Categorie archief: spoken word

De beste poëzie, slamdichters en rapteksten

André Sollie

.

Op nieuw kocht ik voor een habbekrats een verzamelwerkje uit de Rainbow pockets; Dit keer ‘Dicht! De beste Poëzie, Slamdichters en Rapteksten’. uit 2009. Samengesteld door Henk van Zuiden. Op zichzelf is de combinatie van slampoëzie, rapteksten en poëzie (en wat mij betreft aangevuld met Spoken Word) een heel logische, het zijn eigenlijk allemaal loten aan dezelfde stam van deze hoek van de literatuur, waarbij ik de poëzie dat leidend vind. Slampoëzie is vooral een manier van voordracht en eigenlijk zijn Rapteksten dat ook, maar dan veelal rijmend en daarbij worden de grenzen van het rijm behoorlijk opgerekt, en Spoken Word is eigenlijk meer een vorm van voordracht die niet perse poëzie is, het is eigenlijk een mengvorm van proza en poëzie is en vooral draait om storytelling.

Bijzonder dus dat er een bundeling van zoveel verschillende soorten van uitdrukking (laten we het zo maar even noemen) is samengesteld. De tekst op de achterkant van de bundel biedt uitkomst. Henk van Zuiden verzamelde gedichten en teksten die geschikt zijn voor iedereen – maar toch vooral voor jongeren werden gekozen. Aan de inhoud, de verschillende dichters en rappers in de bundel, kun je zien dat die inderdaad sterk op jongeren leunt. Zo is er werk van Huub van der Lubbe, Brainpower, Ali B. (toen dat nog kon), Lange Frans (voordat ie volledig doordraaide) en Yes-R opgenomen maar grappig genoeg ook werk van Alexander Pola (1914-1992), Ida Vos (1931-2006) en Jana Beranová (1932). Maar ook namen die je juist verwacht; Upperfloor, Gijs ter Haar, Daniël Dee, Bart FM Droog, Ruben van Gogh en Jeroen Naaktgeboren.

Maar ook een naam die ik niet kende namelijk André Sollie (1947-2025) was een Vlaams auteur en illustrator van kinder- en jeugdboeken en dichtbundels (er zijn ook een paar dichters van jeugdpoëzie opgenomen als Ted van Lieshout en Edward van de Vendel). Sollie debuteerde in 1986 met zijn eerste dichtbundel voor de jeugd ‘Soms, dan heb ik flink de pest in’, gevolgd in 1991 door ‘Zeg maar niks’ en in 1997 de autobiografische dichtbundel ‘Het ijzelt in juni’. In 2008 verscheen een dichtbundel voor jonge kinderen ‘Altijd heb ik wat te vieren’. Van Sollie koos ik het gedicht uit ‘Altijd heb ik wat te vieren’ getiteld ‘Toen’.

.

Toen

.

Vroeger vond ik alles leuker.

Toen mijn penvriend me nog schreef,

ik nog niet op internaat was.

Veilig bij mijn ouders bleef.

.

Toen mijn cavia nog leefde,

ik mijn blindedarm nog had.

Hoefde ik nog niet die beugel.

Woonden we nog in de stad.

.

Poes was nog niet weggelopen

en ik had nog geen acne.

En mijn pa nog geen verkering

met die slet uit Merendree.

.

Kortom. álles was toen beter;

elke zondag krentenbrood.

Was mijn fiets nog niet gestolen.

En mijn moeder nog niet dood.

.

28 jaar later

Poëzie in Zombiefilm

.

Ik schrijf al vele jaren over poëzie en heb een voorkeur voor momenten en plekken waar je poëzie tegenkomt waar je het niet verwacht. Dat kan werkelijk overal zijn, daar ben ik inmiddels wel achter. En toch word ook ik soms nog verrast.

Zo las ik in een recensie van de Zombiefilm ’28 years later’ een vervolg op de zombieklassieker ’28 days later’ van regisseur Danny Boyle uit 2002, een passage over het gebruik van het anti-oorlogsgedicht ‘Boots’ van Rudyard Kipling uit 1903, uit de bundel ‘The Five Nations’ in deze nieuwe film. Het gedicht verbeeldt de repetitieve gedachten van een infanterist van het Britse leger die tijdens de Tweede Boerenoorlog door Zuid-Afrika marcheert.

Kipling (1865-1936) is een beroemde Engelse dichter en schrijver (van bijvoorbeeld The Jungle Book) die als eerste Brit in 1907 de Nobelprijs voor de Literatuur kreeg. Zijn gedicht ‘If’  (1910) werd in 1995 door de Engelsen verkozen tot hun favoriete Engelse gedicht. Een ander beroemd gedicht van hem is ‘The white man’s burden’ uit 1899.

Maar terug naar de film ’28 years later’. Volgens de recensent werd de eerste spokenword opname in 1915 opgenomen en is deze opname verder uitgewerkt tot ‘een onder de huid kruipend nachtmerriemantra. Boots-boots-boots-boots moving up and down again.’

Toen ik dit las ben ik uiteraard meteen op zoek gegaan naar dit gedicht. Hieronder kun je het gedicht lezen en naar de opname uit 1915 luisteren.

.

Boots 

We’re foot—slog—slog—slog—sloggin’ over Africa! Foot—foot—foot—foot—sloggin’ over Africa(Boots—boots—boots—boots—movin’ up and down again!) There’s no discharge in the war!

 

Seven—six—eleven—five—nine-an’-twenty mile to-dayFour—eleven—seventeen—thirty-two the day before(Boots—boots—boots—boots—movin’ up and down again!) There’s no discharge in the war!

