Site-archief

Roken!

Aan de laatste roker

.

Afgelopen week hoorde ik een bericht op de radio dat de inflatie maar een klein beetje gedaald was. Dat het niet meer gedaald was kwam vooral door de accijnsverhoging op tabak. Dat roken inmiddels een hele dure (en slechte) hobby is geworden toen ik hoorde wat je tegenwoordig voor een pakje sigaretten moet betalen. Nu is het natuurlijk het verstandigst om meteen te stoppen als je nog rookt, en het is alweer bijna stoptober (maand waarin het stoppen met roken wordt gepromoot),  maar ik weet dat dat makkelijker gezegd is dan gedaan.

Ik moest ook meteen denken aan een bundel poëzie over roken. Dus in mijn boekenkast gekeken en daar de bundel ‘De laatste roker’ uit 2014 samengesteld door Henny Vrienten (1948-2022) en voorzien van heerlijke tekening door peter van Straten. In deze bundel staan gedichten van verschillende dichters waarbij roken het verbindende thema is. Gedichten over roken, waar sigaretten en sigaren de hoofdrol hebben en gedichten over stoppen of waarin het roken (min of meer toevallig) voorkomt.

In het gedicht ‘De laatste roker’ van Driek van Wissen (1943-2010), dat hij schreef in zijn periode als dichter des vaderlands (2005-2009) en dat in zijn bundel ‘Voor het vaderland weg’ verscheen, steekt hij de draak met de ‘stop met roken’ lobby.

.

De laatste roker

.

Hier zit ik in mijn stamcafé en paf

Nog vrolijk witte kringen in het rond

En weer steek ik mijn bolknak in mijn mond,

Want wie vandaag met roken stopt, is laf.

.

Mij nemen ze mijn levensvreugd niet af:

In weerwil van het antirookverbond

Blijf ik gewoon gezellig ongezond

En wacht als straffe roker op mijn straf.

.

Wanneer de klok straks twaalf uur heeft geslagen

Belt vast een fan van het gezond regime

Onmiddellijk “Meld misdaad anoniem”

Om zich over mijn houding te beklagen,

Waarna ik door een arrestatieteam

Word meegenomen in de boevenwagen.

.

Driek van Wissen en Jean Pierre Rawie

Bloem over Brassilach

Robert Brasillach

.

De Frans schrijver, dichter en journalist Robert Brasillach was geen fijne man. Hij was aangetrokken door het Italiaans fascisme en het Duits nationaalsocialisme, en samen met Drieu La Rochelle, een bekende fascistische schrijver van zijn tijd in Frankrijk schreef hij haatcampagnes tegen de joden. Van 1937 tot 1943 was hij hoofdredacteur van het antisemitische tijdschrift ‘Je suis partout’, waarin haatcampagnes tegen politieke tegenstanders en tegen Joden werden gevoerd. In enkele gevallen werd zelfs tot moord opgeroepen.

Na de bevrijding van Frankrijk werd Brasillach gearresteerd. Ondanks een genadeverzoek van François Mauriac, schrijver en winnaar van de Nobelprijs voor de literatuur in 1952, aan Charles de Gaulle werd hij op 6 februari 1945 terechtgesteld wegens collaboratie. Na zijn dood werd het werk van Brasillach gepropageerd door de letterkundige Maurice Bardèche, die tevens zijn zwager was.

Maar niet alleen in Frankrijk werd hij ‘herdacht’. Zelfs onze grote dichter J.C. Bloem schreef een gedicht over hem in 1957. Jacques Bloem stond overigens ook bekend vanwege zijn antisemitisme, hoewel hij in de oorlogsdagen van 1940 naar eigen zeggen ‘vanwege de tijdsomstandigheden’ pro-semiet zou zijn geworden. In 1933 werd Bloem lid van de NSB maar zegde zijn lidmaatschap weer op in 1934.

