Site-archief
Jana Beranová krijgt Anna Blaman Prijs
Jana Beranová
.
Gisteren is bekend geworden dat dichter, schrijver en vertaler Jana Beranová (1932) de Anna Blaman Prijs 2025 krijgt. De Anna Blaman Prijs is de bekroning van een waardevol auteurschap in en voor Rotterdam en daarmee de bevordering van het literaire klimaat in Rotterdam en omgeving. Alleen schrijvers die wonen of werken in de regio Rotterdam of op een andere manier nauw verbonden zijn met de stad, komen in aanmerking voor de prijs. De oeuvreprijs wordt één keer per drie jaar uitgereikt in het stadhuis van Rotterdam. De prijs is een initiatief van de Anjerstichting, de voorloper van het Prins Bernhard Cultuurfonds, en werd in 1965 ingesteld. In 1966 werd de prijs voor het eerst uitgereikt. De Anna Blaman Prijs is sinds 2015 eigendom van Passionate Bulkboek.
Rotterdamse schrijvers en dichters die de prijs eerder kregen (de zogenaamde laureaten) waren onder andere Bob den Uyl, Jules Deelder, C.B. Vaandrager, Frank Koenegracht, Jan Eijkelboom, Hester Knibbe, Rien Vroegindeweij, Anne Vegter en Ester Naomi Perquin.
De jury van de Anna Blaman Prijs 2025 bestaat uit juryvoorzitter Wim Pijbes (directeur stichting Droom en Daad), Diana Chin-A-Fat (directeur Poetry International), Alek Dabrowski (redacteur poëzietijdschrift Awater), Diewertje Mertens (literatuurcritica) en Renée dan Breems (hoofd Leesbevordering & advies Passionate Bulkboek). De prijs wordt overhandigd aan Jana op 28 november 2025 door burgemeester Schouten in de Burgerzaal van het stadhuis van Rotterdam. Naast een bokaal bestaat de prijs uit een geldbedrag van € 15.000.
Ik ken Jana al lang en heb op verschillende momenten met haar samengewerkt (MUGzine, poëziepodia), voorgedragen (onder andere een gedicht bij de begrafenis van dichter Pero Senda), was ze juryvoorzitter van de eerste poëziewedstrijd van poëziestichting Ongehoord! en ik mocht jurylid zijn van de prijs die haar naam draagt, de Jana Beranováprijs.. Ik kan me geen betere prijswinnaar bedenken voor deze Rotterdamse prijs dan zij.
In 2001 schreef het gedicht ‘Zonder bagage’ voor het project Beelden in vervoering in het kader van Rotterdam Culturele hoofdstad 2001, bij het beeld ‘Lost Luggage Depot’ van Jeff Wall naast Hotel New York in Rotterdam. Met dit monument symboliseert kunstenaar Jeff Wall de emigranten, die begin vorige eeuw naar Amerika vertrokken. Het gedicht staat ook in haar bundel ‘Tussen aarde en hemel’ uit 2002.
.
Zonder bagage
Ik heb een roofdierhart en roofdiermond,
verorber land na land, elk moment is
het moment voor de sprong.
Ik knoop tijd aan elkaar.
Hoe het komt?
De grens, klemvast, was een ver geheim.
Het was nacht, de maan was rood.
De hoge heuvel sleepte stenen aan
waar ’t licht afdroop als
afscheidstranen. Het gevaar
verbond de wond.
We liepen.
De bergkam had
gaten in zijn tanden en het kind
vleugels op haar rug:
schooltasje, foto van de klas,
krabbel van de eerste liefde.
De mens is een bundel
verzwegen verhalen, klaar om
op te stijgen, uit te varen,
verstoppertje te spelen, alleen
tijdelijk in een haven.
Daar
zoek ik weleens tussen sleetse
koffers, reistassen en andere bagage
het schooltasje terug. De eerste
verte. Hoe ik dat doe?
