Site-archief

Liefde

Aad van Stolk en M.C. Escher

.

In het Escher museum in het voormalig paleis van koningin Emma aan het Lange Voorhout in Den Haag, kwam ik een boekje tegen met daarin gedichten van Aad van Stolk (1883-1926) die zij samen uitgaven. Het betreft hier het boekje ‘Flor de Pascua’ (Paasbloem) met 19 houtsneden van Maurits Cornelis Escher (1898-1972) en gedichten dus van Aad van Stolk die naast arts ook beheerder was van de kunstcollectie van zijn grootvader, het museum van Stolk in Haarlem. Het boekje werd gepubliceerd in 1921.  De vrouw van Aad, Jonkvrouwe Sophie van der Does  de Willebois (1883-1961) ontwierp het omslag. Van dit boekje werden 222 exemplaren gedrukt.

Een van de gedichten is getiteld ‘Liefde’ en Escher heeft hierbij een prachtige houtsnede gemakt van een moeder die haar kind de borst geeft, waarschijnlijk zijn dit Fietje (zoals Sophie genoemd werd) en haar zoon Jan. De compositie heeft Escher niet zelf bedacht maar afgekeken van zijn leermeester Samuel Jessurun de Mesquita (1868-1944). De tentoonstelling van beiden (Escher en de Mesquita) is nog tot 1 oktober te bekijken in het Escher museum.

.

  Muse: R.M.M.V.S.

“Liefde”

.

Ik heb een meisje gezien,

Dat was vergeten

Haar talrijk kroost;

Geen spoor meer van een huwelijksketen;

Zij zocht geen troost…

Zij làchte uit haar blank geweten

Dat nimmer was besmet misschien…

.

Maar van haar vorige verblijven

In deze stof,

Bleef slechts d’essentie in haar ziel beklijven;

Den dood zij lof!

.

Die slaakte alle “toebehooren”

En ’t kindje pas herboren

Was aan ’t bekoren.

.

 

 

 

 

Ik ben met haar naar zee geweest

Koenraad Goudeseune

.

Van de Vlaamse dichter Koenraad Goudeseune (1965-2020) is in 2022 de bundel ‘Nagelaten gedichten’ verschenen. Goudeseune was ongeneeslijk ziek en koos voor euthanasie in plaats van een chemobehandeling die hem weinig kans op genezing bood. In de laatste fase van zijn leven schreef hij een reeks afscheidsgedichten. Twee jaar na zijn dood is van hem deze bundel uitgegeven. Op de website van Meander is een recensie verschenen van Herbert Mouwen die de moeite waard is te lezen.

Lezende in deze bundel bleef mijn oog hangen bij het gedicht ‘Ik ben met haar naar zee geweest’, een bijzonder mooi liefdesgedicht waar ik, wonend op een paar minuten lopen van zee, veel in herken.

.

Ik ben met haar naar zee geweest

.

Ik ben met haar naar zee geweest, ik moest haar laten zien

wat ik, als ik in mijn eentje ben en aan haar denk, gedurig zie.

Oog in oog met wat mijn hart te boven gaat, hoopte ik er rust

te vinden, soelaas, de oorzaak, een nieuw begin dat ik alleen

.

met haar zou kunnen delen. Maar zij was nog mooier daar.

Gezegd kreeg ik van dit alles niets en nu ik weer alleen ben

en alleen kan denken aan wat ik zeggen wilde, zie ik haar

opnieuw, de wind maakt haar zomers kleedje dartel, op blote

.

voeten zet zij de stappen die ik zet, een zelfde levend wezen,

enkel door biologie gescheiden en, naar Plato’s leer, op zoek.

Was het mij maar één keer gegeven niet te zitten schrijven

.

over wat onmogelijk kan hersteld of nog eens komen – vrede

had ik met het leven en onuitstaanbaar vond ik alles wat

poëzie wil zijn. Ik zou haar noemen, zonder woorden, mijn.

.

Herinner

Christina Rossetti

.

