Site-archief
Laatste liefde
F.I. Tjoettsjev
.
Vandaag met mijn ogen dicht een bundel uit mijn boekenkast gepakt en opp gevoel gezocht naar een dunne bundel (de dikke laten zich makkelijker pakken). Het is de bundel ‘Gedichten’ van de Russische dichter F.I. Tjoettsjev (1803-1873) uit het Russisch vertaald door Frans-Joseph van Agt uit 1988 en uitgegeven door stichting De Lantaarn. Het gedicht werd geschreven tussen 1852 en 1854.
Ik opende de bundel op pagina 19 en daar staat het gedicht ‘Laatste liefde’.
.
Laatste liefde
.
O hoe, nu reeds ons leven zwicht,
groeit liefdes’ tederheid en bekoren…
O gloei nu, gloei nu afscheidslicht
van laatste liefde en ochtendgloren.
.
De nacht heeft half al ingezet,
slechts ginds, in ’t Westen, blijft vuurgloed nog hangen,-
vertraag, levensavond, vertraag je tred,
betovering, duurt langer, langer.
.
Verkilt in aderen het bloed,
het hart blijft tederheid belijden…
Wat jij, o laatste liefde doet!
Je bent verrukking en wanhoop beide.
.
Rimbaud
Enid Starkie
.
Ik hou van oude dichtbundels en van oude boeken over poëzie. En soms kom ik in zo’n oud boek brieven of briefjes of krantenknipsels tegen. Zo ook afgelopen week. In een oud boek (ik weet niet eens meer precies wat voor boek, het had niets met poëzie van doen in ieder geval) kwam ik een krantenknipsel tegen met als titel ‘Een dichtersleven’.
Het betreft hier een recensie van ‘Arthur Rimbaud’ van schrijfster Enid Starkie uit 1961. Uit welke krant dit artikel komt is niet duidelijk maar interessant is het wel. Zo lees ik over Rimbaud (1854-1891): Het is het verhaal van een hyperintelligente en bandeloze jongeman, die zijn leven lang door een ware honger naar macht werd voortgedreven, zich een tijdlang reëel verbeeldde God te zijn en op een leeftijd, waarop de meeste toekomstige schrijvers nog een schoolblaadje redigeren, gedichten schreef, die de richting der Europese poëzie geheel zouden veranderen, om tenslotte, nog geen 20 jaar oud, de literatuur en de visoenen vaarwel te zeggen en een avonturier te worden, op zoek naar materieel fortuin.
Na een meer dan heftige relatie met de dichter Verlaine en de publicatie van ‘Une saison en enfer’ in 1876 neemt Rimbaud voorgoed afscheid van de literatuur. Hij zal geen gedicht meer schrijven. Hij begint een zwerftocht door Europa en het Midden-Oosten, leert Engels, Duits, Italiaans, Spaans, Russisch, Grieks en Arabisch, loopt in Italië een zonnesteek op, neemt in Harderwijk dienst als koloniaal (de 300 gulden die hij hiervoor ontving, verbraste hij met Rotte Pietje, een beruchte prostituee), deserteerde op Java, kwam terug naar Europa en had allerlei baantjes. De laatste jaren jaren van zijn leven zijn wazig, hij onderneemt nog trektochten door Afrika, wordt vlijtig en zuinig, accuraat en maakt zich op om te trouwen en als eerzaam burger ergens in Frankrijk te settelen. Op een goede dag begint zijn knie te zwellen. Doodziek wordt hij naar de kust vervoerd om terug te keren bij zijn moeder. Daar belandt hij met een geamputeerd been en vol zweren in een ziekenhuis in Marseille waar hij zich bekeerdt en op 37 jarige leeftijd overlijdt.
