Maandelijks archief: september 2015
Die achternacht
Joost Zwagerman (1963 – 2015)
.
Hoewel ik een aantal van de boeken van Joost Zwagerman heb gelezen, behoorde hij niet tot mijn favoriete schrijvers. ook zijn poëzie vond ik vaak wat gekunsteld. Helemaal niet erg natuurlijk, smaken verschillen. Nu hij maandag zo plotseling en onverwacht een einde aan zijn leven heeft gebracht voelde ik toch dat ik ook aan zijn poëzie aandacht moest besteden. Overal in het nieuws worden zijn romans en essays genoemd en het feit dat hij bij De Wereld Draait Door vaak over kunst sprak (iets waar ik trouwens wel altijd enthousiast van werd), maar vrijwel nergens lees ik uitgebreid terug dat hij ook poëzie schreef. Zwagerman behoorde in de jaren 80′ tot de ‘Maximalen’
De dichters die bij de “Maximalen’ behoorde zetten zich vooral af tegen de volgens hen ‘witte en stille’ gedichten die er door de talige dichters werd geschreven. In plaats van die minimale poëzie wilden zij ‘maximale’ – en ze noemden de bloemlezing waarin ze hun werk verzamelden dan ook ‘Maximaal’ (1988). Deze Maximalen rekenden af met poëzie die gebukt ging onder ‘het juk van het grote niets’, zoals Joost Zwagerman het noemde. Zoals alle nieuwe stromingen maakten zij dus een karikatuur van het werk van hun voorgangers. Dichters moesten zichzelf niet langer reduceren tot ‘lispelende garde van de porseleinkast’, maar moesten de ‘muze de straat opjagen’- poëzie moest realistisch zijn. Maar voor deze ‘Maximalen’ was het ook van belang hoe een gedicht was geschreven: behalve het leven speelde ook het talige een grote rol.
Om ook dat aspect van zijn schrijverschap aandacht te geven hier een gedicht uit 2004 waarin ik bij herlezing wel iets van de worsteling in zijn leven terug lees. Of om, zoals hij het zelf schreef’ de laatste zin uit dit gedicht aan te halen; “een man om van kaft tot kaft uit voor te lezen”.
.
Die achternacht kwam ik mij tegen op een plek
Die achternacht kwam ik mij tegen op een plek
waar ik mij gewoonlijk niet vertoon.
Ik stelde mij teleur. Sprak te luid
tegen mensen die mij zichtbaar niet vertrouwden.
Ik wilde dat ik vond dat ik naar huis toe wilde
en sprak mij aan om hiervandaan te gaan
maar dat was zo gemakkelijk nog niet. Ik verloor mij
in gesprekken die ik al zo vaak gevoerd had
zonder zicht op toonzaamheid
of zelfs maar dunne trucs
waarmee je doorgaans
een kapotte nacht doorkomt.
Het eindigde ermee dat ik van alles
in mijn oor siste wat ik maar half verstond.
Wat doe je op zulke momenten? Ik liet mij
voor wat ik was; het had geen zin mij het zwijgen
op te leggen, ik was berstensvol op mij gebeten
en toen het eenmaal ochtend was
zag ik mij als zo vaak in tongen terug
als het legioen dat vreemden streelt.
Spreekwoord was ik dat niet snapt,
gaandeweg de dag werd ik weer opvoeding
die ouders voor hun kinderen uitdenken
en in het holst van alle bruikleen
was ik wat ik telkens na zo’n achternacht in corvee
en klatering moet zijn: voor dag en dauw de bijbel,
met stofomslag en in voldongen esperantoklanken,
een man om van kaft tot kaft uit voor te lezen
.
Uit: Roeshoofd hemelt
.
Met dank aan http://www.literatuurgeschiedenis.nl
Regenboog
Hiroshi Kawasaki
.
Kawasaki (1930-2004) was kort na de oorlog bouwvakker, klusjesman en kantoorbediende. Vanaf 1951 verschijnen gedichten van zijn hand in tijdschriften. Hij was één van de oprichters van het literaire tijdschrift Kai (1953). Hij debuteerde met zijn bundel ‘Hakucho’ (Zwaan) in 1955 en schreef daarna vele dichtbundels, luisterteksten, kinderboeken en essays. In 1980 nam hij deel aan Poetry International en in de bundel ‘Honderd dichters uit vijftien jaar Poetry International 1970 – 1985’ zijn twee gedichten van hem opgenomen in vertaling van Noriko en Pim de Vroomen. Hier het gedicht ‘Regenboog’.
.
Regenboog
.
Verstrooid stond ik stil in het gras.
‘Jullie twee daar, gaan jullie trouwen?
hoorde ik zeggen.
