Site-archief
Gedichten uit de Goelag
Varlam Sjalamov
.
De Russische schrijver en dichter Varlam Tichonovitsj Sjalamov (1907 – 1982) werd geboren als zoon van een Russisch-orthodox priester en een lerares. Hij studeerde rechten in Moskou, was overtuigd tegenstander van het Stalin regime en sympathiseerde in die tijd met de linkse oppositie geleid door Leo Trotski. In 1929 werd hij in een illegale drukkerij gearresteerd en voor drie jaar verbannen naar de Goelag. Na zijn terugkomst naar Moskou werkte hij van 1934 tot 1937 als journalist.
In 1937 werd hij in het kader van de grote zuivering opnieuw gearresteerd vanwege trotskisme en Sjalamov bracht na een nieuwe veroordeling zeventien jaar door in de kampen des doods van Kolyma in Siberië. In 1953 werd hem toegestaan terug te keren naar Europees Rusland. In 1956 werd hij onder Chroesjtsjov gerehabiliteerd. Vanaf 1957 verschenen van zijn eerste gedichten. Sjalamov is al eerder gedichten beginnen schrijven. Hij memoriseert zijn eigen dichtregels telkens wanneer hij van het werk naar het kamp terugkeert. Als hij op het einde van zijn gevangenschap als verpleger tewerkgesteld wordt schrijft hij op wat hij maar vindt: papieren zakken, kaftpapier etc. Die aantekeningen werkt hij later uit. Naast zijn gedichten schrijft hij vooral korte verhalen, maar al snel kwamen zijn herinneringen aan de Goelag niet meer door de censuur (ze circuleerden in de jaren zestig alleen in Samizdat-uitgaven). Hoewel Sjalamov vooral bekend is door zijn laconieke en compacte kampverhalen is zijn poëzie ook zeker de moeite waard.
Hieronder het gedicht ‘De camee’ waarin een duidelijke verwijzing naar zijn tijd in de kampen en hoe hij die heeft doorstaan, in een vertaling van Marja Wiebes en Margriet Berg uit ‘Spiegel van de Russische poëzie van de twaalfde eeuw tot heden’ uit 2000.
.
De camee
.
In ’t hellend vlak van berg en tijd
Sneed ik jouw beeld voor de eeuwigheid.
.
Betrouwbaarder dan een penseel
Zijn immers beitel en houweel.
.
In ’t land van mannen en van ijs,
Van vroege rimpels en vroeg grijs,
.
Heb ik dit vrouwelijk gelaat
Geschapen als een wanhoopsdaad.
.
Ik heb de rots met jouw portret,
Toen in een ring van sneeuw gezet,
.
En wolken om de ring gedaan
Om niet van weemoed te vergaan.
.
De maakbare toekomst
Poëzieweek 2020
.
Het thema van de Poëzieweek die vandaag begint is ‘De toekomst is nu’ en volgens sommige mensen is de toekomst maakbaar. Nu kun je dus aan je toekomst werken en in die zin is de toekomst dan ook nu of begint die nu. Voor de Ugandese dichter Harriet Anena is dit heel duidelijk het geval in haar gedicht ‘Fixable’ of ‘Maakbaar’.
Harriet Anena (1986) is een Oegandese auteur van korte verhalen, dichter en journalist. Ze is de auteur van een gedichtenbundel, ‘A Nation In Labour’, gepubliceerd in 2015. Anena werkte bij de krant Daily Monitor als verslaggever, sub-editor en adjunct-hoofd-sub-editor van 2009 tot september 2014. Volgens de website Africa.com is zij één van de 10 belangrijkste hedendaagse vrouwelijke dichters van Afrika https://africa.com/ten-female-contemporary-african-poets/ .
Op de website https://afrowomenpoetry.net/ kun je een aantal van haar gedichten lezen en beluisteren. Zoals het gedicht ‘Fixable’ hieronder.
.
Fixable
.
You are fixable,
hold my hand & let me mend your brokenness.
It will hurt less,
the falling & crushing;
you will get better
at sculpturing your bits & pieces.
I won’t leave. I’ll wait for daybreak
& we’ll figure out what to do
with all this sunshine.
.
.
Sterk en vreemd
Charles Bukowski
Zonder dat ik hier naar op zoek was kwam ik op de website https://www.poeticous.com/ terecht.
Tienminutengesprek
Esther Jansma
.
Dat dichters maar zelden alleen dichter zijn mag bekend zijn, van gedichten schrijven valt nu eenmaal niet te leven (een enkele uitzondering daargelaten uiteraard). Vaak schrijven ze naast poëzie ook proza, columns of korte verhalen, liedteksten of andere teksten. Er zijn er ook die naast hun dichterlijke leven nog een andere baan hebben zoals journalist, redacteur of directeur van een bibliotheek. Esther Jansma is wat dat betreft toch een beetje een vreemde eend in de bijt. Zij is naast dichter ook prozaschrijfster en archeologe!
