Site-archief
O bemin niet al te lang
William Butler Yeats
.
Uit mijn boekenkast nam ik het boek ‘De mooiste van William Butler Yeats’ samengesteld door Koen Stassijns en Ivo van Strijtem. In deze bundel de mooiste gedichten van Yeats met steeds ernaast de Nederlandse vertaling. Ik heb gekozen voor het gedicht ‘O do not love too long’ of in vertaling van Ivo van Strijtem ‘O bemin niet al te lang’.
.
O bemin niet al te lang
.
O bemin niet al te lang:
Ik beminde lang, zo lang,
En raakte uit de mode
Als een oude zang.
.
Geen van beiden kon weten
Door onze jeugdjaren heen,
Wat de ene of de andere dacht,
Zozeer waren wij een.
.
Maar o, zo snel veranderde zij –
O bemin niet al te lang
Of je raakt uit de mode
Als een oude zang
.
O do not love too long
.
Sweetheart, do not love to long:
I loved long and long,
And grew out of fashion
Like an old song
.
All through the years of your youth
Neither could have known
Their own thoughts from the other’s,
We were so much at one.
.
But O, in a minute she changed –
O do not love too long,
Or you will grow out of fashion
Like an old song.
.
O to be in Finland
E.E. Cummings
.
Omdat ik zo blij ben met mijn nieuw aangeschafte bundel ‘100 selected poems’ van E.E. Cummings nog maar zo’n klein bijzonder gedichtje van hem. Dit gedicht viel me op omdat ik vorige week zondag bij een uitvoering van het Viotta symphonie orkest het stuk Finlandia beluisterd heb en daar van onder de indruk was.
Finlandia is een (nationalistisch) symphonisch gedicht van de componist Jean Sibelius (1865 – 1957) dat hij schreef in 1900. Toen ik het gedicht van e.e. las dat begon met O to be in Finland wist ik, dit ga ik met jullie delen.
.
o to be in finland
now that russia’s here)
.
swing low
sweet ca
.
rr
y on
.
(pass the freedoms pappy or
uncle shylock not interested
.
.
Wat blijft komt nooit terug
J. Eijkelboom
.
De in Dordrecht geboren dichter Jan Eijkelboom (1926 – 2008) debuteerde op 53 jarige leeftijd in 1979 met de bundel ‘Wat blijft komt nooit terug’. Deze bundel sloeg destijds in als een bom; de bundel toont zijn gevecht met de alcohol en zijn zoektocht naar zijn verloren jeugd en liefde. De bundel is ook wat vreemd opgebouwd. Het bestaat uit drie hoofdstukken van ongelijke grootte. Deel 1, zonder titel, bestaat uit zijn gedichten 48 pagina’s lang, daarna een hoofdstuk met als titel Zwarte sonnetten (5 gedichten) en als slotstuk Zes vertalingen naar Emily Dickinson met 6 gedichten met Engelse titel en Nederlandse vertalingen.
Sedert 3 maart 2001 was hij ereburger en stadsdichter (voor het leven) van Dordrecht, de eerste plaats in Nederland met een stadsdichter.
Ik heb gekozen voor een gedicht uit het eerste hoofdstuk. De titel is ‘Moeilijk moment’.
.
Moeilijk moment
.
Net als ik op ’t café-toilet
in de verschoten spiegel kijk
barst er een bloedrivier
mijn oogbal binnen.
Ook wordt het ademen beperkt:
de refusal is nog aan ’t werk.
.
Toch weet ik in mijn ademnood
dat het maar even duurt,
dan kan het weer beginnen,
de zoete levensdood.
.
De stortbak heet Silentium.
Grijs bovenlicht zakt om mij heen.
Een vrede buiten kijf
vult mij, die net niet stierf,
van top tot teen.
.
Foto: Victor van Breukelen
Amerika was een radio
Eddy van Vliet
.
De Vlaamse dichter Eddy van Vliet (1942 – 2002) verliet op 12 jarige leeftijd het gezin waarin hij opgroeide omdat het niet boterde tussen zijn vader en moeder. Hij keerde nooit meer terug naar zijn ouderlijk huis. In 2001 schreef hij een lang episch gedicht over zijn vader in de bundel (waarin dus 1 gedicht) getiteld ‘Vader’. Tijdens het schrijven van dit gedicht overleed zijn vader. Waarschijnlijk is hij dit nooit te boven gekomen, hij overleed zelf een jaar later.
Eddy van Vliet’s poëzie wordt wel gerangschikt onder de neoromantische poëzie. Eddy van Vliet won verschillende literaire prijzen waaronder de Jan Campert-prijs.
Uit ‘Gigantische dagen’ uit 2002 het gedicht ‘Amerika was een radio’.
.
Amerika was een radio…
.
Amerika was een radio
waarop je orkesten kon zien spelen
.
Gezegd werd zelfs dat er huizen waren
hoger dan kerken
.
Van kerken gesproken
er zongen steeds lachende negers
.
O wat wilde ik graag in Amerika zijn
alle dagen ijs en
een cowboy als kameraad.
.
Over Emily Dickinson
Spelen met zeepbellen
.
Willy de Boo ken ik al lang. Ze schreef stukken in de plaatselijke krant van Maassluis en teksten. Pas geleden verraste ze me met de mededeling dat er van haar een bundel zou worden gepubliceerd. In eigen beheer met gedichten, poëtische teksten en korte verhalen. Deze bundel ‘Spelen met zeepbellen’ is een kijkje in het leven en de denkwereld van de schrijfster. Naast de verhalen en poëzie staan er leuke illustraties en afbeeldingen in dit charmante boekje.