Het hele stuk leest als een sensationeel levensverhaal waarvan ik het deel over zijn relatie met Verlaine nog heb weggelaten. Dat Rimbaud nog steeds gelezen wordt en in Frankrijk nog altijd geëerd en bewonderd, blijkt uit de vele standbeelden die er van hem zijn, een museum gewijd aan hem en een bewegwijzerde autoroute-Rimbaud-Verlaine van zo’n 150 km door de Franse Ardennen. In 1992 vertaalde dichter Jan Kal voor De Tweede Ronde drie gedichten van Rimbaud uit diens bundel ‘Une saison en enfer’ getiteld ‘Rêvé pour l’hiver, A… Elle’ of zoals het in het Nederlands is getiteld ‘Droom voor de winter, Aan … Haar’.
.
Droom voor de winter
Aan… Haar
De slaper in het dal
Arthur Rimbaud
.
Ik lees de verzamelbundel ‘Van Dante tot Neruda, 123 wereldgedichten om uit het hoofd te kennen’, uitgegeven door uitgeverij Lannoo in 2009. De bundel is samengesteld door Koen Stassijns en Ivo van Strijtem en bevat een doorsnee van de bekendste en beroemdste dichters uit Europa en het Amerikaanse continent. Opvallend genoeg geen Aziatische dichters (Perzië, Japan, China), Afrikaanse dichters (Zuid Afrika, Noord Afrika) of dichters uit Australië. Als verklaring geven de samenstellers dat deze gedichten niet tot ons collectieve geheugen behoren en daar is iets voor te zeggen, zeker wanneer je je beperkt tot 123 gedichten uit alle eeuwen poëzie.
Veel bekende gedichten, ook (voor mij) wat minder bekende gedichten. Ik heb uit deze fijne bundel gekozen voor het gedicht ‘De slaper in het dal’ van de Franse dichter Arthur Rimbaud (1854 – 1891). Rimbaud was een vertegenwoordiger van het Symbolisme en het Decadentisme en in zijn korte leven één van de grote vernieuwers van de dichtkunst. Rimbaud schreef dit anti-oorlogsgedicht op zijn zestiende jaar. De vertaling is van Paul Claes.
.
De slaper in het dal
.
Een kuil vol groen waar een rivier door zingt
Die kruid met flarden zilver onbesuisd
Bespat; vanaf de fiere bergkam blinkt
De zon: een klein dal dat van stralen bruist.
.
Een jong soldaat, blootshoofds, met open mond,
De nek in blauwe kers gedompeld, ligt
In open lucht te slapen op de grond,
Bleek in zijn groene bed vol plenzend licht.
.
Zijn voeten in het lis, zo slaapt hij. Zwakjes
Lachend zoals een ziek kind, soest hij zachtjes:
Natuur, wieg hem vol warmte: kou lijdt hij.
.
De geuren doen zijn neusvleugels niet trillen;
Hij slaapt in de zon, één hand op zijn stille
Borst, rechts twee rode gaten in de zij.
.
Hun billen
Arthur Rimbaud
.
Arthur Rimbaud (1854 – 1891) was een vertegenwoordiger van het Symbolisme en het Decadentisme en in zijn korte leven één van de grote vernieuwers van de dichtkunst. Dat Rimbaud ook een lichte, speelse kant had blijkt mooi uit het gedicht ‘Hun billen’ of ‘Nos fesses’ (uit zijn vroege verzen).
.
Hun billen
.
Hun billen zijn de onze niet. Dat ondervond
ik als ik heren hurken zag achter de hagen
en bij de plonspartijen die de jeugd behagen
ontdekte ik model en vorm van onze kont.
.
In veel gevallen vaster, bleker, minder rond,
zo ziet ons achterwerk eruit, met ruige lagen
beharing; vrouwenbillen daarentegen dragen
slechts in de fraaie gleuf een bloei van welig bont.
.
Een blootheid die aandoenlijk is en wondermooi
als slechts bij engelen op vrome taferelen
tovert een glimlachende wang rond deze plooi.
.
Zó naakt te zijn om ’t spel van lust en rust te spelen,
het hoofd wenden naar de uitverkoren prooi
en in gefluister snikken met elkaar te delen.
.
Nos fesses
.