 

Don’t—don’t—don’t—don’t—look at what’s in front of you. (Boots—boots—boots—boots—movin’ up an’ down again!) Men—men—men—men—men go mad with watchin’ ‘em, There’s no discharge in the war!

 

Try—try—try—try—to think o’ something differentOh—my—God—keep—me from goin’ lunatic! (Boots—boots—boots—boots—movin’ up an’ down again!) There’s no discharge in the war!

 

Count—count—count—count—the bullets in the bandoliers. If—your—eyes—drop—they will get atop o’ you (Boots—boots—boots—boots—movin’ up and down again!) There’s no discharge in the war!

 

We—can—stick—out—’unger, thirst, an’ weariness, But—not—not—not—not the chronic sight of ‘emBoots—boots—boots—boots—movin’ up an’ down again! An’ there’s no discharge in the war!

 

‘Tain’t—so—bad—by—day because o’ company, But—night—brings—long—strings—o’ forty thousand million Boots—boots—boots—boots—movin’ up an’ down again. There’s no discharge in the war!

 

I—’ave—marched—six—weeks in ‘Ell an’ certify It—is—not—fire—devils—dark or anything, But boots—boots—boots—boots—movin’ up an’ down again, An’ there’s no discharge in the war!

.

How the worst day in my life became the best

Inzichten in moderne poëzie

.

Poëzie heeft altijd de kracht gehad om emoties op te roepen en nieuwe perspectieven te bieden, maar breekt nu vaak met traditionele formats zoals vaste versvormen en academische discussies. Hedendaagse dichters lopen voorop in deze verandering en creëren een taal en een vorm die direct aansluit bij persoonlijke ervaringen en thema’s weerspiegelt die resoneren met ons dagelijks leven. Ik heb hier al vaker over geschreven en hoewel ik, je hebt nu eenmaal je voorkeuren, als schrijver en dichter soms moeite heb met deze nieuwe vormen, kan en durf ik ze ook te omarmen. Want poëzie leeft en is organisch. Poëzie is in haar lange geschiedenis nooit statisch geweest en dat is denk ik één van de redenen dat poëzie nog steeds springlevend is.

Deze transformatie gaat niet alleen over nieuwe manieren om poëzie te delen en ervan te genieten; het is een herdefiniëring van de essentie ervan en de rol die het speelt in ons leven van alledag. Poëzie blijft ons raken, onze gedachten prikkelen en ons helpen het gewone op een buitengewone manier te zien. In navolging van de woorden van Dylan Thomas kan poëzie nog steeds een lach, een traan, stilte of zelfs een spontane noot opwekken. Of je nu op zoek bent naar inspiratie, troost of gewoon een connectie, ook de hedendaagse poëzie biedt voor elke stemming en elk moment wel iets.

De tijden zijn veranderd en hoewel de literaire kernwaarde van poëzie behouden blijft, zijn de vorm en het format ervan dramatisch geëvolueerd. Neem bijvoorbeeld het werk van Atticus, het pseudoniem van een anonieme Canadese dichter. Hij schrijft  poëzie, epigrammen en aforismen met thema’s als liefde, relaties en avontuur. In 2016 werd Atticus door het tijdschrift Teen Vogue uitgeroepen tot de #1 dichter om te volgen . In 2022 noemde The Times Atticus ‘Byron voor de Instagram-generatie’ en datzelfde jaar werd hij door Galore Magazine uitgeroepen tot ‘de meest tatoeëerbare dichter ter wereld’. Een ander voorbeeld van een Instagramdichter die door dit medium beroemdheid verkreeg is natuurlijk Rupi Kaur.

Maar er is ook kritiek op zijn poëzie, die als generiek en repetitief wordt omschreven. De inhoud van zijn poëzie wordt eveneens bekritiseerd als manipulatief, vooral in de context van zijn publiek dat voornamelijk uit tienermeisjes bestaat. Colin Yost, is een criticus van Atticus en heeft hem omschreven als een ‘dief’ en een ‘toe-eigenaar van oude klassiekers’. En daar kun je van alles van vinden maar door de eeuwen heen hebben dichters gejat en geleend van voorgangers. De postmodernistische dichters maken juist en graag gebruik van teksten, delen van teksten en woorden van hun voorgangers.

Een ander voorbeeld is Andrea Gibson (1975), een Amerikaanse dichter en activist, die zich in zijn gedichten richt zich op gendernormen , politiek, sociale rechtvaardigheid en LHBTQ-onderwerpen. Gibson gebruikt genderneutrale voornaamwoorden , met name zij/hen/hun. Veel van hun gedichten gaan over genderidentiteit. Gibson heeft over gender gezegd: “Ik identificeer me niet per se binnen een genderbinair systeem. Ik heb me in mijn leven nooit echt een vrouw gevoeld en ik heb me zeker nooit een man gevoeld. Ik bekijk gender op een spectrum en ik voel ergens op dat spectrum dat niet aan een van beide kanten daarvan landt.” In Nederland en Vlaanderen zijn er ook dichters die zich specifiek of óók richten op de LHBTQ gemeenschap of schrijven over gender. Voorbeelden beschreef ik al hier, hier en hier.