Ze debuteerde in 1988 met de dichtbundel ‘ Stem onder mijn bed’ waarna nog verschillende dichtbundels volgde. Voor haar werk ontving ze onder andere de VSB Poëzieprijs, de Jan Campert-prijs en de A. Roland Holst-penning. Uit haar bundel ‘ Voor altijd ergens’ uit 2015 koos ik in deze vakantieperiode voor het gedicht ‘ Tienminutengesprek’. Een grappig en schurend gedicht waarbij ik onwillekeurig moest denken aan de televisieserie de Luizenmoeder.
.
Tienminutengesprek
.
Nadat de onderwijskrachten met man en macht
op vrouwelijk zuchtend voorovergebogen begrip
simulerende wijze waren uitgewoed – en weet
dat daar woede bij zat, banieren grof rood door
het hoofd, intonaties die intenties uit koers rammen –
hadden de van schrik en noodlottige toekomsten
verstijfde tegenover de krachten op hun verzoek
aan knielage tafels neergekrompen in stoeltjes geklemde
zorgers voor hun zoon het volgende bereikt:
Een: wij gaan ons best doen omdat wij goed zijn.
Twee: over een maand weten wij of zijn leven
gaat lukken. Wij melden dat desgewenst schriftelijk.
Drie: dit is een productafspraak.
.
De enige vrouw
Bertalicia Peralta
.
De Panamese journaliste, schrijfster en dichter Bertalicia Peralta (1939 volgens de bundel, 1940 volgens andere bronnen) schrijft vaak over de positie van de vrouw, onder andere in essays maar ook in haar poëzie. Als schrijver specialiseert ze zich in poëzie en korte verhalen en publiceert in tijdschriften, bloemlezingen en literaire supplementen in Amerika en Europa. Haar werk is vertaald in het Engels, Frans, Italiaans en Portugees. Ze is winnaar van verschillende literaire prijzen, waaronder een eervolle vermelding in de wedstrijd Ricardo Miró.
In de bundel ‘Zo’n gelukkige dag, dichters voor Amnesty International’ uit 2005, samengesteld door Daan Bronkhorst, staat het gedicht ‘De enige vrouw’ van haar hand in een vertaling van Koosje Verhaar.
.
De enige vrouw
.
De enige vrouw die kan bestaan
is zij die weet dat nu de zon over haar leven gaat schijnen
.
zij die geen tranen stort maar pijltjes uitstrooit
om haar territorium af te bakenen
.
zij die geen verzoeken doet
zij die haar mening geeft en haar hoofd optilt en met haar
lichaam zwaait
en die teder is zonder schaamte en hard zonder haat
.
zij die het alfabet van onderworpenheid heeft verleerd
en rechtop loopt
.
zij die de eenzaamheid niet vreest omdat zij alleen is
geweest
zij die de grote kreten van geweld voorbij laat gaan
.
en dat alles doet met gratie
zij die zich bevrijdt te midden van liefde
zij die bemint
.
de enige vrouw die de enige kan zijn
is zij die gepijnigd en zuiver voor zichzelf besluit
om uit haar voorgeschiedenis te stappen
.
Verboden vrucht
Schrijfwedstrijd Dichters tussen de kassen
.
Op dinsdagavond 28 maart was het eerste Westlands Boekengala, een avond vol (o.a. spokenword en slam)poëzie (Jules Deelder, Else Kemps, Justin Samgar en Fresku) en muziek. Op dit gala werden ook de prijswinnaars bekend gemaakt van de schrijfwedstrijd die Dichters tussen de kassen had georganiseerd.
Ik was als juryvoorzitter gevraagd en samen met Susanne van den Beukel, Gé Ansems, Paul Vis en Adrienne Vooijs werden de 40 inzendingen beoordeeld in uiteindelijk drie categorieën. Korte verhalen volwassenen en jeugd en poëzie volwassenen.
Van de 20 inzendingen voor de poëziewedstrijd werden een winnaar en een aanmoedigingsprijs gekozen. De aanmoedigingsprijs ging naar het gedicht ‘Appels en naakten’ van Etwin Grootscholten en de winnaar was Giel van der Hoeven met het gedicht ‘Verrukkelijk’.
Na deze zeer geslaagde en mooie avond wilde ik de twee gedichten met jullie delen.
.
Over verboden vruchten wat van alles kan zijn, maar ’t is steeds weer…
Verrukkelijk
Soms wil ik compleet verdwalen
om mezelf weer terug te vinden.
Zonder levensidealen, mij door
verleiding laten verblinden.
Verlies daarbij verantwoording;
goede trouw ontglipt me even.
‘k Geef toe aan een verrukking,
door verlangen ingegeven.
Als de muze zingt dan dans ik;
de smaak van begeerte is sterk.
Al ben ik dan een stouterik,
‘t inspireert mij tot fraai dichtwerk.
.
appels en naakten
als zij thuis zou zijn,
dan heb ik geen appel.
en mochten zij er beiden zijn,
de één dicht bij
in de deuropening,
de ander iets verder weg
in de gaard,
naakt,
dan zijn er nog geen appels.
ik verkoop ze niet.
ik geef ze niet weg.
ik heb ze niet.
.
.