Nos fesses ne sont pas les leurs. Souvent jái vu
des gens déboutonnés derrière quelque haie,
et, dans ces bains sans gêne ou lénfance s’égaie,
jóbservais le plan et léffet de notre cul.
.
Plus ferme, blême en bien des cas, il est purvu
de méplats évidents que tapisse la claie
des poils; pour elles, c’est seulement dans la raie
charmante que fleurit le long satin touffu.
.
Une ingénuité touchante et merveilleuse
comme lón ne voit quáux anges des saints tableaux
imite la joue où le sourire se creuse.
.
Oh! de même être nus, chercher joie et repos,
le front tourné vers sa portion glorieuse,
et libres tous les deux murmurer des sanglots?
.
Uit: Arthur Rimbaud: Gedichten, vertaling door Paul Claes.
Arthur Rimbaud
De tuin van de Franse poëzie
.
In 2011 verscheen van Paul Claes de bloemlezing ‘De tuin van de Franse poëzie, een canon in 100 gedichten’. In deze lijvige bundel (440 pagina’s). In deze bundel staat van elke dichter die is opgenomen een korte biografie, een typering van het werk, een bibliografie en commentaar door Claes.
Van Arthur Rimbaud (1854 – 1891) zijn (vanzelfsprekend) meerdere gedichten opgenomen. Van het gedicht ‘De slaper in het dal’ zegt Claes: Een antimilitaristisch anthologiestukje van een voorlijke adolescent. Oordeel zelf.
.
De slaper in het dal
.
Een plek vol groen waar een rivier door zingt
Die ’t kruid met flarden zilver onbesuisd
Bespat; vanaf het fier gebergte blinkt
De zon: een klein dal dat van stralen bruist.
Een jong soldaat, blootshoofds, met open mond,
De nek in blauwe kers gedompeld, ligt
In openlucht te slapen op de grond,
Bleek in zijn groene bed vol plenzend licht.
Zijn voeten in het lis, zo slaapt hij. Zwakjes
Lachend zoals een ziek kind, soest hij zachtjes:
Natuur, wieg hem vol warmte: kou heeft hij.
De geuren doen zijn neusvleugels niet trillen;
Hij slaapt in de zon, één hand op zijn stille
Borst, rechts twee rode gaten in de zij.
.
Arthur Rimbaud
De schamele droom
.
Arthur Rimbaud (1854 – 1891) was als dichter vertegenwoordiger van het symbolisme en decadentisme en een van de grote vernieuwers van de dichtkunst. Andere bekende decadenten zijn Oscar Wilde, Paul Verlaine en Stanislaw Prybyszewski. Kunst, zo vonden de decadenten, moet een een vrijplaats van de banale wereld zijn. Uiterste schoonheid en zuiverheid moeten worden nagestreefd.
Bij het symbolisme worden verbeeldingskracht, fantasie en intuïtie centraal gesteld. Het symbolisme kenmerkt zich door een sterke hang naar het verleden en een gerichtheid op het onderbewuste, het ongewone en het onverklaarbare. Het symbool staat daarbij centraal, en wordt een zintuiglijk waarneembaar teken dat verwijst naar een poort naar de niet-zintuiglijke wereld.
Als dichter heeft Rimbaud een eigen kijk op poëzie en de dichter. Rimbaud heeft het over de dichter als ziener. “Je est un autre” (ik is een ander) zo stelt hij. Om ziener te kunnen worden moet een ‘beredeneerde ontregeling van alle zintuigen’ plaatsvinden. De dichter moet de eigen zintuigen rationeel ontregelen om zo een nieuwe werkelijkheid te scheppen, met nieuwe beelden, een nieuwe universele taal. Rimbaud hanteert zijn beginselverklaring principieel en stapt af van alle conventionele paden als het gaat om zijn levensstijl en zijn poëzie: hij wordt een van de grootste vernieuwers van de poëzie.
