Site-archief

Straatpoëzie

Ida Gerhardt

.

In ‘Onze taal’ het maandblad van het genootschap Onze Taal staat deze maand (nummer 7/8) een groot artikel van vier pagina’s over straatpoëzie met Kila van der Starre. De regelmatige lezer van dit blog weet dat Kila van der Starre de drijvende kracht is achter het project Straatpoëzie waaraan ook ik als partner ben verbonden. In het interview/artikel veel achtegrondinformatie over het project straatpoëzie en de website met deze naam.

Wat ik heel interessant vond om te lezen was dat in de top 10 van meestvoorkomende dichters, als het gaat om gedichten in de buitenruimte, Ida Gerhardt bovenaan staat. Gevolgd door twee, mij veel onbekendere, dichters Ina Stabergh (gewezen stadsdichter van Diest) en Tine Hertmans (tot voor kort dorpsdichter van Destelbergen) beide uit Vlaanderen, want straatpoëzie beperkt zich niet alleen tot Nederland  Er staan meer onbekendere namen in de top 10 maar dat komt omdat sommige streek- of stadsdichters vaak meerdere gedichten op straat hebben staan.

Het gedicht dat het vaakst voortkomt is ‘Het carillon’ van Ida Gerhardt, maar liefst 7 keer kun je dat in Nederland/Vlaanderen tegen komen in de publieke ruimte. Zoals Kila stelt in het artikel; Dat gedicht wordt vaak gebruikt voor Tweede Wereldoorlog-monumenten. het gedicht gaat weliswaar ook over kerkklokken en muziek, maar als het op zo’n monument staat, lijkt het alleen te verwijzen naar de Joodse gemeenschap en de Holocaust’.

Nog een conclusie uit het onderzoek van Kila; Nederlanders komen in aanraking met poëzie op verschillende manieren. Op 1 staan bruiloften en begrafenissen, op 2 allerlei televisieprogramma’s en op 3 de openbare ruimte. Toen ik dit las wist ik weer waarom een initiatief als Straatpoëzie.nl maar ook de Poëziebus van grote waarde zijn voor de waardering van poëzie. In het artikel vertelt Kila dat ze ook nader onderzoek gaat doen naar poëzie op sociale media, poëziefestivals, kussenslopen, waterflesjes en zelfs getatoeëerde gedichten. Ik zal haar wijzen op mijn rubriek Gedichten op vreemde plekken (maar volgens mij weet ze die wel te vinden), daar staan honderden voorbeelden.

Je kunt nog steeds gedichten in de openbare ruimte aanmelden bij http://www.straatpoezie.nl, eenvoudig en snel, dus weet je ergens een gedicht op straat of buiten check de website even en als het er nog niet op staat, voeg het toe!

.

Het carillon

.

Ik zag de mensen in de straten,
hun armoe en hun grauw gezicht, –
toen streek er over de gelaten
een luisteren, een vleug van licht.

Want boven in de klokketoren
na ’t donker-bronzen urenslaan
ving, over heel de stad te horen,
de beiaardier te spelen aan.

Valerius : – een statig zingen
waarin de zware klok bewoog,
doorstrooid van lichter sprankelingen,
‘Wij slaan het oog tot U omhoog.’

En één tussen de naamloos velen,
gedrongen aan de huizenkant
stond ik te luistr’ren naar dit spelen
dat zong van mijn geschonden land.

Dit sprakeloze samenkomen
en Hollands licht over de stad –
Nooit heb ik wat ons werd ontnomen
zo bitter, bitter liefgehad.

.

In het Hof van Breda in Kampen.

 

Poëziebusdichters 4

Daan Janssens

.

Daan Janssens is een jonge dichter en performer met een hart voor het experiment. In zijn teksten zoekt hij steeds naar het ongewone en kruisen actuele thema’s de degens met eeuwenoude beelden die zo enkel maar meer betekenis vergaren. In zijn performances is het al barok wat de klok slaat, vol groteske grimassen en bulderend gebrul. Voor alle data en plaatsen kijk op http://www.poeziebus.nl

.

Nieuw primitief

.

zij zoeken namen voor nieuwe kusten
ijzig water wast hun warme tranen

ogen op de zwarte zon lijkt zijn vader nog louter verzinsel
in zijn ogen
golven dragen vaders stem niet langer tot bij hem

ogen op de zwarte zon duikt de jongeling steeds dieper
de kolkende massa in

ogen op de zwarte zon de koude als een tweede huid
steeds dieper koningsblauw

met de zwarte zon in zijn ogen
gevederd herrezen

.

Poëziebusdichters 3

Jeroen Naaktgeboren

.

