Site-archief
Binair Non-Binair
Thorn de Vries
.
Soms is het voor mij ingewikkeld om te bepalen of ik iets poëzie vind of niet. Prozagedichten zijn zeer populair en sommige ‘dichtbundels’ lezen meer als een roman of een set verhalen. In het geval van de bundel ‘Schillen’ van Thorn de Vries twijfel ik. Op Hebban lees ik in een review van deze bundel een zin waar ik me wel in kan vinden: Gedachten en fragmenten die qua opmaak en soms qua vorm richting poëzie gaan. Voor mijn boekhandel was het blijkbaar genoeg reden om de bundel bij de poëziecollectie te leggen.
Thorn de Vries (die/diens, 1995) is schrijver, acteur, filmmaker, activist en dragking en onder andere bekend van de film ANNE+, SpangaS I en Flikken Maastricht. Hoe kun je weten hoe het is om mens te zijn als je alleen maar bezig bent met hoe de mens hoort te zijn? Thorn de Vries probeert in deze bundel daar een antwoord op te geven. In het jaar dat ‘genderneutraal’ verkozen werd tot irritantste woord kwam Thorn de Vries uit de kast. Wie ben je als iedereen een mening heeft over wie je zou moeten zijn? Hoeveel lagen verhullen en verbergen de essentie van je zijn?
In een tijd waarin de genderdiscussie door al het populistische geweld onder druk staat, is een bundel als deze, voor een ieder die met zijn/haar/diens identiteit worstelt een lichtpuntje. Uit deze bundel nam ik het onderstaande gedicht (?) getiteld ‘Binair Non-Binair’.
.
Binair Non Binair
.
Ik vind het een compliment als mensen denken dat ik
een man ben.
Zolang ze me maar niets als vrouw zien.
Ik wil niet herinnerd worden aan het meisje dat ik ooit
was.
Dacht te zijn.
Leek te worden.
Maar toch niet werd.
.
Zolang ze me maar niet als vrouw zien.
.
Hoe is het in godsnaam mogelijk dat mijn transitie naar
non-binair zo verschrikkelijk binair is geworden?
Het is voor mij wel heel erg dat een of dat ander
en dus absoluut niet datgeen wat ik vroeger was.
.
Hoop
Esther Jansma
.
Afgelopen januari overleed, op de dag dat ik jarig was, schrijver, dichter en academicus (archeologe) Esther Jansma (1958-2025). Ik herinner me dat ik toen dacht dat ik nog een keer over haar wilde schrijven maar door alle drukte was het er toen nog niet van gekomen. Esther Jansma was een vaak gedecoreerd dichter, zo won ze de VSB Poëzieprijs (1999), de Hugues C. Pernath-prijs (2001), de A. Roland Holst-Penning (2006 voor haar gehele oeuvre), de Jan Campert-prijs (2006) en de C.C.S. Crone-prijs (2014 ook voor haar gehele oeuvre). Daarnaast werd ze in 2024 benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Jansma debuteerde in 1988 met de bundel ‘Stem onder mijn bed’ waarna nog 14 bundels zouden volgen alsmede een roman (onder andere een samen met Wiljan van den Akker haar levenspartner) en een essaybundel. In haar werk komen thema’s als de dood, steen (haar ouders waren beide beeldhouwers), een ongelukkige jeugd met armoe en mishandeling voor.
In 2024 verscheen haar laatste bundel ‘We moeten ‘misschien’ blijven denken’ waarin Jansma thema’s behandelt als de (on)eindigheid van het bestaan. Centraal staat het afscheid nemen van het vanzelfsprekende: gezondheid, toekomst, leven. Uit deze bundel nam ik het gedicht ‘Hoop’, een gedicht dat dichtbij het ‘misschien’ komt uit de titel van deze bundel.
.
Hoop
.
Iemand plant een Bougainville dat wil zeggen
iets tot kinderkniehoogte met een manshoge
kleurfonteinschaduw genaamd: mogelijk later
.
en het groeit tot kinderheuphoogte en sterft al
en het jaar daarop weer en het jaar daarop weer.
