is daar breed. In de eigen taal maar ook zeker nog in het Russisch daar in alle drie de landen nog grote groepen etnische Russen wonen.

Uit het laatste nummer (#27) koos ik een gedicht van Giedré Kazlauskaité in een vertaling van Anita van der Molen. Giedrė Kazlauskaitė (1980) studeerde Litouwse literatuur aan de Universiteit van Vilnius en publiceerde vijf dichtbundels, waarmee ze de Jonge Jotvingian Prijs, de Jurga Ivanauskaitė Prijs, de Schrijversbond Prijs en de Prijs voor het Creatiefste Boek van het Jaar won. Ze is redacteur van het wekelijkse culturele tijdschrift Šiaurės atėnai (Athene van het noorden) en tevens een van de weinige LGBTQ-dichters in Litouwen.

.

Pioenroosextract

.

je borsten zijn net vossensnuitjes,

nieuwsgierig opduikend uit hun hol,

waar de kat ze kan verschalken.

.

De stad, die alles gadeslaat

en met afvalsporen is bezaaid,

luistert met gespitste oren.

.

Ik pak je beet bij je bloem.

Haar extract kan angst verzachten.

.

Wij samen met een legioen narcissen.

Roze flamingos’s op jouw slippers.

.

Er zijn schelpen die niet meer ruisen-

kapotgeslagen, losgescheurd.

.

We haken met onze nagels in elkaars kern,

bevreesd om bolsterloos verder te keven.

.

Jij bent geniaal en ik ben geniaal – zong Zemfira

voor mij en voor jou.

.

Als de almacht van de fantasie niet zou bestaan

waren we niets meer dan miljarden gebroken cimbalen

.

In de Melkweg.

.

Ontmoeting met Joseph Brodsky

Peter Du Gardijn

.

In de bundel ‘Onder de dieren’ van Peter Du Gardijn uit 2007, staat het gedicht ‘Ontmoeting met Joseph Brodsky’. In het kader van dichters over dichters leek me dit een geschikt gedicht. Joseph Brodsky (1940-1996) was een Russische dichter. Peter Du Gardijn (1963) publiceerde onder meer verhalen en gedichten in De Revisor , Tirade , Bunker Hill , De Tweede Ronde , Terras en De Gids. In 2006 debuteerde hij met de roman Nachtzwemmen. Een jaar later volgde zijn eerste dichtbundel, ‘Onder de dieren’. Pas in 2014 zou een tweede dichtbundel het licht zien getiteld ‘Wat huid is’. Bij deze twee dichtbundels is het vooralsnog gebleven.

Wil je meer gedichten van Peter Du Gardijn lezen, ga dan naar de website van uitgeverij van Oorschot. Hieronder het gedicht van zijn hand over Joseph Brodsky.

.

Ontmoeting met Joseph Brodsky

.

Een ontheemde met een sproetroestig gezicht

nooit gezwicht voor het lot van de worm.

Ritmisch kraste zijn stem steeds over het papier

in gespannen eendracht met de vorm.

.

Ik zag hem op een kade in Rotterdam, getij

dat zich vrij zong als een organische harmonica.

Tot hij de herfstkreet bitter van de havik sneed!

Zo was hij al opgestegen voor zijn dood,

.

in het rococo kolken van zijn sigarettenrook.

Heel de wereld omgesmeed tot miniatuur,

landschap van taal. En winter, winter! O ja?

.

Was het dan toch Russisch, zangzingend

klank op klank ontsnappen aan Lenins dictatuur?

Poëzie, levenssap helder en wrang als wodka.

.

De kamsalamander

Harry Man

.

