Site-archief
Misschien is de regen in Overijssel beter
Rodaan al Galidi
.
De eerste keer dat ik Rodaan al Galidi (1971) ontmoette was op het poëziepodium van Ongehoord Rotterdam in 2010. Daar droeg hij voor uit zijn werk (o.a. uit de bundels ‘De laatste slaaf’ uit 2008 en uit ‘De herfst van Zorro’ uit 2007). Ik schreef destijds in het verslag van deze middag: De laatste dichter van de middag was Rodaan al Galidi. Deze uit Irak afkomstige dichter droeg voor uit zijn verschillende bundels. Licht surrealistische, tragikomische gedichten over zijn eigen werk, berustend en vol zelfspot maar ook een serieus gedicht over de oorlogen die hij heeft mee gemaakt.
De in Irak geboren Rodaan Al Galidi woont sinds 1998 in Nederland. Naast dichter is hij auteur van verschillende romans, waaronder het nieuwste boek ‘Holland’ (2020). Dit is het vervolg op de bestseller ‘Hoe ik talent voor het leven kreeg’, dat inmiddels ook is verschenen in het Engels. Zijn dichtbundels ‘De herfst van Zorro’ (2007) en ‘Koelkastlicht’ (2016) waren genomineerd voor de VSB Poëzieprijs. Zijn roman ‘De autist en de postduif’ (2011) won de Literatuurprijs van de Europese Unie.
In 2009 verscheen zijn dichtbundel ‘Digitale hemelvaart’. Op de website van dereactor.org is in een recensie van deze bundel te lezen: “Digitale hemelvaart is ondanks een lichte, soms zelfs hilarische toon uiteindelijk een harde bundel. De charmeur ervaart de druk van zijn historische en politieke omstandigheden, hij twijfelt aan zijn identiteit en heeft weinig vertrouwen meer in de relatie met zijn publiek. De dichter keert zich af van de mensenwereld; hij weet niet meer zeker of hij zelf mens is. Uiteindelijk is het zelfs niet zeker of er in het menselijke nog wel oplossingen te vinden zijn. In Digitale hemelvaart botst het aantrekkelijke en toegankelijke van de poëtische techniek met ongenaakbare, soms zelfs onmenselijke onderwerpen. Die botsing laat een ongemakkelijk tekort zien, de onoverbrugbare afstand tot de wereld waarin de dichter vrij zou willen zijn. Dat levert veel mooie, soms bijzonder krachtige gedichten op, en maakt Digitale hemelvaart tot een aangrijpend boek.”
Uit deze bundel nam ik het gedicht ‘Misschien is de regen in Overijssel beter’. Als bibliothecaris herken ik deze situatie zo goed, en in dit gedicht komen de twee culturen die Al Galidi in zichzelf heeft gesloten tot een zachte botsing.
.
Misschien is de regen in Overijssel beter
.
In de lege leeszaal in de bibliotheek
pakte ik geluidloos
uit mijn tas een bord,
een mesje
en een mango.
Voor ik de mango schilde,
zei een blonde vrouw: ‘Sorry meneer,
hier mag niet gegeten worden.’
‘Ik ben aan het lezen,’ fluisterde ik.
Ik probeerde uit te leggen
dat ik wilde beginnen aan het derde hoofdstuk
van het verhaal van de mango,
maar de blonde vrouw,
die de onzichtbare lezers
niet wilde storen,
wenkte,
vriendelijk kijkend
naar mij en de mango
een politieagent
uit een boek over veiligheid in Overijssel.
Zo ging ik naar buiten
om in de regen te lezen.
.
Dag 6
Rodaan Al Galidi
.
Vandaag dag 6 van de voorjaarsvakantie, met een gedicht van de in Irak geboren dichter en schrijver Rodaan Al Galidi (1971) uit zijn bundel ‘Koelkastlicht’ uit 2016. Uit deze bundel koos ik een voor vakanties toepasselijk gedicht (vooral wanneer er gevlogen of getreind wordt) getiteld ‘Kwartiertje vertraging’.
.
Kwartiertje vertraging
.
Zoals het vliegen druppelt van gebroken vleugels
valt blauwe stilte op steen.
Mijn binnenkant is voortaan de enige plek waar ik reis.
Ik ben de rijstvelden vergeten, de dadelpalmen,
de gewonde zwanen door witte mist omgeven.
En nu ben ik hier
als een kwartiertje vertraging bij regen.
Mijn vertrek is mijn enige bestaan.
Ik moet gaan,
naar het zuiden als deze stilte het noorden,
naar het noorden als deze stilte het zuiden is.
.
De herfst van Zorro
Rodaan Al Galidi
.
