Site-archief

Louis Paul Boon

Verzamelde gedichten

.

Louis Paul Boon (1912-1979) was een Vlaams schrijver van romans, novellen, cursiefjes, pornografie, kunst- en literaire kritieken en poëzie. Dat laatste is niet erg bekend, zelf kende ik Boon vooral van zijn romans, maar hij heeft een aantal malen gedichten geschreven voor met name mensen uit zijn familie en vriendenkring.

Wat ik ook niet wist, is dat Boon in 1979 een serieus kandidaat was voor de Nobelprijs voor de literatuur. Zijn bekendste roman De Kapellekensbaan was in 1972 in het Engels vertaald wat hem een grote bekendheid ook buiten het Nederlandse taalgebied bracht. Boon was uitgenodigd door de Zweedse ambassade voor een bezoek op 11 mei 1979, vermoedelijk om te horen dat hem de Nobelprijs was toegekend, maar de dag ervoor overleed hij aan zijn schrijftafel. De prijs wordt alleen aan levende schrijvers toegekend.

Boon ontving tijdens zijn leven al de Leo J. Krynprijs (1942), de Henriette Roland Holst-prijs (1957), de Constantijn Huygensprijs (1966) en de Multatuliprijs (1972).

Zoals gezegd schreef hij weinig poëzie. In 1980 werd door De Arbeiderspers en Em. Querido het boekje’Verzamelde gedichten’ uitgegeven met daarin 7 blokjes van een paar gedichten die hij voor anderen schreef (zijn zusje, zijn broer, een vriend). Hier volgt het eerste gedicht van drie) uit de bundel met de titel ‘Zo zal ik dan worden’ met als ondertitel ‘drie gedichten van een stilaan ouderwordend man’.

.

Zo zal ik dan worden

.

zo zal ik dan worden

stilaan een zich oudvoelend man

een bloem een gedicht op de lippen

en verder wat knutselend nog

aan luchtvervuiling en zo

.

zo zal ik dan worden

een propere oude man

als ons hondje dat niets mocht

in huis doen en zo doof

was geworden als een pot en zo

.

zo zal ik dan worden

met wat schorre stem verhalen

aan mijn kleinzoon over vroeger

de revolutie die we toen wilden

de sovjetrepubliek vlaanderen en zo

.

zo zal ik dan worden

en vragen naar mijn bril

en zoeken naar mijn stok

om op te steunen en zo

.

Louis_Paul_Boon_(1967)_(cropped)

Boon

To the virgins

Comics en poëzie

Soms kom ik opeens op een idee en dan blijkt dat idee (uiteraard zou ik bijna zeggen) al te bestaan. De combinatie van comics en poëzie was zo’n idee. Al in 1980 schreef Dave Morice het boek ‘Poetry comics, a cartoonverse of poems’. In dat boek comics met de teksten van gedichten.In de inleiding van het boek schrijft Morice:

A few years ago, a friend of mine said, “Great poems should paint pictures in the mind.” Jokingly, I replied that great poems would make great cartoons, and what began as a wisecrack soon evolved into a diabolical plot to overthrow the Foundations of Poetry.

Zover is het uiteraard niet gekomen maar wat is gebleven is een zeer vermakelijk boek met comics  en poëzie. Daarnaast wordt de poëzie ook wel gebruikt door cartoonisten. Hieronder zie je een aantal voorbeelden daarvan.

comic1

comic2

 

Uit Poetry comics een mooi voorbeeld van een comic rond de tekst van een gedicht van Robert Herrick (1591 – 1674) met de intrigerende titel ‘To the virgins, to make much of time’.

.

To the Virgins, to Make Much of Time

Gather ye rosebuds while ye may,
   Old Time is still a-flying;
And this same flower that smiles today
   Tomorrow will be dying.

The glorious lamp of heaven, the sun, 
   The higher he’s a-getting,
The sooner will his race be run,
   And nearer he’s to setting.

That age is best which is the first,
   When youth and blood are warmer;
But being spent, the worse, and worst
   Times still succeed the former. 

Then be not coy, but use your time,
   And while ye may, go marry;
For having lost but once your prime,
   You may forever tarry.
.
comic3

comic4
RobertHerrick_NewBioImage


Czeslaw Milosz

Dichter  van alle nationaliteiten

.