Een laatste voorbeeld is Phil Kaye een Japans-Amerikaanse spoken word dichter, schrijver en filmmaker.  Phil Kaye werd geboren in Californië als zoon van een Japanse moeder en een Joods-Amerikaanse vader. Als kind sprak Kaye thuis bijna uitsluitend Japans, totdat hij op vijfjarige leeftijd naar een Amerikaanse kleuterschool werd gestuurd. Kaye’s familie, samen met zijn Japanse en Joodse afkomst, zijn terugkerende thema’s in zijn latere werk. Naast zijn poëzie is Kaye een voormalig docent van wekelijkse poëzieworkshops in zwaarbewaakte gevangenissen. Hij werd benoemd tot hoofdcoördinator van Space in Prisons for the Arts and Creative Expression (SPACE), een organisatie die gratis kunstworkshops aanbood aan gedetineerden.

Moderne dichters, moderne poëzie, met thema’s als liefde, identiteit, sociale rechtvaardigheid, gender en persoonlijke groei. Ieder van hen brengt een eigen stem en weet thema’s levendig te verwoorden. Hun werk gaat verder dan traditioneel lezen, ze brengen een ervaring die lezers weet te raken. Zoals het gedicht ‘How the Worst Day of My Life Became the Best’ van Andrea Gibson, uit ‘You Better Be Lightning’ uit 2021.

.

How the Worst Day of My Life Became the Best

.

“When you are trapped in a nightmare, your motivation to awaken will be so much greater than that of someone caught up in a relatively pleasant dream.”
—Eckhart Tolle

.

When I realized the storm
was inevitable, I made it
my medicine.

Took two snowflakes
on the tongue in the morning,
two snowflakes on the tongue
by noon.

There were no side effects.
Only sound effects. Reverb
added to my lifespan,
an echo that asked—

What part of your life’s record is skipping?
What wound is on repeat?
Have you done everything you can
to break out of that groove?

By nighttime, I was intimate
with the difference
between tying my laces
and tuning the string section

of my shoes, made a symphony of walking
away from everything that did not
want my life to sing.

Felt a love for myself so consistent
metronomes tried to copyright my heartbeat.

Finally understood I am the conductor
of my own life, and will be even after I die.
I, like the trees, will decide what I become:

Porch swing? Church pew?
An envelope that must be licked to be closed?
Kinky choice, but I didn’t close.

I opened and opened
until I could imagine that the pain
was the sensation of my spirit
not breaking,

that my mind was a parachute
that could always open
in time,

that I could wear my heart
on my sleeve and never grow
out of that shirt.

That every falling leaf is a tiny kite
with a string too small to see, held
by the part of me in charge
of making beauty
out of grief.

.

Spoken word

Myron Hamming

.

Ik schrijf zo nu en dan over spoken word. Nu is dat ook niet meteen mijn specialiteit of heeft het mijn voorkeur als het gaat om poëzie, maar interessant vind ik het wel. Toen ik nog poëziepodia organiseerde met poëziestichting Ongehoord! in de bibliotheek van Rotterdam nodigden wij ook met enige regelmaat spoken word dichters uit. Ook de deelnemers van de Poëziebus die daar optraden hadden vaak een spoken word achtergrond.

Spoken word zie ik als afdeling van het warenhuis dat poëzie is (met al haar onderdelen, variëteiten, afdelingen en shop-in-shops) maar er zijn verschillen met de klassieke poëzie (ook die in de vrije vorm). Bij spoken word gaat het om de voordracht. Om de performance en het ritme. Je vertelt een verhaal  waarvoor je niet alleen je woorden, maar ook je lichaam en gezichtsuitdrukking gebruikt. Dat kan heel mooi en indringend zijn, een totaalbeleving, theatraal en overtuigend, maar ik zie toch te vaak dat al deze elementen tenkoste gaan van de poëtische kracht van de tekst.

Spoken word dichter Myron Hamming (1994) zegt daarover in de Flow: “Je zou spoken word poëzie met een verhaal kunnen noemen. Een persoonlijk verhaal, verteld met het hart, ‘met soul’. Spoken word is allereerst geschreven voor het podium, voor een publiek. Ritme is daarom belangrijk net als klank en timing. In een samenleving die verhardt, biedt spoken word hoop en verbinding.”

Ook dichter der Nederlanden Babs Gons (1971) is begonnen als spoken word dichter en performer. Maar uiteindelijk is zij ook als gepubliceerd dichter gedebuteerd in 2021 met de bundel ‘Doe het toch maar‘. Blijkbaar is de wens van veel spoken word dichters toch om ooit vereeuwigd te worden op papier. Op video is dit natuurlijk veel makkelijker; je begint een YouTube kanaal en filmen maar.

Dat de verstrengeling tussen de twee, of zoals ik al schreef spoken word als deel van de poëziefamilie, steeds meer vorm krijgt blijkt ook uit de podia en festivals waar dichters acte de présence geven en gevraagd worden. Ook in de teksten van spoken word dichters zie ik iets veranderen, ze worden minder persoonlijk en verhalend en meer poëtisch en verdichtend. Dat zie je ook in het gedicht ‘We zagen lichtpuntjes in de verte en noemden ze toekomst’.

.

