Site-archief
De moeder van Tom moet dood
Rinske Kegel
.
Soms lees je de titel van een gedicht die je twee keer moet lezen voor je goed begrijpt wat er staat. In andere gevallen is een titel zo wonderlijk of nieuwsgierig makend dat je het gedicht wel moet lezen om te weten waar zo’n titel vandaan komt. Zo’n titel las ik in de bundel ‘Naaktlopen met je hersenen, de 100 beste gedichten uit de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd 2012’.
De titel van het gedicht luidt ‘De moeder van Tom moet dood’ en is van dichter Rinske Kegel (1973). Nu ken en volg ik Rinske al vele jaren en ik ken haar als een vriendelijke dichter. Mijn eerste kennismaking met Rinske Kegel was in 2014 toen ze (onder andere met Daniël Vis, Willy Spillebeen, Miguel Santos en Hervé Deleu) op het podium stond van Poëziestichting Ongehoord!
In 2020 schreef ik over poëzie ansichtkaarten en daar dook haar naam opnieuw op, stond ik dat jaar samen met haar en nog een aantal dichters op het buitenpodium van De Groene Fee in Breda, verscheen haar poëzie in MUGzine nummer 10 in 2021 en droeg ze met een Luule bij aan de special van MUGzine in 2025.
Maar nu dus een ouder gedicht van haar hand in de bundel van de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd 2012. Een gedicht met een bijzondere titel die nieuwsgierig maakt naar de inhoud van het gedicht. En dan blijkt het gedicht te leveren, zoals van Rinske Kegel verwacht mag worden.
.
De moeder van Tom moet dood
.
Voor de eerste keer stak ik alleen de grote weg over
die ons dorp in oud en nieuw verdeelde
om bij mijn vriendje te gaan spelen
ik zong zijn naam achter mijn melkgebit
.
toen ik aan de brievenbus klepperde
deed de moeder de deur op een kier
haar wenkbrauw hing laag
ze fluisterde Tom moet slapen
.
toen ik thuis was zei mijn eigen moeder
met haar te kleine armen dat ik gegroeid was
.
Dagelijkse poëzie chat
Stel zelf je poëziebundel samen
.
Tijdens Poetry International 2025 heeft deze organisatie een poëzie applicatie (app) ontwikkelt en ter beschikking gesteld. De naam van deze app is Daily Poetry Chat. Op de site van Poetry International werd de app als volgt aangekondigd: Een app die poëzie op een verrassend persoonlijke manier naar je toe brengt, afgestemd op je stemming, het weer of wat je ook maar bezighoudt. Stel je eigen poëziebundel samen, deel je favoriete gedichten met vrienden en laat je elke dag verrassen door een gedicht dat bij je huidige gemoedstoestand past.
Tijdens het festival toen de app gepresenteerd werd, hebben dichter Ingmar Heytze en presentator Jennifer Muntslag samen deze app live getest en aan het publiek laten zien wat de mogelijkheden van de app zijn. En die zijn er. Zo kun je in het chatvenster precies omschrijven wat voor soort gedicht je zou willen lezen. Op basis van trefwoorden, gemoedstoestand of zomaar een willekeurig onderwerp kun je je vraag stellen. Omdat deze app een nieuwe technische ontwikkeling betreft vroeg ik een gedicht over nieuwe technische ontwikkelingen. Als antwoord kreeg ik: Ik heb een gedicht gevonden dat de intrigerende relatie tussen technologie en menselijke ervaring verkent. Geschreven door Sara Uribe, biedt het een blik op hoe nieuwe ontwikkelingen ons leven beïnvloeden. Het bericht eindigt met: Ik ben benieuwd of dit gedicht in lijn is met wat je zocht!
Je kunt in de chat kiezen om gedichten in thema’s te kiezen die de chat je voorlegt of zelf je thema’s kiezen. De taal van de app is niet de taal van (veel van de) gedichten, de gedichten zijn handmatig vertaald en ook beschikbaar in de oorspronkelijke taal. Daarnaast kun je je gedichten opslaan in gepersonaliseerde bundels die met je smaak en stemming meegroeien, en je kunt samen met vrienden een bundel samen stellen of je gedichten delen met vrienden. Kortom, op naar je app store en downloaden maar voor elke dag iets nieuws wat bij je stemming of interesse past.
Het gedicht van de Mexicaanse dichter Sara Uribe (1978) werd vertaald door Lisa Thunissen
.
GEDICHT WAARIN DE SPREKER ER AMPER IN SLAAGT OM MET EEN KORTE VRAAG DE LIJST INSTRUCTIES TE ONDERBREKEN DIE WORDEN GEDICTEERD DOOR EEN MEGAFOON BOVEN HAAR HOOFDEINDE OVER WAT VOOR GEDICHTENMEN ZOU WILLEN DAT ZE SCHRIJFT
We willen dat je een gedicht schrijft in termijnen zonder rente.