In 1998 verscheen bij uitgeverij Athaneum-Polak & Van Gennep ‘Gedichten’ met een keuze uit het werk van de Franse dichter met vertalingen en toelichtingen. De vertalingen zijn van Paul Claes. Uit deze bundel het gedicht ‘De schamele droom’.
.
De schamele droom
.
Een Avond wacht wellicht
Waarop ik weltevreden
In een dier oude Steden
Met drank mijn dood verlicht:
Omdat geduld me ligt!
.
Als ooit mijn kwaal verdween
en ooit me goud behoorde,
Trok ik naar het Hoge Noorden
Of naar de Wijnstreek heen?…
– Ach dromen zijn gemeen
.
Omdat ze gauw vergaan!
Nooit zal, al word ik weer
De zwerver van weleer,
De groene kroeg voortaan
Nog voor me openstaan
.
.
Le pauvre Songe
.
Peut-être un Soir m’attend
Où je boirai tranquille
en quelque vieille Ville,
Et mourrai plus content:
Puisque je suis patient!
.
Si mon mal se résigne,
Si jái jamais quelque or
Choisirai-je le Nord
Ou le Pays des Vignes?…
– Ah songer est indigne
.
Puisque c’est pure perte!
Et si je redeviens
Le voyageur ancien
Jamais l’auberge verte
Ne peut bien m’être ouverte.
.
‘Le bateau ivre’ als muurgedicht in Parijs
Oscar Fingal O’Flahertie Wills Wilde
Oscar Wilde (1854 – 1900)
.
Als tweede dichter in de Ierse dichtersweek de beroemde dichter Oscar Wilde. Met zijn lange haren, extreme kostuums, esthetische gebaren, exquise voorwerpen en uitgelezen taalgebruik werd Oscar Wilde dan ook het prototype van de dandy.
Oscar Wilde studeerde klassieke talen aan het Trinity College in Dublin. Hij was een briljante student, en sleepte aan het Trinity de felbegeerde Berkeley Gold Medal in de wacht. Hierna ging hij naar het Magdalen College in Oxford, daar won hij in 1878 de Newdigate Prize voor zijn gedicht Ravenna.
Tijdens zijn studententijd in Oxford werd hij bekend door zijn rol in de esthetische en decadente beweging. Hij liet zijn haar groeien, toonde publiekelijk minachting voor de ‘mannelijke’ sporten, en versierde zijn kamer met pauwenveren, lelies, zonnebloemen, Chinees porselein en andere objets d’art. Hij was onder de indruk van de Engelse schrijvers John Ruskin en Walter Pater, die kunst het middelpunt van het leven maakten. Oscar Wilde werd al snel een voorvechter van het esthetische principe ‘Kunst om de kunst’ (l’art pour l’art: kunst zonder bijbedoeling, alles is goed zolang het de kunst maar dient).
Na een gevangenschap (Wilde werd ervan beschuldigd homoseksuele handelingen te hebben gepleegd) verhuisde hij naar Parijs waar hij in armoede en ballingschap leefde tot hij op 46 jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van een hersenvliesontsteking. Nog steeds is zijn graf (van de kunstenaar Jacob Epstein) op begraafplaats Père-Lachaise één van de meest bezochte graven.
Hoewel Oscar Wilde vooral bekend is van zijn roman ‘The picture of Dorian Grey’ (waarin het estheticisme een belangrijk motief is) heeft hij ook een aantal toneelwerken en dichtbundels gepubliceerd. Hieronder het gedicht ‘Chanson’.
.
Chanson
A ring of gold and a milk-white dove
Are goodly gifts for thee,
And a hempen rope for your own love
To hang upon a tree.
For you a House of Ivory
(Roses are white in the rose-bower)!
A narrow bed for me to lie
(White, O white, is the hemlock flower)!
Myrtle and jessamine for you
(O the red rose is fair to see)!
For me the cypress and the rue
(Fairest of all is rose-mary)!
For you three lovers of your hand
(Green grass where a man lies dead)!
For me three paces on the sand
(Plant lilies at my head)!
.