We zagen lichtpuntjes in de verte en noemden ze toekomst’

.

hier binnen in de ruimte
die je herinnert met groots gemak
leg ik alles neer dat je mist
alles dat je voelde
alles dat je zag

vouw ik hier zacht in de naden en kieren
hier binnen
schijnen wij nog
omdat jullie weigeren te vergeten
want enkel hier
geloof ik niet in eindes

zolang ik durf te wachten op het eerste dauw
durf te verlangen
en te flirten met het eerste licht
als lichtpuntjes flikkerend in de verte
als steden op randen van kusten
om op te vallen

in die verte
aan dezelfde kust
aan dezelfde rand van het podium
zijn we weer een avondlang ons eigen dorp
onze eigen stad onze eigen wereld en dat verhaal vertellen we
samen als één gezicht één stem
door de bas die in oren zoemen blijft
door de kelen schor en de stemmen weg

waar zich een wereld afspeelt en waar dat ook is
waar de klok even vergeet mee te slaan
waar de tijd even hikt en hapert
waar het niet uitmaakt hoe donker het buiten is
het licht blijft hier

in die tussentijd vertellen we samen ons verhaal
kijken we samen uit over de lichtpuntjes flikkerend in de verte
en noemen ze toekomst
en doen we dit
voor dat ene moment
en dat moment is ons alles waard
want daar zijn we nooit echt weggeweest
daarvoor ligt hier
teveel van ons achtergelaten
en is hier
teveel dat op ons wacht

.

Poëzie tussen beelden van Miró

Lin An Phoa

.

Gisteravond was in in het museum Beelden aan Zee op Scheveningen waar BAZ After Hours was. Bezoekers konden genieten van een avond vol poëzie omringd door de bijzondere beeldhouwwerken van Miró, er waren workshops gedichten schrijven, beeldgedichten, zelf drukken en er was muziek. Gevestigde namen en opkomende woordkunstenaars van Huis van Gedichten deden hun voordrachten en er was een open mic.

De avond werd gepresenteerd door Sophia Blyden en georganiseerd door Daniëlle Zawadi van het Huis van Gedichten. Daniëlle ken ik nog van haar deelname aan de Kunstbende in 2017 (waar ik samen met Alexander Franken en M in de jury zat en waar zij de voorronde van het onderdeel Taal won) en haar deelname aan het zomerpodium van poëziestichting Ongehoord! later dat jaar.

In de line up een groot aantal, voor mij, onbekende namen. Dat is ook de reden dat ik graag naar podia ga, om me te laten verrassen en om te kijken of er dichters zijn die ik niet ken. Ook dit keer werd ik niet teleurgesteld. Al bij de eerste dichter was ik diep onder de indruk. Door de performance en door de inhoud. Ik heb het hier over dichter performer Lin An Phoa (1995).

Lin An Phoa is taalwetenschapper, schrijft poëzie en treedt op als spoken word-artiest. In haar fysieke en kritische teksten onderzoekt ze de verwachtingen en patronen van de systemen waarin we leven, in een poging tot verbinding, verzachting en verandering. Waar de taal soms stug en hoofdelijk kan zijn, zo schrijft ze op haar website, zoekt Lin An naar manieren om van lichaam tot lichaam te spreken.

Maar deze nog jonge dichter is nog veel veelzijdiger. Zo treedt ze op als presentator, moderator, docent en programmamaker. Maakt ze deel uit van het talentontwikkeltraject van literatuurorganisatie Wintertuin en was ze werkzaam bij podia als Poetry International, Crossing Border, Nederlands Film Festival, Dansateliers en Kunstbende.

Naast de inhoudelijke kant van haar poëzie was ik onder de indruk van haar timing en haar performance. Dus ging ik op zoek naar werk van haar op het web en vond daar het gedicht ‘Balletmeisjes breken niet’.

.

Balletmeisjes breken niet

.

zelfs na al die jaren zit het ballet nog in je botten
niet het hele zwanenmeer, maar net genoeg om uitgedraaid uien te snijden
net genoeg om met je voeten het licht aan te doen als je handen vol net genoeg
om jezelf bij elkaar te houden aan je buikspieren
te geloven dat je zou afbrokkelen als je zou ontspannen
dat je gewichtloos kan worden als je nog iets harder werkt

net genoeg om je grenzen op te rekken alsof het je hamstrings zijn:
als je uitademt kan je nog net iets verder

iets verder
iets verder
iets verder

tot je onhoorbaar knapt maar blijft lachen naar de spiegel omdat alle meisjes lachen omdat
dat zo hoort omdat we mooier zijn als we lachen want wie lacht is ontspannen en gelukkig
en makkelijk omdat ze niet mogen zien dat we moeite doen want wie lacht kan het allemaal
zelf dragen en als je nog kan lachen valt het vast allemaal wel mee want

balletmeisjes breken niet, ze buigen
en ooit komt er applaus

.

Lin An Phoa

 

Hasan Gök

Bahghi

Tussentaal

Esohe Weyden

.

Dichter, presentator en jurist Esohe Weyden (1999) is afgestudeerd als master in de rechten aan de Universiteit Antwerpen, waar ze van 2021 tot 2023 campusdichter was. Momenteel volgt ze de master in het notariaat aan de Vrije Universiteit Brussel. Als dichter houdt ze zich voornamelijk bezig met spoken word en voordracht, maar ook op papier publiceert ze haar poëzie.

Ze debuteerde in 2022 bij Uitgeverij Vrijdag met haar dichtbundel ‘Tussentaal’ die genomineerd werd voor de C. Buddingh-prijs. Daarmee won ze ook de publieksprijs van de PrixFintroPrijs 2022 voor Nederlandstalige literatuur. Ze is lid van de kernredactie van het literaire tijdschrift DW B. Ze bracht haar poëzie al op de meest uiteenlopende planken, van klassieke podia als Arenberg en Vooruit en festivals als Crossing Border en Pukkelpop tot op het burgerlijke defilé van de Nationale Feestdag van België.

Uit haar debuutbundel ‘Tussentaal’ komt het gelijknamige gedicht.