Jeroen Naaktgeboren (Rotterdam, 1977) is dichter, presentator en leerkracht. Hij won met zijn poetryrockgroep De WoordDansers in 2004 het NK Poetry Slam en eindigde daarop op het WK Poetryslam in Parijs op de tweede plaats. Hij werd januari 2007 tot de eerste officiële stadsdichter van Rotterdam benoemd en schreef het boek Poetry Slam, het festival. Kijk voor de optredens, plaatsen en data op http://www.poeziebus.nl

.

Hinkstap op de brandgrens

.

Stuka’s en Heinkels naderen boven het laagland

Daaronder de dokken, een vuilkleed over de randen

De Hef geheven met het lef van laatste overmoed

standhouden voor vrijheid die de wil van haat verzet

Straten met vaders

met armen vol moeders

met handen vol kinderen

met knuisten in een smeulend kleed

Op weg naar schuilkelders,

verstoppen in nissen,

bidden achter planken,

spanten om te klemmen,

plinten en balken

het gieren, het suizen,

de dreunende aarde

Vlammen likken en lekken met vlakke tongen

De brief keert terug zonder handtekening

Een lied van as schril en vals gezongen

De rode waas van gehaaste lichtkogels

Scherven en splinters door lijf gedrongen

Onrecht straft met het laffe geblaf van de Luftwaffe

Mijn stad scheurde haar hart voorbij met brandende longen

Ik ga door tochtgangen die tot daglicht-tunnels ontwaken

Langs getrapte blokkendozen voorbij wanden van glas

Onder torens van trots boven een plein van staal

Wachtkamers en paskamers in een glimstaal onthaal

Een stad die ver voor mij geboren

niet eens mijn sterven weten zal

Alleen in herdenken kan ik herkennen

wat mij hier bracht tot waar ik val

Hinkstap op de brandgrens

man op nu van stad tot toen

de oude tijd, de nieuwe mens

puin ontstegen wit en groen

.

Augustus

Roel Richelieu van Londersele

.

De Vlaamse dichter en thrillerschrijver van Londersele studeerde Germaanse filologie aan de Rijksuniversiteit Gent. Van 1971 tot 1982 gaf hij het literaire tijdschrift ‘Koebel’ uit, waarin generatiegenoten als Luuk Gruwez, Miriam Van Hee en Eriek Verpale debuteerden. Hij was ook redacteur van de tijdschriften ‘Restant’ en ‘Poëziekrant’. In het dagelijks leven werd Van Londersele leraar Nederlands en docent literaire creatie. Hij geeft poëzieworkshops bij Wisper en proza en poëzie in het basisjaar van de Antwerpse Schrijversacademie. In 2003 werd Van Londersele de eerste Gentse stadsdichter. Een jaar later debuteerde hij met zijn eerste thriller.

Van Londersele werd in 1992 onderscheiden met de Louis Paul Boonprijs. Zijn gedicht ‘Mats’, uit de bundel ‘Tot zij de wijn is’ uit 2009, werd in 2010 door het publiek bekroond met de Herman de Coninckprijs. In 2012 kreeg hij de Melopeeprijs voor zijn gedicht ‘Alzheimer’. De jury koos het als meest beklijvende gedicht verschenen in de Vlaamse literaire tijdschriften.

Uit zijn bundel ‘Een jaar van september’ gedichten 1980 – 1992, uitgegeven door het Poëziecentrum in Gent in 1992 het gedicht ‘Augustus’.

.

Augustus

.

het strand kijkt naar de zee en ziet
dat het water oud is geworden
de meeuwen vliegen door de gedachten van de zon
en hangen hun poten te drogen

in de liezen van de duinen
stoeien de vakantielieven in de lakens
van het zand
er knarst iets in de tederheid

de boeren oogsten hun twijfels
en na de avond kijken ze met de ogen
van hun tractors naar de open wonden
van de velden, er komt ruimte
voor de landing van de herfst

het jaar sterft een eerste keer
aan voorbij zijn, op de patio van hun afscheid
bergen de reizigers de avondzon in hun koffers
met het heimwee van hun aarzeling
verliezen ze hun keuze
tussen thuis en horizon

.

Vrouwen uit het verzet

Dichter op verzoek: 7

.

Op verzoek van Corrie Nieman een gedicht van een favoriete dichter van haar, Inge Boulonois. Ik ken Inge sinds 2008 toen wij samen met een paar andere dichters mochten voordragen bij Atelier 9en40 in Alkmaar ten huize van Alja Spaan.

Inge Boulonois (1945) is dichter en beeldend kunstenaar. Ze is geboren in Alkmaar en woont en werkt nu in Heerhugowaard. Van 2011 tot 2015 was Inge Boulonois officieel stadsdichter van Heerhugowaard. Verder is Inge Boulonois vaste medewerkster van het onderdeel Klassiekers van Meander Magazine.