Via een herinnering op Facebook die Odile Schmidt met mij deelde 7 jaar geleden werd ik herinnerd aan een optreden van de Engelse dichter Harry Man (1982). Ik heb destijds een blogbericht gewijd aan deze dichter en bladerend door het internet kwam ik vertaalde gedichten van deze dichter tegen op de website tijdschriftterras.nl

Harry Man is dichter en auteur van de bundels ‘Lift’ (2014) en ‘Finders Keepers’ (2016). VoorLift’ won hij de Bridges of Struga Award. Zijn debuut geeft blijk van een speelse nieuwsgierigheid naar hedendaagse fenomenen, van sciencefiction tot social media en ruimtevaart tot computerspellen. In ‘Finders Keepers’ staan bedreigde diersoorten centraal en verkent de dichter de levens van wilde dieren in de moderne westerse wereld. Voor deze bundel werkte hij samen met kunstenares en illustrator Sophie Gainsley. De gedichten op Terras zijn vertaald door Jeske van der Velden (1987).

Van de website nam ik het gedicht ‘De kamsalamander’ dat werd genomen uit zijn bundel ‘Finders Keepers’.

.

De kamsalamander

.

Armen langszij gleed ik door het leven na uitkomst,
krauwde zandribbels in de koele bries van de kreek,
leerde denken in de kleuren van je droom.

.

Met het paramedisch instinct van hernieuwde liefde
vouw ik een dak van halmen voor onze kroost,
leg watersluiers af, kwikdruppeltjes regen

.

onder de bouwlampen, schietmotten ook.
Alles waaraan ik behoefte had was
wat zwemruimte, een theoretisch ander leven.

.

 

Vallen

Emma Crebolder

.

In 2012 verscheen van Emma Crebolder (1942) de bundel ‘Vallen’ bij uitgeverij Nieuw Amsterdam. Emma Crebolder studeerde Duitse taal en letterkunde in Utrecht. Na een verblijf van enkele jaren in Tanzania deed zij aan de universiteiten van Leiden en Keulen een studie Afrikaanse talen met als hoofdvak Swahili. Zij onderwees deze taal decennia lang.

Zij was in 1993 de eerste officiële stadsdichter van Nederland in Venlo. Vanwege haar vossenpoëzie werd zij in 2006 opgenomen in de Orde van de Vossenstaart. Stijn Streuvels was de eerste die deze erkenning kreeg. In 2015 werd haar de Leo Herberghs Poëzieprijs toegekend. Crebolder publiceerde in literaire tijdschriften als De Gids, Maatstaf, Het Liegend Konijn, Terras en Hollands Maandblad.

In de bundel ‘Vallen’ las ik een mooi gedicht over haren die ‘verhalen van hemel en hellevaart’ zonder titel.

.

De haarval was al geslachten

lang zo. Sluik, maar met

.

herinneringen aan vroege

lokken die altijd met

.

oorlog of in geval van mode

afgesneden maar nooit

.

teruggedreven werden

tot de eerste zwarte krul

.

Ons vermoeden is dat haren

verhalen van hemel en hellevaart.

.

Waar ben ik hier?

J.V. Foix

.

In literair tijdschrift  TERRAS nummer 23 las ik het gedicht van de dichter, schrijver en essayist J.V. Foix. Ik kende Foix (Josep Vicenç Foix i Mas) niet en ik vermoed velen met mij. J.V. Foix (1893-1987) was een Spaans of beter Catalaans dichter uit Barcelona. Foix noemde zichzelf ‘onderzoeker in poëzie’. Typisch zo’n naam die je jezelf geeft en waar mensen dan meteen een beeld bij hebben. Zo mag ik mijzelf graag ‘ondernemer in poëzie’ noemen, ik neem aan dat mijn regelmatige lezer die omschrijving wel kan plaatsen.

Maar terug naar Foix. Hij was redacteur van het tijdschrift L’amic de les arts (De vriend van de kunsten). Van jongs af aan zoekt hij aansluiting bij de avant-garde van Catalonië. Dali, Miró, Éluard, Gracia Lorca behoorden tot zijn vrienden. In 1984 werd hij onderscheiden met de Premio Nacional de las Letras Espanolas. Foix onderhield een correspondentie met Paul Éluard.