Iemand denkt: ik handel uit hoop, ik leer het nooit
.
dit voorjaar plant ik weer een Bougainville
deze winter vind ik weer een klein skelet
of is het dit: iedereen handelt uit verlangen
.
laten we bloemenstruiken blijven planten, kijk
in ons hoofd wiegen ze in de subtropische zeewind
in ons hoofd waar het warm is, vroeger of later.
.
Nog lang niet halverwege
Wout Waanders
.
Dichter, schrijver en performer Wout Waanders (1989) is heel actief. Niet alleen met zijn Literaire Boyband (die hij samen met Laurens van de Linde, Jelko Arts, Martin Rombouts en Koen Frijns vormt) maar ook door de publicatie van zijn nieuwe dichtbundel ‘We zijn nog lang niet halverwege’.
Voor het collegejaar 2008/2009 werd hij benoemd tot campusdichter toen hij studeerde aan de Radbout universiteit in Nijmegen. Hij was hoofdredacteur van literaire tijdschrift Op Ruwe Planken en won in 2012 de prestigieuze Poëzieprijs van de Stad Oostende. In 2015 publiceerde hij bij productiehuis Wintertuin het chapbook ‘Olifantopia’.
In 2020 debuteerde Wout als dichter met zijn bundel ‘Parkplan’, waar hij in 2021 de C. Buddingh’ prijs voor ontving, en in 2022 verschenen gedichten van hem in MUGzine #13. In 2023 werd hij als dichter en alumnus / artist in residence door de Radbout universiteit gevraagd om uit 100 proefschriften die in de afgelopen 100 jaar zijn verschenen (uit elk jaar dat de universiteit bestaat 1 proefschrift), poëtische zinnen of ideeën te halen en daar 10 nieuwe gedichten van te maken.
En nu is er dus een nieuwe dichtbundel van zijn hand verschenen. De bundel ‘We zijn nog lang niet halverwege’ is volgens de uitgever: “Een bundel in het schemergebied tussen poëzie en fantasy, waar verdriet de vleugels heeft van een fabeldier en de zon een pinguïn is. Voor iedereen die ervan houdt soms te ontsnappen naar een wereld waar dieren kunnen praten, en waar je je zorgen als luchtballonnen op kan laten. Een bundel over reizen, maar vooral over reiken, naar anderen, want je verhouden tot een ander is een uitstapje op zichzelf.”
Ik ben benieuwd. Als voorproefje alvast het gedicht ‘Op reis’ dat ik al bladerend koos, gewoon omdat ik net op reis ben geweest.
.
Op reis
.
Vrienden van me hebben nieuwe fietsen gekocht.
Ze willen ermee naar India. En mijn buurman
vertrekt binnenkort naar de Noordpool, hij zegt
blijf niet te lang hangen, niet op dezelfde plek.
.
Maar later raak ik met een meisje in gesprek
voor het stoplicht aan de Jacobslaan, amper twee straten
bij mij vandaan. Pas bij groen vraag ik het aan haar,
.
waar ik dan heen moet gaan, welk
eiland verafgelegen. Ze lacht eerst even, en gaat dan
op de trappers staan, terwijl ze zegt: ontmoeten
is een machtige vorm van bewegen.
.
MUG 26 is uit!
Lies Van Gasse
.
De nieuwe MUGzine is er. Met gedichten van Rien Vroegindeweij (1944), Juan Heinsohn Huala (1958) en Eric Vandenwyngaerden (1955) en bijzondere illustraties van dichter/illustrator Lies Van Gasse (1983). Omdat we een nieuw jaar ingaan heeft ontwerper Bart een nieuwe lijn van omslagen ontworpen. De @L.uule is uiteraard gebleven net als het voorwoord van Marianne en ook dit keer de categorie ‘Muggenbeten’ met ‘stekelige uitspraken over poëzie van alle tijden.