Op haar tijdlijn op Facebook publiceert Inge regelmatig haar gedichten, meestal fraai vormgegeven met een foto of een afbeelding op de achtergrond die het gedicht een extra dimensie geven. Ik koos uit haar vele gedichten het gedicht’ Vrouwen uit het verzet’  bij een beeld van Elly Baltus, een mooi voorbeeld van hoe Inge zich kan inleven in het onderwerp van haar gedicht. Op haar website http://www.ingeboulonois.nl/ lees je veel meer over haar en haar werk. Het gedicht ‘Vrouwen uit het verzet’ staat in de bundel ‘Heerhugowaardse gedichten’ uit 2015.

.

Strombolicchio

Peter Holvoet-Hanssen

.

Eerder schreef ik over de poëzie van Peter Holvoet-Hanssen in de categorie ‘Gedichten op vreemde plekken’ daar Peter in zijn tijd als stadsdichter van Antwerpen (2010-2011) poëzie plaatste op de kademuren van Antwerpen en de zijkant van een schip. Peter Holvoet-Hanssen (1960) publiceerde in diverse literaire tijdschriften als De Gids, Optima, Dietsche Warande en Parmentier en debuteerde in 1998 met de bundel ‘Dwangbuis van Houdini’ dat door de Standaard der Letteren uitgeroepen werd tot mooiste bundel van dat jaar.

In 1999 verscheen bij uitgeverij Bert Bakker zijn bundel ‘Stromboliccho, uit de smidse van vulcanus’ (Strombolicchio is een vulkanisch eiland in de buurt van Sicillie). Volgens de achterflap voert ‘Strombolicchio’ de lezer mee op een hallucinerende reis naar de poëzie.. van onbedaarlijk tot wegstervend, van meedogenloos tot meedogend.

Bijzonder zijn de gedichten zeker, Steeds anders van vorm, van toon, van opbouw en opzet en hoewel er rode lijnen zijn te ontdekken in de opbouw van de bundel ‘ontglippen de verzen van Holvoet-Hanssen elk etiket’ zoals ook op de achterflap te lezen is.

Ik koos voor het gedicht ‘Voor Grant Hart’. Ik kende Grant Hart niet (zoals ik wel meerdere personages en namen uit de bundel heb moeten opzoeken wat een bijzondere ontdekkingsreis op zich was) maar weet nu dat Hart de drummer en mede-tekstschrijver  was van de band Hüsker Dü en later Nova Mob.

.

Voor Grant Hart

.

Siciliano. De korsten scheuren.

Ik hoor je zingen. Je vuurt het water aan met je capriccio.

Vuur door het water, vuur door de lucht.

.

Dans de tarantella aan de rand van de poëtica.

Oogst want niets staat vast.

Alles wordt vloeibaar.

.

Ik doe buskruit in je kroes. Wij zijn boekaniers van goede sier.

Temperen niet voor de zwart geblakerde.

Dit vuur woedt in alle talen.

.

Yo soy capitán. Bedaar, jij bent admiraal.

.

                                                                                                                                   Foto: Andy Huysmans

Merwedeplein

Rotterdamse dichters

.

Op de zeer informatieve website http://www.rotterdamsedichters.nl staat “een grote, zo compleet mogelijke bloemlezing van Rotterdamse poëzie, zowel oud als nieuw”. Het idee voor deze website kwam van Daniël Dee, voormalig stadsdichter van Rotterdam. Een mooi initiatief dat navolging verdient in andere steden wat mij betreft.

Toen ik wat aan het rondneuzen was op deze website kwam ik de naam van Abdelkader Benali tegen. Nu ken ik Abdelkader als romancier en programmamaker (zo bezocht hij de bibliotheek van Maassluis en haar Nationaal Documentatiecentrum Maarten ’t Hart voor zijn boekenprogramma) maar dat hij ook poëzie schrijft wist ik niet.

Zo schreef hij ‘Gedichten voor de zomer’ (2003, deel 5 in de serie De Sandwich-reeks, onder redactie van Gerrit Komrij) en ‘Panacee’ (2006).

Om deze website wat meer bekendheid te geven en een gedicht van Abdelkader Benali te delen, hier het gedicht ‘Merwedeplein’ van zijn hand.

.

Merwedeplein

loop ik
een Japanse pelgrim die niet weet
niet weet wat hij mist niet weet wat
hij zoekt niet weet wat hij gaat vinden niet weet
wat hij weet niet weet wat hij doet niet weet wat hij
voelt niet weet wat hij denkt niet weet wat hij
onder de wolken zonder paraplu
want de pelgrim is een beetje dom op pad gegaan
naar het Merwedeplein waar een meisje gelukkig
was
geluk is samenvallen met je leeftijd
een kind onder de kinderen zijn en van het gemis
niets weten draait de pelgrim zich om want het regent
nu wel heel erg hard en de regen doet wat hij niet
moet doen steeds harder eigenlijk op deze miezerige
dag waar alleen maar heel verveelde mensen verdwaalde
mensen eenzame mensen en geesten naar buiten gaan
.

