Maandelijks archief: september 2021
Tom Lanoye
Wara Avatara (Vlammenzwijn)
.
Erotische poëzie kan heel direct zijn, omfloerst, beschrijvend of juist of heel subtiel verwijzend zijn. Net als elke andere vorm van poëzie eigenlijk. Tom Lanoye (1958) schreef in zijn bundel ‘In de piste’ uit 1987 het gedicht ‘Wara Avatara (vlammenzwijn). dat openhartig is en een beetje van al deze elementen in zich heeft. Wat Wara Avatara (of Vlammenzwijn) betekent heb ik niet kunnen achterhalen. In de informatica is een avatar (ook bekend als een profielfoto of userpic ) een grafische weergave van een gebruiker of het karakter of de persona van de gebruiker. Als je Wara leest als Ware dan zou je hieruit een idee kunnen afleiden: het ware karakter van de dichter. De term Vlammenzwijn daar heeft denk ik iedereen wel een idee bij in deze context.
Hoe dan ook, het gedicht spreekt voor zichzelf.
.
Wara Avatara (Vlammenzwijn)
.
Ik ga het hier niet
hebben over seks, dit is
tenslotte poëzie, maar ook
als ik loop of zwem of
mijn gespannen lichaam in
een spiegel zie, krijg ik het
zo warm. Het lijkt wel transpiratie
.
maar dan vooral vanbinnen.
In het diepst van mijn zinnen.
Het vervelende is wel, dat je je
daar moeilijk wassen kunt. Het
wordt er dan ook dierlijker en
natuurlijker met de dag. Maar dat kan
me eigenlijk niet schelen. Ik vind het
.
heerlijk zo, ik weet dat alles mag.
.
Dementie
Jean Pierre Rawie
.
Komende week worden er in twee bibliotheken (waar ik van weet) dementheken geopend. Een dementheek is eigenlijk een punt in de bibliotheek waar informatie en boeken te vinden zijn met informatie over dementie. Met de vergrijzing is dementie een steeds vaker voorkomende aandoening en door een dementheek te openen willen de bibliotheken ook op dit gebied mensen informeren en helpen. Het is geen toeval dat er dan (op 21 september) twee dementeheken worden geopend, het is dan namelijk Week van de dementie (21 tot en met 27 september).
Ik zal bij de opening van de twee dementheken een gedicht voordragen dat ik schreef toen mij vader tekenen van ouderdomsdementie ging vertonen, je kunt het gedicht hier lezen https://woutervanheiningen.wordpress.com/2015/07/06/nieuw-gedicht-42/
Dichter Jean Pierre Rawie (1951) heeft in zijn gedicht ‘Bejaardenhuis’ uit de bundel ‘De tijd vliegt maar de dagen gaan te traag’ uit 2012 hier ook over geschreven en dit gedicht wil ik hier, naar aanleiding van de week van de dementie, graag met jullie delen.
.
Bejaardenhuis
.
Ik ging ooit bijna elke dag
naar het bejaardenhuis, en zag
er telkens tegenop. Ik weet
niet of het haar genoegen deed
dat ik vaak kwam. Ik kwam gewoon.
Of zij nog wist dat ik haar zoon
was bleef onzeker, maar ze keek
mij aan of ik op iemand leek.
.
Het was een deftig huis. Zij had
een kamer met uitzicht, dat
ze koppig niet wou zien (ik wees
wel eens op iets, maar tevergeefs).
Ik kwam er jarenlang. De deur,
het trappenhuis, de gang. de geur,
herken ik met mijn ogen dicht.
Ik was haar zoon, ik deed mijn plicht.
.
Papier hier
Papier versus digitaal
.
Er zijn mensen die heel graag elektronische boeken lezen en er zijn anderen die niets van het lezen vanaf een e-reader of tablet moeten hebben. Hoe je er ook naar kijkt, de mogelijkheden van het lezen van literatuur en poëzie zijn met de komst van het e-lezen enorm toegenomen. Zo is er voor de liefhebber van poëzie een groot aantal poëziebundels te lezen via de https://www.onlinebibliotheek.nl/ (gratis te gebruiken met een bibliotheek abonnement).