Uiteraard is de nieuwe editie van MUGzine gratis terug te lezen op de website, maar zoals je waarschijnlijk weet brengen we hem ook uit op papier. Op A6 formaat in full color, echt iets voorn de ware poëzieliefhebber. Wil je nu ook 5 keer per jaar elke nieuwe MUGzine op papier in je brievenbus terug vinden, word dan donateur. Voor maar € 20,- (iets meer mag uiteraard altijd) sturen we je dan een jaar lang elke nieuwe uitgave automatisch toe én je krijgt altijd iets extra (ansichtkaart, special, GUMzine) bij een jaardonatie. Donateur worden? Mail dan naar mugazines@yahoo.com en we sturen je het eerste nummer en de Luule special toe.
Terug naar de Vlaamse Lies Van Gasse. Ze stond al in de jubileumeditie (#25) met haar poëzie mar nu uit haar bundel ‘Wassende stad’ uit 2017 een gedicht zonder titel.
.
Een menigte danst met televisiehanden.
Eén is onzichtbaar terwijl ze in de kantlijn schrijft:
een zich ontrollende lijn, als een klosje zilverdraad
over onze witte, inwisselbare gezichten
en hoe die kleurig oplichten in het duister.
Twaalf uur later ligt een man aan het station.
zijn hoofd blinkt als een ei in de zon, en dan
iets met een elleboog, geknakt, trillende ogen
en een vloed uit mond en neus,
een roterend licht,
gele mannen met blauwe handschoenen en wij,
die niet-begrijpend wegfietsen naar verte.
.
Dof
Stella Bergsma
Ik las afgelopen zaterdag een artikel over de situatie in de wereld, de Verenigde Staten en welke onwaarschijnlijk gevaarlijke ontwikkelingen daar plaats vinden. De schrijver (ben even vergeten op te schrijven van wie het was en waar ik het las, het was een Amerikaans artikel op een nieuwswebsite) sprak van een doffe situatie. Dat zij daar een gevoel van numbness van kreeg (gevoelloosheid dat ik lees als dofheid).
Ik was het artikel al bijna vergeten totdat ik in de bundel ‘Meesterwerk voor de prullenbak’ uit 2023 van dichter, opiniemaker, schrijver en zangeres Stella Bergsma (1970) aan het lezen was. Toen ik het gedicht ‘Dof’ las moest ik meteen weer aan dit artikel denken. Daarom uit deze bundel dit gedicht.
Dof
.
En terwijl
de tijd overal in hakt en bijt
rest een nacht die weekt in spijt
maar dat is glijverwrongen
zoetverdriet van suikergoed
dat smelt met tranene hoongelach
erger
veel erger is
wat dof blijft hangen
in de dag.
.
Laatste dag
Charles Bukowski
.
Ook in de vakantie mag een gedicht van de Amerikaanse dichter Charles Bukowski (1920-1994) natuurlijk niet ontbreken. Uit de bundel ‘Burning in Water, Drowning in Flame: Selected Poems 1955-1973’ uit 1996 het gedicht ‘the trash men’.
Dit was de laatste dag van mijn vakantie. Ik wil Marianne heel hartelijk bedanken voor haar inspirerende gastblogs van de afgelopen week. Ik denk zeker voor herhaling vatbaar.
the trash men
.
Sholez Rezazadeh
Gedondernis in oorverdovende veelvouden
Alles begint met een verlangen, dat ondervond ook Arita Baaijens, ontdekkingsreiziger en bioloog. In gesprek met Lex Bohlmeijer voor de Correspondent vertelt Arita over haar behoefte om te verdwijnen in een landschap dat zo veel groter is dan wijzelf. Het gaat over de aantrekkingskracht van de woestijn en de kanteling van perspectief die contact met andere volkeren geeft. Ze moest “een nieuwe taal leren spreken”, woorden vinden voor ervaringen die te groot zijn om te beschrijven. En daar komt de poëzie om de hoek kijken. Ze komt in contact met Tivon Rice, die een taalmodel had gekoppeld aan gezichtsherkenning. Ze gaf een foto van een landschap en dan kwamen er commentaren van een filosoof, een wetenschapper en een dichter, drie zienswijzen op hetzelfde landschap. De wetenschapper en de filosoof, daar kon ze weinig mee, maar de dichter, “die begreep ik volkomen.”
