Site-archief

NK Poetry Slam

Voorrondes België

.

Tijdens deze zomer zijn er in Antwerpen, Gent en Turnhout plekken te verdienen voor de halve finaleronde van het NK Poetry Slam 2024. Op 1 augustus (Turnhout), 3 en 28 augustus (Gent) en 5 en 22 augustus (Antwerpen kun je meedoen aan deze voorrondes. Je mag ook aan meerdere voorrondes meedoen maar je kan natuurlijk ook gewoon meteen winnen en een plaats in de finale op 2 september binnen slepen.

Per datum kunnen er maximaal 12 deelnemers worden ingeschreven. In de eerste twee ronden staan de slam dichters individueel op het podium en beslist de vakjury en het publiek welke 6 er doorgaan naar de volgende ronde. Vanaf de derde ronde zullen de dichters opgedeeld worden in twee zogenaamde poetry battle match-ups, waaruit dus ook de 2 finalisten per datum zullen komen.

In september zullen de halve finales en de finale gedaan worden waarin de laatste 12 kandidaten het tegen elkaar opnemen in één individuele ronde en daarna poetry battles om het ticket naar de finale te winnen. Voor alle regels klik je hier. Dus wil je Femke van Grootel of Evelien Mommerency worden? (de Belgische finalisten van vorig jaar) of van winnaar van de NK Poetry Slam 2023 Nicole Kaandorp, geef je dan op en doe mee.

Een poetry slam (naar Engels, to slam oftewel smijten, slaan) of poëzieslag is eigenlijk een kruising tussen literatuur en sport. Enkele slamdichters, kortweg ‘slammers’, gaan op een podium (vaak in een club of café) een wedstrijd met elkaar aan. Binnen een bepaalde korte tijd en in een paar rondes dragen de dichters hun gedichten voor. Het publiek en/of de jury bepaalt wie de beste is. Iedereen mag zijn kans wagen; in de loop van de avond worden de besten geselecteerd. Bij poetry slam is zowel de inhoud als de voordracht belangrijk maar uiteindelijk gaat het maar om één ding: het publiek enthousiast maken.

Een aantal bekende namen waren ooit NK Poetry Slam winnaars zoals Daniël Vis, Kira Wuck, Erik Jan Harmens, Ellen Deckwitz en Martje Wijers. In 2006 was Krijn Peter Hesselink (1976) winnaar en van hem is het gedicht ‘De ruimte van het volledig leven’ uit zijn bundel ‘Toondoof’ uit 2018.

 

De ruimte van het volledig leven

.

Ik word wakker op de bodem van een fontein
als was er nooit een slaap voorafgegaan

het zicht is troebel, soms breekt met een klap
een euro door het dak van deze wereld

we zijn het afgedankte wisselgeld
dat eindeloos zou willen blijven zweven

maar elke munt komt knarsend op de kiezels
tot rust en wordt zich van zichzelf bewust

zo liggen we hier maar, geen flauw idee
wie we geluk hebben gebracht en wat

daar nog van over is

.

Kingsize

Laurine Verweijen

.

Zo nu en dan kom ik een gedicht tegen van een dichter die ik niet ken. Toegegeven, dat gebeurt niet heel vaak, en misschien daardoor ben ik altijd verrast als zo’n dichter al best wat op zijn/haar palmares heeft staan. Dit gebeurde me toen ik in de bundel ‘Voor alle dagen’ Honderd-nog-wat gedichten zonder gelegenheid uit 2023 het gedicht ‘Kingsize’ van Laurine Verweijen las. Want deze dichter kende ik niet.

Nu blijkt Verweijen (1981) al enige jaren mee te lopen. Ze werkt als strateeg (lees ik op meerdere websites maar wat daar nu precies mee bedoeld wordt? Waarschijnlijk is ze merkstrateeg en doet ze branding en campagnes voor bedrijven) en is daarnaast dichter. In 2016 won zij de tweede prijs bij de Turing Gedichtenwedstrijd en gedichten van haar hand werden gepubliceerd in tijdschriften en magazines als Tirade, De Gids, De Revisor en het Liegend konijn.