Voor mensen die niet veel te besteden hebben of voor hen die eerst eens een bundel willen doorlezen of doorbladeren voordat ze de beslissing nemen het te kopen, is zoiets een prima mogelijkheid. Via internet is er natuurlijk ook al veel poëzie te lezen. Neem het kleine eigenwijze poëziemagazine MUG. Dat kun je digitaal lezen via https://mugzines.nl/ (elke editie is daar gratis te downloaden, poëzie is er om te lezen zonder teveel drempels nietwaar) maar voor degene die graag poëzie van papier lezen (en dat zijn er veel en wat we merken ook steeds meer) is er gelukkig ook de mogelijkheid om MUGzine op papier te ontvangen.
En als je ons, de makers van MUGzine (https://mugbookpublishing.wordpress.com/, https://poetryaffairs.nl/en BRRT.Graphic.Design), nou vraagt waarom men de papieren versie graag ontvangt dan zijn dat een aantal redenen. Er zijn de liefhebbers van het lezen vanaf papier, er zijn de verzamelaars van bijzondere poëzieuitgaven, er zijn de liefhebbers van papieren tijdschriftjes en er zijn er die ons willen steunen in ons werk met het maken van MUGzine.
MUGzine is gratis te downloaden schreef ik al maar wij willen van elke editie 100 exemplaren op papier laten drukken. De kosten die we daarvoor maken worden deels gedekt door onze donateurs. Die donateurs ontvangen automatisch elke editie op papier per post. Gelukkig zien we het aantal donateurs nog steeds groeien want we zijn nog lang niet uit de kosten. Maar toch blijven we MUGzine maken. Omdat we geloven in een nieuw klein magazine speciaal voor poëzie, voor dichters die niet vanzelfsprekend in de grote poëzie- of literatuurtijdschriften terecht komen. Om een ander geluid te laten horen in de poëziescène. En om te laten zien dat je poëzie digitaal maar zeker ook nog steeds op papier kan genieten.
Zou je nu zelf ook MUGzine per post automatisch willen ontvangen, stuur dan een berichtje naar mugazines@yahoo.com Editie 9 is nu uit, met poëzie van de Vlaamse dichter Mark van Tongele, de Rotterdamse dichter Anouk Smies, Kreek Daey Ouwens uit Limburg en illustraties en poëzie van Bianca Boer.
Hier alvast een voorproefje van poëzie van Bianca Boer. Meer poëzie in MUGzine #9
.
Herinneringen wonen in huizen
slapen in bedden
maken ruzie
om wie als eerste mag
Geschiedenis is een flatgebouw
dat almaar groeit en krimpt
er verdwijnen vloeren systeemplafond
zo wisselen de buren
Bovenop is een nieuwe verdieping
daar woont Jochum
sinds kort heeft hij een dakterras
met vergeten planten
Beneden in de schaduw van de flat
loopt een kat die al twee jaar dood is
.
Houston we have a problem
Lotte Dodion
.
De Vlaamse dichter, performer en polyvalent (veelzijdig, meer dan één waarde bezittend) teksttalent Lotte Dodion (1987) ken ik al sinds 2011 toen ze als jonge aanstormende dichter op het Ongehoord! podium stond in Rotterdam als (toen nog) Mander dichter. Een Meander dichter was een dichter die ons (van Ongehoord!) werd aangeraden om te programmeren omdat deze talentvol was. Lotte was toen 24 en inderdaad een aanstormend talent.
Daarna was ze één van de Vlaamse dichters op de Poëziebus in 2015 en programmeerde Ongehoord! haar opnieuw in 2016 op de jubileum editie in de Jacobustuin in Rotterdam. In maart van dat jaar verscheen haar poëziedebuut ‘Kanonnenvlees’ bij uitgeverij Atlas Contact dat zeer goed werd ontvangen.