Het zet haar aan tot het trainen van een algoritme dat kan spreken namens de zee, AI-Zee. Met door elkaar gehusselde zinnen, woordvondsten die de taal ‘herwilderen’ om de natuur erin te laten doorklinken. De zee spreekt: “Nattigheid en pulserend leven. Gedondernis in oorverdovende veelvouden. Verhef je stem voor de Atlantische steur (…). Het is Nederlands, maar er zit iets ondeugends in.”
Met dit taalalgoritme laat ze schrijvers experimenteren. Een van hen is Sholeh Rezazadeh. Hieronder haar gedicht, geïnspireerd door Al-Zee:
.
Zeewaarheden
.
Gedurende een storm in de koude winternacht
een lijn van verlangen onder de lange golven
golven die vertrekken, golven die blijven, golven die gillen, golven die zwijgen
met een koffer vol de zeedroom
als de hoofd van een waterdruppel
licht
met een brandende kaars daarin
als de zon op de top van een berg
reizend
naar een zon geveild in de ochtendtijden
naar het samenstralen
‘neem ruim’ zei de zee
haar natte armen wijd open
als het leven voorbij is
heb je dan onze oude zwijgen
onze zelfdruppel met mysterieuze zeewaarheden
die in het kloppende hart van elke golf
klopt
tegen de borst van de strandrotsen.
Het gedicht is onderdeel van de serie Taal voor de toekomst in De Groene Amsterdammer https://www.groene.nl/lijsten/taal-voor-de-toekomst
Dag 13
Federico Garciá Lorca
Qasida van de liggende vrouw
.
Ode aan het brood
Een tuin vol brood en poëzie
.
De ochtend strekt zich voor me uit als een onbeschreven bladzijde, er hangt lente in de lucht! Ik heb m’n plannen afgezegd en een stapel boeken opzij gelegd, ruim baan voor de zon en het woekerend gras.
Ik verkies om niets te doen. Terwijl een querulerende mussenbende hun territoriumdriften botviert op de dorre beukenhaag waar weldra olla vogala hun nestas zullen bouwen, duik ik met m’n neus in de poëzie. Al snel komen er twee jongens hongerig naar beneden voor een boterham. Zo zitten we samen in de tuin, met brood en poëzie.
Er was een tijd dat ik graag de tango hoorde, in het bijzonder de uitvoeringen die Gotan Project daarvan maakte, Argentijnse tango van Astor Piazolla gemixt met samples, ingetogen beats, jazzy elementen en sferen uit de achterstraten van Buenos Aires en Parijs. Luisterend naar het nummer Diferente, uit 2006, hoorde ik de regels
.
En el mundo habrá un lugar
Para cada despertar
Un jardín de pan y de poesía
.
Een tuin van brood en poëzie. Werkelijk? Of had ik het verkeerd begrepen? Dit gegeven was genoeg om op surftocht te gaan. Het bracht me bij vertalingen, dichters en filosofen, bij een podcast en bij pan & poesía, een culinair-cultureel festival dat plaatsvond in Spanje in 2022 waar dichters en broodbakkers. Pablo Neruda bracht een ode aan het brood: Oda al Pan. Het blijkt toch niet zo’n gekke combinatie. Het graan en de taal staan voor ambachten die zo oud zijn als de mensheid: het zaaien-oogsten-kneden en bakken van brood, en het proces van poëtische creatie. Brood en poëzie zijn er om te delen.
Voor de liefhebber hieronder de Spaanse songtekst (te mooi om te vertalen) en een linkje naar de muziek.
.
un jardin de pan y de poesia
,
En el mundo habrá un lugar
para cada despertar
un jardín de pan y de poesía
Porque puestos a soñar
fácil es imaginar
esta humanidad en harmonía
Vibra mi mente al pensar
en la posibilidad
de encontrar un rumbo diferente
Para abrir de par en par
los cuadernos del amor
del gauchaje y de toda la gente
Qué bueno che , qué lindo es
reírnos como hermanos
Porqué esperar para cambiar
de murga y de compás.
.
– “Diferente” Gotan Project
.
Dit is het zevende gastblog van Marianne Hermans
.

















