Categorie archief: Bibliotheken
Heidi und Peter
Elma van Haren
Harry Zevenbergen
Overleden
.
Op 8 maart jongstleden is de uit Randwijk afkomstige Haagse dichter Harry Zevenbergen (1964-2022) overleden. Ik kende Harry niet heel goed maar heb een aantal keren met hem te maken gehad en podia gedeeld. Tussen 2007 en 2009 was Harry Zevenbergen stadsdichter van Den Haag, de eerste en de enige stadsdichter die Den Haag gekend heeft. Ik denk dat we elkaar voor het eerst ontmoeten in 2011 bij Poëzie op pootjes, een project waarin dichters het Haagse gevoel beschrijven in gedichten.
Een van de projecten die Harry organiseerde was Dichter op locatie. Twee keer Vijf Haagse dichters (in deel 1 en deel 2) kregen van hem de opdracht om een week te verblijven op een locatie naar eigen keuze in Den Haag. Twee van de dichters die aan dit project meededen ( Jeroen de Vos en David Muiderman) leerde ik kennen toen ik debuteerde met ‘Zichtbaar alleen’ bij uitgeverij de Brouwerij.
In 2012 was ik te gast bij ‘Hot Talk’ op radio Den Haag FM, waarin we spraken over onderwerpen als: Hoe kun je de aandacht stimuleren voor poëzie?, wat doen bibliotheken met poëzie? Wordt poëzie veel uitgeleend? Later dat jaar was ik te gast bij ‘Het Woordenrijk’ ook bij Den Haag FM waar ik in gesprek ging met Harry en Dian van Faassen over poëzie.
In 2018 stonden we nog samen op een podium als Haagse dichters (met Alexander Franken en Debbie van den Bergh) bij ‘Schrijvers tussen de kassen’ Toen kwam al voorzichtig aan het licht dat Harry ziek was. Harry leed aan de ziekte van Alzheimer waaraan hij dus vorige week is overleden. Met hem verliest de poëzie maar vooral Den Haag een bevlogen en mooi mens. Dichter Anne-Tjerk Mante schreef op Facebook een prachtig in memoriam waarnaar ik hier graag verwijs.
In de bundel ‘Poëzie op pootjes’ uit 2005 staat het gedicht ‘Levenslooplijnen’ van Harry en dat gedicht wil ik graag hier delen.
.
Levenslooplijnen
.
Een man in het park voetbalt met zijn zoontje.
Verder is het park leeg.
Vader: veertiger, kalend, buikje, geen talent.
Zoontje: een jaar of vijf, een supertalent?
.
Een man in het park traint zijn zoontje.
Verder is het park leeg.
Vader legt de oefening uit, moedigt zoontje aan.
Zoontje gaat enthousiast aan de slag.
.
Een uur lang zit ik daar.
De ene oefening volgt de andere.
De vader is geen begenadigd trainer.
De zoon daar valt nog niets van te zeggen.
,
De man in het park gelooft in zijn zoontje.
Gelooft dat hij morgen de nieuwe Bergkamp,
ergens bij een profclub kan onder brengen.
Hij droomt van een mooi plekje op de tribune.
.
Het ADO-stadion kijkt mee over zijn schouder,
maar de ambities reiken verder, reiken tot in
Rotterdam, Rome, Londen, Barcelona.
.
Na twee uur begint het donker te worden.
De man geeft zijn zoontje een aai over de bol.
Thuis staat een schoolbord te wachten.
.
Samen met Diann van Faassen bij het Woordenrijk
Stap voor stap
Mark Boninsegna
.
Mark Boninsegna is dichter, schrijver, freelance journalist, kunstenaar en podcastmaker. Regelmatig verzorgt hij poëzieworkshops op scholen voor kinderen in probleemwijken. Hij schreef voor Hand in Hand, Gers! Magazine, Smaak mag, Onze Haven, Noisey en De Havenloods (allemaal in Rotterdam). Hij is oprichter van het online poëziemagazine ‘A Fetisch For Poetry’. Sinds juni 2021 presenteert hij samen met collega dichter en voormalig stadsdichter van Rotterdam, Daniël Dee, de tweewekelijkse podcast ‘De Rotterdamse School en aanverwante zaken’ waarin de twee het laatste poëzie- en literatuurnieuws bespreken.