.

tussentaal

.

ik draag mijn hart hoog
en laat het smelten op mijn lippen
smaak bijtende klanken
wanneer ik kauw op mijn compagnon
de tussentaal

in mij wordt steen na woord en woord na steen
gesjouwd en geploeterd
gevloekt en geroepen
gebouwd aan de lopende band
die levenslang de mensheid ingaat

hoewel mijn laatste ademhaling niet ver meer reikt
slechts tientallen decennia van mijn duimen gespreid
weet ik dat zij in elk van ons genesteld
met dunne draden onze dromen aan elkaar rijgt

zij maakt van niets iets
want zij geeft door zinnen aan zinloosheid betekenis
blaast beweging waar het statisch is
en warmte rond de ijzigheid

ik ben de dichter die dichter naar haar toe kruipt
bij elke rijmverdoezeling
in de schaduw van mijn schedel
schuilen mijn herinneringen nabij
turen met gespleten ogen
naar het gekomen, komt en komende
want alles is een muze van de schrijfsels
en wordt ononderbroken zacht
met mijn compagnon, de tussentaal, aan mijn zijde

elke ode die nu vanonder mijn nagelplaten valt te schrapen
scherp geschreven
is in wezen de verwoorde gedaante van haar

.

 

Sterrenstof

Daniëlle Zawadi

.

In 2017 was ik gevraagd in de jury van de voorronde van de Kunstbende onderdeel Taal. Samen met M. en Alexander Franken verkozen wij destijds unaniem Daniëlle Zawadi om haar expressieve en krachtige optreden, haar volwassen onderwerpen en haar timing. Alle reden om haar dat jaar op het Zomerpodium van poëziestichting Ongehoord! te vragen waar ze een prachtige voordracht liet horen.

Ik was dan ook plezierig verrast toen ik haar naam tegenkwam in de bundel ‘Queer  & Feminst Poetry Anthology’ unwanted words, een compilatie van gedichten geschreven door een selectie van 50 dichters en kunstenaars uit Nederland, uit 2021.

Zawadi (1999) schrijft inmiddels proza en treedt op met Spoken Word. Haar teksten gaan veelal over wat het betekent om jong te zijn in Nederland als iemand van de tweede generatie geboren in de Democratische Republiek Congo maar opgegroeid in Nederland.

Ze heeft op verschillende literaire platforms gepubliceerd en debuteerde op haar 12e met ‘Zoiets noemen we Ruzie’. In 2021 stond ze voor het eerst met haar one-woman show ‘Alstublieft, Zawadi’ in de theaters. Ze initieerde een platform voor woordkunst in Den Haag ‘Het Zwarte Schaap’. Ze was deelnemer van het letterenfonds ‘Slow Writing Lab’ en ze is coördinator van Poetry Circle 070.

Uit de bundel ‘Queer  & Feminst Poetry Anthology’ nam ik haar gedicht ‘Sterrenstof’.

.

Sterrenstof

.

We zitten in een zelfrijdende auto onder een donkerblauwe lucht.

Gele lantarenlampen zijn onze sterren. ik laat je jouw afspeellijst

draaien, maar je focust je op mij en ik op jou. We zoeven dwars door

het melkwegstelsel op zoek naar een ander leven dat ons beter zal

begrijpen. Wanneer we niets vinden dan hebben we alles bereikt.

Een universum gaat voor ons open. De wereld overnemen, laten

we achter aan onze kinderen. De zorgen gaan naar de derde, vierde

en zevende generaties. Wij zijn al lang dood. Wij kennen geen

gevoelens behalve de laatsten die we meemaakten. Wij zijn het stof

dat gesprenkeld is over het donkerblauwe. Wij nemen selfies vanaf

hierboven; hashtag tot morgen. Wij wachten hier, zoevend vanaf de

achterbank. Wij dromen hier.

.

Vis zonder schoenen

Natasja Bodde

.

Op 3 september van dit jaar was ik uitgenodigd om op het Augusta Peauxfestival voor te dragen in Simonshaven. Daar waren behalve een aantal mij bekende dichters ook een paar nieuwe namen. Een van de mensen die ik daar ontmoette was de stadsdichter van Nissewaard (Spijkenisse en omgeving) 2023-2024 Natasja Bodde (1997).

Hoewel ze aangaf vooral een Spoken Word dichter te zijn merkte ik dat in haar teksten meer zat dan wat een Spoken Word dichter te brengen heeft. Haar gedichten geven reden tot (na)lezen. Een gedicht waar ik van onder de indruk was, vooral ook door een klein stukje achtergrond wat ze erbij vertelde, is ‘Vis zonder schoenen’. Haar voordracht was veel meer dan alleen een Spoken Wordvoordracht, de tekst laat je achter met vragen. Dat is wat poëzie vermag.

Daarom, en ik heb natasja gevraagd of ik haar gedicht, dat uit een stuk tekst bestaat, mocht voorzien van wat witregels om het volgens mij nog wat meer te laten spreken, hier dat gedicht ‘Vis zonder schoenen’.

.

Vis zonder schoenen

.

Regenpakken op het brandhout verknetterd.
Rubberen laarzen doorgeknipt.

Zelfs de muziek blijft thuis vanavond.

.

Ik trek mijn schoenen uit.
Zwarte sandalen in mijn rechterhand,
alleen de wind door m’n haren was niet voldoende.

Is überhaupt nooit voldoende.

.

Tenen wijd gesperd.
Grassprieten kietelend vol rust.

de modder als glijmiddel voor mijn grootste liefde.