Ik schreef al eerder over de Engelse dichter Christina Rossetti (1830-1894) en haar broer Dante Gabriël Rossetti  en deelde het gedicht ‘Lied’ van Christina Rossetti dat over de dood gaat. Ik moest hieraan denken toen ik in de bundel ‘The Nation’s Favourite Poems of Journeys’ uit 2000 het gedicht ‘Remember las. Hoewel dit de editie is die over reizen gaat (en vrijwel alle door de Engelse bevolking gekozen gedichten gaan over reizen) gaat het gedicht van Rossetti eigenlijk over de dood, in zekere zin ook een reis maar anders ingevuld.

Het gedicht ‘Remember’ schreef Rossetti in 1849 op 19 jarige leeftijd maar werd pas gepubliceerd in 1862 in haar debuutbundel ‘Goblin Market and Other Poems’. Kort samengevat vraagt de dichter de geadresseerde van het gedicht zich haar te herinneren nadat ze is overleden. (De geadresseerde is vermoedelijk haar minnaar, aangezien ze samen een ‘toekomst’ hadden ‘gepland’.) Maar wat het gedicht een wending geeft, is de afsluitende gedachte dat het voor haar geliefde beter zou zijn haar te vergeten en gelukkig te zijn, dan om haar te herinneren als dat verdrietig maakt. Het is dit tweede deel van het van het gedicht dat ervoor zorgt dat het niet verwordt tot een sentimeneel gedicht. In dat opzicht is ‘Remember’ vergelijkbaar met Rossetti’s eerdere gedicht ‘Song’ (‘When I am dead, my dearest’), ook geschreven toen ze nog een tiener was. Ook in dat gedicht smeekt Rossetti iemand om geen droevig lied te zingen voor haar als ze sterft, en zegt dat het niet uitmaakt of haar minnaar haar herinnert of vergeet.

.

Remember

.

Remember me when I am gone away,
         Gone far away into the silent land;
         When you can no more hold me by the hand,
Nor I half turn to go yet turning stay.
Remember me when no more day by day
         You tell me of our future that you plann’d:
         Only remember me; you understand
It will be late to counsel then or pray.
Yet if you should forget me for a while
         And afterwards remember, do not grieve:
         For if the darkness and corruption leave
         A vestige of the thoughts that once I had,
Better by far you should forget and smile
         Than that you should remember and be sad.
.

Liefdesgedicht

Zij

.

De liefde is vaak onderwerp van poëzie. Liefdesgedichten kunnen altijd. Dus ook vandaag, hoeveel reden heeft een mens nodig. Sommige liefdesgedichten zijn lang en andere zijn kort en krachtig, hebben een licht erotische ondertoon of zijn opsommend van aard. Hoe dan ook, vandaag verdient een liefdesgedicht, in dit geval van mijn hand, en gewoon recht toe recht aan.

 

Zij

,

Lees je mij, dan lees

ik jou, of

 

luister je mij, schrijf je mij

dan ben je mij, of

 

ben je van mij, bij mij,

meer bij mij dan

 

je op dit moment kan zijn,

blij mij, verblij mij.

.

 

 

Nog nooit verliefd geweest

Ans Wortel

.

Beeldend kunstenaar, dichter en schrijver Ans Wortel (1929-1996). Zij heeft diverse dichtbundels geschreven waarin haar beeldende kunst en poëtische teksten samenkomen. Ze debuteerde in 1959 met een gedichtenbundel in eigen beheer zonder titel. Ans Wortel is vooral bekend als beeldend kunstenaar. Ze maakte in haar lange kunstenaarsleven voornamelijk olieverfschilderijen, gouaches en tekeningen. Haar werk beslaat een periode van meer dan 50 jaar. Als autodidact begon ze vanuit de traditionele schilderkunst langzaam naar een eigen vorm te zoeken dat ‘abstract figuratief’ genoemd kan worden.

Uiteindelijk heeft ze echter ook een aantal dichtbundels uitgegeven waaronder de bundel ‘Voor ons de reizende vlezen rots’ uit 1970 die verscheen bij uitgeverij De Bezige Bij. Uit deze bundel komt het liefdesgedicht ‘I’ve never been in love before’ like Chet Baker sings…’.

.