Ik antwoordde: ‘Ja!’
‘Welnu, als dat het geval is’ – met die woorden
verscheen er een prachtige regenboog.
.
Plath en Hughes
Jij zegt het
.
Naar aanleiding van het boek ‘Jij zegt het’ van Connie Palmen (over het huwelijk van Sylvia Plath en Ted Hughes, beide dichters, de zelfmoord van Plath en het zwijgen van Hughes) wil ik hier graag een gedicht van beide plaatsen. Veel mensen kennen de namen van dit beroemde dichterspaar wel maar hun werk is vaak bij hen onbekend (zo was het bij mij ook). Daarom van Sylvia Plath het gedicht ‘Memoirs of a spinach-picker’ en van Ted Hughes het gedicht ‘The seven sorrows’.
.
Memoirs of a Spinach-Picker
They called the place Lookout Farm.
Back then, the sun
Didn’t go down in such a hurry. How it
Lit things, that lamp of the Possible!
Wet yet
Lay over the leaves like a clear cellophane,
A pane of dragonfly wing, when they left me
With a hundred bushel baskets on the edge
Of the spinach patch.
Bunch after bunch of green
Upstanding spinach-tips wedged in a circle—
Layer on layer, and you had a basket
Irreproachable as any lettuce head,
Pure leafage. A hundred baskets by day’s end.
Sun and sky mirrored the green of the spinach.
In the tin pail shaded by yellow paper
Well-water kept cool at the start of the rows.
The water had an iron taste, and the air,
Even, a tang of metal.
Day in, day out,
I bent over the plants in my leather-kneed
Dungarees, proud as a lady in a sea
Of prize roses, culling the fullest florets;
My world pyramided with laden baskets.
I’d only to set one foot in wilderness—
A whole sea of spinach-heads leaned to my hand.
.
The Seven Sorrows
The first sorrow of autumn
Is the slow goodbye
Of the garden who stands so long in the evening-
A brown poppy head,
The stalk of a lily,
And still cannot go.
The second sorrow
Is the empty feet
Of a pheasant who hangs from a hook with his brothers.
The woodland of gold
Is folded in feathers
With its head in a bag.
And the third sorrow
Is the slow goodbye
Of the sun who has gathered the birds and who gathers
The minutes of evening,
The golden and holy
Ground of the picture.
The fourth sorrow
Is the pond gone black
Ruined and sunken the city of water-
The beetle’s palace,
The catacombs
Of the dragonfly.
And the fifth sorrow
Is the slow goodbye
Of the woodland that quietly breaks up its camp.
One day it’s gone.
It has only left litter-
Firewood, tentpoles.
And the sixth sorrow
Is the fox’s sorrow
The joy of the huntsman, the joy of the hounds,
The hooves that pound
Till earth closes her ear
To the fox’s prayer.
And the seventh sorrow
Is the slow goodbye
Of the face with its wrinkles that looks through the window
As the year packs up
Like a tatty fairground
That came for the children.
.
Het Jawoord
Herman de Coninck
.
Zondag dus een gedicht van Herman de Coninck. Vandaag uit ‘De gedichten’ en aar weer uit het hoofdstuk ‘Verspreide gedichten’ het gedicht ‘Het Jawoord’. Dit gedicht verscheen eerder in 1973 in ‘Ruimten’, in 1974 in ‘Kreatief’ en in 1975 in ‘De Vlaamse Gids’.
.
Het Jawoord
.
‘misschien is er niet eens zoveel nodig
voor geluk: een andere man dan ik
met een andere vrouw dan jij’, zei ik
.
‘en misschien kunnen we beter samen
ontevreden zijn dan elk voor zich’, zei jij.
.
‘en als we dat nou eens in capri
gingen doen?’
.
‘ja’.
.
WikiHow
Hoe poëzie te lezen en te begrijpen
.
Na een blogbericht over Poëzie begrijpen en Waarom je poëzie moet lezen, gevolgd door Wat je altijd al wilde weten over poëzie, nu een handige ‘wegwijzer’ hoe je poëzie kunt lezen en begrijpen.
Ik spreek met enige regelmaat mensen die, als ik ze vertel over dit blog en het feit dat ik gedichten schrijf, mij vertellen dat ze niets met poëzie kunnen, het niet begrijpen of er niks mee hebben. Ik heb mezelf afgeleerd om als een evangelist van de poëzie dit onbegrip dan te vuur en te zwaard te bestrijden en hen te proberen overtuigen van de schoonheid en meerwaarde van poëzie.
Maar als ik ook maar een kleine indicatie krijg dat iemand open staat voor poëzie dan kan ik het niet laten. Voor al die mensen die niets met poëzie hebben, maar ook voor een ieder die dat wel heeft en meer wil halen uit de beleving van het lezen van een gedicht, vandaag een handreiking.
