Site-archief
Dagboek van de toren
Corneille
.
Soms krijg of koop ik een bundel die me in meer opzichten verrast dan alleen door de poëzie die erin is opgenomen. Toen ik ‘Het dagboek van een toren’ van kunstschilder en dichter Corneille (1922-2010) kocht wist ik nog niet wat ik in handen had. Dit boek is uitgegeven naar aanleiding van de jubileumtentoonstelling ‘Poetry, the artist’s muse’ de 20ste verjaardag van galerie Elisabeth den Bieman de Haas, die plaatsvond tussen 25 april en 25 mei 2001. De bundel bevat poëzie van Corneille in het Frans, vertaald naar het Nederlands en Engels door Hepzibah Kousbroek.
De titel van dit boek is ontleend aan een toren genaamd La Peschiera die vier eeuwen oud is en in Italië ligt. Corneille verbleef er sinds 1973 regelmatig. De toren behoorde toe aan een adellijke familie waarvan de laatste telg markiezin Irene de Ciccolini was. Zij woonde er tot haar dood enkele jaren voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog. Het domein werd na haar overlijden overgedragen aan paters en in de oorlog bewoond door een jonge officier en enige soldaten. Na de oorlog kocht een aannemer uit Ancona het.
Het boek heeft, door de vertalingen maar liefst drie titels: ‘Het dagboek van de toren’, ‘Diary of the tower’ en ‘Journal de la tour’. Achterin het boek staat een tekening van Corneille (in druk uiteraard) van de toren die hij maakte in 1997. Journal de la tour verscheen voor het eerst in 1975 met een vertaling in het Italiaans. In 1981 verscheen een editie uitsluitend in het Frans.
Ik koos voor een gedicht waarin het favoriete dier van Corneille voorkomt; de vogel.
.
De spoorwegovergang luidt
belletjes van Tibetaanse koeien.
Terwijl de stoomtrein
onverpoosd doorhijgt om snel
daar te zijn waar die zachte
hermelijne wezens wachten,
hooggehakt, hun benen in foedralen,
gestrekt met holle rug en licht
wiegend bekken.
De baren van de nacht hebben
bontgekleurde vogels bevrijd en je
hoort de zee onvermoeid
aan de keien van het strand zuigen.
.
Dag eenentwintig
Vakantiegedicht
.
Wanneer je op vakantie bent in een ver en vreemd land waar men een taal spreekt die je niet kent kun je soms denken ‘Waar gaat dit over?’ Er zijn ook gedichten waarbij je dit zou kunnen denken. Zoals het gedicht ‘Coracias garrulus’ van Anneke Brassinga (1948) uit haar bundel ‘Het wederkerige’ uit 2014. Een Coracias garrulus is overigens een vogel, in het Nederlands een Scharrelaar.
.
Coracias garrulus
.
Mijn vriend de scharrelaar speelt feuille morte
in de baltsvlucht, dwarrelt blauwzefirisch serafijns
van aanschijn, zwierend met turquoise vederqueue
braakt hij de finesses van zijn arioso uit:
‘KRAK-AK… KR-R-R-R-AK…’
alsof de hemel op je neerstort,
de engel met het vlammend zwaard.
.
Gedichten op bierviltjes
Gedichten op vreemde plekken
.
Het is alweer even geleden dat ik hier een voorbeeld gaf van een gedicht op een vreemde plek. Dat wil zeggen, een gedicht dat ergens op geprint, geschreven, gedruklt of geschilderd is buiten een boek. Op internet kwam ik een leuk voorbeeld tegen van poëzie op een vreemde plek, niet origineel in de zin dat een gedicht op een bierviltje iets nieuws is of iets heel origineels maar de uitvoering vind ik dan weer wel heel aardig.
In 1985 bracht Novella een serie bierviltjes met gedichten van bekende Nederlandse dichters. Ter promotie van de reeks werd één gedicht van Hans Andreus op groot formaat bierviltmateriaal gezeefdrukt in een oplage van 7 exemplaren. In 1994 verscheen een tweede reeks. Inmiddels zijn de bierviltjes collectorsitems geworden en worden ze op sites als Lastdodo aangeboden. Dat er nog weinig animo voor is blijkt wel uit het feit dat de hoogste prijs voor bijvoorbeeld een viltje met een gedicht van Judith Herzberg momenteel € 0,10 is. Desalniettemin een erg leuk voorbeeld van poëzie op vreemde plekken.
.
Koekoekswals
Jules Deelder
.
Om mij heen zie en hoor ik steeds meer vogelaars, mensen die er genoegen in scheppen om in de natuur vogels te bekijken en beluisteren. Het liefst zoveel mogelijk soorten en als het even kan ook graag zeldzame vogels of vogels die je maar heel zelden in ons land tegenkomt. Ik moest hieraan denken toen ik de ‘Renaissance’ van Jules Deelder aan het doorbladeren was op zoek naar iets anders. In dit verzameld dichtwerk staat maar liefst de inhoud van 16 bundels van Deelder in bijna 600 pagina’s.
Het gedicht waar ik bij bleef hangen, ‘Koekoekswals’ verscheen oorspronkelijk in de bundel ‘Sturm und Drang’ uit 1980.
.
1
.
De worste-
ling begint
Rietzanger
aan de rand
van het nest
Koekoek er-
.
onder
.
2
.
Koekoek
spreidt vleugels
onder riet-
zanger
.
uit
.
3
.
Rietzanger
over de
rand ge-
.
werkt
.
1
.
Rietzanger
valt maar
weet zich
nog net
vast
te
.
klampen
.
2
.
Rietzanger
hangt aan
de rand van
het nest
Kop naar be-
.
neden
.
3
.
Rietzanger
verdwenen
Koekoek
alleen
in het
.
nest
.