Haar werk verscheen in bloemlezingen en in literaire tijdschriften als Plebs en Gierik NVT. Ze treedt op, verzorgt workshops en is inderdaad een veelzijdig woordkunstenaar. De laatste jaren werkte ze voor Vonk & Zonen, een literair productiehuis dat naast eigen producties ook een gastvrij huis is voor plannen van dichters en dromers. Een jonge literaire organisatie die sterk inzet op nieuwe vormen om literatuur te presenteren.
Vanaf 1 september dit jaar is ze echter weer terug op haar oude plek, als freelancer in de letteren. Op haar website https://www.lottedodion.be/ is alles over haar werkzaamheden te lezen. Daar staan ook gedichten van haar hand waaronder het mooie maar wrange ‘Houston we have a problem’.
.
Houston we have a problem
.
liefste
ik weet dat ge meer ruimte wilt,
maar hoeveel planeten wilt ge concreet?
hoeveel lichtjaren moet ik van u verwijderd zijn
opdat gij weer kunt zweven?
ge wilt mij niet langer met u meedragen
ge wilt weer gewichtloos zijn
een onbeduidende stip tussen zoveel andere?
is het een ander
een andere zon om rond te draaien?
weet ge dan niet dat we allemaal dezelfde zijn?
even vermoeiend even verschroeiend
evenveel pijn op termijn
ge hoeft geen vlaggen te planten
geen hemellichamen te veroveren
hier is het mijne
ik ben zwaartekracht
ik hou uw voeten op mijn grond
maar als gij per se de ruimte wilt
als ge denkt te zijn vastgeroest in uw baan
loop naar de maan
word vergeten.
Veldwerk
Bernke Klein Zandvoort
.
Dichter Bernke Klein Zandvoort (1987) debuteerde in 2013 met de bundel ‘Uitzicht is een afstand die zich omkeert’ waarmee ze genomineerd werd voor de C. Buddingh’-prijs en waarmee ze de debuutprijs van ‘Het liegend konijn’ won. ‘Veldwerk’ is de tweede dichtbundel van Bernke Klein Zandvoort uit 2020. Op de achterflap staat te lezen: ze verzamelt gegevens over haar waarneming van de wereld. Ze neemt monsters van de blikken tussen mensen, ziet het verleden als iets wat voor ons ligt maar ook als een spookrijder door een gezicht kan trekken, ontleedt de gelaagdheid van haar eigen denken. Oordeel zelf aan de hand van het slotgedicht uit deze bundel.
.
hangend in het slot van een omhelzing
denk ik over wat er op en neer gaat in het woord elkaar
een woord waarin iets uit zwemmen lijkt te gaan
de ander tot een overkant maakt
met een lange arm over het water
trekt een magneet de veerboot naar de kade
spierkabels vertellen onophoudelijk aan mijn hoofd
uit welke lengtes ik besta en waar de shampoo van een onbekende
mijn neus komt inwaaien, me uit de achtergrond
van een ander leven laat ontstaan
overal waar ik ga deel ik mijn stad met stellen
in de roes van elkaar aangeraakt hebben
op onbekende plekken
omringen mij de algoritmes
die vlooiensprongen tussen hoofd en beeldscherm maken
wordt de zon gekaderd
door het bericht dat ze om elf uur zal verdwijnen
zo leef ik samen
met mijn dromen en hoe ze in die van iemand anders haken
met mijn moeder die elke ochtend wakend in me wakker wordt
op zonnige dagen loopt mijn schaduw met me mee
als mijn meest vreemde bezit
.
De idioot op het dak
Tjitske Jansen
.