Czeslaw Milosz wordt vaak als Pools dichter geportretteerd maar werd in 1911 geboren in Litouwen ( hij overleed in 2004 als Amerikaans staatsburger) dat toen deel uitmaakte van Rusland. Hij studeerde in Vilnius en trok later naar Warschau. In de tweede Wereldoorlog zat hij bij het verzet maar in 1951 brak hij met de Poolse communistische partij (hij was na de oorlog Pools diplomaat). In 1951 vroeg hij politiek asiel aan in Frankrijk. Uiteindelijk kreeg hij het Amerikaanse staatsburgerschap maar de laatste jaren van zijn leven woonde hij weer in Polen. Een waar wereldburger. In 1980 ontving hij de Nobelprijs voor de Literatuur.

Uit de in het Nederlands vertaalde bundel ‘Verre omstreken’ uit 1991 het gedicht ‘De zin’.

 

De zin

‘Eenmaal dood zal ik de voering van de wereld zien.
De achterkant, voorbij de vogel, berg, zonsondergang,
de ware betekenis, die om ontcijfering roept.
Wat onverenigbaar was, wordt nu verenigd.
Wat buiten ons begrip viel, zal begrepen worden.’

‘Maar als de wereld nu geen voering heeft?
Als de lijster op de tak geen enkel teken is,
alleen een lijster op een tak, als de dagen en de nachten
elkaar opvolgen en zich niet bekommeren om een zin
en er op aarde niets is buiten deze aarde?’

‘Al zou het zelfs zo zijn, dan nog blijft het woord
dat, eenmaal gewekt door vergankelijke lippen,
zal rennen, rennen als een onvermoeibare koerier,
over interstellaire velden, wentelende melkwegen
en protesteren, roepen, schreeuwen.’

 

Czeslaw-Milosz

Vriendin van één nacht

Herman de Coninck

.

Dinsdag wordt de komende tijd erotische gedichtendag (leek me een leuk idee, zo aan het begin van de week). Vandaag een werkelijk prachtig gedicht van Herman de Coninck. Op 10 juli schreef ik nog over Herman de Coninck in de categorie Vlaamse dichters, nu dus als vertolker van erotische poëzie.

.

Vriendin van één nacht

.

Het was onbereikbaar.

Maar voor iedereen die dat óók vond, trok ze tijd

uit, en haar bloesje, en de spelden uit d’r haar.

.

Ze had velours geribde rode lippen om je er over heen

te praten

en schaars-paarse om er nadien over te zwijgen,

en lange vingers om zich lang en langzaam op zich toe

te laten,

.

het was bijna gewijd:

hijgen werd heel ver adem

halen, voorbij de grenzen van de tijd.

.

En de wanhoop nadien had iets van lekker samen.

Uitzicht op leegte, maar

met gordijntjes voor de ramen.

.

herman

 

Uit: Met een klank van hobo, 1980.

100 dichters

100 dichters uit 15 jaar Poetry international

.

In een kringloopwinkel kocht ik vorig weekend het fijne werkje ‘100 dichters uit 15 jaar Poetry international’. Ruim 475 pagina’s voor de spotprijs van een paar Euro. In deze lijvige bundel 100 dichters die tussen 1970 en 1984 bij Poetry International hebben opgetreden. Geen Nederlandse dichters omdat “Hun werk is in de meeste gevallen voor de lezer beschikbaar”. Wel 100 soms verrassende dichters uit alle windstreken. samengesteld door Remco Campert, Jan Eijkelboom, Joke Gerritsen en Martin Mooij en uitgegeven door Manteau.

Vandaag zal ik van twee van hen een gedicht plaatsen. Allereerst de Hongaarse dichter György Dalos (trad op in 1980) in het Hongaars en het Nederlands.

.

Irodalmunk Istápolóinak

.

Követelöznek a fiatalok

Helyet a Nap alatt

/és a napilapokban/

En nem vagyok ilyen szerénytelen

a helyröl rég lemondtam

Hanem a Napot adjatok nekem

Ha ugyan nálatok van

.

Aan de weldoeners van onze literatuur

.

De jeugd eist met klem

een Plaats onder de Zon

(en in de dagbladen)

Ik ben niet zo onbescheiden

van een Plaats heb ik al lang afstand gedaan

Geef mij maar de Zon

Als jullie hem zelf soms hebben

.

(vertaling: Andras Vigh)

.

En van Vivian Lamarque trad in 1983 op. Van haar ook een gedicht in het Italiaans en het Nederlands.

.

A novi Mesi

.

A nove mesi la fattura

la sostituzione il cambio di madre

Oggi ogni volto ogni affeto

le sembrano copie cerca l’originale

in ogni cassetto affannosamente

.

Met negen maanden

.

met negen maanden de breuk

de wisseling de moederruil.

Nu lijkt elk gezicht elk liefdeblijk

een kopie ademloos zoekt ze

in alle laden naar het origineel.

.