In TERRAS is een gedicht van hem opgenomen vertaald door Adri Boon (met dank aan Ferran Bach).

.

Alleen en bedroefd, gehuld in oud gewaad,

Zie ‘k me dolen door donkere verlaten oorden,

Over ongewisse beemden, in bergen van lei-

Diepe kloven die me, sluw en slinks, weren.

.

En ik vraag: Waar ben ik hier? Naar welk oud land,

-Naar welke dode hemel-, of zwijgende velden,

Voel ik toch zo’n dwaas verlangen? Tot welke wond’re

Onbekende ster bewegen, gedwee, mijn schreden?

.

Allee, en eeuwig. Dit land openbaart zich aan mij,

Al duizend jaar, het vreemde doet niet vreemd aan:

Ik voel me er geboren; en in dorre woestenijen,

.

Op een besneeuwde top vind ik opnieuw de plek

Waar ik ooit verwijlde, en ook Gods listen waarmee

Hij me voor Zich wilde winnen. Of duivels bedrog.

.

Godface

Asha Karami

.

In 2019 debuteerde de, in India geboren, Asha Karami bij uitgeverij De Bezige Bij, met de dichtbundel ‘Godface’. Ik vind dit een intrigerende titel en in een interview met Karami zegt je zelf over de titel: “In het gedicht ‘Godface’ staat een regel die ik droomde: ‘godface’ riep ik ‘a god that kills you’ – in hoeverre bedenk je je dromen? –, dus daar heb ik een gedicht omheen geschreven.”

Karami is daarnaast een ietwat mysterieuze dichter. In India geboren, haar moeder trouwde met een Iraanse man en kwam zodanig in Nederland terecht. Naast haar schrijfwerk is zij jeugdarts en yogadocent. Tevens is zij werkzaam als arts bij vechtsportgala’s wat ook al bijdraagt aan het eerder genoemde. Haar bundel ‘Godface’ bevat poëzie en prozaïsche stukken. Voor deze bundel ontving ze  nominaties voor Herman de Coninckprijs, Grote Poëzieprijs en E. du Perronprijs. Ze ontving een eerste beurs voor debutanten van het Nederlands Letterenfonds en mocht als schrijver resideren bij de Jan van Eyck Academie. De residentie leidde tot het cureren van programma’s voor Perdu, waarbij kunstenaars en schrijvers werden gevraagd nieuw werk te maken rondom de thema’s: Neurodiversity; Food, Embodiment & Language; Effect of Sound an Poetry on the Body & Breath (geen idee waarom dit allemaal in het Engels is). .

Haar gedichten, essays en korte verhalen verschenen in o.a. nY, Het Liegend Konijn, Tirade, Poëziekrant, Terras, Revisor, De Groene, DW B, Cimedart, Extra Extra en De Gids en online op SampleKanon, MisterMotley, DIG, Notulen van het Onzichtbare, Optimist, en Ooteoote. Met kunstenaar Johan van Dijke maken ze poëziefilms. Daarnaast is ze adviseur poëzie bij Literatuur Vlaanderen en jurylid bij de maandelijkse poetryslam in Festina Lente in Amsterdam.

Haar poëzie wordt beschreven als verkennend, open, intuïtief, zoekend en onderzoekend. Zelf zegt ze hierover dat: “Door te doen wat ik wilde en wat ik interessant vond, en door in mijn onderbewuste te duiken en met dromen bezig te zijn. Ik hoop dat dat afgeeft op de lezer”. Oordeel zelf aan de hand van het gedicht ‘Ik was een bastaard’ uit de bundel.

.