Afgelopen zaterdag was ik bij de Leidse PoëzieNacht georganiseerd door Fields of Wonder in De Burcht in hartje Leiden. Deze Poëzienacht (of eigenlijk avond) werd door Fields of Wonder gemaakt in samenwerking met stichting INDEX Poetry en stichting Leids Literair Landschap. Op deze avond kwamen Anton Korteweg, Dorien de Wit, Wout Waanders en Tjistske Jansen voordragen en de kandidaat stadsdichters droegen een gedicht voor. Paar opvallende dingen: de twee mannelijke dichters waren geblesseerd aan hun voet (Wout Waanders droeg voor gezeten in een rolstoel en Anton Korteweg bewoog) zich voort geholpen door twee stokken, het was een heerlijke ontspannen mooie nazomeravond en de sfeer was uitstekend. Naast serieuze poëzie viel er ook regelmatig te lachen om de gedichten en de voordrachten.
De presentator van dienst kondigde Tjitske Jansen (1971) aan met een verhaal over zijn eerste ervaring met Tjitske Jansen bij Festina Lente in 2001 waar ze de finale van deze Poetry Slam won. Daar hoorde hij haar voor het eerst het gedicht ‘ De idioot op het dak’ voordragen. Hij vroeg haar of ze dat wilde voordragen (waarschijnlijk niet zei hij erbij) maar Tjitske was zeer bereid om het gedicht voor te dragen en dat was voor mij een van de hoogtepunten van de avond. Daarom uit de bundel ‘ Het moest maar eens gaan sneeuwen’ uit 2003 het gedicht ‘ De idioot op het dak’.
.
De idioot op het dak
.
Ik vroeg de jongen op mijn werk – dat bestaat uit peperoni, melanzani en carciofi in de bakjes scheppen, kip en friet en gamba’s bakken, salades maken, enzovoort, ik deed de koude kant vandaag en hij de warme – of we na het werk wat gingen drinken. Na het werk gingen we wat drinken.
Er was een jongen die de Domtoren op zijn arm had laten tatoeëren, een jongen die Chris heette, een jongen die later weer in Groningen ging wonen, er was een jongen die het woord wist voor de geur die hertenwijfjes afscheiden.
Diezelfde avond fietste ik, stomdronken, naar mijn ex. Even kijken of zijn fiets er stond. Die stond er. Eén keer aanbellen. Nog een keer aanbellen. Nog één keer. Ik herinner me wat hij me over stalkers heeft verteld: die moet je negeren. Ik wil niet dat hij mij negeert. Ik bel nog een keer aan. Heel lang.
Steeds als ik denk: nu laat ik de bel los, laat ik de bel niet los. Hij doet nog steeds niet open. Ik zoek waar ik beginnen kan met op het dak te klimmen. Een paar daken van zijn dak vandaan is een begin. Ik begin met op het dak te klimmen. Als ik drie daken heb gehad, ik ben er bijna,
gaat er een dakraam open. Een vrouw schreeuwt godverdomme, een mannenhoofd verschijnt. Ik heb nog nooit van zo dichtbij, vanuit dit perspectief, een mannenhoofd uit een dakraam zien steken, Ik zeg: Ik ben geen inbreker, ik zeg dat ik me schaam, ik vraag of hij vroeg op moet morgen.
De man geeft me geen kans verder te klimmen. Hij blijft met zijn hoofd uit het dakraam. Er gaat nog een dakraam open. Ik had nog nooit één mannenhoofd van zo dichtbij uit een dakraam zien steken, laat staan twee tegelijk. Zitten blijven! zeggen ze. Zitten blijven! Ik vraag me af of ik een strafblad krijg.
De politie is gearriveerd. Waar is hij? Hoor ik vragen. Het is een vrouw. Ik begeef me naar de dakrand om me te laten zien. Het is een soort optreden, maar dan van onderaf belicht. Er is ook een hond bij. Een labrador die op mijn ex lijkt. Die is ook blond.
Ik klim naar binnen door het dakraam van het eerste mannenhoofd. Ik sta op een zolder. Ik zie de vrouw die godverdomme riep, ik aai de hond, ik zeg: Sorry, sorry. Ik zeg:
Ik ben geen inbreker.