Een gedicht met 24 uursservice. Een gedicht met wifi.
Een gedicht gemaakt om op Instagram te posten.
Een gedicht met make-up die niet op dieren is getest.
We willen, uiteraard, een gedicht zonder conserveermiddelen, een vetarm gedicht.
Een cafeïnevrij gedicht, lactosevrij en zonder gluten.
.
————————-Maar willen jullie een gedicht of een venti chai latte soya?
.
We willen een woorden-maak-machientje
een muziekdoosje zonder ballerina
een op afstand bestuurbaar speeltje inclusief batterijen.
Het noumenon-gedicht.
Het homerische gedicht in praesens plus quamperfectum.
Het fenomenale levende kogelgedicht.
Het multidisciplinaire nv-gedicht.
hetzondercatactischetewordenallerpoëtischstegedichtooitgeschreven.com
We willen een polyglot, acrobatisch gedicht, een gedicht
met een T-shirt waarop staat [there is no poem b].
Een gedicht dat je kunt zingen. Dat zichzelf kan bedruipen.
Een gedicht zonder houdbaarheidsdatum. Ja we willen
een gedicht dat aftelt van negenennegentig tot nul
na het teken van de anesthesioloog. Ja we willen een gedicht dat niet wakker wordt tijdens de operatie.
.
dichter over dichter
Hanna Kirsten over Marleen de Crée
.
In de laatste bundel van Hanna Kirsten (1947) getiteld ‘Voetafdruk van stilte‘ staat een gedicht voor Marleen de Crée (1941-2021). Marleen de Crée leerde ik kennen toen we haar voor MUGzine #6 in 2021 vroegen. Ze reageerde meteen enthousiast en haar gedichten die ze inleverde rond het thema ‘Insomnia’ waren zo goed gekozen en geschreven. Ik was dan ook verrast en verdrietig toen ik vernam van haar zelf verkozen dood samen met haar man Jean.
Het gedicht ‘voor marleen de crée ‘met een zacht potlood’ wordt in ‘Voetafdruk van stilte’ voorafgegaan door woorden van Marleen: “De stilte, Hanna, is het woord will;en en zonder het woord kunnen we niet zeggen dat we de stilte liefhebben’.
.
voor marleen de crée ‘met een zacht potlood’
.
vita vita
leven en lezen
met de nadruk op geen van beide
en het hart op alle twee
.
oktober is wachttijd
verwaaid blijven liggen
in het wit tussen de regels
.
fluisterlicht
verloren woorden die jou
in de stilte van het water
hoorbaar maken
sybilla legt warme vleugels
rond mijn stem
druppelpunt is raakpunt
wortels in de grond
.
uit jouw stilte
groeien woorden
rozen en rozen.
.
De bol is rond
Michael Tedja
.
De in Rotterdam geboren maar in Vlaardingen opgegroeide, schrijver, dichter, beeldend kunstenaar en curator Michael Tedja (1971) is niet alleen een zeer veelzijdig man maar ook echt een kunstenaar. Ik leid dat af aan zijn oeuvre maar ook aan het feit dat hij in woorden zijn universum heeft benoemd. Of zoals hij het noemt de fictieve ruimte waarbinnen zijn beeldend werk, zijn poëzie en proza samenkomen. Hij noemt dit Het Holarium. Deze virtuele ruimte bestaat uit een systeem opgebouwd uit fragmenten van taal, ritme en onderzoek die samen een coherente entiteit vormen. Het verzamelen van deze fragmenten wordt door hem ‘aquaholisme’ genoemd, net als ‘Holarium’ een samenvoeging van de woorden aquarium en holisme (het zoeken naar verbindingen die losse eigenschappen tot één geheel maken). Het Holarium was ook de titel van zijn eerste solotentoonstelling in Museum Jan Cunen in Oss in 2002.
Tedja debuteerde als dichter in 2005 met de bundel ‘De aquaholist’ bij de Rotterdamse uitgeverij Sea Urchin, een uitgeverij gespecialiseerd in ‘historical avant-garde and counterculture’, met gedichten en prozagedichten. In 2013 verschijnt zijn tweede bundel met de titel ‘Tot hier en verder’. De titel is gebaseerd op de betekenis van de naam Tedja. Deze betekent in het Surinaams: tot hier. Te = tot, en dja = hier. In 2015 verschijnt de bundel ‘Regen’ dat afkomst en racisme als thema heeft.
En nu, dit jaar verschijnt zijn bundel ‘Lift’, een ‘eigenzinnig en gelaagd kunstwerk dat een kritische blik biedt op de samenleving. Tedja kreeg voor zijn literaire werk de Sybren Poletprijs (2021) en de Jana Beranováprijs 2020. Uit zijn laatste bundel ‘Lift’ heb ik een gedicht gekozen waarin de lift een centrale rol speelt.