Op de aardige website WikiHow.com vond ik de volgende ‘handleiding’ in 9 stappen:
.
Probeer poëzie te begrijpen. Poëzie is anders dan een verhaal of een roman. Om meerdere redenen. Het gaat vaak over gevoel en begrip. Wees hiervan bewust. Poëzie maakt ook ongewoon gebruik van de taal en gebruikt soms ongewone woorden.
Lees een gedicht hardop en vaker dan 1 keer. Luister naar de klank alsof het muziek is.
Lees eens wat over de dichter. Wanneer schreef hij/zij het gedicht, onder welke omstandigheden? Dit kan je helpen om de herkomst van een gedicht te waarderen.
Bepaal voor jezelf of de dichter een verdrietig, blij, raar, uitbundig, angstig etc. gedicht heeft geschreven. Als het een verdrietig gedicht is laat het dan eens bezinken, probeer de emotie te voelen waarover of waarin is geschreven
Wees ervan bewust dat er meer in het gedicht zit dan je bij eerste lezing ervaart of herkent. Herlezen van een gedicht helpt je bij het herkennen en het zien van dingen die je bij eerste lezing zijn ontgaan.
Neem de tijd om over een gedicht na te denken. Het ene gedicht vereist meer denkwerk dan het andere. ‘Vertaal’ het gedicht voor jezelf, ook als het in het Nederlands is geschreven. Probeer eens de zinnen te wisselen om meer grip op het gedicht te krijgen.
Zie het lezen van poëzie als een fijne bezigheid, niet als iets saais. Poëzie is (vaak) geschreven om een emotie op te wekken. Laat dit toe. Belangrijk is ook om te genieten van het lezen van een gedicht.
Probeer een gedicht eens te lezen vanuit het standpunt van de dichter. Als een gedicht gaat over een gebroken hart, dan probeert de dichter weer te geven wat zijn of haar gevoelens zijn over hoe zijn of haar hart is gebroken door iemand. Als je dit soort emoties of situaties herkent kan dit het lezen van het gedicht beïnvloeden.
De Boodschap. Probeer de zinnen en woorden in een gedicht te herkennen waarin de boodschap van de dichter aanwezig is en probeer je te verplaatsen in zijn of haar schoenen.
.
Natuurlijk is het aan jezelf of je hier iets mee wil of kan. Aan de andere kant is het best interessant om het eens te proberen.
Tot slot nog een paar tips.
- Probeer gedichten te lezen uit verschillende tijdsvakken. Wellicht heb je een voorkeur voor een stijl of vorm.
- Probeer zelf eens een gedicht te schrijven. Speel met de taal en ontdek wat je met taal kan doen.
.
Seamus Heaney
Night Drive
.
Uit mijn boekenkast heb ik vandaag gekozen voor Seamus Heaney, Opened Ground; poems 1966-1996. En uit deze vuistdikke verzamelbundel het gedicht ‘Night Drive’ uit de bundel ‘Door into the dark’ uit 1969.
.
Night Drive
.
The smells of ordinariness
Were new on the night drive through France:
Rain and hay and woods on the air
Made warm draughts in the open car
.
Signposts whitened relentlessly.
Montreuil, Abbeville, Beauvais
Were promised, promised, came and went,
Each place granting its name’s fulfilment.
.
A combine groaning its way late
Bled seeds across its work-light.
A forest fire smouldered out.
One by one small cafés shut.
.
I thought of you continuously
A thousand miles south where Italy
Laid its loin to France on the darkened sphere.
Your ordinariness was renewed there.
.
Waarom doe ik dit?
Persoonlijk bericht
.
Op de blog van Bouke Vlierhuis, voorheen recensent (hij recenseerde o.a. mijn bundel ‘Zoals in maart de wind graven beroert’) en dichter, tegenwoordig contentmarketeer, las ik een heel aardig bericht waarin hij bij zichzelf te rade gaat over het hoe en waarom van het schrijven van Blogberichten. Wat er nu eigenlijk in zo’n bericht staat en of dat wel zo interessant is voor u, de lezer. Of zoals hij het stelt: ‘Als je passie voelt voor wat je doet, dan komt die vanzelf naar voren als je jezelf de ruimte geeft om eens vrijelijk na te denken over je vak en over andere dingen.’
Dit zette mij aan het denken en daarom vandaag iets meer over mij, dit blog en het hoe en waarom. Uiteraard afgesloten met een gedicht (ik kan het toch niet laten).
