Site-archief
Voor een jonge dichter
Hans Warren
In 1956, voorafgaand aan een bezoek van een jonge dichter die later een beroemde dichter zou worden, schreef Hans Warren (1921 – 2001) het gedicht ‘Voor een jonge dichter’. Wie deze dichter was bleek later uit ‘Geheim dagboek’, het bleek de dichter Hans Verhagen (1939 – 2020) te zijn. In ‘Voor een jonge dichter’ verheugt Hans Warren zich op bezoek. Hij kreeg aardige brieven van de jonge dichter, verzen met ‘iets’, maar het was vooral een telefoontje dat de fantasie prikkelde: ‘Je stem klonk warm, geraffineerd’.
Toen Hans Verhagen in 1963 debuteerde met ‘Rozen & motoren’ op 24 jarige leeftijd, werd hij meteen beroemd in Nederland. In 1956 had hij contact met Hans Warren gezocht en in de zomer van dat jaar was hij bij hem op bezoek in Borssele, waarna hij hem in het najaar van 1956 in Frankrijk bezocht. Hans Warren schrijft in ‘Geheim dagboek’ dat de zeventienjarige bezoeker tegenviel: ‘een bril met dikke glazen, vuile tanden, nog vuiler nagels, niet goed gebouwd.’ Weg dromen over een ruige vreemdeling!
In de dichtbundels die Hans Verhagen publiceerde, kom je de ruige vreemdeling Warren nergens tegen. Maar de oude Hans bewaarde de brieven en verzen die de jonge Hans hem stuurde. En jawel, in ‘Nobody weeps for me’, een van die vergeten gedichten, duikt hij toch nog op. ‘Daarom ben ik als een andere wereld,/ daarom als een ruige vreemdeling,’ dichtte Hans Verhagen. De rest heeft Hans Warren tussen de regels gelezen.
Ondanks dat er nooit iets moois of bijzonders is opgegroeid tussen de twee dichters is er in ieder geval het prachtige gedicht van Warren.
.
Voor een jonge dichter
.
Aardige brieven, verzen met ‘iets’, een telefoontje,
en nu je naar me toe komt fietsen
schenk ik je gespannen kuiten,
ogen vol zeelicht van de kust
en een lok die telkens voorover valt.
.
Je stem klonk warm, geraffineerd, en daarom
schik ik perzen in het avondlicht
waarop je boeiend zou kunnen manoeuvreren.
Want als je bent als die stem, ben je zo:
bruin, met donzige oren, en brede
sleutelbeenderen in een open hemd
– een ruige vreemdeling – schrijf je ergens,
maar ik kan niet blind blijven, straks
sta je voor me, neem ik je papieren op
en zit je veel te dicht bij.
.
Straks praten we als twee vreemden,
misschien zeg ik wel u, maar nu
gun ik mij nog even de luxe
van een illusie, en dus ben je
een aardige jongen in de zomerregen
met een lok die telkens voorover valt.
.
Het zingend hart
Gerard Reve
.
Hoewel hij door de meeste mensen eigenlijk alleen maar als schrijver van romans, brieven en verhalen is gekend, schreef Gerard Reve (1923 – 2006) ook gedichten. Sterker nog, zijn debuut in 1940 was met de dichtbundel ‘Terugkeer’ die hij in eigen beheer uitgaf in een oplage van 50 stuks. Overigens werd pas in de jaren ’80 van de vorige eeuw officieel dat dit zijn debuut was toen er een authentiek exemplaar werd gevonden. In 1993 werd in opdracht van Gerard Reve deze bundel in een oplage van 500 stuks herdrukt en door hem gesigneerd. Dat Reve ook gedichten schreef is ook weer niet zo vreemd, hij was van 1948 tot 1959 getrouwd met de dichter Hanny Michaelis.
Toch is het aantal gedichten van zijn hand klein, helemaal ten opzichte van al zijn prozawerk. Zo publiceerde hij in 1965 ‘Zes gedichten’, in 1979 ‘Een eigen huis’ (gedichten, toespraken en verhalen), in 1984 ‘Schoon schip’ (verhalen, gedichten en artikelen uit de periode 1945-1984, ‘Verzamelde gedichten’ uit 1987 en ‘Het zingend hart’ een uitgave uit 1973 en in 2003 opnieuw uitgegeven in De Grote Lijsters met 35 gedichten. Een klein oeuvre binnen zijn enorm grote oeuvre als schrijver.