Iemand vraagt me hoe ik op dat dak gekomen ben. Iemand vraagt me waarom ik dit deed. Liefdesverdriet, zeg ik. Ja, zegt een politieman, uit liefdesverdriet kun je rare dingen doen. Hoe heet je? Vraag ik hem. Ik heet Paul, zegt hij. En waar woon je?
.
De maagden moeten bloeden
Katelijne Brouwer
.
Eind augustus kon ik eindelijk weer eens voordragen op een podium na lange tijd. Het was bij ‘De Groene Fee gaat vreemd’ in de Kloostertuin in Breda, georganiseerd door Louis van Londen. Op dit podium stond ook Katelijne Brouwer en haar gedichten gingen erin als koek bij het publiek en ook bij mij.
Katelijne Brouwer (1966) debuteerde in 2018 met de bundel ‘De maagden moeten bloeden’. Ze publiceerde korte verhalen en gedichten in onder andere ‘De Optimist’ en ‘Op Ruwe Planken’. Haar gedicht‘ De bange man’ staat in de bloemlezing ‘Een toon die in de stilte zoemt, de 100 beste gedichten uit de Turing gedichtenwedstrijd 2015′. Online is ze te vinden op ‘De Optimist’, ‘De Vallei’ en ‘Pretpark Poëzie’.
Uit haar debuutbundel uit 2018 het gedicht ‘koelkast’ over de vergankelijkheid van het leven.
.
Koelkast
.
Er groeit blauwe schimmel op de ham
het broodbeleg heeft groene randjes,
vergeten restjes, koelkastluchtjes.
.
Achter in mij maakt een pan gekookte
aardappelen zijn eigen antibiotica en
in de groentela sterven blaadjes sla.
.
Wie ben ik als ik niet meer koelen kan
als mijn lichtje nooit dooft? Nog wat
geflakker en een plasje op de gang.
.
Als mijn deur niet langer sluit en ik
blijf kieren, mijn rubber verdroogt
en verhardt, dan wacht de sloop.
.
Lana Del Rey
Norman fucking Rockwell
.
Soms hoor je een liedje op de radio waarvan de tekst je intrigeert. Dat gebeurde bij het, overigens bijzondere mooie, nummer ‘Norman fucking Rockwell’ van zangeres Lana Del Rey (1985). Met name de zin ‘Your poetry’s bad and you blame the news’.
Norman Rockwell is een beroemde Amerikaanse schilder (1894 – 1978) van alledaagse gebeurtenissen uit het nieuws van midden 20ste eeuw. Hij was een realistisch en romantisch schilder en Lana Del Rey heeft duidelijk minder op met de stijl van zijn werk. Halverwege 2011 (vlak voor de aanvallen op de Twin Towers op 11 september in de New York) verscheen van Randall R. Freisinger de bundel ‘Nostalgia’s Thread: Ten Poems on Norman Rockwell Painting’ wat de kijk van Del Rey op zijn werk ongetwijfeld beïnvloed heeft; nostalgische gedichten over een geïdealiseerde wereld van de 20ste eeuw.
De tekst van ‘Norman Fucking Rockwell zegt verder genoeg.
.
Norman fucking Rockwell
.
Godamn, man child
You fucked me so good that I almost said, “I love you”
You’re fun and you’re wild
But you don’t know the half of the shit that you put me through
Your poetry’s bad and you blame the news
But I can’t change that, and I can’t change your mood
Ah ah
.
‘Cause you’re just a man
It’s just what you do
Your head in your hands
As you color me blue
Yeah, you’re just a man
All through and through
Your head in your hands
As you color me blue
Blue, blue, blue
.
Goddamn, man child
You act like a kid even though you stand six foot two
Self-loathing poet, resident Laurel Canyon, know-it-all
You talk to the walls when the party gets bored of you
But I don’t get bored, I just see you through
Why wait for the best when I could have you?
You
.
‘Cause you’re just a man
It’s just what you do
Your head in your hands
As you color me blue
Yeah, you’re just a man
All through and through
Your head in your hands
As you color me blue
Blue, blue
.
You make me blue
Blue, blue, blue
Blue, blue, blue
.