De in Irak geboren dichter en schrijver Rodaan Al Galidi (1971) woont sinds 1998 in Nederland. Naast dichter is hij auteur van verschillende romans. Al Galidi debuteerde in 2000 met de dichtbundel ‘Voor de nachtegaal in het ei’. Inmiddels heeft hij meerdere romans en dichtbundels op zijn naam staan.
Zijn dichtbundels ‘De herfst van Zorro’ (2007) en ‘Koelkastlicht’ (2016) werden genomineerd voor de VSB Poëzieprijs. De bundel ‘De herfst van Zorro’ bestaat uit een drieluik: ‘Gedichten van de hoogste verdieping van Zorro’, ‘Gedichten van de middelste verdieping van Zorro’, ‘Gedichten van de laagste verdieping van Zorro’, respectievelijk ‘het hoofd’, ‘het hart’ en ‘de penis’ van Zorro. Die verschillende verdiepingen, die in wezen eigen verhalen vertellen, verwoorden ook samen de verdeeldheid die in Zorro schuilgaat. In een recensie die op Literair Nederland verscheen is te lezen: “De lach is een belangrijk gegeven in ‘De herfst van Zorro’: vrijwel altijd aanwezig maar tegelijk soms ook zo fout.
Toen ik het gedicht ‘mooi meisje van achttien’ las (dat eigenlijk als titel heeft ‘Zorro zingt voor een mooi meisje van achttien dat veel naar de televisie kijkt met een zak chips op tafel’) begreep ik die lach. Na een eerste glimlach bij het lezen van het gedicht bekruipt je het gevoel dat hier iets serieus aan de orde wordt gesteld. Uit het hoofdstuk ‘De hoogste verdieping’.
.
mooi meisje van achttien
.
Op de bank
met afstandsbediening in je rechter-,
afstandsbediening in je linkerhand.
Weet je dan niet dat de televisie
de rolstoel voor jouw ogen is?
Als de regen niet nu
op je lichaam valt,
als de keelpijn niet nu
op je ranke nek klopt,
als de wind niet nu
je krullende haren streelt,
wanneer dan wel?
.
Een pleidooi voor inspiratie
Overheid van nu over poëzie
.
Op de website Overheid van nu staat een interessant artikel van begin 2022 onder de titel ‘Alternatieve leestips: een pleidooi voor inspiratie’. Toen ik op het artikel stuitte en het had gelezen wist ik dat ik hier een blogpost aan zou wijden. In het kort is het artikel een aansporing aan professionals werkzaam bij de overheid om (meer) vrij te denken door het lezen van poëzie. Of, zoals het in het artikel wordt verwoord:
“Gedichten stimuleren je om vrij te denken, omdat er geen goed of fout is als het gaat om kunst. Er worden geen meningen gepresenteerd, maar vergezichten. Dat gunnen we alle professionals die interbestuurlijk samenwerken aan de grote maatschappelijke opgaven van nu.”
In het artikel wordt verwezen naar de bundel ‘Olijven moet je leren lezen’ van Ellen Deckwitz, de voormalig dichter des vaderlands (2013-2017) Anne Vegter wordt aangehaald en het artikel wordt geïllustreerd met regels en strofen uit gedichten van bovenstaande dichters en Lieke Marsman, Tjitske Jansen, Rodaan al Galidi, Hagar Peters en Joost Baars. Zo wordt er gesteld, en ik ben het daar zeer mee eens, dat: Wie poëzie leest, loopt het gevaar verliefd te worden op zinnen die je vervolgens de rest van je leven bij je draagt.
Ik denk dat iedere poëzieliefhebber een of meer dichtregels uit het hoofd kent omdat deze ooit een verpletterende indruk heeft gemaakt. Ook ik ken vele regels uit mijn hoofd, ik heb er al eerder over geschreven, uit gedichten van Judith Herzberg, Vasalis, Remco Campert en verschillende uit gedichten van Jules Deelder.
Het artikel eindigt met: “Poëzie neemt verschillende gedaantes aan: die van vergezicht, verdieping, vermaak, confrontatie, inspiratie of ontspanning. Die waarden gunnen we alle professionals die interbestuurlijk samenwerken aan de grote maatschappelijke opgaven van nu. Daarom dus poëzie als leestip op Overheid van Nu.” Een waardevolle tip lijkt me, elke dag poëzie lezen verrijkt je leven, je taal en je verbeeldingsvermogen. En ja sommige poëzie is niet meteen te begrijpen. Deckwitz schrijft hierover: “Beginnen met lezen van poëzie is ermee akkoord gaan dat je niet meteen alles begrijpt. Maar wel dingen gaat aanvoelen.”