In eerste instantie bewonderde Bloem Hitler en Mussolini en noemde het Derde Rijk een bewonderenswaardige schepping. Hij sprak zich uit voor een stevig staatsapparaat met militaire ondersteuning. Na de Duitse aanval op Nederland in 1940 en het bombardement op Rotterdam leek zijn enthousiasme voor het Derde Rijk enigszins te bekoelen. Hij weigerde toe te treden tot de Nederlandsche Kultuurkamer. Deze ommekeer voorkwam dat hij afgleed naar collaboratie. Het gedicht dat Bloem voor Brasillach luidt:

.

Robert Brasillach

.

Waartoe gerechtigheid verwacht

Daar de ongerechten de ongerechten

Berechten en elkaar bevechten

Tot de een heeft de ander omgebracht

En beiden zinken in een nacht?

Nochtans, ‘zo draait de wereldkloot’

Door zon en maan om beurt beschenen

En wie er op wiens lichaam stenen –

Wat deert dit de gemene dood?

Niets redt dan fierheid uit die nood.

.

Tijd heelt geen wonden; wie heeft dat beweerd

Edna St. Vincent Millay

.

Dichter en toneelschrijver Edna St. Vincent Millay (1892-1950) ken ik sinds ik in ‘Ter ere van de goedertieren maan’ uit 1978 van Herman de Coninck een gedicht van haar las dat Herman had vertaald. De hele bundel bestaat uit vertalingen van De Coninck van het werk van St. Vincent Millay. Zij was een opmerkelijke en bijzondere vrouw en dichter. Een prominent literatuurcriticus noemde haar  ‘een van de weinige dichters die in onze tijd in het Engels schreef, noemde en die zoiets als de status van grote literaire figuren had bereikt.’

In 1923 won ze de Pulitzer-prijs voor poëzie en was daarmee de eerste vrouw die die prestigieuze prijs won. In In 1943 was Millay de zesde persoon en de tweede vrouw die de Frost Medal ontving voor haar levenslange bijdrage aan de Amerikaanse poëzie. Schrijver en dichter Thomas Hardy (1840-1928) zei dat Amerika twee grote trekpleisters had: de wolkenkrabber en de poëzie van Edna St. Vincent Millay.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat haar poëzie en haar leven nog steeds tot de verbeelding spreken. Ans Bouter kreeg een bronzen medaille Schönste Bücher aus aller Welt, Leipzig 2017, voor haar bundel ‘Dwars vers’. In deze bundel staan vertalingen van de poëzie van Edna St. Vincent Millay en Emily Dickinson. Ook op haar website zijn verschillende vertalingen van de poëzie van Edna St. Vincent Millay te vinden, waaronder het gedicht ‘Tijd heelt geen wonden; wie heeft dat beweerd’ of  ‘Time does not bring relief; you all have lied’.

.

Tijd heelt geen wonden; wie heeft dat beweerd

Tijd heelt geen wonden, wie heeft dat beweerd
Die leugens dat de pijn wel ooit verdwijnt
Ik mis hem als de regen zachtjes dreint
Ik heb hem nodig als het tij zich keert
De oude sneeuwlaag smelt, desintegreert
Vermolmde blaadjes geuren op het plein
Maar hoe verbitterd liefde ook mocht zijn
Mijn hart blijft vol ervan, ‘t wordt niet verteerd
Er zijn wel honderd plekken die ik mijd
Zo allesoverheersend is hij daar
En als ik opgelucht iets rustigs vind
Waar hij nooit straalde, niemand werd verblind
Zeg ik, hier doet niets denken aan die tijd
En voel hem als ik in de verte staar

.

Time does not bring relief; you all have lied

Time does not bring relief; you all have lied
Who told me time would ease me of my pain!
I miss him in the weeping of the rain;
I want him at the shrinking of the tide;
The old snows melt from every mountain-side,
And last year’s leaves are smoke in every lane;
But last year’s bitter loving must remain
Heaped on my heart, and my old thoughts abide.
There are a hundred places where I fear
To go,—so with his memory they brim.
And entering with relief some quiet place
Where never fell his foot or shone his face
I say, “There is no memory of him here!”
And so stand stricken, so remembering him.

.

Lust for life

John Schoorl 

.