.

Hij kijkt me vreemd aan als ik verzopen binnenloop.
‘’Stap je wel gelijk onder de douche?’’

‘’Wat was er in hemelsnaam mis met je schoenen..?’’

.

Snapt ie niet dat ik het zout nooit uit m’n haren gewassen krijg,
veters allang heb doorgeknipt.

Klittenband trekt enkel de schubben van mijn lijf.

.

Ik zeg ‘’zie je niet..
ik ben een vis in het water.. zonder water..
Zonder bomen.

Zonder zuurstof

.

Hoor jij dan niet die vogels roepen..?’’.
Wachtend tot mijn trillingen zijn oren raken, twijfel ik
of ik wel in echte woorden sprak.

Tot ik ‘m daadwerkelijk zie bewegen.

.

De PlayStation gaat uit, de koptelefoon komt op tafel.
‘’oké, oké wacht.. dan trek ik wel eerst even.. m’n schoenen aan’’.
Ik fluister ‘’ja..

dat is nou juist het hele probleem’’.

.

Slam- en Spoken word poëzie

Mini cursus Spoken word en Slam poëzie

Op de website van adazing.com kwam ik een goed artikel tegen over de verschillen en overeenkomsten van slam poëzie en Spoken word poëzie. Ook biedt dit artikel een minicursus Spoken word of Slam poëzie, waar je overigens als voordragend dichter ook veel aan kunt hebben. Voor het gemak heb ik het vertaald en kun je het hier lezen.

Mensen hebben verschillende opvattingen over slam-poëzie en Spoken word. Sommigen noemen ze poëzie, anderen een gescripte vorm van poëzie en sommigen een vorm van rap of hiphop. Wat je opvatting ook is, beide bevatten ze elementen van poëzie, ook al gaat het om uitvoering. In werkelijkheid worden slampoëzie en Spoken word door elkaar gebruikt. Dat komt door de overeenkomsten tussen beide. Ook zijn de verschillen tussen de twee klein in vergelijking met hun overeenkomsten.

Slam-poëzie staat bekend als een vorm van gesproken poëzie die wordt uitgevoerd in een slam. Het wordt uitgevoerd als een wedstrijd tussen dichters tijdens een evenement. Gewoonlijk wordt bij een slam  het publiek gevraagd om de prestaties van elke dichter te beoordelen. Het hangt er ook van af hoe het het publiek aanspreekt.

Spoken word verwijst naar een gedicht dat is geschreven en moet worden uitgevoerd (uitgesproken). Het verwijst naar poëzie die is geschreven voor uitvoering op het podium. Het kan worden uitgevoerd waar de dichter maar wil of waar hij een platform heeft om op te treden.

Waar zitten dus de verschillen tussen Slam-poëzie en Spoken word? Slampoëzie wordt uitgevoerd als een vorm van competitie met andere dichters. Spoken word is meestal geen wedstrijd is, het kan gewoon een optreden zijn om een ​​publiek te vermaken. Slam-poëzie komt voor in evenementen die bekend staan ​​​​als een poëzie-slam. Maar Spoken word kan bij elke bijeenkomst of evenement die je maar bedenkt voorkomen, zelfs in een klaslokaal.

Het is echter beide uitvoeringspoëzie. Dat houdt in dat je het gedicht hardop voorleest, lichaamstaal, gebaren en gezichtsuitdrukkingen gebruikt om de boodschap goed over te brengen. Je hebt ook een vergelijkbare voorbereiding nodig om ze te schrijven en uit te voeren. Daarom hebben ze dezelfde elementen, procedures en stappen voor schrijven en uitvoeren.

Welke elementen, procedures en stappen worden hgier bedoeld?

Concrete taal: Gesproken woordpoëzie maakt gebruik van concrete taal. Het bevat woorden en zinnen die je publiek een duidelijk begrip van het onderwerp geven. Het maakt het gedicht ook helder en levendig. Ook gebruikt het een taal die de zintuigen aanspreekt.

Houding:  Je moet het uitvoeren op een manier die de meningen en gevoelens erachter verspreidt. Je moet je gedicht kunnen uitspelen. Het is de houding die je uitstraalt waardoor het echt gesproken woordpoëzie wordt en niet alleen een voordracht.

Herhaling: het gaat om het herhalen van enkele zinnen of woorden om nadruk te leggen. Dergelijke woorden of zinnen blijven gemakkelijk in de hoofden van je publiek hangen. Het draagt ​​​​ook bij aan het spannend maken van het gedicht.

Literaire middelen: Spoken word bevat literaire middelen. Ze helpen om Spoken word meer te maken dan alleen simpele zinnen. Ze laten het publiek dus zien wat je bedoelt en drukken emoties uit. Ze omvatten vergelijkingen, metaforen, personificaties, enz. Hier geldt echter dat er niet teveel van dit soort literaire middelen moeten worden imngezet om het helder en duidelijk te houden.

Ritme: Dit verwijst naar een geluidspatroon dat wordt geleverd met het benadrukken van verschillende lettergrepen. Het geeft een soort flow aan het gedicht. Het gebruikt ook geluid om de betekenis te versterken. Je kunt sommige geluidsmiddelen zoals onomatopee, alliteratie en consonantie gebruiken om ritme te creëren.

Rijm: het gaat om het gebruik van dezelfde klanken aan het einde van een regel. Je kunt er echter voor kiezen om geen rijm te gebruiken. Het is jouw stijl. Maar zoals ook bij literaire middelen; gebruik het met mate.