Eind 2018 werd Mark Boninsegna (1976) benoemd tot gemeentedichter van Lansingerland (gemeente in Zuid Holland bestaande uit de dorpen Berkel en Rodenrijs, Bleiswijk en Bergschenhoek). Voor 2018 was hij al actief als bibliotheekambassadeur van de bibliotheek Oostland. Mark gaf in januari van dit jaar het gemeentedichtersstokje over aan Woes Ploum en als dank voor zijn jarenlange inzet werd de bundel ‘Poëzie is in de buurt’ gepubliceerd met zijn gemeentegedichten.
Uit deze bundel komt het gedicht ‘Stap voor stap’ een gedicht naar aanleiding van 4 en 5 mei (hij schreef elk jaar een gedicht rond deze dagen).
.
Stap voor stap
.
laten we lopen
stap voor stap
in beweging
.
open velden bezoeken
wij ooit verscholen
achter hoeken
.
blikken als staal
verdwenen met jou
-lach als een kind-
.
onbezorgd opgroeiend
met moeders en vaders
vrienden en buren
.
jouw pril geluk
aan jullie hand
stap voor stap
in beweging
.
I love you like I love myself
Marieke Lucas Rijneveld
.
Hoewel de nieuwe bundel van Marieke Lucas Rijneveld echt geen extra ondersteuning of publiciteit behoeft, daar zorgt de bundel zelf wel voor en anders Marieke Lucas of haar uitgeverij wel, wil ik toch hier over ‘Komijnsplitsers’ een stukje schrijven. De reden is de volgende; ik ken Marieke Lucas (1991) al sinds hij zijn eerste optreden verzorgde op een podium bij Ongehoord! op 20 jarige leeftijd in 2012. Een jaar voordat hij doorbrak met ‘Kalfsvlies’ stond ik samen met hem op het Taalpodium in Zeist en op de dag voordat zijn roman ‘De avond is ongemak’ uit zou komen, trad hij bij mijn bibliotheek op in Maassluis.
Maar er is nog een reden. Voor mijn verjaardag kreeg ik ‘Komijnsplitsers’. De bundel was nog maar net uit en ik heb een derde druk. Ik heb de bundel nog niet gelezen maar bladerend door de bundel kwam ik het gedicht ‘I love you like I love myself’ tegen. De titel begon ik meteen te neuriën, ik ken het nummer van Herman Brood heel goed met die titel. Toen ik het gedicht las bleek de titel inderdaad genomen te zijn uit dit nummer van Brood.
Hoewel ik de gedichten (op een enkel gedicht dat al eerder werd gepubliceerd na) nog niet heb gelezen, blijkt ook deze bundel weer een typische ‘Rijneveld’. En omdat ik in mijn jonge jaren Herman Brood wel tientallen malen heb zien optreden wilde ik jullie dit gedicht maar meteen voorschotelen. Daarom en omdat dit gedicht me meteen greep. In dit gedicht zit voor mij alles waar Marieke Lucas de afgelopen jaren doorheen is gegaan. ‘een jongetje uit me geknipt’ het mogen worden wat je wil, de Schepper (met hoofdletter!) die dus nog steeds een belangrijke rol speelt in het leven van Marieke Lucas, het scheefgeknipt zijn, de schaamtelijm en het gelukkig zijn en dat niemand het volume bepaalt behalve zij. Een gedicht dat nu al een klassieker is voor mij.
.
I love you like I love myself
.