Weekoverzicht

Joke van Leeuwen

.

De schrijfster, dichter, illustrator en cabaretier Joke van Leeuwen (1952) studeerde grafische kunsten aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen en de Hogeschool Sint-Lukas Brussel in Schaarbeek, en geschiedenis aan de Vrije Universiteit Brussel.

Ze is vooral bekend van haar kinderboeken, won het Camerettenfestival, ze deed theatervoorstellingen en Ze wordt al enige jaren genomineerd voor de Astrid Lindgren Memorial Award. Voor volwassenen schrijft ze in 2008 ‘ Alles nieuw’ een geïllustreerde roman; maar ook gedichtenbundels zoals ‘De tjilpmachine’ (1990), ‘Wuif de mussen uit’ (2006). Verzameld werk,  ‘Fladderen voor de vloed’ ( 2007), ‘Hoe is’t ‘ (2010) en ‘Half in de zee’ (2012). Van 2008 tot 2010 was ze stadsdichter van Antwerpen.

Uit de bundel Fladderen voor de vloed’ het gedicht ‘Weekoverzicht’.

.

Weekoverzicht

Na de autoloze zondag
kwam gehevenhoofden maandag
het herhalingshuppelen
van jottem en allez.

En de zogezonde dinsdag,
alleman de ramen open,
zingend van de vitamines
en de jodium aan zee.

En de levendelen woensdag,
alleman de deuren open,
roepend over jicht en jachtig
en theïne in de thee.

En de donderdag en vrijdag
mocht naar eigen inzicht blijven,
werd gebotst, gemoord, gemopperd
en het stonk op zaterdag.

.

Stadsdichter Rotterdam

Hester Knibbe

.

In 2015 en 2016 was Hester Knibbe stadsdichter van Rotterdam, een titel die ze zeer onlangs overdeed aan Derek Otte. Bij de overdracht van de stadsdichterstitel kregen de aanwezigen, waaronder ik, de bundel ‘Stadsdichter’ cadeau. De bundel bevat alle stadsgedichten uit haar stadsdichterschap. Met poëzie voor o.a. verlaten kunstwerken, stadstuinen op wolkenkrabbers, Rotterdam viert de stad en asielzoekers in de Beverwaard lees je Rotterdam in de afgelopen twee jaar door de ogen van de dichter.

Bij de 550ste geboortedag van Desiderius Erasmus Roterodamus en de uitreiking van de Erasmuspenning aan Henk Oosterling schreef zij het gedicht ‘Erasmus aan zee’.

.

Erasmus aan zee

.

Bijeengeraapt

zooitje aangespoeld

schepsel. sponskop met dito baret om

al te gezouten gedachten tussen de oren

te houden, zie mij hier zitten, narrig

,

starend over mijn baker. Uit de diepte

ben ik getogen, heb ik eeuwige

deining gekend, de preken van vissen, ben

doordrenkt op het land uitgespogen. Nu

.

blootgesteld aan de schraalte hierboven

verdrogen mijn sappige spinsels tot kleine

kristallen die verregenen zullen; ik ben

.

het zout der aarde terwijl mijn poreusheid wind

verzamelt die plukt aan mijn vormsel, mij opnieuw

wil verstrooien, denker en dwaas in mij doven.

.

hk

Schommelstation

Merlijn Huntjens

.

In mijn nimmer rustende zoektocht naar poëzie op vreemde plekken kwam ik via dichter Merlijn Huntjens terecht op weer een bijzondere plek met ‘buiten’poëzie. Op een een voormalig militair tankstation in hartje Maastricht staat sinds april vorig jaar een echt schommelstation. Een aantal ondernemers in Maastricht, verenigd in het Werkgebouw, hebben dit oude tankstation veranderd in een heuse attractie.

Naast het pompbediendehuisje zijn aan een massief stalen buizenconstructie, vijf schommels bevestigd. Geen alledaagse schommels maar schommels in de vorm van een picknicktafel met stoeltjes voor 8 personen, een loungechair, een schommel voor baby’s en een loveseat.

Tussen twee oude legerpompen (voor diesel en benzine) staat het voormalige pompbediendehuisje.  Op dat huisje is het gedicht ‘Schommelstationgedicht’ van Merlijn Huntjens (tegenwoordig stadsdichter van Heerlen) aangebracht.

.

psg1

psg2