Site-archief
De 100 beste gedichten
Sven Cooremans
.
Ik ben niet echt een verzamelaar van reeksen boeken of bundels. Al vind ik het leuk als ik weer een exemplaar ontdek van ‘De Muze’ reeks die ik nog niet heb. Of wanneer ik een bundel van een dichter ergens kan kopen die het (meestal kleine) oeuvre compleet maakt in mijn boekenkast. Zo heb ik verschillende exemplaren van ‘De 100 beste gedichten’ gekozen voor de VSB Poëzieprijs.
De VSB Poëzieprijs heeft bestaan van 1994 (Hugo Claus was toen de winnaar met ‘De sporen’) tot en met 2018 (winnaar Joost Baars met ‘Binnenplaats’) met uitzondering van het jaar 2010 toen de prijs niet werd uitgereikt, en elk jaar verscheen er een verzamelbundel met gedichten gekozen uit de dichtbundels die dat jaar werden ingezonden. Ik heb van al die jaren er denk ik een stuk of vier, vijf in bezit.
Zo ook de bundel over 2015, gekozen door Peter Vandermeersch. Bladerend in deze bundel kwam ik een dichter tegen die ik nog niet kende; Sven Cooremans (1970). Hij studeerde wijsbegeerte aan de katholieke universiteit van Leuven, is leadsinger van de Nederlandstalige rockgroep ludo, redactielid van ‘Gierik’ – Nieuw Vlaams Tijdschrift’. Gedichten van hem verschenen in ‘De Brakke Hond’ en ‘Gierik’, korte verhalen in ‘DW&B’, ‘Deus ex Machina’ en ‘Gierik’. In 2003 verscheen zijn debuut dichtbundel ‘Myeline’. In 2017 de bundel ‘Zonder is het licht niet zacht genoeg’.
En in 2015 verscheen van zijn hand de bundel ‘Het is dat of stoppen met zingen’. In ‘De 100 beste gedichten’ is hij uit die bundel met twee gedichten opgenomen; ‘Waar bomen staan’ en ‘De friturist’ en omdat ik dat laatste gedicht erg grappig vind plaats ik het hier.
.
De friturist
.
als ze zingen
.
dan weten we
dat ze goed zijn
.
dan zijn ze goed
voorgebakken
.
wij weten dat
we horen dat
.
we zeggen daar
zingen tegen
.
De stervende dichter
Hendrik Kretzer
.
In mijn boekenkast staat het boek ‘Dichten over dichten’ een bloemlezing uit de Nederlandse poëzie van de 19e en 20ste eeuw. Een vuistdik boek met daarin echt prachtige gedichten over poëzie, over dichters, dichten en gedichten. De bundel is samengesteld door Atte Jongstra en Arjan Peters en verscheen in 1994. En hoewel dus al 25 jaar oud heeft deze bundel nog niets van zijn kracht verloren. Bijna 600 pagina’s smullen van prachtige poëzie over poëzie. Op de titelpagina staat onder de titel: Een ontwikkelingsgang, wat volgens mij slaat op de chronologische volgorde die is aangehouden maar lezend door de bundel vraag ik me dat eerlijk gezegd af, er lijkt geen chronologie in aangebracht. Gelukkig is er een bibliografie en inhoudsopgave. De bundel begint met een mededeling dat ‘Aan de wet omtrent het Kopijrecht is voldaan, gevolgd door een mededeling aan welke mensen een present-exemplaar is gezonden (den Koning, den Prins van Oranje, Prins Frederik der Nederlanden en een aantal ministers uit de 19e eeuw. Waarna het eerste, op een gedicht lijkende tekst op de derde pagina staat van P.G. Witsen Geysbeek: Intekening op de gedichten van – –
.
Liefdadigheid is een der eerste Christenpligten:
‘k weet niet wat meer, uw nood of uwe poëzy,
Myn hart beweegt tot medely’…
Ja, ‘k teken in op uw gedichten.
.
Al bladerend en lezend in het boek kwam ik een gedicht tegen van de, mij nog onbekende, dichter Hendrik Kretzer (1818 – 1856). Van hem is het gedicht ‘De stervende dichter’ opgenomen dat verscheen in 1895 in de bundel ‘Nederlandse scherts, humor en satire’. Op de geweldige webbsite https://www.dbnl.org staat te lezen over hem: “Zijn ijverige arbeid in den tweeden jaargang van Braga heeft aanmerkelijke wijzigingen ondergaan, eer zij ter perse ging, door een medewerker, vaster in maat en rijm dan de genie-officier met zijne overigens groote talenten, die naast dit geestig dichtwerk zich op de wijsbegeerte toelegde en inzonderheid een sterk aanhanger was der toen hoogvereerde philosophie positive van Aug. Comte.”
Verder is niet veel van hem bekend behalve dat hij opgeleid werd aan de militaire academie en dat hij het tot 2e luitenant der genie heeft geschopt.
.
De stervende dichter
.
Snel vloog mijn penne rond. –
Sneller mijn inkt…
Groot was mijn schrijfinstinct –
Maar – ongezond.
‘k Sterf en – ’t verrast me niet!
‘k Zing nog een laatste lied
Uit de karaf –
Een been in ’t graf
.
Ziet hoe Aurore thans
Bleekt van de pijn!
Waar zal de weêrga zijn
Van mijn kadans?
Kroonloze Fuhri! vlugt …
Hoort vge geen plaat-gezucht?
’t Roept om een lier
’t Raakt me geen zier
.
Schrei niet zoo, lezeres!
’t Roert me te zeer.
Troost u: er gaan er meer
Met me op de flesch.
Na dit nog één koeplet
Dat er de kroon opzet: –
Lammer produkt
Is nooit gedrukt
.
Broeder hoe fronst ge zoo?
Wordt het u bang?
Volgt uw verbeelding noô?
Vroomt u me zang?
Neen! want me borrelpraat
Houdt zoo perfekt de maat,
Dat je er een punt
Aan zuigen kunt
.
Godcomplex
Richard Nobbe
.
Uit Groningen komt de dichter Richard L. Nobbe. Richard is tweedejaarsstudent wijsbegeerte aan de Universiteit van Groningen en dichter. In 2016 was hij één van de dichters die met de Poëziebus door Nederland en Vlaanderen reisde. In zijn poëzie laat hij verschillende aspecten van zijn persoonlijkheid naar voren komen, enerzijds kan men over hem spreken als filosoof en pop-liefhebber, anderzijds toont hij zich een hopleoze romanticus met een cynische kant. In het gedicht ‘Godcomplex’ dat in de Poëziebusbundel 2016 verscheen komen beide zijden naar voren.
.
Godcomplex
.
Ik las
een verhaal
over een filosoof
die zich met godcomplex
en al
in een vulkaan wierp.
.
Hij overleefde het voorval niet.
.
Ik vraag mij af
of eenieder zo’n vulkaan heeft
of eenieder die hoogmoedt voor de val
zijn hoofd in hete lava dumpt.
.
En ik denk aan
meisjes die zeggen
dat we even moeten praten
en ik voel de hitte in mijn gezicht
ik voel de lava onder mij koken
Blub, blub, blub
.
Het even moeten praten
heb ik overleefd,
maar ik vraag mij af
.
of Kanye West
ook zijn vulkaanmomenten heeft.
.