In de bundel ‘Het zingend hart’ zijn gedichten opgenomen die Reve schreef in de jaren ’60 en ’70 met een gedicht ‘Kennis’ dat uit de jaren ’80 stamt en eerder verschenen in ‘Een eigen huis’ en ‘Het zingend hart’.
In de gedichten vele verwijzingen naar het Rooms Katholieke geloof waartoe Reve zich in 1966 bekeerde maar ook altijd die tegendraadse stem die hem als schrijver zo kenmerkte. Zoals in het gedicht ‘Gedicht voor mijn 47ste verjaardag’ uit 1970.
.
Gedicht voor mijn 47ste verjaardag
.
De dag zelf vreemd en grijs. De dag erna
zes zwanen zeilend tot de voetbrug
waar ik met gulle hand het feestgebak te water werp
dat niemand gisteren door zijn strot heeft kunnen krijgen
en dat de vogels evenmin begeren:
hun koninklijke halzen buigen niet,
terwijl het ongewone voedsel zinkt.
.
Niet te geloven
Het literair anekdotenboek
.
Pas geleden kocht ik in een kringloopwinkel ‘Het literair anekdotenboek’ samengesteld door John Müller en in 1988 uitgegeven door de Bijenkorf. Dit is nu precies het soort boeken waar ik van hou; boeken met weetjes, anekdotes, feitjes en lijsten. En deze dan in het bijzonder want ze gaan over literaire anekdoten. Het boek bevat veel informatie over schrijvers, dichters, maar ook over thema’s als brieven, kritieken, onderzoeken, prijzen, roddels, schandalen, zinspelingen en ga zo maar door.
Uiteraard heb ik een voorkeur wat betreft alle informatie die over dichters of de poëzie gaat en ik word niet teleurgesteld. Zo staat er een anekdote in onder het weinig zeggende trefwoord ‘matras’. In de jaren zestig van de vorige eeuw zond de AVRO-televisie Literaire ontmoetingen uit. In mei 1964 besloot de AVRO-directie het programma te laten vervallen, omdat de programmamakers (Remco Campert, H.A. Gomperts, Hans Keller -op 19 december 2019 overleden- en Con Nicolai) weigerden het fragment te schrappen waarin Remco Campert een eigen gedicht ‘Niet te geloven’ voorlas.
De AVRO maakte ernstig bezwaar tegen het woord ‘naaide’ in de derde strofe, en liet de programmamakers weten dat men niet op hun honorarium hoefde te rekenen als dit woord niet werd aangepast (verwijderd of vervangen door een woord dat kennelijk wel door de AVRO werd goedgekeurd). Remco Campert zei in een commentaar op deze eis: “Ik begrijp het niet, het gedicht heb ik in 1960 geschreven (en verscheen in de bundel ‘Dit gebeurde overal’ in 1962) en ik heb nooit aan enige weerstanden gedacht. Volgens mij waren de kuisheidsbezwaren tegen woorden als deze – die toch ook een wezenlijke functie hebben – wel doorbroken. Het gaat mij niet om het woord zelf, maar het is in het gedicht gewoon op zijn plaats. Nee, er was echt geen compromis mogelijk.”
Veel kranten hadden het er ook moeilijk mee, zo beschreef het Algemeen Dagblad ‘naaide’ als ‘zes letters, samen vormend een werkwoord dat veel wordt aangetroffen op schuttingen en in de moderne literatuur’, het Algemeen Handelsblad noemde het gewoon ‘het vieze woord’ en de Volkskrant beschreef het als ‘een handeling waar wij het voortbestaan van de wereld aan te danken hebben’. Vreemd genoeg drukte de ‘Friese Koerier’, de Leeuwarder Courant’ en ook ‘Trouw’ (de krant die de eerste decennia na de tweede wereldoorlog een blad voor de gereformeerde kerken in Nederland was) het gedicht gewoon af.