In 2020 debuteerde ze met de bundel ‘Gasthuis’ waarin ze ‘bedachtzaam en energiek dicht vanuit onverwachte perspectieven over het zoeken naar een plek en het vasthouden van dingen die continu in beweging zijn’. Deze bundel werd genomineerd voor de C. Buddingh’ prijs voor het beste debuut. Haar poëzie werd vertaald in het Frans en Engels en ze is betrokken bij het Tijdschrift Terras voor Internationale literatuur.

Opmerkelijk dus dat ik haar niet kende maar daar is dus nu verandering in gebracht. Het gedicht ‘Kingsize’ nam ik uit de bundel ‘Voor alle dagen’ samengesteld door Stefanie Liebreks, Joost Oomen en Yentl van Stokkum.

.

Kingsize

.

Je zou geen kind kunnen krijgen,

om het geenkind te leren dat ook die keuze

bestaat, daarvoor zou het wel

een meisje moeten zijn – om het die vrijheid

mee te geven. Als het geenkind een jongen is,

zou je het leren hoe met meisjes om te gaan.

.

Je zou geen kind kunnen krijgen en het ook aan

andere vrouwen willen laten zien, op het terras,

.

de werkvloer, wanneer je op vakantie bent.

.

Anderen zullen eerst denken dat het welkind

bij opa oma slaapt, dat je gescheiden, of nee

.

het geenkind

komt als allerlaatste.

.

Je zou keer op keer het nietkind

naar voren schuiven, als de keuze

die je hebt gemaakt en hoe je die

met lege handen draagt.

.

 

Rouwadvertentie

Johannes van der Sluis

.

In 2018 verscheen onder het heteroniem (Een heteroniem is een vorm van een pseudoniem waarbij een auteur een fictieve schrijverspersoonlijkheid creëert, soms als afsplitsing van zichzelf) Giovanni della Chiusa, de debuutbundel ‘Een mens moet ook niet alles willen weten’ van Johannes van der Sluis (1981)) wat zijn echte naam is. Deze bundel werd genomineerd voor de Herman de Coninckprijs.

In begin 2019, zag Johannes van der Sluis bij de Erasmusbrug in Rotterdam een demonstratie van de Gele Hesjes, die hem vanuit het niets obsedeerde, alsof de Zotheid hem in haar greep kreeg, vooral de jongen die ‘100% vrije jongen’ achterop zijn jas had geschreven. Dat werd ook de titel van zijn eerste gedicht (onder eigen naam), die werd gepubliceerd in Hollands Maandblad (waar hij daarna nog verschillende malen in zou publiceren en waar hij hoofdredacteur van is), en uit de stroom poëzie die daarop volgde, ontstond de bundel ‘Ik ben de verlosser niet’ (2020). Deze bundel verscheen onder zijn eigen naam en werd genomineerd voor de J.C. Bloem-poëzieprijs 2021.

In 2022 verscheen vervolgens de bundel ‘Profane verlichting’ en in 2023 de bundel ‘De Groenvoorziening’over zijn tijd bij de plantsoenendienst in Rotterdam-IJsselmonde, waar van der Sluis woonachtig is. Deze bundel is ‘een poging om grip op het leven te krijgen’ volgens de dichter. Op de website met Rotterdamse dichters staan een paar gedichten van zijn hand waaronder het gedicht ‘Rouwadvertentie’ uit de bundel ‘Een mens moet ook niet alles willen weten’ waarover Remko Ekkers in Tzum schreef: “De gedichtjes zijn grappig en treurig” zo ook het gedicht ‘Rouwadvertentie’.

.

Rouwadvertentie

.

Doodongelukkig

zou hij zichzelf niet willen noemen

de laatste tijd echter

verlangt hij

bijvoorbeeld als hij op een begraafplaats rondloopt

of begrafeniswagens voorbij ziet rijden

of rouwadvertenties leest

naar de dood.

Zichzelf ophangen

zichzelf verstikken in een plastic zak

of voor de trein springen,

daar moet hij alleen niet aan denken,

nooit zou hij de hand aan zichzelf slaan.