Een compliment voor de (anonieme) schrijver van dit artikel, hopelijk wordt het door vele ambtenaren gelezen en in praktijk gebracht. Natuurlijk een gedicht, dit keer van Ellen Deckwitz getiteld ‘Fietsen’ dat gepubliceerd werd in literair tijdschrift Liter jaargang 12 in 2009.
.
Fietsen
.
Het eerste mislukte begin
Rodaan Al Galidi
.
De van geboorte Irakese schrijver en dichter Rodaan Al Galidi (1971) is een doorzetter. Na zijn studie tot civiel ingenieur ontvluchtte hij Irak om aan zijn militaire dienstplicht te ontsnappen. Hierna zwierf hij jarenlang door Azië voordat hij in 1998 via Schiphol in Nederland aankwam, waar hij asiel aanvroeg, wat hem geweigerd werd waarna hij uitgeprocedeerd was. Hij mocht daarom geen lessen Nederlands bijwonen. Al Galidi leerde zichzelf de Nederlandse taal en begon te schrijven. In Vlaanderen ontving hij een werkbeurs. In 2007 kreeg Al Galidi alsnog een verblijfsvergunning in Nederland door een generaal pardon.
Sinds 2000 publiceert hij poëzie en proza. In 2000 debuteerde hij met de poëziebundel ‘Voor de nachtegaal in het ei’, gevolgd door vele romans, bundels columns en andere poëziebundels. Voor zijn werk ontving hij prijzen maar vooral heel veel nominaties voor prijzen.
In 2008 verscheen van hem de bundel ‘De laatste slaaf’. In deze bundel staat het gedicht ‘Het eerste mislukte begin’.
.
Het eerste mislukte begin
.
Ze hebben de muur bezet,
de zolder gegijzeld,
het dak vermoord
en het raam dichtgetimmerd.
Ze dwongen het balkon
zijn planten
op de stoep te gooien
en zelfmoord
te plegen.
Ze begroeven de kelder,
ze bevalen de schuur haar rommel achter te laten
en te verdwijnen
en
ik
leef nog.
Ik kook voor mijn vrienden,
koop beltegoed voor mijn woorden
en het belangrijkste:
ik kan nog slapen,
minstens zes uur per nacht
en soms zelfs
zonder slaaptabletten.
.
Poëzie op zeep
Gedichten op vreemde plekken
.
Na honderden voorbeelden door de jaren heen verzameld te hebben over vreemde plekken waar poëzie voorkomt (denk aan servetringen, toiletbrillen, doodskisten, fietsen, vazen, kousen en ga zo maar door, kijk maar onder de categorie ‘Gedichten op vreemde plekken’) dacht ik toch wel zo’n beetje elke ‘vreemde’ plek behandeld te hebben. Maar elke keer als ik dat denk blijkt er iemand toch weer een nieuwe plek bedacht te hebben waar je ook poëzie op kunt plaatsen.
Het laatste nieuwe voorbeeld waar ik op stuitte is zeep, of eigenlijk op de wikkel van een stuk handzeep. Voor het project #HetGaatNietOmZeep in 2021 schreven Rodaan Al Galidi, Dorien Dijkhuis en Maud Vanhauwaert een gedicht voor de wikkels van de gloednieuwe zeep Wonderschoon!. De gedichten duren elk twintig seconden, net lang genoeg om je handen te wassen.
Het betreft hier Werfzeep, een handgemaakte en biologische zeep. In een periode waarin mensen veel en vaak hun handen moesten wassen (tijdens de Coronapandemie) kwam bij hen de vraag naar een zeep die de handen niet gortdroog maakt. Toen de ergste crisis rond Corona achter de rug was besloot men met deze zeep te gaan adverteren. Zoals gezegd in drie varianten met elk een wikkel waarop een kort gedicht van één van de drie dichters te lezen is. Zoals op de wikkel te lezen is, neemt het gedicht lezen ongeveer 20 seconden in beslag, de tijd die nodig is om je handen afdoende te wassen. Hieronder het gedicht dat Maud Vanhauwaert (1984) schreef voor haar wikkel,
.
Er was de laatste tijd
.
opvallend veel intiem contact
ik zou zelfs durven zeggen
op het perverse af
.
ze verstrengelden zich in elkaar
sopten erop los, verspilden
flesjes glijmiddel, probeerden
werkelijk elk standje
.
en ik, tjah, ben nu toch lichtelijk
jaloers op die intimiteit tussen
mijn linker- en rechterhandje
.
Maud Vanhauwaert
Dorien Dijkhuis
Rodaan Al Galidi
Voor eeuwig verbonden
Rodaan Al Galidi
.
