Site-archief
Poëtische kunst
Ingrid Jonker
.
Ingrid Jonker (1933 – 1965) was tijdens haar korte leven zowel bij witte als gekleurde mensen geliefd. Toen Nelson Mandela het volk toesprak tijdens de opening van het Zuid-Afrikaanse parlement in 1994, droeg hij haar gedicht ‘Het kind’ voor. In haar bundel ‘Ik herhaal je’ een tweeluik van poëzie en biografie ineen, staan haar mooiste gedichten gekozen en vertaald door Gerrit Komrij. Ik schreef al eerder over deze bundel uit 2000. Omdat er zoveel moois in staat en omdat ik graag gedichten in het Afrikaans lees (met vertaling) om me telkens weer te verbazen over de gelijkenissen tussen het Afrikaans en het Nederlands maar juist ook over de verschillen.
In het gedicht ‘L’art poétique’ komen een paar mooie voorbeelden van de verschillen en overeenkomsten terug. Zelf vind ik de k-klank die wij als een sch-klank uitspreken en de y die wij als ij schrijven heel fijn, om nog maar te zwijgen van woorden als ‘soos’. Voor de liefhebbers van de poëzie van Ingrid Jonker en voor de liefhebbers van het Afrikaans hier het originele gedicht en in vertaling van Gerrit Komrij.
.
L’art poétique
.
Om mezelf op te bergen als een geheim
in een slaap van lemmeren en van stekjes
Om mezelf te bergen
in het saluutschot van een immens schip
Op te bergen
in het geweld van een eenvoudige herinnering
in je verdronken handen
om mezelf op te bergen in mijn woord
.
L’art poétique
.
Om myself weg te bêre soos ’n geheim
in ’n slaap van lammers en steggies
Om myself te bêre
in die saluut van ’n groot skip
Weg te bêre
in die geweld van ’n eenvoudige herinnering
in jou verdrinkte hande
om myself weg te bêre in my woord
.
Ik droomde
Breyten Breytenbach
.
In november van vorig jaar schreef ik al over de bundel De zingende hand uit 2017 van de Zuid Afrikaanse dichter Breyten Breytenbach (1939). Nu zat ik afgelopen week weer eens te lezen in de bundel en ik bleef hangen bij het gedicht ‘ik droomde’. In dit gedicht beschrijft Breytenbach naar mijn mening het soms moeizame proces van dichten. Aan de ene kant het licht, de opwinding van een nieuw gedicht en aan de andere kant de duisternis, het vastzitten en het blind staren op het vel papier waar maar niets op komt.
En de laatste zin, ‘het verbeelde ding / waarover jij zingt met dichte mond’ is exemplarisch voor dat gevoel, het gedicht dient zich aan maar de woorden eraan geven wil maar niet lukken: zingen met dichte mond. Laurens van Krevelen vertaalde de gedichten in deze bundel maar de liefhebber heb ik het Afrikaanse origineel erbij gezet.
.
ik droomde
.
Ik droomde dat ik in mijn gedicht
in de deuropening zag staan
omstraald door licht
en met een briefje in de hand
.
ik vouwde de boodschap open
en zag daarin bijna onzichtbaar geschreven:
ik ben het gedicht waarvan jij droomt
het in het licht te brengen
.
maar ik ben ook de duisternis
waar jij je blind op staart
het leven leeft
slechts in de openingen van de tekst
,
en in verbeelding, het verbeelde ding
waarover jij zingt met dichte mond
.
ek het gedroom
.
ek het gedroom ek het my gedig
in die deuropening sien staan
met lig omstraal
en ’n papiertjie in haar hand
.
ek het die boodschap oopgevou
en daar byna onsigbaar geskryf sien staan
ek is die gedig waarvan jy droom
om na die lig te haal
.
maar ek is ook die donkerte
wat jy jou blind teen staar
die lewe leef
net in die openingen van die teks
.
en verbeelding, die verbeelde ding
waarvan jy toemond sing
.
Ode aan de taal
Breyten Breytenbach
.
Het is alweer even geleden dat ik hier aandacht besteedde aan een Zuid-Afrikaans dichter en daarom vandaag een gedicht van één van de belangrijkste en bekendste dichters die Zuid-Afrika heeft voortgebracht; Breyten Breytenbach. Terugzoekend op dit blog blijkt zelfs dat ik nog geen stuk aan alleen deze dichter heb gewijd, wat toch een omissie te noemen is.