Als het even kan

zou hij in een onbewaakt ogenblik

in een ravijn willen worden geduwd.

Vínd maar eens iemand.

.

Poëziepodium

Oud Eik en Duinen

.

Voor wie zich verveelt, vandaag graag een bezoek aan Den Haag brengt, van poëzie houdt of gewoon een leuke en interessante middag wil hebben met dichters is er het Dichter bij de dood poëziepodium. Op de begraafplaats Oud eik en Duinen aan de Laan van Eik en Duinen 40 in Den Haag zullen een aantal dichters acte de présence geven. Onder andere Steven Van Der Heyden en Ericka De Stercke uit Vlaanderen, Max Leroux en Renske Visser. Uiteraard is er een open podium. De oude aula op de begraafplaats is vanaf 13.30 geopend. Het programma begint om 14.00 uur en duurt tot ca. 16.00 uur. Deze poëziemiddag wordt mogelijk gemaakt door poëziestichting Ongehoord!, Marjon van der Vegt (presentatie) en de Cultuur Schakel Den Haag.

Een van de optredende dichters is Steven Van Der Heyden (1974), een mij inmiddels bekende dichter sinds de bundelpresentatie van ‘Zelfportret met woord’ van Hans Franse. Steven debuteerde met zijn solobundel ‘Filigraan’ en hij publiceerde in verschillende magazines en tijdschriften als Het Liegend Konijn, Het Gezeefde Gedicht, Meander, De Revisor, De schaal van Digther, Mugzine, Tijdschrift Landauer, Ballustrada, en Liter. In 2023 won hij de Rob de Vos-prijs en hij is stadsdichter van Roeselare. Daarnaast is Steven klimaatdichter en redactielid van het e-zine Roer.me.

Alle reden dus om naar hem en de andere dichters te komen kijken en luisteren op Oud Eik en Duinen. De toegang is gratis en de begraafplaats zorgt voor koffie en thee. Als voorproefje een gedicht van Steven dat hij schreef over een boom in Roeselare als stadsdichter getiteld ‘De Zwarte Els’.

.

De Zwarte Els

.

onder haar huid en in het diepste geheim
bundelen wortels zich tot vuistdikke knollen
die nakomelingen en stikstof bewaren
stugge wapens tegen steen en beton

ze aardt het best met ingesneden blad
dat de wind vangt die water aanvoert
met ingerold verlangen droomt ze van binding
ook al telt haar vlees een enkele jaarring

gastvrij waakt haar hart over zomen van pleinen
kades en parken , pompt zuurstof de nieuwe
stadszichten in, haar voeten koelen het asfalt
voor mos en dier wiegt ze de wereld anders

hittegolven gaan liggen in haar schaduw
onstuitbaar tast ze bosranden af,
haar taaie lichaam een wissel op later
groene sleutel voor ons eindig verdwijnen

.

Post

Monique Bol

.

In mijn niet aflatende zoektocht naar dichters die ik nog niet ken maar wel zeer de moeite waard zijn stuitte ik in een Vlaamse bibliotheek (Antwerpen naar ik meen) op een dichtbundel van Monique Bol (1966). Deze bundel ‘er liggen twee holtes op je kussen’ komt uit 2021.

Nadat Bol de opleiding literaire creatie afgerond had, schreef ze vooral verhalen. Later ontdekte ze via het werk van Marleen de Crée en Gerrit Kouwenaar haar liefde voor sonnetten en nog later begon ze ook vrije gedichten te schrijven.

Ze was stadsdichter van Hoogstraten (2022 en 2023) en heeft zich aangesloten bij de Klimaatdichters. Haar werk werd gepubliceerd in verschillende gelegenheidsbundels.

Ivan Sacharov schrijft in zijn recensie van deze bundel: “Monique Bol schrijft over het geheel genomen smakelijke, goed leesbare teksten met een bourgondische inslag, die laten zien hoe je van het leven kunt genieten en balen. En heel soms gedichten die je aan het denken zetten”. Dat laatste geldt zeker voor het gedicht ‘Post’.

.