Tot slot het juryrapport over deze twee gedichten:
De dichter van ‘Verrukkelijk’ heeft gebruikgemaakt van een min of meer klassieke dichtvorm, drie coupletten van telkens vier regels. In het eerste couplet begint de dichter aarzelend te rijmen, slechts twee van de vier regels eindigt met een rijmwoord. Doordat echter het eindwoord van de eerste regel rijmt op een woord halverwege de derde zin is dit niet echt storend. Het is een soort inleiding voor de volgende twee coupletten met een strak rijmschema, zonder dat er overigens sprake is van enige rijmdwang. De rijmwoorden komen volkomen natuurlijk over.
Zij versterken het ritme van dit gedicht, een vers met een hoorbaar muzikaal gehalte. De dichter speelt op een aanstekelijke wijze met het begrip ‘verboden vruchten’, wat volgens hem of haar ‘van alles kan zijn’ Hij of zij heeft het thema zich persoonlijk toegeëigend, het gedicht gaat over verlangen naar vrijheid, erotiek, overspel. Maar het wordt slechts aangestipt zodat er voor de lezer ruimte genoeg overblijft voor een persoonlijke invulling. En juist dit verhoogt de aantrekkelijkheid van dit gedicht. Het is heerlijk speels, ja het is zoals de titel zegt verrukkelijk en dat maakt dit gedicht zondermeer prijzenswaardig. De jury heeft dan ook gemeend de maker van dit gedicht te moeten belonen met de eerste prijs.
De schrijver van het gedicht ‘Appels en Naakten’ wordt door de jury beloond met de aanmoedigingsprijs. Met dit gebaar wil de jury de dichter aanmoedigen door te gaan op de ingeslagen weg. De dichter is er in geslaagd om met spaarzaam taalgebruik toch veel zeggingskracht te bewerkstelligen. Door de gehanteerde vrije versvorm en het ontbreken van allerlei details gaat het feitelijk om een reeks korte krachtige ‘statements’ die een vervreemdend effect teweeg brengen. Als lezer weet je eigenlijk niet waar je aan toe bent. Maar door de mysterieuze lading blijft het gedicht toch boeien tot en met de laatste regel.
.
De volgende editie van het Westlands Boekengala is op 15 maart 2018
Berlijn 1968
José van Rosmalen
.
De schrijver en dichter José van Rosmalen (1947) beperkt zich niet tot één genre, maar schrijft gedichten, columns en korte verhalen. Een aantal daarvan heeft hij in 2012 gebundeld in het boekje ‘over grenzen’ dat hij in eigen beheer heeft uitgegeven. In het boekje van 72 pagina’s staan gedichten, korte verhalen en autobiografische schetsen. In dit bundeltje staat ook het gedicht ‘Berlijn’. Of dat hetzelfde gedicht is als het gedicht met de titel ‘Berlijn 1968’ dat ik op leesgedichten.nl tegen kwam weet ik niet maar ik vond het de moeite waard om hier met jullie te delen.
.
Berlijn 1968
.
In de kou
van de strijd
tussen oost en west
tussen nacht en ochtend
tussen corps en revolutie
vocht de groep studenten
zich door drank en principes
Op zoek naar waarheid
trots op idealen
blij met de koelkast
werd de muur al zachtjes gesloopt
Buiten regeerde angst
in de ondergrondse zweeg je
Het spel van de namen
de glazen wijn
een nacht in Oost-Berlijn
toen wist ik al
niet van het corps
noch van de revolutie te zijn.
.
Weemoedts felicitatiedienst
Lévi Weemoedt
.
De in Vlaardingen geboren dichter Lévi Weemoedt (1948) is vooral bekend van zijn tragi-komische korte verhalen en gedichten. Jarenlang was Weemoedt leraar maar toen hij daar genoeg van had richtte hij zich volledig op het bestaan van schrijver. Weemoedt was medewerker van het Algemeen Dagblad, publiceerde in het, in Vlaardingen opgezette, literair tijdschrift ‘Renaissance’ en was van 1976 tot 1979 redacteur van literair-satirisch studentenblad Propria Cures. Later, in de jaren ’80 schreef hij in “Mare,” het weekblad van de Rijksuniversiteit Leiden.
Van de hand van Weemoedt verschenen ca. 350 gedichten. Uit de bundel ‘Geen bloemen’ uit 1978 het gedicht ‘Weemoedts felicitatiedienst’.
.
Weemoedts felicitatiedienst
.
O! als je trouwt, vergeet mij niet te vragen,
en sta mij toe om tussen oom en tant’
een stukje uit mijn dagboek voor te dragen:
wat heb ik snel de lachers op mijn hand!
.
Bijvoorbeeld, 18 maart: ‘met L. geslapen!
Ze houdt van mij!! Gaat morgen weg bij Freek’.
En, 20 maart: ‘een brief van L. op tafel:
ze trouwt met F.!!.. Bruiloft over een week’
.
De mensen brullen! ‘Dagboek van een Gek!’.
gilt tante Jo, ‘hoe krijgt-ie het verzonnen!
Je zal toch maar getrouwd zijn met die L.!’
.
Dan explodeert een stilte in ’t vertrek:
een kille tocht vaart door de trouwjaponnen.
De tafelkleedjes krijgen kippevel.
.
