Bij de titel ‘Lust for life‘ denk ik meteen aan het gelijknamige nummer van Iggy Pop uit 1977. Maar dit is ook de titel van de dichtbundel die John Schoorl (1961) uitbracht in 2013. De bundel bevat muziekgedichten wat meteen de titel verklaard. John Schoorl is  journalist, schrijver en dichter. Hij  schreef eerder voor De Morgen, HLN, De Ondernemer en de tijdschriften De Muur, Passionate Magazine en Hard gras. In 1988 werd hij stadsverslaggever voor het Haarlems Dagblad. Sinds 1998 schrijft hij voor de Volkskrant.

In 2007 debuteerde hij als dichter met ‘A Capella’ in de Sandwichreeks van Gerrit Komrij. Vanaf dat jaar verschenen er meerdere dichtbundels van Schoorl zoals ‘Uitloopgroef’ (2009), ‘Bukshag’ (2012) en  ‘Lust for life’ in 2013. Voor zijn journalistieke werk ontving hij verschillende prijzen. Een ervan herinner ik me nog goed, dat was zijn reportage van De Jeugd van Tegenwoordig, genaamd ‘De Anale Driehoek’ in de Volkskrant in 2015.

In de bundel ‘Lust for life’ staan ongeveer 50 gedichten geweid aan muziek. Het lijkt een kleine tour door zijn collectie heen te zijn. Van Alicia Keys tot Herman Brood, van David Bowie tot George Baker. Over meerdere componisten en bands is een gedicht door hem geschreven. In voetnoten bij de gedichten lees je over welke teksten hij het heeft en op welk album het te vinden is. Handig om de muziek bij een gedicht te vinden.

Uit deze bundel koos ik een gedicht bij een al wat ouder nummer van de Franse zanger Johnny Hallyday (1943-2017) getiteld ‘Pour Moi la Vie Va Commencer’ uit 1963. Dit was destijds het Franse antwoord op Elvis. Hallyday scoorde er een nummer 1 hit mee.

.

Pour Moi la Vie Va Commencer

.

Voordat we onder

Het brood doorgingen,

In polonaise nog wel,

.

De moules frites werden

Aangegaapt door een

Everzwijn in ruste,

.

De bordurende vrouw

Naar me lachte, en jij stiekem

Parmantig zat te roken,

.

Pakte ik je dansende hand vast,

En zag ik het hoesje van

Dat plaatje haarscherp voor me.

.

Wij waren allang begonnen hoor,

Me-neer-tje Hallyday.

.

Een heiden in een heiligdom

Daan Anthuenis

.

In de Verbeke foundation, een bijzondere kunstcollectie in Kemzeke, Vlaanderen, viel mijn oog in de museumwinkel op een klein boekje. Waarschijnlijk omdat het op A6 formaat was gedrukt (net als de MUGzines). Het betrof hier een poëziebundeltje van historicus, filosoof en dichter Daan Anthuenis (1943-2018) met de titel ‘Een heiden in een heiligdom’.

Anthuenis was in de jaren zeventig cultuurattaché en werd in de jaren tachtig ook schepen (wat wij wethouder zouden noemen) voor Cultuur in Sint-Niklaas, van 1983 tot 1988. Daarna was hij actief voor de SP in Sint-Niklaas, waarvan hij ook voorzitter werd. Hij werd ook nog voorzitter van het Cultureel Centrum in Sint-Niklaas.

Hoewel hij vocht al jaren een vorm van kanker had, weerhield het hem er niet van om met een groot optimisme te leven en elke dag te omarmen. Als kunstkenner en filosoof bleef hij volop actief in het cultureel leven. Zo zette hij zich onder meer in voor artistieke projecten in de Verbeke Foundation. Daar organiseerde hij  ook ‘Het Feest van de Vriendschap’. “Een dag van dankbaarheid, voor zovele echte vrienden, de échte rijkdom van het leven”, omschreef hij dat initiatief. Ook bracht hij nog verscheidene poëziebundels uit. Het kleine bundeltje ‘Een heiden in een heiligdom’ is daar één van. Dat hij als dichter erkenning kreeg blijkt ook uit zijn deelname aan het Poëziepad Puivelde (een dorp in de gemeente Sint-Niklaas), een poëtische wandelroute van 13 kilometer waaraan ook dichters als Dirk van Bastelaere (1960), Lut de Block (1952) en Jana Arns (1983) deelnamen.