Vanaf jonge leeftijd schrijf ik gedichten. Ik herinner mij nog heel goed dat ik mijn eerste gedichtje schreef ( ergens op dit blog in de categorie Gedichten van voor 2008 te vinden) en toen heel enthousiast werd van het feit dat je een heel verhaal in een aantal zinnen kon vertellen door simpelweg je woorden goed te kiezen en je fantasie de ruimte te geven.
Vanaf dat moment heb ik altijd gedichten geschreven. Terug kijkend zijn deze gedichten vaak heel slecht en vooral de rijmdwang die ik mezelf toen onbewust oplegde droeg daar in grote mate aan bij. Maar door de jaren heen merkte ik ook dat mijn ‘stijl’ van dichten meer vorm kreeg en de gedichten beter.
Door een toeval kreeg ik de uitnodiging om gedichten te schrijven bij foto’s van kunstenaar/fotograaf Ruben Philipsen. Deze foto’s en gedichten resulteerden uiteindelijk in de uitgave van mijn debuutbundel ‘Zichtbaar alleen’ bij uitgeverij De Brouwerij, eind 2007.
Even daarvoor, oktober 2007, ben ik begonnen met (de voorloper van) dit blog op web-log.nl
In eerste instantie om bekendheid te geven aan het feit dat van mij een bundel was uitgegeven. Toen dit echter een feit was realiseerde ik me dat hierover schrijven op een blog wel erg beperkt was. Door opnieuw een toeval kreeg ik een foto onder ogen van een gedicht op de muur van een wc en daarmee begon eigenlijk de uitbreiding van mijn blog. Ik begon met de categorie Gedichten op vreemde plekken.
Toen zag ik dat het schrijven over poëzie eigenlijk ook heel erg leuk was om te doen. Ik las steeds meer poëzie, begon steeds vaker voor te dragen, deed aan wedstrijden mee en er werden her en der gedichten van me gepubliceerd.
Nu, 8 jaar verder, kan ik me een leven zonder poëzie en het schrijven over poëzie niet meer voorstellen. Het heeft me veel gebracht. Er gaat geen dag voorbij of ik lees over dichters, poëzie of gedichten. Om me heen, in kranten, tijdschriften, tv en internet heb ik een open oog voor poëzie. Valt me iets op dan noteer ik dat om er later over te schrijven.
in de loop der jaren ben ik steeds meer te weten gekomen over poëzie, over stijlen, stromingen, dichters, organisaties en ga zo maar door. En die kennis delen is wat ik eigenlijk nog het leukste van allemaal vind. Dat en gedichten schrijven. Dat zal ik de rest van mijn leven blijven doen, want de gedachte die ik in mijn tienerjaren had over de kracht van een gedicht, is in al die jaren niet veranderd.
Mijn vaste lezers wil ik bedanken voor hun likes, hun commentaren, reacties en hun enthousiasme, inmiddels heb ik 300 volgers op dit blog. Ik schrijf rustig door. Heb je suggesties of vragen of zomaar een opmerking dan ben en blijf je van harte welkom.
Zoals gezegd een gedicht tot slot.
Uit mijn tweede bundel, die ik samen met Alja Spaan publiceerde, ‘Je hebt me gemaakt met je kus’ het gedicht ‘Ik wil je’.
.
Ik wil je
.
Ik wil je hals verkennen
mijn lippen op je huid
de vroege lenteregen
zo dauwzacht in je haar
.
mijn verzen wil ik lispelen
in zacht rijmende woorden
golvend rond je borsten
egaal gevormd en rond
.
mijn handen wil ik vlijen
in een hart rondom je middel
voor altijd naadloos passend
als liefde in mijn hoofd
.
mijn tanden wil ik zetten
in je warme, kruidige spijzen
ik hap je af, plaag je met
mijn dorstlessende mond
,
jouw adem wil ik slikken
je lippen als ontbijt
me steeds intens verheugen
op al wat je belooft
.
Finis
Ida Gerhardt
.
Ida Gerhardt (1905 – 1997) is alweer enige jaren geleden overleden maar haar poëzie is nog altijd levend en zeer leesbaar. Ook dit gedicht dat in een ‘ouderwets’ Nederlands is geschreven heeft nog niets aan schoonheid en kwaliteit ingeboet. Uit de bundel ‘Verzamelde gedichten’ uit 1980 het gedicht ‘Finis’.
.
Finis
.
Wat ziet gij, liefste, mij aan?
Nóg kan ik donker vervaren
om het kwaad der donkere jaren
dat, donker, ik u heb aangedaan.
Wat ziet gij, liefste, mij aan?
Geen sterveling weet wat zij waren
dan gij, die dit donkere, zware
door liefde teniet hebt gedaan.
.


