Ik leg me op de grond en vouw me
op tot een pakketje. Verloren maar
vrij om te gaan als de maan
zich schurkt tegen de havenkade.
.
Moed houden moet
Toon Tellegen
.
In de boekenwinkel kwam ik een wonderlijke, grote dichtbundel tegen, een bloemlezing getiteld ‘Maar geen bestemming’ gedichten over de oude dag uitgegeven door het PoëzieCentrum in 2024. In deze bloemlezing zijn gedichten opgenomen die het eenzijdige beeld van een trieste oude dag bijsturen, zonder daarom de realiteit van het ouder worden te verbloemen of te negeren. De dichters die zijn vertegenwoordigd weten waarover ze spreken. Hun verzen zijn het werk van de eigen oude dag, geschreven in een fase van het leven waarin wat in het verschiet ligt onvermijdelijk korter is dan wat was.
Ik word altijd wel blij en vrolijk van dit soort bundels. Niet voor niets proberen wij in MUGzine behalve jong en nieuw talent ook een open oog te hebben voor dichters die wat in de vergetelheid zijn geraakt of waar wat minder aandacht voor is maar die zoveel kwaliteit te brengen hebben.
In deze bloemlezing is werk opgenomen van dichters als Gerrit Kouwenaar, Cees Nooteboom, Toon Tellegen, Leo Vroman, Judith Herzberg, Antjie Krog, Mark Insingel, Stefan Hertmans, Esther Jansma en Hester Knibbe. Ik koos voor het prachtige gedicht ‘Moed houden moet’, een gedicht met een heel positieve kijk op het ouder zijn en het leven van Toon Tellegen (1941).
.
Moed houden moet
.
Als je oud bent ben je altijd oud geweest,
als je jong bent zul je altijd jong blijven,
maar als je dood bent ben je alles,
en elke dag iets anders
.
kinderen hollen naar buiten en roepen:
‘Moed houden! Wij gaan moed houden!’
.
Ik sta in de deuropening en zie ze verdwijnen,
ik heb het koud en denk:
moed houden moet, het is het enige wat werkelijk moet…
.
het is een dag als alle andere en ik ga weer naar buiten,
ik heb nog één seconde te leven.
.
Kunst- en Dichtproject
Raamwerk | Dichtwerk
.
De kunstenaars van de NEstudio’s op het Noordereiland in Rotterdam organiseren deze zomer voor de tweede keer het project Raamwerk. Zo’n 40 dichters en beeldend kunstenaars maken per duo een raamkunstwerk op de ramen van de ateliers van NE Studios in de Prins Hendrikstraat.
Maar daarnaast organiseren zij dit jaar ook het project Dichtwerk. Een bijzondere poëziewedstrijd, niet alleen voor eilanders, maar voor dicht- en spoken word-talent in heel Rotterdam.
Behalve deze wedstrijd biedt Dichtwerk ook een aantal workshops en masterclasses aan van professionals op het gebied van poëzie schrijven en voordracht. Die workshops worden gehouden in Huizen van de Wijken en bij de bieb. Iedereen kan zich hier gratis voor aanmelden. De data & locaties zijn te vinden op de website van het de NE studio’s.
Op 25 juni zal een keur aan Rotterdamse dichters (die meedoen in dit bijzondere project) voordragen op een podium naast de NE studio’s. Naast dichters als onder andere Daniel Dee, Iris Brunia, Hans Wap, Hester Knibbe, Peter Swanborn, Maureen Ghazal, Benzokarim en Mark Boninsegna zullen de winnaars van de poëziewedstrijd hun winnende gedichten voordragen en er is muziek. Ik zal dit podium presenteren. Om alvast in de stemming te komen een gedicht van Herman de Coninck (1944-1997) uit ‘De lenige liefde’ uit 1969 waarin ‘een raam om naar de werkelijkheid te kijken’ een rol speelt.
.