‘I’ve never been in love before’ like Chet Baker sings…

.

ik was nooit zo verliefd

dat mijn hart

mijn hoofd de baas werd…

nooit kon hij zover

beslag op me leggen

dat er geen ‘ik zijn’ meer overbleef…

.

voor hem wijzigde ik m’n dagindeling

voor hem veranderde ik m’n standpunt

wat ik geloof,

geloofde ik bij hem niet meer

ik hield rekening met zijn wensen

aangaande eten en vrijen en slapen…

.

nooit ben ik hèm

is hij mij geworden

.

ook nú zal ik ’t ‘wij’ niet halen

maar zo verliefd als nu,

was ik niet eerder…

.

Naar de pomp

Lévi Weemoedt

.

Dat de light verse dichter Lévi Weemoedt (1948) goed is in grappige verzen, al dan niet voorzien van een dubbele bodem of lichte maatschappijkritiek, dat is denk ik wel bekend. Maar dat hij ook gevoelige liefdesverzen schrijft is misschien minder breed bekend. In de bundel ‘Gezondheid!’ die gepubliceerd werd in 2019 staat het liefdesgedicht ‘Naar de pomp’ waarin Weemoedt zijn (jeugd)verliefdheid op Sandra Bak beschrijft. Of deze Sandra Bak echt is of een fictief persoon doet er eigenlijk niet toe, het is een mooi liefdesgedicht.

.

Naar de pomp

.

Blond haar en een roodzwart ketelpak:

o, Sandra met die slang die zij in je stak!

Daar spoot zij benzine mee bij je naar binnen.

Dat werkte zó prikkelend op onze zinnen.,

.

dat het één na het andere jongenshart brak

bij dat Texaco-station. Van Sandra Bak.

Waar is zij gebleven? Waar ging zij heen?

Stapte zij in een auto? Bleef zij alleen?

.

Ze maakte op ’t laatst nog je voorruit schoon

en lachte dan naar je. Niets was meer gewoon

.

als je sling’rend van liefde de rijksweg opreed

richting een doel dat er niet meer toe deed.

.

Heks heks

Jan Elburg

.

Liefdesgedichten kom je in vele vormen tegen. Er zijn de hoofse, romantische liefdesgedichten, de meer expliciete, de rauwe liefdesverklaringen, fysieke liefdesgedichten maar ook de liefdesgedichten die gaan over voorbije liefdes, pijnlijke liefdes en de melancholische liefdes. Liefde is net het leven zelf.

Jan Elburg (1919-1992) ook bekend als Jan G. Elburg was een dichter en beeldend kunstenaar, die tot de Vijftigers wordt gerekend. Als beeldend kunstenaar was hij actief als graficus, schilder, tekenaar, beeldhouwer en collagist, en was jaren docent aan de Rietveld Academie. Hij debuteerde in 1943 met de bundel ‘Serenade voor Lena’ waarna nog vele bundels zouden volgen. Zoals de bundel ‘De vlag van de werkelijkheid’ uit 1956. In deze bundel is het ietwat vreemde maar bijzondere liefdesgedicht ‘Heks heks’ opgenomen.

.

Heks heks

.

Tover jij?

je leeft zo eenvoudig

als duizenden anderen

binnen een tent van frans katoen

met je borsten in twee kleine voorkamers

binnen een huisje van dunne kleren

zo klein zo klein

dat je benen de straat op moeten

.

je droomt zo bescheiden in je ogen

je werkt zo eenvoudig met je schouders

als duizend en een vrouwen

waarom moet mijn stem dan buigen

of een prinses voorbijkomt?

.

ik geef mij over

er komt een onmetelijke

vredige vluchtvloot over

.

bekèn het maar je

(heks heks)

doet het, nietwaar,

toveren.

.

Zondag op maandag

Dubbelgedicht

.

Voor wie dacht dat het plaatsen van een liefdesgedicht daags na Valentijnsdag een vergissing was, die wil ik graag uit de droom helpen. Want vandaag, op maandag een gedicht over de zondag. Een dubbel-gedicht met twee gedichten over de zondag.