Breyten Breytenbach (1939) is een Zuid-Afrikaanse schrijver en schilder bekend om zijn verzet tegen de apartheid , en de daaruit voortvloeiende gevangenisstraf door de Zuid-Afrikaanse regering. Hij wordt informeel beschouwd als de nationale dichter laureaat door Afrikaans sprekende Zuid-Afrikanen van de regio. Hij heeft ook de Franse nationaliteit.
Zijn geëngageerde politieke dissidentie tegen de destijds regerende Nationale Partij en het blanke suprematie beleid van apartheid, dwong hem in 1960 van Zuid-Afrika te vertrekken naar Frankrijk, waar hij trouwde met een Franse vrouw van Vietnamese afkomst, Yolande, waardoor hij niet mocht en kon terugkeren naar Zuid-Afrika: daar was de wet op het verbod op gemengde huwelijken van 1949 en de immoraliteitswet (1950) van kracht, welke maakten dat het voor een blanke strafbaar was om seksuele betrekkingen te hebben met een persoon van een ander ras.
Tijdens een illegale reis naar Zuid-Afrika in 1975 werd hij gearresteerd en veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf wegens hoogverraad. In 1982 werd hij echter eerder vrijgelaten als gevolg van internationale protesten, en keerde hij terug naar Parijs waar hij het Franse staatsburgerschap kreeg.
Tijdens zijn gevangenschap schreef Breytenbach het gedicht ‘Ballade van ontroue bemindes’ (Ballade van ontrouwe geliefden). Geïnspireerd door François Villon ’s ‘Ballade des Dames du Temps Jadis’. Breytenbach vergeleek Afrikaner dissidenten Peter Blum , Ingrid Jonker , en zichzelf met ontrouwe geliefden, die de Afrikaanse poëzie hadden verraden door afstand te nemen (in gedachten en fysiek) van Zuid-Afrika.
Nadat in 1994 vrije verkiezingen (waaraan ook het ANC mee kon doen) de regerende Nationale Partij ten val brachten en een einde maakte aan de apartheid, werd Breytenbach in januari 2000 gasthoogleraar aan de Universiteit van Kaapstad in de Graduate School of Humanities. Ook is hij betrokken bij het Gorée Institute in Dakar ( Senegal ) en aan de New York University , waar hij lesgeeft in het Graduate Creative Writing Program.
In 2017 verscheen ‘De zingende hand’ gedichten uit 2006-2017. Deze tweetalige bundel biedt een rijke selectie uit de gedichten die Breyten Breytenbach in die tien jaar schreef. In De zingende hand overtreft Breytenbach zichzelf in het spel van taal en betekenis. Zijn humor blijft zelfs zijn zwartste visioenen beschijnen. De gedichten werden vertaald door Laurens van Krevelen. Uit deze bundel koos ik het gedicht ‘ode aan taal’.
.
ode aan taal
.
vogelen
.
ik wil je openvouwen als een vleugel
kijken hoe sterk de pennenveren nog vloeien
de leefrimpels van je hart
van mond naar hand voelen popelen
zien hoe je als een schip
het vaarwater laat bloeien
met de vlucht van de zon
.
voor je als een schaduw uit de mouw
weer aan je nachtwerk begint:
schaduw in de tuimelende ruimtezerk
van steen
.
ode aan taal
.
vogelen
.
ek wil jou oopvou soos ’n vlerk
kyk hoe sterk die penvere nog vloei
die leefrimpels van jou hart
van mond na hand voel popel
sien hoe jy soos ’n skip
die vaarwater laat bloei
met die vlug van die son
.
voor jy soos ’n skadu uit die mou
weer jou nagwerk begin:
skadu in die tuimelende ruimteserk
van klip
.
Ik herhaal je
Ingrid Jonker
.
In de kringloopwinkel kocht ik het boek ‘Ik herhaal je’ gedichten van Ingrid Jonker ( 1933 -1965) met gedichten in het Afrikaans en in vertaling naar het Nederlands van Gerrit Komrij. Ook in dit boek een biografie van Ingrid Jonker door Henk van Woerden. Op de achterkant van het boek staat onder andere te lezen dat Nelson Mandela bij de opening van het Zuid-Afrikaanse parlement in 1994 het gedicht ‘Het kind dat doodgeschoten is door soldaten bij Nyanga’ voordroeg.