.
Het verschil tussen
rijk en arm was als koren op het
mechaniek. De
relaties tussen de flatbewoners.
.
Ik wilde die
relatiegeschiedenis omverwerpen, het mechaniek
van de lift veranderen
en opbouwen
met ronde informatie
in de vorm van een wereldbol
.
De wereldbol was eindig
en oneindig, universeel en persoonlijk.
.
Net zoals de bollen,
die altijd bol waren, waar
ik die ook liet staan of aan ophing.
De cirkel was bol
en die was rond.
.
Overleden dichter
Frank Diamand
.
In de krant Volkskrant van zaterdag las ik het overlijdensbericht van filmmaker, regisseur, producer en dichter Frank Diamand (1939-2025). Ik ken Frank van een voordracht die ik gaf bij poëziepodium Reuring van Alja Spaan in Alkmaar in 2021. Ik was toen meteen onder de indruk van zijn poëzie en schafte de bundel ‘Hoe dat moet loslaten en bewaren tegelijk’. Deze bundel werd uitgegeven door Essential Art (waar hij voorzitter van was) en waar een aantal van zijn dichtbundels verschenen.
Diamand debuteerde als dichter in 1966 met het gedicht ‘Cybernetica’ in De Gids. Twintig jaar later verscheen bij Van Gennep zijn debuutbundel met de ietwat bizarre titel ‘Wie wil er nu met Hitler in de tobbe?’. Frank Diamand was een bijzonder mens met een bijzondere geschiedenis. Aan de hoeveelheid namen onder zijn overlijdensadvertentie blijkt dat hij ook een zeer geliefd mens was, wat me niet verbaasd, mijn enige ontmoeting met hem was met een vriendelijk, aimabel en opgewekt mens.
In het literaire tijdschrift Raster, jaargang 1 (1967-1968) verschenen twee gedichten van zijn hand. Een in het Nederlands, de ander in het Engels (in zijn bundels waren beide talen vertegenwoordigd). Ik koos het Nederlandstalige gedicht met de titel ‘Communicatiestoring’ opgedragen aan professor Vermeulen-Cranch (de eerste hoogleraar anesthesiologie in Nederland).
.
Communicatiestoring
.
Liefdesgedicht
Hanna Kirsten
.
Opnieuw leer ik een dichter kennen; Hanna Kirsten (1947). Ik kende haar niet maar ik heb hier haar nieuwste bundel in handen, uitgegeven door uitgeverij P begin dit jaar. Hanna Kirsten, pseudoniem van Johanna Bral, was tien jaar werkzaam als lerares Nederlands en Verbale Expressie in Antwerpen. Ze publiceerde gedichten in tal van tijdschriften en werd met haar poëzie in verschillende bloemlezingen opgenomen. Ze debuteerde in 1973 met ‘Adem voor vogels’ en publiceerde ze nog ‘Het is erg wit wat er staat’ (1975), ‘De kou is uit de lucht’ (1979), ‘De lucht hangt nog vol dagen’ (1983), ‘Elders wonen’ (2003), ‘Korst en kruim’ (2005) en ‘Hoe sterk is de hechtzijde’ (2007).
En dan verschijnt er nu, 18 jaar na haar laatste bundel dus een nieuwe bundel ‘Voetafdruk van stilte’. Dichter Lut De Block schrijft in het voorwoord over deze bundel: “Voetafdruk van stilte bevat subtiele, intimistische gedichten over liefde en ouder worden, waarbij alle clichés over ‘starre oudjes, triomfantelijk ontkracht worden. de actuele gedichten (over asielzoekers, discriminatie, covid) lijken eenvoudig maar zijn diepmenselijk en geëngageerd. en zoals de winterwereld zachter oogt met een aarzelend laagje sneeuw, zo klinken de gerijpte ‘in memoriam’-gedichten nooit somber of doods. Ze krijgen een Szymborskiaanse lichtvoetigheid mee en getuigen vooral van het leven. ”
Dat belooft veel en ik moet zeggen dat Lut de Block de spijker op zijn kop slaat. In sobere, soms ingetogen maar heldere gedichten beschrijft Hanna Kirsten precies die onderwerpen. Ik ben vooral erg geporteerd van het hoofdstuk getiteld ‘jy is my liefling en ek is so bly’ een zin uit het gedicht ‘Allerliefste’ van de Zuid Afrikaanse dichter Breyten Breytenbach. Uit dat deel van de bundel nam ik het titelloze gedicht op pagina 35.
.
ik loop traag
een afdalende weg
droom van een zachte winter
.
mensen op leeftijd
dor hout?
.
zacht hout van naaldbomen
hun toppen door de wolken heen
.
onmacht en rusteloosheid
breken op als ijs dat gaat kruien
.
liefste, herinner me
aan je aanwezigheid
in het kleurveld van een dag
woorden zijn gevonden veren
.
zing van een lente
geen betere tijd
om te zoenen
.