Ik was een bastaard

.

ik lig op de bank

terwijl ik mee moet doen met de revolutie

.

open mij alsjeblieft beste

je bent een aardig persoon geweest

.

hebben de mensen dat gemerkt

en welke culturen zijn dan kwaadaardig

.

ik had me voorgenomen dat drie

van mijn vijf gezichten op elkaar zouden lijken

.

open mij nu

binnen zit de verrassing

.

goud in de natuur gevonden is altijd geel:

het is het contrast dat ons verbindt aan het verleden

.

ik heb hier een ingang gemaakt voor als je er nog in wilt

.

ik ga dood dat beloof ik

jij gaat dood dat beloof ik

.

Belgisch bier

Willem Wilmink

.

Tijdens één van mijn zeldzame opruimbuien kwam ik een ansichtkaart tegen die ik voor mijn laatste verjaardag kreeg. Het betreft hier een kaart met voorop een foto van Willem Wilmink met daarnaast een gedicht van zijn hand getiteld ‘Belgisch bier’. Ik was de kaart alweer bijna vergeten. Willem Wilmink is gefotografeerd op het terras van hotel De Swaen van Cas Spijkers in Oisterwijk. Ik neem aan dat hij dit gedicht daar ook schreef of daar zijn inspiratie op deed.

Feitelijk is het een opsomming van de vele soorten Belgisch bier die in hotel De Swaen (waarschijnlijk) op de kaart stonden, en toch is het ook een staaltje vakmanschap van de dichter door het gedicht niet alleen rijmend maar ook muzikaal en vloeiend te maken. Net als het bier eigenlijk.

.

Belgisch bier

.

Zeg wat wilde gij voor bier,

Sanctus, Duvel, Tempelier,

Gildenbier of Afflighem

of Jack-op uit Wolvertem?

Speciale Aerts misschien

of een Breendonk’s Vitamien?

Rochefort of Kriek Lambic,

Palten, Koninck, Liefmans Kriek?

.

Maters, Paters Vat, Floreffe,

Rubens bier of Christmas Leffe?

Maters, Paters Vat, Floreffe,

Rubens bier of Christmas Leffe

of een Tripel van Westmall’?

Stella, Maes of B S T,

Witkap Tripel of Chimay,

Witkap Stimulo, Maibbock

of een Gueuze Van den Stock?

.

Een Grand Cru? Een Maredsous?

Een West-Vleteren uit Watou?

Extra-Moortgat of Orval,

Pieter Pauwels of Christal?

Hoegaards Wit bier of  Lamot,

Rodenbach of Tongerlo,

Chevalier of Ide Pils?

Vriend, ik heb er voor elk wat wils.

.

 

Alles is langzaam aan het vallen

Laura Vazquez

.

De Franse schrijfster en dichter Laura Vazquez (1986)  is een literaire duizendpoot. Ze schrijft poëzie die ze via haar website http://www.lauralisavazquez.com, met de buitenwereld deelt, publicaties in tijdschriften, voordrachten, muziek en videofilmpjes. Ze heeft reeds 5 bundels gepubliceerd, de laatste zijn ‘Menace’ (2015) en ‘Oui’ (2016).

Het webtijdschrift ‘Terras’ heeft in 2012 aandacht aan haar werk besteed. Eva Wissenburg (1990), literair vertaalster, heeft toen een aantal van haar gedichten vertaald. Het gedicht ‘alles is langzaam aan het vallen’ is één van deze door haar vertaalde gedichten van Vazquez.

.

alles is langzaam aan het vallen

.

het huis is langzaam aan het vallen, het is langzaam aan het vallen, de kinderen zijn langzaam aan het vallen, ze zijn langzaam aan het vallen, hun monden zijn langzaam aan het vallen, de monden van de kinderen zijn langzaam aan het bewegen, en hun benen zijn langzaam aan het vallen, hun benen zijn langzaam aan het vallen, alles is langzaam aan het vallen, de stad valt, ze valt, ze is langzaam aan het vallen, de stad valt, ze is zachtjes aan het vallen, al een hele tijd, al een lange tijd, het huis valt en de mensen vallen, de monden vallen en de mensen vallen