Wanneer je het gedicht nu leest vraag je je af waarom er zo’n ophef was destijds over dit gedicht en zo’n woord. Het geeft maar weer eens aan hoe de moraal is veranderd en welke vrijheid er tegenwoordig is om te schrijven wat men wil.
.
Niet te geloven
.
Niet te geloven
dat ik knaap nog
een vers schreef over de
zilverwitheid van een berkestam
.
en om mij heen
grootse dronkenschap
van de bevrijding:
het water was wishky geworden.
.
Alles zoop en naaide
heel Europa was één groot matras
en de hemel het plafond
van een derderangshotel.
.
En ik bedeesde jongeling
moest nodig
de reine berk bezingen
en zijn bescheiden bladerpracht.
.
Een vergeefs gedicht
Remco Campert
.
Een van de Vijftigers die vrijwel iedereen kent, als het niet van zijn poëzie is dan wel van zijn proza, is dichter, schrijver, columnist Remco Campert (1929). Deze éminence grise van de Nederlandse poëzie is nog steeds actief al liet hij vorig jaar weten te stoppen met schrijven. Inmiddels weten we dat hij gewoon is blijven corresponderen met zijn goede vriend Kees van Kooten en dat deze correspondentie geboekstaafd is in het boekje ‘Aanelkaar’ over het leven, de liefde en de dood.
Remco Campert heeft een enorme bibliografie en heeft vrijwel alle literaire prijzen gewonnen die er te winnen zijn. Maar ook hij is ooit gedebuteerd en dat deed hij in 1950 met de poëziebundel ‘Ten lessons with Timmothy’. In 1952 verscheen al zijn vierde bundel ‘Een standbeeld opwinden’ en in die bundel staat het gedicht ‘Een vergeefs gedicht’.
.
Een vergeefs gedicht
.
Zoals je loopt,
door de kamer uit het bed
naar de tafel met de kam
zal geen regel ooit lopen.
.
Zoals je praat,
met je tanden in mijn mond
en je oren om mijn tong,
zal geen pen ooit praten.
.
Zoals je zwijgt,
met je bloed in mijn rug
door je ogen in mijn hals
zal geen poëzie ooit zwijgen.
.
Onstuimige jeugd
Gerard Reve
.
Schrijver Gerard Reve (1923 – 2006) is behalve van zijn proza ook bekend van zijn poëzie. Zo debuteerde hij als dichter in 1940 met de bundel ‘Terugkeer’ voordat hij proza schreef. In 1987 werden zijn gedichten in een verzameld werk bijeen gebracht onder de titel ‘Verzamelde Gedichten’ en uit deze bundel het gedicht ‘Avondrood’.
.
Avondrood
.
Eens was ik jong en schoon.
Vrouwen die met mij dansten werden in mijn armen
medegevoerd tot duizelingwekkende hoogten.
Nu gaat er niets meer omhoog:
het enige dat stijf staat zijn mijn gewrichten.
Ach, waar zijt gij gebleven
zoete, bittere, onstuimige jeugd?
.
Foto: Joost Evers, Nationaal Archief Den Haag
Emily Dickinson
In vertaling
.
In 1991 verscheen de bundel ‘Emily Dickinson Gedichten’ in vertaling van Louise van Santen bij de Prom. Dickinson ( 1830 – 1886) is één van de meest intrigerende dichters in de westerse literatuur. Ze schreef 1775 gedichten tijdens haar leven. Na haar dertigste trok ze zich als dichter terug en slechts bij hoge uitzondering ontving zij gasten. Ondanks dat was dit een zeer creatieve tijd.
Ze wordt tot de grootste Amerikaanse dichters gerekend. Samen met Walt Whitman luidde zij een nieuw tijdperk in de Amerikaanse literatuur in, het zogenaamde Modernisme.
Louise van Santen heeft meer dan tien jaar het leven van Dickinson bestudeerd. Vanuit de kennis die ze in die tijd heeft opgedaan heeft ze een bundel vertalingen gemaakt uitgaande van de opdracht van Emily Dickinson:
Dit is mijn schrijven aan de wereld
die nimmer schreef aan mij –
een tijding door natuur verteld
met tedere majesteit
Louise van Santen heeft zelf meerdere dichtbundels geschreven maar ook een roman en kinderboeken. Uit de vele gedichten uit deze bundel, waarvan vele bestaan uit twee strofen van vier regels, heb ik gekozen voor het volgende titelloze gedicht.