Lang geleden dat de zondag spinnend naast mij lag,
dat ik geen verdrietplaatjes draaide, het levenslied een keer
niet uit mijn borstkas knalde, gewoon een trage wals met
.
de stilte. Ik heb de schaar in mijn haar gezet en waterpas een
jongetje uit me geknipt, daarna was mijn lampenzwarte
dakhaasliefje aan de beurt, hem gezegd dat hij alles
.
mag worden, zelfs een zilverreiger of een aalscholver,
behalve dan het plagerige donker, een diefachtige,
om na het knippen met hem in mijn armen door de kamers
te zwieren – Hazes slaan we over, van Hazes krijgen we jeuk-
.
en hem af en toe met heel zijn kattengewicht in mijn hals
te leggen, zachtjes toe te fluisteren dat hij mijn Schepper is,
zonder hem ben ik onaf, zonder hem sta ik constant in de
.
steigers. Ik weet dat we allebei haveloos van schoot naar
schoot gaan, dat we constant op zoek zijn naar de hand die
ons kriebelt, die ons van alle toorn en wreveligheid ontvlooit
– Brood draaien we hard, Brood helpt ons uit het lood-
.
maar nu zwieren we door dit moederloze oord, neuriën
de songtekst foutloos mee, en ik durf zelfs te beweren dat we hier,
hoe scheefgeknipt we onszelf ook zien, hoe stijfjes ook onze
.
danspasjes door een teveel aan schaamtelijm tussen onze
gewrichten, toch durf ik hier te beweren dat we gelukkig, o zo
gelukkig en niemand, behalve wij, controle over het volume.
.
Billy Collins
Van Ingmar Heytze naar Billy Collins
.
Afgelopen vrijdagavond keek ik van 20.00 tot 20.30 naar een voordracht van Ingmar Heytze op de website van de Bibliotheek Den Haag in het kader van de Poëzieweek 2022. Tijdens zijn voordracht vertelde Ingmar over een dichter die hij erg bewonderd namelijk de Amerikaanse dichter Billy Collins. Ingmar was op het bestaan van deze dichter gewezen door Kees van Kooten (die Billy Collins ook bewonderd) die werk van deze dichter heeft vertaald in de bundel ‘Zo Wordt U Gelukkig’ en de poëzie van Billy Collins.
Zoals je van mij gewend ben ga ik vervolgens op zoek naar deze bundel en naar informatie over Billy Collins. Collins (1941) was Distinguished Professor aan het Lehman College van de City University of New York ( gepensioneerd, 2016). Hij was Poet Laureate (zeg maar dichter des vaderlands) van de Verenigde Staten van 2001 tot 2003 en New York State Poet van 2004 tot 2006.
Billy Collins kreeg voor zijn werk vele prijzen waaronder verschillende van het poëzietijdschrift ‘Poetry’. Een van zijn meest veelgeprezen werken, ‘Fishing on the Susquehanna in July’ is toegevoegd aan de bewaarde werken van het literairVrer register van de Verenigde Staten als zijnde een cultureel belangrijk gedicht. Het gedicht is opgenomen als onderdeel van de landelijke examens voor voortgezet onderwijs in de Verenigde Staten.
Collins publiceerde acht dichtbundels, waarvan meer dan 250.000 exemplaren werden verkocht. Kees van Kooten vertaalde gedichten van Collins om het humoristische karakter. Hieronder het gedicht ‘Vergeetachtigheid’ . ‘Forgetfulness’ zoals de titel in het Engels is, werd voor het eerst gepubliceerd in het tijdschrift Poetry in januari 1990 en staat ook in het boek ‘Questions About Angels’ uit 1999. Een uitgebreide analyse van dit gedicht vind je hier.
.
Vergeetachtigheid
.
De naam van de schrijver ontschiet je als eerste
gehoorzaam gevolgd door de titel, de inhoud,
Het is alsof, beetje voor beetje, alle gekoesterde herinneringen
hebben besloten te gaan wonen op het zuidelijk halfrond van je brein,
Al lang geleden kuste je de namen van de negen Muzen vaarwel
en zag je de vierkantsvergelijking haar biezen pakken
is er iets anders dat je ontglipt, een beschermde bloemsoort wellicht,
Wat je ook wanhopig tracht terug te halen,
het ligt niet langer op het puntje van je tong
Het ging kopje-onder in een zwarte, mythische rivier
want jij bent op weg naar diezelfde vergetelheid, waar je zult horen
Begrijpelijk dat je midden in de nacht je bed verlaat
En geen wonder dat de maan in het raam lijkt weggedreven
uit een liefdesgedicht dat je uit je hoofd kon opzeggen.
