Categorie archief: Bibliotheken
Voor een vijfjarige
Fleur Adcock
.
Ik ben aan het lezen in de bundel ‘Honderd dichters uit vijftien jaar Poetry International 1970-1984’ samengesteld Remco Campert, Jan Eijkelboom, Joke Gerritsen en Martin Mooij en gepubliceerd in 1984. Ik verbaas me over de beroemde namen van dichters die in de loop der jaren Poetry International hebben aangedaan. Ik weet natuurlijk wel dat dit het geval is maar als je dan door de bio- en bibliografieën van al die dichters bladert is het toch wel heel bijzonder.
Uiteraard staan er tussen die vele dichters ook namen van dichters die ik niet ken, en juist die zijn vaak heel interessant. Zo bleef ik hangen bij een gedicht van Fleur Adcock (1934). Geboren in Nieuw-Zeeland maar al jaren verblijvend in Engeland. Wat ik heel leuk vind is dat ik op haar Wikipediapagina lees dat ze, naast het docentschap en haar carrière als dichter, ook bij verschillende bibliotheken heeft gewerkt als bibliothecaris. In 2006 won Adcock een van de belangrijkste poëzieprijzen van Groot-Brittannië, de Queen’s Gold Medal for Poetry , voor haar verzamelde werken, ‘Poems 1960–2000’. Ze was pas de zevende vrouwelijke dichter die de onderscheiding in 73 jaar ontving.
Adcocks poëzie houdt zich doorgaans bezig met thema’s als plaats, menselijke relaties en alledaagse activiteiten, maar vaak met een duistere wending aan de alledaagse gebeurtenissen waarover ze schrijft. En juist dat specifieke element, die duistere wending lees ik terug in het gedicht ‘Voor een vijfjarige’ of ‘For a five-year-old’ zoals het gedicht in het Engels is getiteld. Ik bleef bij dit gedicht hangen omdat het me deed denken aan een moeder, die zoiets ook zou kunnen denken of zeggen. Het gedicht is vertaald door Bob den Uyl.
.
Voor een vijfjarige
.
Een slak kruipt tegen het kozijn op
je kamer binnen, na een regennacht.
Je roept me binnen om te kijken, en ik leg uit
dat het onaardig zou zijn hem daar te laten:
hij zou op de vloer kunnen kruipen, we moeten voorkomen
dat iemand hem vertrapt. Je begrijpt het,
en draagt hem naar buiten, in koesterende hand,
om hem een narcis te laten eten.
.
Ik zie dan dat een soort vertrouwen je beweegt:
je tederheid wordt nog gevormd door woorden
van mij, die muizen heeft gevangen en vogels heeft geschoten,
van mij, die je poesjes heeft verdronken, die je
naaste verwanten heeft verraden, en die menig ander
de hardste waarheden heeft verteld.
Maar zo is het nu eenmaal: ik ben je moeder,
en we zijn aardig tegen slakken.
.
For a Five-Year-Old
.
A snail is climbing up the window-sill
into your room, after a night of rain.
You call me in to see, and I explain
that it would be unkind to leave it there:
it might crawl to the floor; we must take care
that no one squashes it. You understand,
and carry it outside, with careful hand,
to eat a daffodil.
.
I see, then, that a kind of faith prevails:
your gentleness is moulded still by words
from me, who have trapped mice and shot wild birds,
from me, who drowned your kittens, who betrayed
your closest relatives, and who purveyed
the harshest kind of truth to many another.
But that is how things are: I am your mother,
and we are kind to snails.
.
Nergenshuizen
Gerrit Komrij
.
In een oude Quest las ik een stuk met als titel ‘Waar liggen Schubbekutteveen, Verweggistan, Walhalla en Sodom en Gomorra?’. Ik wil daar aan toevoegen Mufland en Nergenshuizen. In de bibliotheek waar ik werk verwijzen we (ik) weleens naar bibliotheken die nog een beetje achterlopen bij de nieuwe ontwikkelingen als de bibliotheek Mufland. Dat is natuurlijk geen bestaande bibliotheek maar het staat ergens voor.
Dat zelfde geldt natuurlijk ook voor Schubbekutteveen, Verweggistan (in mindere mate voor Sodom en Gomorra, dat zijn twee steden die genoemd worden in de bijbel in het boek Genesis, als de steden waar alles gebeurde wat god verboden had) en ook voor Nergenshuizen. Het zijn een soort veralgemeniseerde namen voor plaatsen die niet bestaan maar wel ergens voor staan. Verweggistan (ergens ver weg waar niemand precies van weet hoe ver weg en waar), Nergenshuizen (een plek die eigenlijk geen reden heeft tot benoemen zo klein en onbetekenend) en Schubbekutteveen (een plaatsje waarover vooral geschamperd wordt).