De uit Irak afkomstige dichter Rodaan Al Galidi ( Rodhan Al Khalidi, 1971) woont sinds 2007 in Nederland. In 1998 vroeg hij, na gevlucht te zijn uit Irak, asiel aan in Nederland. Dit werd toen geweigerd. Hij leerde zichzelf de Nederlandse taal en ontving in Vlaanderen een werkbeurs. In 2007 kreeg hij, door een generaal pardon, alsnog een verblijfsvergunning. In 2011 schreef hij in NRC Next dat hij was gezakt voor zijn inburgeringsexamen waardoor hij geen Nederlands paspoort kreeg maar hij behield wel zijn verblijfsvergunning.
Inmiddels heeft hij meerdere romans, verhalenbundels, columns en 9 poëziebundels gepubliceerd. In 2007 werd zijn bundel ‘De herfst van Zorro’ genomineerd voor de VSB Poëzieprijs. Daarnaast ontving hij vele prijzen voor zijn proza en ander werk waaronder de Literatuurprijs van de Europese Unie 2011 voor ‘De autist en de postduif’.
Dit jaar schreef hij samen met de Vlaamse dichter Maud Vanhauwaert het Poëzieweekgeschenk ‘Samen al ’t hope’. Uit deze bundel koos ik het gedicht ‘Voor eeuwig verbonden’ over hoe leven en dood in alles met elkaar verbonden zijn.
.
Voor eeuwig verbonden
.
De dood en het leven
gaan naar dezelfde school,
zitten bij elkaar in de klas,
luisteren naar dezelfde meester.
Bij een vraag steken ze beiden hun vinger op
en geven samen hetzelfde antwoord.
In de pauze spelen ze op hetzelfde plein,
vallen uit dezelfde tak,
kloppen hetzelfde zand uit hun schoenen
en na de laatste les,
gaat het leven naar de dood
en de dood naar het leven.
.
Poëzie festivals
Poëziefestival en Boerol
.
In juni en september zijn er in de gemeente Midden-Delfland (het kleine groene hart van Zuid Holland) twee leuke festivals waarop poëzie een grote rol speelt.
Allereerst is er op 24 en 25 juni het jaarlijkse Boerol festival. Naast activiteiten op het gebied van theater. kunst en muziek voor groot en klein is er ook aardig wat aandacht voor Poëzie. Een paar jaar geleden (2014) stond ik zelf al een keer in het programma met date een dichter en ik kan je vertellen dat het een erg leuk festival is op een mooie plek namelijk middenin de polder op het terrein van boerderij Het Kraaienest, vlakbij De Lier.
Dit jaar treden op de dichters Edwin de Voigt, Rik van Boeckel en Joz Knoop maar ook de groep Bender die poëtische liedjes brengt. Voor het complete programma kijk je op http://www.boerol.nl/programma/poezie/
Op 10 september volgt dan het Poëziefestival ‘Dichter bij de boerderij’ van het Christelijk Lyceum Delft (CLD) en ANV Vockestaert. Dit is een reizend festival langs diverse boerderijen en bij elke boerderij zijn gedichten te beluisteren. In het karakteristieke kerkje van ’t Woudt zijn er voordrachten van leerlingen van het CLD met zelf geschreven gedichten. De afstanden tussen de boerderijen zijn maximaal een kilometer en gemakkelijk te fietsen. De optredende dichters in de boerderijen zijn Tjitske Jansen, Hans Tentije, Ester Perquin, Marjolijn van Heemstra en Rodaan Al Galidi. De Entree bedraagt € 10,-
Lees meer over dit kleine maar fijne festival op http://www.vockestaert.nl/poezie-festival-dichter-boerderij-zaterdag-10-september-2016/ Als voorproefje een gedicht van Marjolijn van Heemstra.
.
Als Mozes had doorgevraagd Moest ik mijn land verlaten: ik zou blijven.
Stond mijn stad in brand: ik draaide om.
Moest ik mijn kind offeren: ik weigerde.
Zolang jij je niet laat kennen houd ik
benen op de grond, armen om het kind.
.
Mij scheep je bij geen bramenstruik af
met ‘ik ben die ik ben’, een kleine vlam, een donderstem.
Mozes was iemand van zijn tijd: dankbaar voor het leven,
bang om door te vragen en ook: een man,
die vragen niet zoveel.
.
Ik was blijven staan bij die struik tot je verscheen.
Geen smoesjes van doeken voor ogen omdat je straling te fel.
Mozes was brandgloed gewend, ik tl.
Kom maar op, zou ik zeggen. Zeg ik nu: Kom maar op.
Als niet Mozes, maar ik bij Horeb had gestaan ging het zo:
.
ik: Wie ben je?
jij: Ik ben die ik ben.
ik: Ik ook.
jij: Ja, jij ook.
.
Dan had ik je aangeraakt en jij mij.
Was de Bijbel geen boek, maar een omhelzing
.


