.
The Mountain sat upon the Plain
In this tremendous Chair –
His observation omnifold,
His inquest, everywhere –
.
The Seasons played around his knees
Like Children round a sire –
Grandfather of the Days is He
Of Dawn, the Ancestor –
.
.
De Berg op zijn enorme Stoel
zat breeduit in het Dal –
Zijn blik is alomvattend wijd,
Zijn vonnis, overal –
.
Seizoenen speelden rond zijn knie
als Kinderen rond gezag –
Voorvader van de Morgenstond
Grootvader van de Dag –
.
Roeping
Gerard Reve
.
Vandaag is het 10 jaar geleden dat ‘volksschrijver’ Gerard Reve (1923 – 2006) overleed in Zulte, Oost Vlaanderen waar hij woonde. Gerard Reve is natuurlijk vooral bekend en beroemd geworden door zijn roman ‘De Avonden’ uit 1947, dat hij aanvankelijk onder het pseudoniem Simon van het Reve publiceerde. Na de derde druk werd zijn volledige naam echte gebruikt en tot 1973 publiceerde hij onder de naam Gerard Kornelis van het Reve. In de loop van 1973 werd het echter Gerard Reve en bij Koninklijk besluit werd dit ook zijn burgerlijke naam.
Gerard Reve schreef behalve verhalen, toneelwerken, brieven, toespraken en romans ook poëzie. Zijn debuut als schrijver was als dichter in 1940 met de poëziebundel ‘Terugkeer’ dat hij in 1993 in eigen beheer als facsimile opnieuw uitgaf in een oplage van 500 stuks.
Misschien wel één van zijn mooiste en bekende gedichten is het gedicht ‘Roeping’ uit ‘Verzamelde gedichten’ uit 1986.
.
Roeping
.
Zuster Immaculata die al vier en dertig jaar
verlamde oude mensen wast, in bed verschoont,
en eten voert,
zal nooit haar naam vermeld zien.
Maar elke ongewassen aap die met een bord: dat hij
vóór dit, of tegen dat is, het verkeer verspert,
ziet ’s avonds reeds zijn smoel op de tee vee.
Toch goed dat er een God is.
.
Rainer Maria Rilke
De Zwaan
.
Rainer Maria Rilke (1875 – 1926) wordt als één van de belangrijkste lyrische dichters gezien in de Duitse taal. Naast gedichten schreef Rilke proza en brieven.Zijn omvangrijke briefwisselingen vormen een groot deel van zijn literaire nalatenschap. In 1894 debuteerde hij met de poëziebundel Leben und Lieder waarna nog vele dichtbundels volgden.
In zijn poëzie is de filosofie van de tijd waarin hij leefde duidelijk aanwezig. De filosofen Schoppenhauer en Nietzsche hebben hem in het bijzonder geïnspireerd. Deze filosofie rekent aan de ene kant af met de vanzelfsprekendheid van het westelijke christendom en aan de andere kant rekent het af met de (toen) moderne natuurwetenschappelijke verklaringen van de werkelijkheid.
Rilke werd vele malen in het Nederlands vertaald. Uit ‘Nieuwe gedichten. het andere deel’ uit 1998 hier het gedicht ‘De zwaan’.
.
De Zwaan
.
Deze last: door wat nog ongedaan is
als gebonden, zwaar je weg te gaan,
lijkt de lompe gang die van de zwaan is.
.
En het sterven, geen contact meer maken
met de grond waarop wij daaglijks staan,
lijkt op zijn beducht te water raken -:
.
in het water dat hem zacht ontving,
dat als blijdschap in herinnering
stroom na stroom onder hem door laat gaat,
nu ’t hem stil, oneindig zelfbewust,
als maar mondiger en meer gerust,
vorstlijker behaagt om voort te gaan.
.