Zwerm
Hanneke van Eijken
.
Voordat dichter Hanneke van Eijken (1981) debuteerde in 2013 met haar bundel ‘Papieren veulens‘ mocht ik haar al eens aankondigen (in 2012) op een podium van poëziestichting Ongehoord! tijdens Route du Nord in café Faas in Rotterdam. Na haar debuutbundel maakte ze snel naam als dichter. Zo ontving ze in 2015 de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs en werd ze (ook voor haar debuutbundel) genomineerd voor de C. Buddingh’ prijs in 2014.
In 2018 verscheen van haar hand de bundel ‘Kozijnen van krijt’, in 2021 de bundel ‘Waar slaap van gemaakt is’ en nu, in 2025, is haar derde bundel verschenen getiteld ‘Hazenklop’. De recensies zijn onverminderd positief. Zo schrijft Dietske Geerlings op Tzum literair weblog: “Over Hazenklop kun je blijven denken en blijven schrijven, want er is zoveel moois in te ontdekken. Wie bang is voor ontlezing doet er goed aan dit soort parels te verspreiden en anderen te laten voelen wat de kracht is van taal.” En schrijft Janita Monna in Trouw: “In Hazenklop houdt Van Eijken houdt het gevaar op afstand in kalme, fluisterende regels en precieze, heldere beelden.”
Ik koos uit haar nieuwe bundel het gedicht ‘Zwerm’. In de aankondiging van deze bundel schrijft de uitgever: “Met haar nieuwe bundel Hazenklop verkent Hanneke van Eijken in zorgvuldige en beeldende taal de begrippen tijd, ruimte en het horen bij een kudde.” Lees voor het woord kudde het woord zwerm en het mag duidelijk zijn waarom ik diot gedicht koos.
.
Zwerm
.
De schaduw is zo groot als het dier in ons
dat we te weinig zien
we voeren het veel om het rustig te houden
.
aan een ketting rammelt het verlangen om uit te breken
met zware poten door de omgewoelde grond te ploegen
de wens om een zwerm te zijn
.
ik wil een verenvacht, scherpe klauwen
een blik vol nachtnavigatie, de roep
uit mijn borst laten ronken
.
ik wil de wilde dieren in mij, die wroeten
grommen tegen het donker
.
Voor jou en jou alleen
Sonnet 121
.
Er zijn maar relatief weinig dichters die een eeuwigheidswaarde hebben, die ver na hun dood nog worden gelezen. William Shakespeare (1564-1616) is zeker één van hen en misschien wel de bekendste en beroemdste. Zo bekend en beroemd in ieder geval dat er weer een nieuwe uitgave is van zijn sonnetten. Waar in 1999 nog een Rainbow Pocket ‘Mijn liefde is een koorts’ verscheen met zijn sonnetten in het Engels en in een Nederlandse vertaling van Peter Verstegen, is er nu een nieuwe uitgave van alle 154 sonnetten vertaald door schrijver en acteur Frans van Deursen getiteld ‘Voor jou en jou alleen’ Shakespeare de sonnetten.
Toen hem werd gevraagd vijf van Shakespeares sonnetten voor te lezen tijdens een sonnettenmarathon, ging hij op zoek naar vertalingen die voor voordracht geschikt zijn, maar vond die niet. Dus ging hij zelf aan de slag als vertaler. Met respect voor vorm en inhoud van het origineel (dus met in achtneming van de regels van het sonnet wat betreft metrum en rijm) maakt hij de sonnetten toegankelijk voor iedereen.
De uitgever van ‘Voor jou en jou alleen’ spreekt in ronkende woorden van een fonkelnieuwe, frisse, brutale, verrassend begrijpelijke en heerlijk leesbare vertaling van deze beroemde liefdespoëzie. Of dit allemaal waar is laat ik graag aan de lezer over al ben ik geneigd een stuk mee te gaan in deze omschrijving. Hier een voorbeeld van sonnet 121.
.
121
.
Een mens kan beter fout zijn dan correct
want zelfs wie goed is krijgt met pek en veren
en moet, bang voor de indruk die hij wekt
ook nog de lol die ondeugd schenkt ontberen.
Hoe durft het overspelige sujet
mij te berispen om mijn stoeise bloed?
En waarom zondaars op mijn zaak gezet?
Wat zij als zonde zien noem ik juist goed!
Nee, ik ben die ik ben, en zij die ‘deugen’
verwarren mijn vergrijp met eigen kwaad.
Ben ik de waarheid en zijn zij de leugen?
Beoordeel mij niet naar hun ranse praat!
Tenzij u dit adagium aanvaardt:
de mensheid is tot op het bot ontaard.
.















