Site-archief

Toevallen

Bij de Dichters-top

.

Afgelopen zondag was bij Antiquariaat Colette de Dichters-top. Naar aanleiding van de NAVO-top (ook in Den Haag) van volgende maand hadden het Woordenrijk en Colette de handen ineen geslagen en een dichters-top georganiseerd met louter Haagse dichters (al was er ook een Vlaamse jonge dichter luisterend naar de naam Maria de Coninck bij). Het was een gezellige, interessante en zeer goed bezochte middag daar in de tuin achter het antiquariaat.

De hoogtepunten zaten wat mij betreft tussen 15 en 16 uur. Alexander Franken, Diann van Faassen, Dario Goldbach, Douwe Hovingh, Marilou Klapwijk en als uitsmijter de geweldige Kees ’t Hart. Kees bracht een gedicht over Asissië, consequent uitgesproken zonder umlaut, zonder microfoon en welluidend. Dit gedicht deed me onmiddellijk denken aan het gedicht over McDonalds dat Douwe Hovingh even daarvoor had voorgedragen. In de YouTube video hieronder kun je het gedicht beluisteren en bekijken vanaf 5.50 minuten, een opname van het Poëziecafé De Posthoorn van maart dit jaar.

Van deze dag hier enige foto’s van verschillende dichters. En natuurlijk een gedicht. In dit geval van diezelfde Douwe Hovingh getiteld ‘Toevallen’.

.

Toevallen

.

Vaag in de verte rinkelt een fietsbel

jouw fietsbel na

Een passant lacht om een grap

in jouw hoofd

Een schaduw valt op jouw schoot

Een lentejong gezicht valt op

in een voorbijgaande reflectie

Jouw moeder snijdt één keer haar vingers

Jouw moeder snijdt nooit meer haar vingers

zomaar zonder erbij stil te staan

Er valt een blad voor jouw voeten

Je ziet dezelfde eend voor de derde keer

je merkt het niet

Je ontmoet een vervreemde vriend

voor de eerste keer sinds

.

 

Alexander Franken

Diann van Faassen

Marilou Klapwijk

Kees ’t Hart

Vernederen is een vak

Toon Tellegen

.

Afgelopen week keek ik op televisie een praatprogramma (ben even vergeten welke, het zal iets op de NPO geweest zijn denk ik) en daar was een deskundige die de acties en gedragingen van Trump duidde. Zijn oordeel was hard maar duidelijk: Trump vernederd mensen als machtsmiddel. Ook andere dictatoriale en autocratische leiders doen dit (een voorbeeld dat gegeven werd was Merkel die op bezoek bij Poetin was, Merkel is panisch voor honden dus liet Poetin een hond rondom hun heen lopen).

Trump is wel een specialist als het gaat om het vernederen van mensen. Denk aan het bezoek dat president Selenskyy bracht aan het Witte Huis dit jaar. Toen ik het programma  zat te kijken, waarin het ging over de manieren waarop Trump mensen vernederd, moest ik denken aan een gedicht dat ik ooit las over vernederen als vak. De dichter kon ik me niet herinneren maar na enig zoekwerk (ik herinnerde me wel het deel van mijn boekenkast waarin ik het ooit las) heb ik het gevonden.

Het gedicht is getiteld ‘Vernederen is een vak’ en het is geschreven door Toon Tellegen (1941). Het gedicht staat in zijn bundel ‘De werkelijkheid’ uit 2014.

.

Vernederen is een vak

.

Er zijn mensen die wachten op mensen

die zij- met alle middelen die tot hun beschikking staan –

zullen vernederen

.

vernederen is een vak dat hoge eisen aan zijn beoefenaren stelt

.

om de tijd te doden spelen zij vernederinkje –

een van hen kent zijn plaats niet, toont zijn wansmaak en onwetendheid

en de anderen vernederen hem

net zo lang tot hij zijn levensvatbaarheid verliest

.

vernederen is geen spoel voor kinderen,

er zijn opleidingen voor, leerstoelen in,

er worden conferenties en congressen aan gewijd

.

zij die niet spelen en op de uitkijk staan

zien iemand komen

daar! kijk!

zij hebben verrekijkers, laten de anderen kijken,

wijzen een stipje op de horizon aan

.

hun gevoelens trappelen van ongeduld,

en hun verstand,

hou houden zij hun verstand in toom?

.

Take it easy

Ellen Warmond

.

Schrijver en dichter Ellen Warmond (1930 – 2011) werd geboren in Rotterdam. In het literaire en persoonlijke leven van Warmond had Anna Blaman een prominente plek. Blaman woonde ook in Rotterdam, waar ze een literaire kring had opgericht. Blaman had een spilfunctie in het literaire leven en heeft een cruciale rol gespeeld in het debuut van Warmond door haar in contact te brengen met uitgever Bert Bakker. Warmond debuteerde  in 1953 met de bundel ‘Proeftuin’. In dat jaar kreeg ze voor haar debuut de Reina Prinsen Geerligsprijs (samen met Remco Campert). Later zou ze nog de Jan Campertprijs in 1961 krijgen en de Anna Bijnsprijs in 1987.