Post

.

ontbijt op zaterdagochtend in de oneven week

jouw kinderloze dag, je hebt alle tijd

.

ik proef mijn gemberthee

ik weet dat je eerst de krant haalt

eer je me schrijft, kruimels tussen de toetsen vermijdt

.

ik drink jouw woorden als jij

mijn zorgen kneedt, mijn schouders streelt

.

abrupt stopt het getik. geen idee of ik je weer

aan het schrijven krijg, de thee verkilt

.

af en toe kies ik op goed geluk

een oud bericht van jou. ik stuur het

naar mezelf – waarom ook niet

.

Iedereen stadsdichter

Steven Van de Putte

.

Van uitgeverij Politeia, kreeg ik, op mijn verzoek, een exemplaar van het vuistdikke boek ‘Iedereen stadsdichter’ van de Vlaamse Steven Van de Putte (1976). Van de Putte is licentiaat in de taal- en letterkunde en master in de rechtsgeleerdheid aan de universiteit van Gent en beide studies worden verenigd in dit boek wat mij betreft. Hij werkt als jurist en diensthoofd bestuurszaken bij de stad Deinze en auteur van verschillende publicaties. In 2018 debuteerde Van de Putte als dichter met de bundel ‘Moederstad’. Na vier jaar stadsdichterschap van Deinze (2019-2023) verscheen de bundel ‘OEKKAF’. Van de Putte publiceerde daarnaast gedichten in onder andere Het Gezeefde Gedicht, Roer, De Vallei en De schaal van Dighter.

Ik ben pas net in het boek begonnen maar nu al enthousiast. In ‘Iedereen stadsdichter’ brengt de schrijver alle goede praktijken van het stadsdichterschap uit Vlaanderen en Nederland samen. Acht maanden lang heeft Van de Putte veldwerk verricht in beide landen en het resultaat is een inspiratieboek met verhalen, anekdotes en aanbevelingen hoe een stad (maar lees ook dorp, regio of provincie) het stadsdichterschap op een goede, professionele en voor beide partijen (stadsdichter en stad) aantrekkelijke en profijtelijke manier kan vormgeven.

Zoals ik al schreef, ik ben nog maar net begonnen met lezen over de geschiedenis van het stadsdichterschap en de evolutie van deze functie door de eeuwen heen en, vooral na 2004 toen de eerste officiële stadsdichters in Nederland (Bart Droog FM in 2002) en Vlaanderen (Tom Lanoye in 2003) werden aangesteld. Maar al balderend door het boek kan ik niet wachten om verder te lezen. De titel van het boek verwijst naar het gelijknamige project van dichter Seckou Ouologuem, stadsdichter van Antwerpen (2020-2021) waarin hij de kaart van Antwerpen hertekende tot een grote verhalenkaart.

Ik zal, wanneer ik het boek uit heb, opnieuw mijn mening geven over ‘Iedereen stadsdichter’. Voor nu wil ik mijn waardering uitspreken voor de noeste arbeid (die gezien het woord vooraf van Steven Van de Putte zeker geen straf was) die de schrijver heeft verricht. Om mijn waardering mede vorm te geven wil ik hier graag het gedicht ‘Stroom’ van Van de Putte delen uit zijn bundel ‘De ring is rond’ uit 2023. Ik nam het van de website Roer.me vrijhaven voor poëzie (waar onder andere Steven Van Der Heyden redacteur is).

.

Stroom

.

ik volg je kookwasfilmpje

dat vlekken uit geheugen wist,

herstel kreuken in een handomdraai.

.

de keukenkast belooft smoothies.

ik vul de blender tot op de bodem

alles blijft onzacht als glas

.

ik open een lade lichte kleren

spaghettibandjes tegen je angst

de ingemaakte kasten in je hoofd

.

ik neem je rode wollen trui vast

leg de mouwen om mijn schouders,

beloof je dat alles in zijn plooien valt.

..

stilaan leer ik het leven opnieuw te rijden,
geruisloos en zonder fossiele brandstof.
mezelf steeds weer opladen blijft een opgave.
.
.

Kleuren vertalen

Nachoem M. Wijnberg

.