.
.
Plotsklaps de ware liefde
Wim Hofman
.
Afgelopen zaterdag stond er in de boekenbijlage van de Volkskrant een uitgebreid artikel over Wim Hofman naar aanleiding van het gegeven dat hij op tachtigjarige leeftijd de winnaar is van de Zeeuwse Boekenprijs voor zijn verhalenbundel ‘We vertrekken voordat het licht is’ uit 2021 dat tegelijk verscheen met een bloemlezing uit zijn poëzie ‘Er is altijd wel iemand’. De Zeeuwse Boekenprijs wordt sinds 2003 jaarlijks uitgereikt aan het volgens een jury beste boek over een Zeeuws onderwerp of van een auteur met een Zeeuwse achtergrond en is een initiatief van de Zeeuwse Bibliotheek en het Zeeuws Tijdschrift.
Wim Hofman (1941) schrijft proza en poëzie voor volwassenen en kinderen en is illustrator en beeldend kunstenaar. De zee en de (Zeeuwse) natuur nemen een belangrijke plaats in, in zijn brede oeuvre. Wim Hofman debuteerde als dichter in 2003 met de bundel ‘Wat we hadden en wat niet’, in 2005 gevolgd door ‘Na de storm’. In 2009 verschijnt de bundel ‘Op zekere dag ziet u plotsklaps de ware liefde’. Deze bundel heeft de liefde als thema in de breedste zin des woords. Niet alleen de liefde voor een ander maar ook de liefde voor de zee, voor het leven en, zoals in onderstaand prozagedicht, voor een steen. En omdat dit gedicht een verwijzing heeft naar één van mijn favoriete dichters E.E. Cummings deel ik dat gedicht hier graag met jullie.
Hofman won talrijke prijzen voor zijn werk. In 1991 ontving hij de Theo Thijssenprijs, in 2001 de Zeeuwse Prijs voor Kunst en Wetenschap, maar ook de Gouden Penseel voor Aap en beer, in 1984 (naast verschillende andere gouden en zilveren griffels en penselen).
.
Lievelingssteen
it’s always ourselves we find in the sea
e.e. cummings
Toen was ik nog jong en bezonnen en de zon scheen overal op en hij liet mij alles zien. Kijk, zei hij, dit is dit, dat is dat. Op het dak blink ik, een haan bezorg ik een vuurrood spookoog. Langs de weg groeiden toen brandnetels, braambossen, dwaalkruid. In het dorre gras bij de kromme boom lag rot sponzig fruit met de geur van zure cider en het venijnige gezoem van zwartgeel gestreepte wespen. Stof wolkte op, dorre bladeren maakten een rondedansje. De wind deed toen, lang geleden god na en de wolken bootsten alles na en werden daarom door de boze wind gestraft. De regen, hard begonnen, zocht uiteindelijk zoetjes de goot. Het water maakte van die gevoelige en droevige geluidjes en de regenboog stond wel drieduizend meter hoog, boven de zee. Bij de slordige vloedlijn een stuk hout met letters, geheimtaal, een vloek.
Dat moest terug vanwaar het kwam. Alles moest terug, de golven in, de plank, de arme, vierarmige zeester, de vieze vis, de werkschoen vol zand.
Ze begonnen met duidelijke tegenzin aan een onduidelijke tocht. Mocht alleen met mij mee een zwarte steen, koud en nat en rond, hij vulde precies mijn hand.
.
Activiteiten gedurende de Poëzieweek 2022
Lezing over poëzie na 1945
.