Uit het bundeltje ‘Een heiden in een heiligdom’ koos ik een gedicht zonder titel.

.

Hoe in godsnaam

kan een nijlpaard,

kan een neushoorn

een heuvel opklimmen?

.

Een os ja, dat lastdier

dat stenen sjouwt

en sjouwend sterft.

Of een draak die vliegt,

vuur- en waterspuwend,

dat kan .

.

Maar zwaargewichten

uit Afrika!

Niet.

.

Eventjes

Hannes Meinkema

.

Hannes Meinkema (1943), schrijver, feminist en literatuurwetenschapster (pseudoniem van Hannemieke Stamperius) schreef ook poëzie. Ik schreef al eerder over haar werk dat uit heel veel romans, essays en verhalen bestaat en uit precies 1 dichtbundel ‘Het persoonlijke is poëzie’ uit 1979. Binnen bepaalde kringen is haar werk bekend maar bij het grote publiek is ze vooral een schrijver die  in de jaren ’70 en ’80 enige bekendheid verwierf met bijvoorbeeld de roman ‘En dan is er koffie’.

De reden dat ik hier opnieuw over haar schrijft ligt gelegen in het feit dat ik een gedicht van haar las uit die ene poëziebundel die ze publiceerde waarin een gevoel beschreven wordt dat ik herken van vrienden met jonge kinderen en drukke banen. Het steeds maar aan staan, elk moment van de dag, vooral bij mensen die thuis werken (in maar ook na de Corona periode). De hoofdpersoon in dit gedicht blijft eventjes zitten in de auto die voor de deur van haar huis geparkeerd staat voor ze naar binnen gaat (waar er waarschijnlijk meteen een beroep op haar wordt gedaan). Ik ken voorbeelden van mensen die juist ook het huis ontvluchten en naar buiten gaan waar ze even alleen en met rust gelaten worden.

Het feit dat dit gedicht uit 1979 stamt (of al eerder) geeft maar aan dat dit iets is dat van alle tijden is en waarvoor eigenlijk geen oplossing is. Behalve dan eventjes te blijven zitten in een auto die geparkeerd staat voor je eigen huis.

.

Eventjes

        voor Maja

ik ga eventjes werken zegt ze tegen de kinderen

eventjes

moeten jullie me niet storen

.

en de preciuese beelden die ze maakt

zijn de schrijnende en

levenslange

bronsgeworden veelheid van gevoel

van iemand die als ze het niet langer uithoudt

eventjes

in de auto voor de deur alleen moet zitten zijn.

.

Wakker

Jim Morrison

.

Iedereen kent Jim Morrison (1943-1971), zanger van de band The Doors, een van de eerste leden van de Club van 27 (artiesten die op de leeftijd van 27 jaar zijn overleden) of van zijn graf op begraafplaats Père Lachaise in Parijs. Wat minder mensen weten is dat Jim Morrison ook poëzie schreef. Op zichzelf niet verwonderlijk als je de teksten van zijn liedjes kent.

Jim Morrison was gefascineerd door literatuur, las enorm veel en was fanatiek bezig met het maken van poëzie. Zijn muziek toont invloeden van jazz en blues en zijn teksten waren vaak zeer filosofisch en dichterlijk van aard. Van Morrison is een aantal dichtbundels uitgegeven, zoals ‘The Lords & The New Creatures’, ‘Wilderness en ‘The American Night’.

Omdat zijn poëzie veel minder bekend is dan zijn muziek wil ik hier een gedicht van hem delen getiteld ‘Awake’.

.

Awake

.

Shake dreams from your hair
My pretty child, my sweet one.