(vertaling: Karin van Ingen Schenau)

lamarque

 

dalos-gyorgy-d000166070f6fc1a72513

Muriel Rukeyser

Dichter in verzet

.

Muriel Rukeyser (1913-1980) was dichter en politiek activiste vooral bekend van haar gedichten over gelijkheid, feminisme en sociale gerechtigheid. In de zomer van 1936 werd ze op 22 jarige leeftijd gevraagd door  het Londense Culturele magazine  Life and letters today, om een reportage te schrijven over de Volks Olympiade in Barcelona , het antifascitische alternatief voor de Olympische spelen in Berlijn. Vijftien kilometer voor Barcelona werd de trein waarin ze op weg was beschoten. de eerste oorlogshandelingen van de Spaanse burgeroorlog waren een feit.  In de trein zat ook een Duits atleet Otto Boch. Ze kregen een relatie en terwijl Boch in Spanje bleef om de fascisten van Franco te bestrijden keerde Rukeyser terug naar New York waar ze ging werken voor the American Medical Bureau to Aid Spanish Democracy.

Tot 1938 kreeg ze brieven van Boch waarna het stil werd.  Later zou Rukeyser over de vijf dagen dat ze in Spanje verbleef zeggen dat dit haar een aanval van realisme had bezorgd. Het moment dat ze begreep wat haar creatieve verantwoordelijkheid was. Vanaf dat moment begon ze te schrijven waar ze echt in geloofde.  Ze schreef dit in de inleiding van haar boek The life of poetry waarin ze de vele lezingen die ze gaf tijdens en na de tweede wereldoorlog in bundelde.

Muriel Rukeyser bleef actief als dichter, schrijfster, gaf vele workshops en was actief als universitair docent.

In de oorlog schreef ze een aantal gedichten in Poetry, a magazine of verse. Uit 1941 het gedicht The child in the great wood.

.

rukeyser

murielrukeyser_small

Einde der tijden

A song on the end of the world

.

Omdat vandaag de wereld vergaat (volgens sommigen) of omdat vandaag een nieuw tijdperk ingaat (volgens weer anderen) hier een gedicht over het einde der tijden van Czeslaw Milosz (1911 – 2004). Dit gedicht van de Litouwse Nobelprijswinnaar voor de literatuur (1980) werd vertaald naar het Engels door Anthony Milosz.

.

A song on the end of the world

On the day the world ends
A bee circles a clover,
A fisherman mends a glimmering net.
Happy porpoises jump in the sea,
By the rainspout young sparrows are playing
And the snake is gold-skinned as it should always be.

.

On the day the world ends
Women walk through the fields under their umbrellas,
A drunkard grows sleepy at the edge of a lawn,
Vegetable peddlers shout in the street
And a yellow-sailed boat comes nearer the island,
The voice of a violin lasts in the air
And leads into a starry night.

.

And those who expected lightning and thunder
Are disappointed.
And those who expected signs and archangels’ trumps
Do not believe it is happening now.
As long as the sun and the moon are above,
As long as the bumblebee visits a rose,
As long as rosy infants are born
No one believes it is happening now.

.

Only a white-haired old man, who would be a prophet
Yet is not a prophet, for he’s much too busy,
Repeats while he binds his tomatoes:
No other end of the world will there be,
No other end of the world will there be.

milosz..

LIEDJE OVER HET WERELDEINDE

Op de laatste dag van de wereld
cirkelt een bij om de bloem van de kers,
boet een visser zijn glinsterend net,
dansen de dolfijnen vrolijk op zee,
klampen jonge mussen zich vast aan de goot,
en heeft de slang een gouden huid, want zo hoort het.

Op de laatste dag van de wereld
lopen vrouwen onder parasols door het veld,
slaapt op het gras een dronkaard zijn roes uit,
schalt de roep van de groenteman in de straat,
vaart een scheepje met een geel zeil naar een eiland,
en klinkt lang in de lucht een viool
die een nacht vol sterren ontsluit.

En hen die bliksem en donder verwachtten
stelt het teleur.
En zij die tekens en trompetten van aartsengelen verwachtten
geloven met dat het nu al gebeurt.
Zolang de zon en de maan daarboven zijn
zolang de hommel de roos zal bezoeken,
zolang er roze kinderen worden geboren,
gelooft niemand dat het nu al gebeurt.

Alleen een grijsaard die een profeet was geweest,
ware het niet dat hij iets anders te doen heeft,
zegt, terwijl hij de tomaten opbindt:
Een ander wereldeinde komt er niet,
een ander wereldeinde komt er niet.

Czesław Miłosz

(Uit Gedichten, vertaald door Gerard Rasch)

met dank aan @PieterDrift