Je truitjes en je witte en rode
sjaals en je kousen en je slipjes
(met liefde gemaakt, zei de reclame)
en je brassières ( er steekt poëzie in
die dingen, vooral als jij ze draagt)-
ze slingeren rond in dit gedicht
als op je kamer
.
Kom er maar in, lezer, maak het je
gemakkelijk, struikel niet over de
zinsbouw en over de uitgeschopte schoenen
gaat u zitten
.
(Intussen zoenen wij even in deze
zin tussen haakjes, zo ziet de lezer
ons niet.) Hoe vindt u het,
dit is een raam om naar de werkelijkheid
te kijken, alles wat u daar ziet
bestaat. Is het niet allemaal
als in een gedicht?
.
Chrystal Palace
Startshow Poëzieweek
.
De Poëzieweek die van 26 januari t/m 1 februari 2023 wordt georganiseerd, wordt afgetrapt met een Startshow op woensdag 25 januari in Minard, de mooie en oude stadsschouwburg in Gent. Opnieuw loopt Vlaanderen hiermee voorop in de Poëzieweek. De twee dichters die het Poëzieweek geschenk schrijven Hester Knibbe en Miriam Van hee, ook in het dagelijks leven goede vriendinnen zijn de eregasten van deze startshow die uiteraard in het teken staat van het thema van de Poëzieweek ‘Vriendschap’.
Maar er is meer te genieten op deze avond in Gent. Er zullen optredens zijn van de dichters Michaël Vandebril en Stijn Vranken, de muzikant Fulco Ottervanger, en het dichterscollectief Proza-K. Proza-k is het geesteskind van twee woordkunstenaars. Yves Kibi Puati Nelen en Cleo Klapholz, twee trotse Antwerpenaren die zichzelf hedendaagse poëtische esculapen noemen. Dit is namelijk het oud-Nederlands woord voor Dokter. Want in onze maatschappij proberen zij het woord als heelmiddel voor te schrijven.
Yves Kibi Puati Nelen en Cleo Klapholz waren twee van de Antwerpse stadsdichters die er gezamenlijk mee stopten, waarom lees je hier. Het gedicht ‘Christal Palace’ , een ode aan de koolkaai, mocht op het allerlaatste moment niet verschijnen op een lelijke grijze elektriciteitskast omdat de tekening zogezegd te obsceen was, wat een van de redenen was om zich als stadsdichters terug te trekken. Alle reden dus om het gedicht hier met afbeelding te plaatsen.
Tickets voor de startshow met dit duo zijn uiteraard te koop via de link hier . De deuren openen om 19.00 uur en de show begint om 20.00 uur.
.
Chrystal Palace
.
De geschiedenis van een stukje stad dat wederom vergeten was
Oh de rijkdom aan verhalen in deze mythische tempel van wellust
.
Een smeltkroes van gefortuneerden en onvermogenden,
van de befaamde en ongure figuren
In een roes van vluchtige schaduwen
Hier, op deze plaats, stond het hof van genot,
het notoire lokaas voor vermaak
.
Met zijn weerkaatsende weerspiegelende toog
vol wulpse, waanzinnige, wonderschone deernes,
dansend op het ritme van een grammofoon, jukebox of muzikant
.
magnifiek en obsceen Antwerpen, zo zinnelijk
bejegenen alsof ze deelnemen aan hetzelfde voorouderlijke ritueel.
.
Ode aan de nacht en haar dames van plezier
ode aan de schemering en de lusten van het vertier
.
Ode aan de gestorven zielen, bedolven onder het puin
voor altijd gestraft door de wrekende puriteinse god
.
Poëzieweek 2023
Miriam Van hee
.
In 2023 schrijven Hester Knibbe en Miriam Van hee het Poëziegeschenk met als titel ‘Er staat te gebeuren’. Het thema van deze Poëzieweek is ‘Vriendschap’. De Poëzieweek loopt van 26 januari t/m 1 februari.