en de onderkant van de ogen, en de bovenkant van de buik, en de binnenkant van de buik, en de binnenkant van de wangen, en de bovenkant van de wimpers, en de bovenkant van de handen, en de binnenkant van de voeten, en de onderkant van de tafels, en de onderkant van de borsten, en de bovenkant van de graven, en de bovenkant van de schedels, en de onderkant van het ik, en de bovenkant van het ik, en de bovenkant van de buiken, en de onderkant van de buiken, en de binnenkant van de buiken, alles valt valt, alles is langzaam aan het vallen, de stenen vallen, en de verbanden, en de verhalen, en de voorwerpen, en de vloeistoffen, en de beken, en de slangen, en de vloeistoffen, en het speeksel, alles valt valt

alles is langzaam aan het vallen, in de organen, in de huizen, in de verbanden, het is de wending, het is de weg, het is de methode, het is de cadans, het is een verband, het is een idee, het is een probleem, het is een idee, het is een weg, het is een gesprek, het is een relatie, het is een weg, het is de wending, het is de methode, het is de cadans

alles valt valt, alles is zachtjes aan het vallen, alles is langzaam aan het vallen, alles is zachtjes aan het vallen, in de huizen, in de perken, in de bossen, in de verhalen, in de woorden, en zonder stoppen, en zonder snelheid, en zonder kabaal, en zonder denken, en zonder lijden, het is de wending, het is wat valt

en de onderkant van de armen, en de idee van de gezichten, en de idee van de schaamte, en de idee van de vloeistoffen, en de vloeistoffen zelf, en de langzame mensen, en de goede mensen, en het leven is heel langzaam, en het leven is gevallen, en het leven is heel rustig, en het leven is heel zwaar, en het leven is het leven, en het leven is gevallen, en het leven is bezig te vallen, maar langzaam

alles is langzaam aan het vallen, in de mensen, en in de kelen van de mensen, en in de buiken van de mensen, en alles slokt alles slokt de mensen op, en in de keel en langzaamaan, en alles gaat in de keel maar langzaamaan, in het huis van de mannen, in het huis van de wolven, in het huis van de moeders, in het huis o zo donker, alle moeders donker, je geeft elkaar water, je geeft elkaar takken, je geeft elkaar brood, en alles valt erbovenop

.

 

Seamus Heaney

Ierse dichtersweek

.

Al eerder (op 31 augustus en 28 april 2013 ) schreef ik over Nobelprijs voor de Literatuurwinnaar Seamus Heaney, misschien wel de beroemdste Ierse dichter. Eigenlijk is Seamus Heaney een Noord-Iers dichter en daarmee officieel niet Iers maar voor het gemak deel ik hem toch maar in bij de Ierse dichters.

In het tijdschrift Terras (voor internationale literatuur en kunst) verschenen in 2012 vier gedichten van Heaney in vertaling van Onno Kosters en Han van der Vegt. Alle gedichten zijn te lezen op http://tijdschriftterras.nl/vier-gedichten-2/

Hier het gedicht in vertaling ‘Oud strijkijzer’.

.

Oud strijkijzer

Vaak zag ik haar het optillen:
een stevige wig
als een sleepboot voor anker
op de rand van de kachel.

Om op gehoor de hitte te testen,
spuugde ze het in zijn ijzeren gezicht
of hield hem vlak bij haar wang
om het opgeslagen gevaar te peilen.

Een zacht bonken op de strijkplank.
Hoe zij haar elleboog, met kuiltjes,
kromde, aandachtig gebogen stond
terwijl ze het strijkijzer richtte

als een schaaf naar het linnen,
als de wrevel van vrouwen.
Werken, stelt haar stomme stoot,
is een bepaald gewicht

over een bepaalde afstand bewegen,
is je uiterste best doen en voelen
dat je daartegen bent opgewassen.
Voelen hoe het aan je trekt. Je drijven blijft.

.

heaney

terras