Een paar jaar geleden kreeg ik voor mijn verjaardag het boek ‘Het geheime leven van kleuren’ van Kassia St. Clair. Een geweldig boek dat een geschiedenis schetst van kleuren en de verhalen die erachter schuilgaan. Kleuren met namen waar ik nog nooit van gehoord had zoals Fallow, Paynes grijs, Cochenille, Heliotroop, Wede, Guttegom en Shocking pink. Bij elk van de 75 kleurvarianten schrijft Kassia St. Claire iets over de geschiedenis van de kleur en brengt daarmee deze kleur tot leven.

Waarom, op een blog over poëzie, heb je het over kleuren zal je je afvragen? Ik moest denken aan dit boek toen ik in de nieuwe bundel van Nachoem M. Wijnberg ‘Hoe het werkt’ uit 2023 het gedicht ‘Kleuren vertalen’ las. In deze bundel probeert Wijnberg (1961) een antwoord te geven op de vraag Hoe wérkt kunst? Hoe verhouden verschillende kunsten zich tot elkaar? Wat blijft behouden en wat gaat verloren in de transactie van een vertaling.

En hoe zit dat met het vertalen van kleuren? Kassia St. Claire heeft een bijzondere poging gedaan in haar boek. In het gedicht ‘Kleuren vertalen’ doet Wijnberg het op zijn manier.

.

Kleuren vertalen

.

Ik ga van een plaats waar ze drie kleuren hebben

naar een waar ze er vier hebben,

maar het is ook later geworden,

de schemering duurde te kort. Zoals vertalers die van de één naar de ander

elkaar hun vertaling toefluisteren (het tegenovergestelde

van zeventig vertalers die allemaal hetzelfde

in hetzelfde vertaalden omdat ze niet zagen waarom

de taal waarheen ze vertaalden

beter te leren).

Als vertaald wordt wat ik zeg

terwijl ik nog spreek gaat het langzamer,

blijft het langer bij mij (die wacht of wat ik hoopte

dat kon zijn naar mij terug komt) of bij de vertaler

of bij ons allebei.

.

 

Femicide

Froukje van der Ploeg

.

Femicide wordt vaak als synoniem gebruikt voor vrouwenmoord. De term ‘vrouwenmoord’ omvat iedere moord op een vrouw. Maar de term ‘femicide’ legt de focus op de motieven van deze moorden. Zij zijn gendergerelateerd. De Amerikaanse onderzoeker, oud-hoogleraar en activist dr. Diana E. H. Russell was  de eerste gebruiker van de term femicide in feministische context. Dat deed zij tijdens het eerste International Tribunal on Crimes Against Women in 1976. Dit was een bijeenkomst waarin voor het eerst de misdaden tegen vrouwen in kaart werden gebracht.

Russell gebruikte de volgende omschrijving: Femicide is het doden van vrouwen door mannen, omdat ze vrouwen zijn. In 2023 waren er 26 gevallen van femicide in Nederland. In dat jaar ook schreef dichter / vormgeefster Froukje van der Ploeg (1974) het gedicht ‘Femicide’ voor Internationale Vrouwendag. Het gedicht werd dit jaar in Hollands Maandblad nummer 2 geplaatst.

.

Femicide

.

Neem altijd de kortste route door het park
kijk, je ogen wennen aan het donker zie
scherp de sterren boven de bomen, de egel
in de bosjes, slapende mannen zonder dak

De maan fietst met je mee want de dood
wacht voor jou nooit in dit park
87 procent van je gevaar woont achter
de voordeur, je vriend of bijna ex

Je vader, broertje, buurman. Zij willen
bezit van je nemen weten waar je was
met wie je sprak, wat je zei, fiets verder
door vergeten wijken van een stad

En leer nieuwe vrouwen kennen
in je klas, in de kroeg, als je rent
langs het water en neem soms een man mee
door het bos want met jou zijn ze veilig.

.

Hondenmand

Eva Meijer

.