Toen ik het artikel las moest ik denken aan een gedicht dat ik ooit las van Gerrit Komrij dat over Nergenshuizen ging. Het was even zoeken maar ik vond de bundel ‘Ik heb Goddank twee goede longen’ uit 1971 waarin het gedicht staat. Ik schreef al eerder over deze bundel maar nu dus naar aanleiding van dit artikel.
.
Nergenshuizen
.
Er ligt een labyrint in warme streken
Dampend van de geur van malve en erica-
En ook de dolle kervel mag niet ontbreken-
Een ver van god en dichtbij Amerika
.
Gelegen labyrint: heb je het ooit gezien?
Ben je er ooit geweest? Zo neen, dan foei.
Het is een doolhof met een stramien
Dat werkelijk onontwarbaar in de knoei
.
Zit. Ze noemen het een broeinest.
Het heet ‘Het Hol van de Zakenman
In Ruste’, maar doe je je best
Dan maak je ervan: ‘Zwijnenpan’.
.
Ontmoeten
Lianne Keemink
.
Afgelopen vrijdagavond werd in de gemeente Lansingerland een nieuwe gemeentedichter gekozen en afscheid genomen van Woes Ploum, die de afgelopen twee jaar gemeentedichter was. De nieuwe gemeentedichter is Lianne Keemink (1988) is studentendecaan en docent creatief schrijven NTI. Tijdens een gezellige avond in theater het Web in Bleiswijk, waar ook dichter Nyk de Vries optrad met het saxofoonkwartet Artvark, werd ook de glossy van Woes Ploum gepresenteerd met daarin foto’s en gemeentegedichten van de afgelopen twee jaar die Woes met een laserprinter op hout publiceerde. Bibliotheek OOstland organiseerde de verkiezing van de gemeentedichter voor de 3e keer.
Hieronder twee gedichten; een van de nieuwe gemeentedichter Lianne Keemink ‘Ontmoeten’ en een van de oude gemeentedichter Woes Ploum ‘Vergeetachtig’, en wat foto’s van de uitreiking en van het optreden van Nyk de Vries en Artvark ‘Tagelyk’ (Tegelijkertijd).
.
Ontmoeten
.
Zoals een gelovige God vindt
in psalm en knie op donker hout
zoals iemand in rouw
een geliefde spreekt in stilte
zoals de mens iets vindt
in stroken ritselende kleur
in handenvol kruiden en zout
op de tong
in communie met het maken
kunst, eten, kinderen?
zo spreek ik (met) jou
in een verbinding met niets
anders dan wij
en iets onverklaarbaars
*.
.
honderd gedachten negentig gedichten
zeventig namen zestig gezichten
vijftig wis veertig waarachtig
dertig mooi twintig prachtig
maar geen tien
zal je zien
want
ik
VERGEETACHTIG
.
Kaarten
De wereld wordt je huis
.
Poëzie en ansichtkaarten zijn een mooie combinatie van twee dingen die elkaar op een goede manier versterken. Een gedicht leent zich uitstekend voor de vorm van een ansichtkaart (tenzij een prozagedicht) en als boodschap naast wat je op de ansichtkaart op de achterkant schrijft aan degene die je de kaart toestuurt (zeg maar een dubbele ‘boodschap’).
Rutger Kopland heeft al eens in een gedicht verwerkt hoe je een ansichtkaart schrijft, MUGzine heeft een eigen ansichtkaart laten maken, de VSB Poëzieprijs kwam in 2014 met een set ansichtkaarten met daarop gedichten uit de vijf genomineerde bundels van dat jaar, dichters mogen graag gedichten op ansichtkaarten laten afdrukken (net als kunstenaars hun kunstwerken) en ook wordt de poëzie-ansichtkaart wel ingezet als reclame middel voor bijvoorbeeld bier.
En ook de organisatie van de Poëzieweek doet mee aan dit graag gebruikte middel om poëzie onder de mensen te brengen. Dit jaar, voor de Poëzieweek 2024, heeft men drie ansichtkaarten laten maken met gedichten van Jos van Hest, Esohe Weyden en Judith Herzberg. De gedichten sluiten aan bij het thema van de Poëzieweek ‘Thuis’. De mooi vormgegeven ansichtkaarten (illustraties van Leonard Cools) zijn bij bibliotheken en boekhandels gratis verkrijgbaar.
Het gedicht ‘De wereld wordt je huis’ van Jos van Hest verscheen eerder in het tijdschrift ‘Dichter’ nummer 6, Nieuwe buren, uitgegeven door Plint in 2017.
.
De wereld wordt je thuis
.
In de vensterbank bloeien de sterren
bij de voordeur groeit zeldzaam geluk
.
Nachten glanzen als zwarte parels
dagen glinsteren als goven in de zon
.
De wereld wordt een huis met open ramen
wolken zweven naar binnen en buiten
.
Geen land hoeft ooit nog op slot
er zijn kamers voor alle seizoenen
.


