Tijdens de Poëzieweek (van 27 januari tot 2 februari)worden er natuurlijk tal van activiteiten georganiseerd. Ik vind, mede daarom, dat de Poëzieweek een Poëziemaand moet worden. Er worden zoveel interessante en leuke activiteiten georganiseerd, een week is te kort om een keuze te maken uit het grote en uiteenlopende aanbod van activiteiten, zo mis je altijd activiteiten waar je best bij aanwezig zou willen zijn.
Op de website van de Poëzieweek staan onder het kopje ‘activiteiten’ tal van de meest uiteenlopende activiteiten als poëzieroutes, borrels, voordrachten, lezingen, voorstellingen, wedstrijden, avonden, interviews en workshops. Uit al deze activiteiten zal ik er de komende weken een aantal uitlichten en hier bespreken.
Zoals de lezing op dinsdag 25 januari 2022, 18:30–20:45 over de poëzie na 1945. Ik heb wel inmiddels begrepen dat deze lezing waarschijnlijk wordt uitgesteld tot na 28 januari en dat de datum nog nader bepaald wordt. Maar het is een lezing om in de gaten te houden. Waar gaat de lezing over?
Het einde van de Tweede Wereldoorlog betekende een nieuw begin voor de Nederlandstalige poëzie. In de opeenvolgende decennia ontwikkelde de dichtkunst zich snel.
In dit overzicht van 1945 tot heden belicht directeur van het Poëziecentrum, Carl De Stryker, alle belangrijke Vlaamse dichters en de maatschappelijke en literaire context van hun werk. De spreker besteedt ruim aandacht aan hun gedichten. Aan de orde komen Hugo Claus, Paul Snoek, Herman de Coninck, Jotie T’Hooft, Leonard Nolens, Dirk van Bastelaere, Miriam Van hee, Els Moors, Maud Vanhauwaert en hun werk. Wanneer de lezing doorgaat zal deze plaats hebben in de bibliotheek van Boom (België) die is gelegen aan de Windstraat 6 in Boom. Toegang is volgens mij gratis.
Om alvast in de stemming te komen hier een gedicht van Mirjam Van hee (1952), een toepasselijk Natuurgedicht getiteld ‘reeën’ uit de bundel ‘De bramenpluk’ uit 2002.
.
reeën
ik vroeg of je nog van me hield
en je zweeg lange tijd
tot je ‘kijk’, zei, ‘beneden’
.
daar stonden in langzaam
en laaghangend licht
twee reeën een ogenblik stil,
toen vluchtten zij snel en gewichtloos
het struikgewas in
.
hier en daar werden bladeren geel
dat was wat je daarna zou zeggen
‘september, de herfst komt er aan’
.
Leesletters
Remko Ekkers
.
Ik schrijf hier vrijwel altijd over poëzie voor volwassenen en adolescenten, maar er wordt ook regelmatig poëzie voor kinderen geschreven die zeer de moeite waard is. Zo heeft in de bundel ‘Leesletters’ Elseline Knuttel vijftig gedichten opgenomen over letters, lezen, boeken, voorlezen, leren lezen, bibliotheek, boeken zonder en lezen in bed. Een bloemlezing voor jong en oud. De bundel is geïllustreerd door Ceseli Josephus Jitta en bevat gedichten van bekende dichters als Herman de Coninck, Joke van Leeuwen, Hans Kuyper en Ted van Lieshout maar ook van minder bekende dichters als Leendert Witvliet en Gerard Berends.
In de bundel, uitgegeven door uitgeverij De Inktvis in 2011, staat ook het gedicht ‘Eerste woord’ van de dit jaar overleden dichter Remko Ekkers (1941 – 2021) dat ik hier graag met jullie deel.
.
Eerste woord
.
Mijn eerste woord was r aa m.
Het hing in de eerste klas
vlak onder het raam.
Later zag ik ook d eu r.
.
Je kon naar buiten
dan waren de woorden weg
maar hun beeld zweefde
nog in mijn hoofd.
.
Ik leerde dat de letters
van het woord vrij
konden fladderen
maar deze bleven samen.
.
Tot ik een naam
gaf aan bijna alle
dingen in de klas.
het raam ging open staan.
.
