.
Choose the day and
choose the sign of your day

.
The day’s divinity
First thing you see.
A vast radiant beach

.
in a cool jeweled moon
Couples naked race down by it’s quiet side

.
And we laugh like soft, mad children
Smug in the woolly cotton brains of infancy
The music and voices are all around us.

.
Choose, they croon, the Ancient Ones
The time has come again
Choose now, they croon,

.
Beneath the moon
Beside an ancient lake

.
Enter again the sweet forest
Enter the hot dream
Come with us

.
Everything is broken up and dances.

.

Heldere ochtend

Louise Glück

.

Afgelopen week, op 13 oktober, overleed de Amerikaanse dichter en essayist Louise Glück (1943-2023). Ze won de in 2020 de Nobelprijs voor de Literatuur, waarvan de juryleden “haar onmiskenbare poëtische stem prezen die met sobere schoonheid het individuele bestaan ​​universeel maakt”. Naast de Nobelprijs won ze onder andere de Pulitzerprijs voor poëzie , de National Humanities Medal, de National Book Award voor poëzie, de National Book Critics Circle Award en de Bollingenprijs en werd ze meerdere malen onderscheiden voor haar werk. Van 2003 tot 2004 was ze Poet Laureate van de Verenigde Staten (soort Dichter des Vaderlands).

Louise Glück wordt vaak omschreven als een autobiografische dichter. Haar werk staat bekend om zijn emotionele intensiteit waarbij ze vaak put uit mythologie of natuurbeelden om over persoonlijke ervaringen en het moderne leven te schrijven. Thematisch belichtt haar poëzie aspecten van trauma, verlangen en de natuur. Daarnaast is ze bekend geworden vanwege haar openhartige uitingen van verdriet en isolatie.

In Raster, nieuwe reeks jaargang 2004 (nummers 105-108) zijn een aantal gedichten van Glück in een vertaling van Erik Menkveld opgenomen. Een van die gedichten is getiteld ‘Heldere ochtend’.

.

Heldere ochtend

.

Ik heb jullie lang genoeg gadegeslagen,
ik kan tegen jullie spreken zoals ik wil –
.
ik heb mij onderworpen aan jullie voorkeuren, geduldig de dingen
waar jullie van houden beschouwd, uitsluitend
.
door middel daarvan gesproken, in
details van aarde, wat jullie het liefste hebben,
.
ranken
blauwe clematis, licht
.
van vroege avond –
nooit hebben jullie een stem
.
als de mijne willen aanvaarden, koud
als jullie bedrijvig benoemde objecten jullie laten,
.
ook al staan jullie monden
klein en rond van ontzag –
.
en al die tijd
onderwierp ik mij aan jullie beperking, in de waan
.
dat jullie hem vroeg of laat van je af zouden werpen,
in de waan dat materie van jullie staren verzadigd zou raken –
.
obstakel van de clematis die blauwe
bloemen schildert op het serreraam –
.
ik kan niet doorgaan
mezelf tot beelden te beperken
.
vanwege jullie vermeende recht
mijn bedoelingen te betwisten:
.
ik ben inmiddels bereid jullie te overweldigen met helderheid
.
.

Herrijzenis

Henriëtte Roland Holst

.

Ik hou erg van oude poëziebundels en vooral van poëziebundels die vlak na of zelfs nog in de tweede wereldoorlog zijn verschenen. Deze vaak broze bundeltjes appelleren aan een gevoel van eenheid, overwinning (op de Duitsers) en aan een trots op Nederland. Heel patriottistisch maar ook met gedichten van dichters die zich verzetten tegen de onvrijheid en de bezetting. Omdat de staat waarin deze bundeltjes zich meestal bevinden niet heel erg goed is, in die tijd was er vooral krantenpapier waarop gedrukt werd en de omslagen waren slap of voorzien van een dunne stofomslag, ben ik er zuinig op.

Zo heb ik eerder geschreven over de bundel ‘Geteisterd volk’ uit 1943 (gedrukt in Zweden), de bundel ‘Om land en hart’ uit 1945 (april, vlak voor de bevrijding van noord Nederland), ‘Bij Nederlands bevrijding’ uit 1945 (met gedichten geschreven tussen 1941 en 1945) en het ‘Geuzenliedboek 1940-1945.