Nu wist ik dat ik al een keer aandacht had besteed aan deze gebeurtenis en dat klopt https://woutervanheiningen.wordpress.com/2013/06/03/nelson-mandela-en-ingrid-jonker/ . Daar is echter alleen het Engelse gedicht te lezen en omdat ik, terwijl ik het gedicht in het Nederlands las, me realiseerde dat Engels niet voor iedereen vanzelfsprekend makkelijk is, wil ik deze klaagzang tegen het apartheidsregime in de vorm van een gedicht hier ook in de Nederlands vertaling delen.
.
Het kind dat doodgeschoten is door soldaten bij Nyanga
.
Het kind is niet dood
het kind heft zijn vuist naar zijn moeder
die Afrika schreeuwt de geur schreeuwt
van vrijheid en heide
in de townships van het omsingelde hart
.
Het kind heft zijn vuist naar zijn vader
in de optocht van de generaties
die Afrika schreeuwen de geur schreeuwen
van gerechtigheid en bloed
in de straten van zijn gewapende trots
.
Het kind is niet dood
noch bij Langa noch bij Nyanga
noch bij Orlando noch bij Sharpeville
noch bij het politiebureau van Philippi
waar het ligt met een kogel door zijn hoofd
.
Het kind is de schaduw van de soldaten
op wacht met geweren pantserwagens en knuppels
het kind is aanwezig bij alle vergaderingen en wetgevingen
het kind loert door de vensters van huizen en in de harten van moeders
het kind dat alleen maar wilde spelen in de zon bij Nyanga is overal
het kind dat een man is geworden trekt door heel Afrika
het kind dat een reus is geworden trekt door de gehele wereld
.
Zonder pas
.
Ik had gedacht
Ingrid Jonker
.
Het was alweer even geleden dat ik las in ‘Vlam in de sneeuw’ , de geheime brievenwisseling tussen de Zuid-Afrikaanse dichter Ingrid Jonker (1933 – 1965) en schrijver André Brink (1935 – 2015). Geheim want indertijd was André Brink getrouwd en niet met Ingrid Jonker met wie hij een affaire had. ‘Vlam in de sneeuw’ is zo’n boek dat je niet in één keer moet of kan uitlezen (ik niet in ieder geval). Elke keer een stuk werkt beter voor mij. Nu ik weer (verder) aan het lezen ben realiseerde ik me dat ik nog geen vertaald gedicht van Ingrid Jonker hier plaatste. Wel wat poëzie in het Afrikaans en in het Engels maar dus nog geen vertaling.
In de klassieke bundel ‘Ik herhaal je’ uit 2000 zijn de gedichten van de Zuid-Afrikaanse dichteres Ingrid Jonker verzameld. De fraaie vertaling is van Gerrit Komrij en Henk van Woerden schreef de biografische schets over Jonkers bewogen leven. Komrij maakte een keuze voor deze bundel uit ‘Versamelde werke’ uit 1994.
Uit deze bundel koos ik voor het gedicht ‘Ik had gedacht’ een liefdesgedicht maar tevens een gedicht met een trieste afloop, een gedicht dat wat mij betreft heel passend is bij het leven van Ingrid Jonker.
.
Ik had gedacht
.
Ik had gedacht dat ik je kon vergeten,
en in de zachte nacht alleen kon slapen,
maar in mijn onschuld heb ik niet geweten
dat ik bij elke windvlaag zou ontwaken:
.
Dat ik de lichte trilling van je hand
weer langs mijn sluimerende hals zou voelen –
Ik dacht dat het vuur dat in me brandde
als de witte sterrenbaan zou zijn afgekoeld.
.
Nu weet ik dat onze levens zijn als een lied
waarin de smarttoon van onze scheiding klinkt
en waar alle vreugde terugvloeit in verdriet
en uiteindelijk in onze eenzaamheid verzinkt.
.
Brief
Elisabeth Eybers
.