Miriam Van hee (1952) is een Vlaamse dichter en vertaler. Ze debuteerde in 1978 met de bundel ‘Het karige maal’, waarvoor ze meteen bekroond werd met de Prijs voor Letterkunde van de Provincie Oost-Vlaanderen. Ook de bundels die ze daarna publiceerde werden geregeld bekroond: voor ‘Winterhard’ (1988) won ze de Jan Campert-prijs, voor ‘Reisgeld’ (1992) kreeg ze de Dirk Martensprijs, voor ‘Achter de bergen’ (1996) won ze de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Poëzie. In 2008 sloeg ze een dubbelslag met ‘Buitenland’. Ze won zowel de juryprijs van de Herman de Coninckprijs voor de hele bundel, als de publieksprijs voor het beste gedicht voor ‘Zomereinde aan de Leie’. Voor haar recentste bundel ‘Als werden wij ergens ontboden’ (2017) ontving ze namens de Vlaamse regering in 2017 de Ultima voor de Letteren.
De poëzie van Miriam Van hee is vertaald in verschillende talen en werd ook in vertaling bekroond. In 2007 won ze de Europese poëzieprijs POESIAS voor de Franse vertaling van haar dichtbundel ‘De bramenpluk’.
Miriam Van hee vertaalde onder meer poëzie van Anna Achamatova, Osip Mandelstam, Velimir Chlebnikov en Vjatsjeslav Koeprijanov. Samen met Lisette Keustermans vertaalde ze ook gedichten van de Zweedse dichter Tua Forström. Sinds 2011 is Miriam Van hee ook lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren.
In het poëzietijdschrift ‘Het liegend konijn’ uit 2003 komt het gedicht ‘Everzwijnen in januari’ van Van hee.
Everzwijnen in januari
.
je zocht een pad in het ongewisse
bij elke bocht keek je om, waar
je was, je gooide een steen
en het stoof in de struiken:
vijf kleine gestreepte coureurs
en hun moeder renden als gekken
je blikveld uit
.
je stelde je voor hoe je ’s avonds
zou bellen om hun te vragen
hoe het ze verder die dag was vergaan
om hen gerust te stellen, de jacht
was voorbij, het nageslacht veilig,
de wereld had weer
aan zichzelf genoeg
.
Mijn kind
Dubbel-gedicht
.
Dubbelgedichten (die gedichten die ik plaats onder deze noemer en categorie) hebben gemeen dat ze over een zelfde thema of onderwerp gaan. In het volgende geval heb ik echter gekozen voor het begin van de zin als gezamenlijkheid, of beter gezegd de eerste twee woorden: Mijn kind.
De gedichten komen van Hester Knibbe (1946) en Esther Jansma (1958). Het eerste gedicht van Hester Knibbe is getiteld ‘Demeter’ en komt uit de bundel ‘Oogsten’ uit 2016 en het tweede gedicht is van Esther Jansma en is zonder titel en komt uit de bundel ‘Altijd vandaag’ uit 1998.
.
Demeter
.
Mijn kind is zoek en telkens weer
terecht. Zij laat zich lokken naar
de duisternis, hoe vaak ik haar ook
zeg: geen god die te vertrouwen is. Ook ik
.
sliep met een god, doorbrak daarmee
het ouderlijk verbod, maar bleef met teen
en hakken op de grond: er moest een kind
gevoed, hout in de haard en
.
aren op de aarde. Mijn dochter is
geen kind meer maar een vrouw die ’s winters
niet in huis te houden is, hoe kouder
het hier wordt, hoe verder zij
.
zich van het vuur verwijdert. Maar
op het uur van dooi komt ze
terug en danst met vlugge voeten
zoete vruchten uit de aarde.
.
*
.
Mijn kind is een rivierkei, een pauze
voortgeduwd – dat klotsend holle
van steen op steen – door water.
Tot nu. Hier neergelegd.
.
En water is de tijd natuurlijk,
zacht massief waaronder slijt
wat weerstand biedt, stil ligt.
.
Verdriet: een lange, lange val naar zee.
.