Hoe schrijf je slam poëzie of Spoken word poëzie?

Kijk hoe anderen optreden: Om gesproken poëzie effectief te schrijven en uit te voeren, moet je anderen zien optreden. Je kunt een Poetry Slam bijwonen of online bekijken. Let op degenen die het meest indruk op je maken en waarom ze dat deden. Let ook op hun woordgebruik, ritme en stroom van de gesproken woorden. Sommige mensen geven er misschien de voorkeur aan deze stap te nemen voordat ze hun gedichten schrijven. Anderen geven er de voorkeur aan dit te doen nadat ze klaar zijn met schrijven om inspiratie op te doen voor het uitvoeren ervan. Dus kijk hoe anderen optreden wanneer het jou uitkomt.

Kies een onderwerp: Voordat je je gesproken woordgedicht schrijft, moet je een onderwerp kiezen. Je moet een onderwerp kiezen waar je gepassioneerd over bent, omdat het gedicht met emoties wordt uitgevoerd. Je kunt er ook een kiezen die een speciale herinnering is. Het is echter het beste als het niet te breed maar specifiek is. Een onderwerp over ‘liefde’ kan bijvoorbeeld worden beperkt tot ‘je eerste liefde ontmoeten, of hoe je van je moeder houdt’. Het kan ook gericht zijn op uw ervaringen, zoals ‘deel uitmaken van een grote familie’. Het kan ook de vorm hebben van een vraag als “Wat is angst?” Het punt is dat wat je ook kiest, je passie moet uitlokken terwijl je optreedt. Schrijf al je ideeën op: als je eenmaal je onderwerp hebt geselecteerd, neem dan de tijd om ideeën op te schrijven. Als je aan het brainstormen bent, schrijf dan op wat er in je opkomt. Schrijf al je gedachten en gevoelens over het onderwerp op. Je kunt ook pauzes nemen en er later op terugkomen. Verder helpt het ook als je een pen en een klein dagboekje in je zak of tas hebt. Op die manier kun je gemakkelijk willekeurige ideeën neerleggen waar je ook bent. Het is normaal dat je afdwaalt als je aan het brainstormen bent. Dat betekent niet dat je het niet goed zult doen.

Schrijf je eerste concept: nadat je klaar bent met het schrijven van je ideeën, moet je je eerste concept opschrijven. Kies de woorden of zinnen die betrekking hebben op je onderwerp. Kies het beste uit de berg ideeën die je in eerste instantie hebt opgeschreven. Neem ook woorden op die passen bij het verhaal dat je wilt doorgeven. Begin met eenvoudige zinnen tot je het kader voor je gedicht hebt. Als je eenmaal hebt begrepen wat het verhaal vertelt, ben je klaar om te gaan.

Gebruik literaire middelen: Nu je een raamwerk hebt om mee te werken, kun je literaire middelen gebruiken. Ze geven een flow aan je gesproken woorden. Voeg ze toe in de juiste delen van je gedicht. Kies ook zaken zoals vergelijkingen, metaforen, enz. Controleer op zinnen die beter klinken met een literair middel. Wis je originele regels echter niet. Geef de vervanging ernaast aan of schrijf een andere kopie met de vervanging. Het kan helpen omdat de originele regel nog steeds nuttig kan zijn.

Maak gebruik van herhalingen en woordspelingen: Het toevoegen van herhalingen en woordspelingen kan je gesproken woorden een boost geven. Wanneer je enkele woorden of regels herhaalt, worden ze benadrukt. Ook blijft het zich herhalen in de geest van je publiek en wordt het daardoor gedenkwaardig. Bovendien creëren woordspelingen een mix van gevoelens bij je publiek. Het verbetert ook de creativiteit van je gedicht.

Verbeter het geluid: je schrijft je gesproken woorden op om het hardop voor te lezen, dus zorg ervoor dat het goed klinkt. Je hebt geen rijmschema nodig, maar je kunt rijm gebruiken om het geluid te verbeteren. Ook kan het ritme van je gesproken woord verbeteren als je poëtische middelen gebruikt. Ze omvatten alliteratie, onomatopee, enzovoort.

Herzie je gedicht: Nadat je klaar bent met het verbeteren van je gedicht, hoef je het alleen maar te herzien. Het zou je moeten helpen om je gedicht af te ronden. Neem eerst een pauze (erg belangrijk!). Het zal je helpen je stuk met frisse ogen te herzien. Als je het herziet, zul je waarschijnlijk zien wat je op een betere manier had kunnen schrijven. Lees het hardop, eerst voor jezelf en daarna voor een vriend. Probeer het meerdere keren te doen. Voer ook eventuele correcties uit die je opmerkt. Bovendien moet je je gesproken woorden op papier hebben. Het moet op de juiste manier kunnen worden doorgegeven aan je publiek. Nadat je je gedicht hebt geschreven, moet je het onthouden. Dat maakt het makkelijker om het uit te voeren. Maar het helpt om veel te oefenen om een ​​geweldige presentatie te geven.

Houding: Oefen de juiste houding voor je presentatie. Je zult rechtop moeten staan, met opgeheven hoofd. Houd er rekening mee dat de juiste houding je zelfvertrouwen uitstraalt. Je publiek zal dus sneller willen zien wat je te bieden hebt. Daarom is het verstandig te oefenen, omdat je misschien nerveus bent, vooral als het je eerste keer is. Je kunt echter elke houding gebruiken die je gesproken woorden verklaren tijdens je optreden.