Het eerste gedicht, getiteld ‘Zondag’, is van Remco Campert (1929-2022) en komt uit zijn bundel ‘Bij hoog en bij laag’ uit 1959.

Het tweede gedicht getiteld ‘Zondagmiddag’ is van de Rotterdamse dichter Ellen Warmond (1930-2011) en komt uit de bundel ‘Mens: een inventaris’ uit 1969.

.

Zondag

.

Zondag had ik me voorgesteld

in de hangmat door te brengen

tussen de stevige stammen van de bomen

dicht boven de aarde

en van de hemel ver genoeg verwijderd

om me een mens op zijn plaats te voelen.

.

Maar het regende.

.

Zondagmiddag

.

De dag is zonder perspectief

in platte huizen schuiven

uit dun papier geknipte poppen

heen en weer langs de ramen

vlak zonlicht staat als

een kamerscherm tussen hen in

.

bij mij

is alles van zijn plaats geschoven

de mensen lopen met gesloten ogen

voorbij.

.

Je rug

Rutger Kopland

.

Of ik niet aan Valentijnsdag doe op dit blog? Jawel hoor maar eigenlijk zelden op 14 februari. Dichten over de liefde kan en mag altijd. Dus ook daags na Valentijnsdag. Zoals Rutger Kopland (1934-2012) in zijn gedicht ‘Je rug’ uit de bundel ‘Geluk is gevaarlijk’ een keuze uit de gedichten, uit 1999. Oorspronkelijk verscheen dit gedicht in de bundel ‘Geduldig gereedschap’ uit 1993.

.

Je rug

.

Tot ik je rug zag – alsof je iets wilde met mij

.

daarom streelde ik met mijn ogen je rug
ach, hoe lang al kende ik die

 

ik wilde het niet denken deze gemeenplaats
maar het waren mijn ogen die dachten
alles in ons is geschiedenis alles

 

er moet zelfs een tijd zijn geweest waarin wij
nog niet eens bestonden, zo lang al

 

ik wilde je rug strelen zonder mijzelf te zoeken
onder je huis en ook jou zocht ik daar niet
wij zijn daar onvindbaar

 

liefde is een woord voor iets anders
dan ik zocht, niet de liefde heeft ons gemaakt

 

wij zijn gemaakt met onverschillig aandachtig
geduldig gereedschap, hetzelfde
dat ons weer afbreekt

 

we kennen de zwijgende anatomische prenten
die laten zien hoe het is

 

de witte wervels en ribben en schouderbladen
de witte weerloze krekel
waarmee het begint en ophoudt

 

daarom streelde ik met mijn ogen je rug

.

Liefde is het enige

Herinnering

.

In 1985 verscheen de bloemlezing over de liefde ‘Liefde is het enige’, De honderd mooiste liefdesgedichten na 1945. In deze bundel samengesteld door Kees Winkler, veel bekende dichters maar toch ook aandacht voor minder bekende dichters. De liefde wordt in vele gedichten bezongen, de hoofse liefde, de lichamelijke liefde, de onbereikbare liefde maar ook liefde die je misschien niet meteen verwacht. Zoals in het gedicht ‘Herinnering’ van de Rotterdamse dichter Rien Vroegindeweij (1944) dat gepubliceerd werd in de dichtbundel ‘Een vliegtuig van beton’ uit 1973. Het gedicht over een ontmaagding is het enige gedicht over dit onderwerp dat ik ken.

.

Herinnering

.

Jij was bij een oefening van het Rode Kuis

Gewonde en ik zag je eerste hulpeloze blikken

Bracht ik jou of mezelf toen aan het schrikken

Want we waren jong en mooi en ontzettend kuis

.

Ik droeg je in mijn armen. Dichtbij het huis

Voelde ik je kleine borsten, warm en teder

In het veld legde ik je zachtjes neder

Op een bed van bladeren en opende je kruis

.

Het was voor ons beiden de eerste keer

’t Ging een beetje moeilijk en zonder genot

Sterren zag ik, heel laag bij de grond

.

Vogels vlogen over. De oefening was meer

Dan een oefening. ’t Was een komplot

Er vloeide bloed en jij was echt gewond

.