In het boek ‘Kon uit de dood ik die éne doen keren’ uit 1998, las ik een gedicht van de Zuid Afrikaanse dichter Elisabeth Eybers (1915 – 2005). Ik publiceerde al eerder een gedicht van haar hand ‘Die moeder’ op 8 maart van dit jaar. Ook dit gedicht ‘Brief’, oorspronkelijk verschenen in ‘Versamelde gedichte’ in 1995, is van een schoonheid door de taal van Eybers en het Afrikaans. Voor degene die het Afrikaans wat minder macjtig zijn ook de Engelse vertaling (met dank aan John Irons).
.
Brief
.
Moenie die dood verdink, moenie hom vrees:
sy medelye trek ’n vlammekring
om alles wat ooit skoon of teer mog wees
dat geen bederf nog daar kan binnedring.
.
Maar vrees die lewe met sy donker lis,
sy breeksug en sy onverskilligheid:
jou stil geluk, jou stil vertroue is
vir hom in die verbygaan ’n klein buit
.
om vir die aardigheid en met een hou
half ingedagte neer te kap om jou
te herinner dat jy klein is en hy groot.
.
As daar iets is, volkome en onbesmet,
wat kan gered word sal die dood dit red:
daar is geen deernis soos die van die dood.
.
Letter
.
Do not suspect death, do not show him fear.
his pity draws a ring of fire round all
that might be delicate or lovely here
and holds decay off as a shielding wall.
.
Fear life instead with his dark artifice,
indifference and his destructive quest:
your quiet trust, your quiet happiness
for him in passing are as though in jest
.
at one swift blow to hew down some small prey
half absent-mindedly as if to say
remember you are small and he is great.
.
If anything, unsullied, undepraved,
is savable, then death will see it saved:
and death’s compassion none can emulate.
.
Dichters in Durban
Novib
.
In 1997 werd het eerste internationale poëziefestival in Zuid Afrika georganiseerd. Nadat Nelson Mandela in 1994 werd verkozen tot president in de eerste non-raciale verkiezingen ooit in Zuid Afrika was er een tijd van vrijheid en vernieuwing in Zuid Afrika. Dit leidde tot Poetry Africa in de Zuid Afrikaanse havenstad Durban. Vele dichters die tijdens het apartheidsregime vervolgd werden of in ieder geval hun stem niet konden laten horen gaven hier acte de présence. Ook Nederlandstalige dichters waren aanwezig in Remco Campert en Hugo Claus. Maar ook dichters uit India, Mexico, Canada, Duitsland, Japan, Mauritius, Zimbabwe en nog een aantal landen waren vertegenwoordigd. Vanuit Zuid Afrika waren er dichters die poëzie schreven in het Engels, het Afrikaans en het Zulu.
De organisatie, het Centre of Creative Arts onder de bezielende leiding van Adriaan Donker en Breyten Breytenbach had zich laten inspireren door Poetry International in Rotterdam. Het festival werd dan ook geopend door Obed Mlaba, burgemeester van Durban en Bram Peper, burgemeester van Rotterdam.
De Novib bundelde in 1997 een aantal van deze dichters in ‘Dichters in Durban’ en ik koos voor het gedicht ‘Veteraan’ van Tatamkhulu Afrika in een vertaling van Hugo Claus.
.
Veteraan
.
Achter de omgekeerde ruggen
van de heuvels hoor ik nog altijd
de hoest van motors die plots zwenken
en de blauwe
rook van de lucht is de blauwe
rook van geweren en de grauw-
blauwe rook van de jaren.
En er is daar een gezang dat ik mij rekkend wil bereiken,
een harmonie van razernij die mij lieflijker
toeklinkt dan om het even welke liefde.
Maar de heuvels zijn hoog,
hoger dan mijn begerig hart, en mijn voeten
zijn verstrikt in de wieren.
Soms lijkt het alsof ik
een phut-phut-phut hoor
als een kind dat knalt met een kinderlijk
speelgoedgeweer en ik weet
dat de verre kogels opnieuw zoeken naar
de levenden tussen de gebeenten.
Maar er zijn daar geen levenden meer,
alleen doden, en zij zijn dood
zoals ik dood ben, alhoewel ik ademhaal
en mijn gehuil is dat van een wolf
tussen de schedels en mijn stap
is die van een schaduw in een plek van uilen.
.