Daar kan ik sinds een week het bundeltje ‘Herrijzenis’ aan toevoegen. In 1945 uitgegeven door uitgeverij Servire in Den Haag met 39 gedichten en tekeningen van Fr. Reitman. Naast een aantal oorlog gerelateerde gedichten als ‘De achttien doden’ van Jan Campert en ‘Het Carillon’ van Ida Gerhardt, staan er ook gedichten van algemene aard in die Holland bezingen. Een van die gedichten is van Henriëtte Roland Holst (1869-1952) getiteld ‘Holland’. Het gedicht verscheen zonder die titel overigens in haar dichtbundel ‘De nieuwe geboort’ uit 1928.

.

Holland

.

Holland gij hebt zwellende wolken-stoeten
uit verre hemel-velden aangevlogen,
gij hebt horizonnen, zacht omgebogen
van oost naar west zonder eenmaal te ontmoeten
lijn die ze snijdt; en wijd-gespannen bogen
van stranden en van zeeën om ze henen
gaand tot waar zij met heemlen zich vereenen
die uw schijn van oneindigheid verhoogen.
De lijnen van uw land en van uw water
wekken in ons onpeilbare gedachten
verlengen zich tot eindeloos begeeren.
Onze oogen proeve’ iets groots en daarvan gaat er
een trek van grootheid door ons geestes-trachten
en zijn wij thuis in grenzelooze sferen.
.
.

 

 

Poëzie- en kunstfestival

Rotterdam, Noordereiland

.

Afgelopen zondag was de officiële aftrap van het kunst- en poëziefestival Raamwerk | Dichtwerk op het Noordereiland in Rotterdam bij NE Studio’s. Een keur aan dichters kwam langs om voor te dragen, er was muziek van Marjolein Meijers, de bekendmaking van de winnaar van de poëziewedstrijd Jasmijn Lobik ook al winnaar van de AMAI Awards begin dit jaar, er waren kleine uitgeverijen, boekhandel Bosch & de Jong en een tafel met dichtbundels die je kon ruilen.

Een dag vol poëzie en kunst. Bij eéén van de kleine uitgeverijen ‘De Weideblik’ kocht ik een bundel van een van de deelnemende dichters Hans Wap getiteld ‘De man zonder haast’ uit 2016, Hans Wap (1943). Hans heeft samen met Marjoke Schulten een raamkunstwerk gemaakt.

Hans Wap woont en werkt in Rotterdam. Hij las zijn gedichten voor op festivals te Jakarta en Palembang, in Paramaribo, in de Algarve, in Marrakesh, in Berlijn en Bremen. Zijn dagelijks brood verdient hij als beeldend kunstenaar. www.hanswap.nl

Marjoke Schulten gaat graag op reis. Het liefst met een zeppelin, een onderzeeboot of een raket. Haar avonturen legt ze vast in grafische kunstwerken, tekeningen en kleine ruimtelijke objecten. Marjoke heeft haar atelier op de NEstudio’s. www.marjokeschulten.nl

Uit de bundel ‘De man zonder haast’ nam ik het heerlijke optimistische gedicht ‘Diagnose’.

.

Diagnose

.

de diagnose staat sinds mensenheugenis vast

we gaan eraan

vermoedelijk niet allemaal tegelijk

hoewel dat niet geheel is uit te sluiten

.

nicotine, alcohol, fijnstof en het leven zelf

in al zijn facetten zijn goede hulpmiddelen

om het tijdelijke op te heffen en het eeuwige

gestaag en gedicideerd te laten beginnen

tussen ons en het stervensuur

staat slechts de dokter als een verkeersregelaar

die het sinds jaren defecte stoplicht

tracht de repareren

.

Hans Wap

Maureen Ghazal

Amber Hernandez

Winnaar van de Poëziewedstrijd Jasmijn Lobik

Iris Brunia

Daniël Dee