Vrienden hebben twee hondjes en allebei hebben ze een hondenmand waar menig hond jaloers op zou zijn (als ik een hond was dan toch). Ik dacht dat poezen vooral heerlijk languit de dag slapend aan zich voorbij laten gaan maar ik weet inmiddels beter, honden kunnen dat minstens zo goed. Toen ik het tafereel van een alsmaar verder wegdoezelende hond in zijn luxueuze, zacht gevoerde en ruime hondenmand zag moest ik denken aan het gedicht ‘Hondenmand’ van dichter, filosoof, schrijver, kunstenaar en singer-songwriter Eva Meijer (1980).

In haar bundel ‘Het witste woord’ uit 2023 staat dit gedicht. Wanneer ik het gedicht leest, zie ik iemand in die hondenmand liggen bekleed met zachte woorden. En ik denk terug aan het gedicht dat ik hier gisteren plaatste met de titel ‘Woorden’. Een ander bijzondere overeenkomst is dat Eva Meijer in 2023 ook een roman schreef getiteld ‘Dagen van glas’ , dezelfde titel als de dichtbundel van Eric Vandenwyngaerden waarover ik drie dagen geleden schreef.

.

Hondenmand

.

Ik slaap in een kartonnen doos. Jij slaapt in een opengelsagen koffer.

.

Ik schrijf dat we dezelfde taal spreken, jij schrijft dat we hetzelfde

voelen. Het is dus de vraag of een taal spreken hetzelfde is als voelen.

.

De wereld is bekleed met woorden.

Je schrijft dat je de hondenmand niet hebt weggegooid maar

gerepareerd en schoongemaakt en dat de honden erom strijden. Als de

een water gaat drinken springt de ander erin.

.

Woorden zijn bekleed met gevoel.

Hondenmand, koffer, kartonnen doos.

.

Ik pas trouwens goed in die doos, het past echt precies.

.

V/9

Patrick Conrad

.

Patrick Conrad (1945) is een Vlaams dichter, scenarioschrijver, filmregisseur en schrijver van (misdaad)romans. Hij was met Nic van Bruggen medestichter van het Antwerpse dichtersgenootschap Pink Poets (1972-1982). Dit was een manifest tegen het realisme, dat Gentse dichters rond tijdschrift Yang voorstonden. Ook speelde het verlangen mee om de stad na de roerige jaren zestig in een tweede avant-gardegolf op te nemen. De roze kleur was geen kenmerk van homoseksuele geaardheid, maar stond voor een hip, elitair tintje, vergelijkbaar met de ‘fine-fleur‘ of ‘the very pink in the mode’.

Tot de groep traden andere dichters toe, bijvoorbeeld Paul Snoek en Hugues C. Pernath. De Pink Poets was een initiatief van de twee dichters. Toen ze er weinig meer in zagen ontbonden ze de club na tien jaar met een eenvoudige persmededeling. Conrad zag zichzelf als dandy stadsdichter, verbonden door een maniëristische, of decadentistische visie op het kunstenaarschap. De gedichten van Conrad van de jaren zestig bestaan uit fragmenten van beelden, geconcentreerd als de aanslag van pianotonen, een kort impromptu, elegische schetsen van een gestileerde erotiek, met fin de siècle bedwelming.

Zijn werk werd vertaald naar onder andere het Engels, het Frans en het Duits. Conrad debuteerde in 1963 met de bundel ‘Cezar en Jezabel’ waarna nog 20 bundels zouden volgen. In 2023 kwam zijn laatste bundel uit getiteld ‘De zwarte zangen’. In het jaar daarvoor de bundel ‘Oude, koude nachten’ memoires in 100 gedichten. Uit deze bundel nam ik het gedicht ‘V/9’.

.

V/9

.

Hij was het oog dat naar de wereld keek,

als naar een landstreek die langsloopt.

Dan naar jou en dan,

als naar een parodie van zichzelf,

naar zichzelf.

.

Zijn takken raken de grond,

zijn schors scheurt en splijt

en uit de barsten in zijn huid van hout

vloeit traag als uit een jonge wonde

het hars van zijn hart.

.

Inkeer vouwt hem dicht als een oude krant

en woorden schieten tekort

om te beschrijven hoezeer hij haar mist

zodra ze beneden op straat de mist ingaat.

.