Van de gedichten is het gedicht ‘I dwell in possibility’ toch wel mijn favoriet. In tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden is het geschreven in het Nederlands over het geboortehuis van Emily Dickinson (1830-1886), de Amerikaanse dichteres. Het boekje is verkrijgbaar bij de auteur en heeft als ISBN nummer 978-90-6824-056-6
.
I dwell in possibility
.
Wie poëzie verkiest
boven roem, is net als
Emily Dickinson en moet
naar Amherst reizen
om er te ruiken aan een sfeer
van eenvoud en gedichtjes schrijven
.
-dag in dag uit
over kleine zaken van formaat
dat is waar Dickinson
over praat, met groot besef van tijd
en zijn vergankelijkheid-
.
In dit geliefd familiehuis
schreef en schreef en schreef zij
ingekeerd, vol vlijt
toch stond er nooit te lezen
‘ik woon hier’
wel
‘ik woon in mogelijkheid’
.
Lozenges
Gedichten in vreemde vormen
.
In 1965 gaf Colleen Thibaudeau een alleraardigst boekje uit met de intrigerende titel ‘Lozenges’. Om daar maar mee te beginnen; een Lozenge (◊) is een ruitvormig leesteken dat nog maar weinig gebruikt wordt. De lozenge werd vroeger wel eens gebruikt om spaties aan te geven bij woorden waar onduidelijk was of deze aan elkaar hoorden of niet. In de huidige spelling is dit niet meer nodig.
Colleen Thibaudeau (1925 – 2012) was een Canadees dichteres en schrijfster van korte verhalen die in veel tijdschriften en magazines gedichten publiceerde. Behalve ‘Lozenges’ publiceerde ze nog de bundels ‘Ten Letters’ (1975), ‘My Granddaughters Are Combing Out Their Long Hair’ (1977), ‘The Martha Landscapes’ (1984), ‘The “Patricia” Album’ (1992) en ‘The Artemesia Book’ (1991).
Het boekje ‘Lozenges’ staat vol met gedichtjes in de vorm van een object en heeft dit ook als titel. Voorbeelden zijn een kroon, een trein, een hockeystick en een pop.
Hieronder twee voorbeelden van een ballongedicht en een kaarsgedicht.
.
Voor het hele boekje on-line ga je naar http://colleenthibaudeau.com/lozenges-poems-in-the-shape-of-things/
Verzetsgedichten
Garmt Stuiveling
.
Ik kreeg de bundel ‘Bij Nederlands bevrijding’ van Garmt Stuiveling in handen met houtgravures van Jan Th. Giessen. Het betreft hier een uitgave van vlak na de oorlog met gedichten die in de jaren 1941 tot 1945 zijn geschreven. In drie hoofdstukken: Tijdens de bezetting, In memoriam en Bij Nederlands bevrijding.
De bundel is na de bevrijding gepubliceerd en uitgegeven door W.G. Breughel te ‘s-Graveland in een oplage van 4900 stuks. Hieronder het eerste gedicht uit de bundel getiteld ‘Vorstenverrader en verradersvorst’.
De hele bundel is on-line te lezen via het geheugen van Nederland op http://www.geheugenvannederland.nl/ en dan zoeken op Garmt Stuiveling.
.
Regenboog
Hiroshi Kawasaki
.
Kawasaki (1930-2004) was kort na de oorlog bouwvakker, klusjesman en kantoorbediende. Vanaf 1951 verschijnen gedichten van zijn hand in tijdschriften. Hij was één van de oprichters van het literaire tijdschrift Kai (1953). Hij debuteerde met zijn bundel ‘Hakucho’ (Zwaan) in 1955 en schreef daarna vele dichtbundels, luisterteksten, kinderboeken en essays. In 1980 nam hij deel aan Poetry International en in de bundel ‘Honderd dichters uit vijftien jaar Poetry International 1970 – 1985’ zijn twee gedichten van hem opgenomen in vertaling van Noriko en Pim de Vroomen. Hier het gedicht ‘Regenboog’.
.
Regenboog
.
Verstrooid stond ik stil in het gras.
‘Jullie twee daar, gaan jullie trouwen?
hoorde ik zeggen.
Ik antwoordde: ‘Ja!’
‘Welnu, als dat het geval is’ – met die woorden
verscheen er een prachtige regenboog.
.
Het Jawoord
Herman de Coninck
.
Zondag dus een gedicht van Herman de Coninck. Vandaag uit ‘De gedichten’ en aar weer uit het hoofdstuk ‘Verspreide gedichten’ het gedicht ‘Het Jawoord’. Dit gedicht verscheen eerder in 1973 in ‘Ruimten’, in 1974 in ‘Kreatief’ en in 1975 in ‘De Vlaamse Gids’.
.
Het Jawoord
.
‘misschien is er niet eens zoveel nodig
voor geluk: een andere man dan ik
met een andere vrouw dan jij’, zei ik
.
‘en misschien kunnen we beter samen
ontevreden zijn dan elk voor zich’, zei jij.
.
‘en als we dat nou eens in capri
gingen doen?’
.
‘ja’.
.




