Oogcontact: Maak van tijd tot tijd oogcontact met je publiek. Het zal hun aandacht trekken en zal ook helpen om dat deel te benadrukken. Maak niet de fout om met een stuk papier het podium op te gaan. Zelfs als je het verbergt, zal je publiek merken dat je naar iets anders kijkt.

Volume en toonhoogte: Je volume en toonhoogte moeten je gesproken woorden duidelijk maken. Ze kunnen ook enkele woorden of regels benadrukken. Je stem moet luid genoeg zijn zodat je publiek je kan horen. Maar het helpt als je niet te snel spreekt.

Pauzeren: Pauzeer wanneer het nodig is. Zeg niet alleen de woorden van begin tot eind zonder pauzes. Een korte pauze telkens wanneer een punt de lijnen scheidt, is essentieel. Je kunt echter naar eigen goeddunken pauzes gebruiken om je punt te maken.

Gezichtsuitdrukking: Je gezichtsuitdrukking moet de sfeer van het gesproken woord weerspiegelen. Als er op verschillende punten verschillende stemmingen zijn, moet je gezichtsuitdrukking gemakkelijk kunnen veranderen om ze weer te geven.

Gebaar: Je kunt verschillende gebaren gebruiken om duidelijker uit te drukken wat je wil overbrengen. Het geeft ook weer wat het gedicht inhoudt. De manier waarop je je lichaam beweegt of je handen gebruikt, zegt veel over het gedicht en benadrukt een punt.

Conclusie. In wezen zit het belangrijkste verschil tussen slampoëzie en Spoken word in de gebeurtenissen waarbinnen ze worden uitgevoerd. Verder bereid je je voor beide optredens op dezelfde manier voor. Daarom hebben ze dezelfde elementen en hetzelfde kader bij het schrijven ervan. Dus je kunt het gedicht dat je hebt geschreven gebruiken als een Spoken wordtekst om mee te dingen naar een poëzie slam. Op deze manier kun je gemakkelijk je gedicht of tekst schrijven, onthouden, oefenen en ten slotte uitvoeren als Spoken word of slam-poëzie.

.

Nou en of

Derek Otte

.

Afgelopen zondag was ik bij de dertigste editie van Puur Gelul in het Paard in Den Haag. Puur Gelul is een avond vol overdonderend zinloos verbaal geweld. Een bonte verzameling van schrijvers, sprekers, verhalenvertellers, dichters, rappers en stand-up comedians komen uit het hele land naar Den Haag om de literatuur een ‘boost’ te geven. Ik kom hier graag en regelmatig om de licht chaotische maar oh zo sympathieke organisatie, de veelheid en verscheidenheid aan literaire en minder literaire woordenaars en vooral om een geweldige avond uit te hebben.

Zondag was de dertigste editie alweer. Aan de lijst met grote namen die op Puur Gelul stonden (Kees van Kooten, Freek de Jonge, Hugo Borst, Ronald Giphart, Nico Dijkshoorn, Ernest van der Kwast, Maarten Spanjer) kon de naam van een van mijn favoriete theatermakers, Harrie Jekkers worden toegevoegd. Naast al deze nationale coryfeeën was een van de gasten dichter en performer Derek Otte.

Derek Otte (1988) schrijft versjes, gedichten en verhalen. Radiozender FunX legde hem in 2013 vast als huisdichter en sinds 2015 is Otte regelmatig op televisie te zien. In datzelfde jaar verscheen zijn succesvolle debuutbundel ‘Regelgeving’.  In de periode 2017-2018 was hij stadsdichter van Rotterdam. Op de Hogeschool Rotterdam introduceerde hij het keuzevak Spoken Word, dat hij zelf doceert. Naast zijn optredens in Nederland en Vlaanderen, organiseert en presenteert Otte sinds 2012 Paginagroots, zijn podium voor jonge woordkunstenaars in de Rotterdamse Schouwburg. Zijn werk is ook in de openbare ruimte te lezen zoals in de vertrek- en aankomsthal op Rotterdam The Hague Airport en het interieur van de cruiseschepen Koningsdam en Harmony Of The Seas.

De toen nog (2017) verse Rotterdamse stadsdichter schreef zijn eerste stadsgedicht in het licht van de Tweede Kamerverkiezingen van dat jaar. In het gedicht beschrijft Derek Otte de ziel van Rotterdam, een stad waarin het niet uitmaakt wat je afkomst of geloof is.

.

Nou en of

.

een soort van onverschilligheid

wellicht nog wel ons grootste goed

omdat het hier uiteindelijk

vrijwel niemand iets kan schelen

of jij mijn of andere kijk

of ik op stand en jij de wijk

of jij nou u terwijl ik jij

één voor allen

allen voorbij

.

mede-, Neder-, anderlander

hier werkt wie er werken ken

wie d’r hier doorgaans weinig vrij

boeit het meestal toch vrij weinig

of jij zondag of toch vrijdag

of ik jou moet of jij mij mag

of jij nou wit terwijl ik zwart

soms hand in hand

vaak hart tot hart

.

al lijken we als dag op nacht

onze strijd gelijkenissen

het zou er hier toe kunnen doen

wat zou het uit moeten maken

of jij van dame of toch heer

of ik met minder jij met meer

of jij nou groots waar ik dan klein

vooruit komt voort

uit anders zijn

.

kaders tralies

hokjes fabels

ik heb jou als

jij dan mij hebt

geen goed of slecht

slechts nep of echt

hier zijn we wij

en zonder zij

.

een soort van onverschilligheid

.