Haar poëzie kreeg een plek in ‘Nieuwe griffels, schone leien’ (1954), een bloemlezing met Nederlandse avant-gardistische poëzie, samengesteld door Paul Rodenko, die Warmond ‘een van onze belangrijkste moderne dichteressen’ noemde. In de biografie van Ellen Warmond getiteld ‘Geef niet mee!’ uit 2024 plaatst Trudy van Wijk de poëzie van Ellen Warmond in de stroming van het atheïstisch existentialisme, gebaseerd op de filosofische publicaties van onder andere Sartre, De Beauvoir en Camus. Als kind had Warmond de verschrikkingen van de oorlog meegemaakt en ze herkende zich in deze filosofische stroming.

In 1958 werd Warmond redacteur van Gard Sivik, het belangrijkste literaire tijdschrift voor experimentele poëzie van die tijd. Dichters als K. Schippers, J. Bernlef en Armando publiceerden ook in dit tijdschrift. Hun werk wordt door de literatuurgeschiedenis gerekend tot de Zestigers. De Zestigers wilden poëzie maken die midden in de werkelijkheid staat. De werkelijkheid wordt beschouwd als bron voor de poëzie. Het hoeft niet verheven of diepzinnig te zijn, het alledaagse is óók de moeite waard.

Een mooi voorbeeld van een gedicht in die traditie van alledaagse werkelijkheid, verschoont van verhevenheid of diepzinnigheid is het gedicht ‘Take it easy’ uit haar bundel ‘Geen bloemen Geen bezoek‘ uit 1968

.

Take it easy

.

Je moet poëzie nemen
Zoals je de tram neemt
(een bewegende inhoudsmaat
waar iedereen iedereen
en alles alles aanstoot)
.
geen middel tot vervoering
maar middel van vervoer
(op weg naar iets
om maar eens iets te noemen)
en nog niet eens zo bijster
comfortabel.

.

Slechts een ontmoeting

Haarlemse dichtlijn

.

Zoals al vele jaren het geval is, organiseert de Haarlemse Dichtlijn ook dit jaar een poëziefestival op Hemelvaartsdag. Vandaag zullen vanaf 12.00 uur op 6 verschillende locaties in 3 rondes maar liefst 100 dichters van zich laten horen. Ook ik zal hier aanwezig zijn en mijn gedichten voordragen. Ik ben in de 2e ronde te horen in de kas van het Kweekcafé in het stadpark aan de Kleverlaan in Haarlem. In de 3e ronde ben te beluisteren in de Kennemer Boekhandel aan de Kleverparkweg 3 in Haarlem. Beide locaties (net als de andere vier locaties) zijn prima te voet te bezoeken en liggen in de buurt van het station.

Het thema van dit jaar is ‘In goede aarde’ en er zal ook weer een festivalbundel verschijnen die op de dag zelf te koop ius bij de organisatie. Het festival wordt geopend door de Dichter der Nederlanden Babs Gons. Veel van de dichters die aanwezig zijn ken ik van de vele podia die ik de afgelopen jaren organiseerde of bezocht. Het is altijd een verrassing te zien wanneer er nieuwe namen zijn en hoe zij het doen.

Een van de dichters die acte de présence geven is Kees van Meel (1948) die ook in de 3e ronde in de boekhandel te beluisteren is. Van hem hier het gedicht ‘Slechts een ontmoeting’ uit zijn bundel ‘Liefde Strijd Dood’ uit 2022.

.  

Slechts een ontmoeting
.
Soms ontmoet je een verwante ziel
uit het niets in een vliegtuig of een trein
de buitenwereld doet er niet meer toe
het innerlijk tikt de precieze woorden
.
beiden lezen hun eigen verhaallijn
in levens zo vreselijk uiteen zo ver
van hun eigen levenspad afwijkend
al is hun geest hier samengevloeid
.
niettemin weten beiden ook
slechts eenmaal en nooit meer
dan een gestolen momentum
van aantrekking voordat iets
.
ook maar de zuiverheid kan breken
het lot heeft gebracht en genomen
maar in hun harten zal er altijd
een ogenblik van de Eenhoorn zijn

.

Eindexamen

J. Bernlef

.

Het is de periode van de eindexamens. In vele gym- en andere zalen wordt weer gezweet op Biologie, Nederlands, Wiskunde, Aardrijkskunde, Natuurkunde en welke vakken heb je tegenwoordig allemaal. Binnenkort worden de straten weer versierd met vele (rug)tassen aan vlaggenstokken ten teken van het behalen van het diploma. Een mooie traditie.

De gewoonte om vlag en tas samen op te hangen is waarschijnlijk ontstaan na de Tweede Wereldoorlog. In de eerste tientallen jaren in de 20e eeuw hingen alleen de scholen een vlag uit na de examens. Daarmee werden leerlingen naar school geroepen, daarna kwam al snel de vlag, vooral in Rotterdam begon men hier al vroeg mee.

Misschien hierdoor herinneren veel mensen zich hun eindexamen nog maar wat goed. Tot op hoge leeftijd. In het gedicht ‘Eindexamen’ van J. Bernlef (pseudoniem van Hendrik Jan Marsman (1937-2012) uit de bundel ‘Voorgoed : gedichten’ uit 2012 komt dit mooi naar voren.

.

Eindexamen

.

Haar verleden, gedeeltelijk ook het mijne

ligt dooreen, verscholen in een doos met foto’s

.

Hier, dit ben jij, een maand – of nee: twee

ik lig gedwee op een commode als illustratie bij de datum

die mijn vader er met zijn trekpen onder schreef

.

Nog heerste nergens twijfel

schreef hij rechttoe rechtaan

haar hand met het boxje trilde niet.

.

Nu beven de foto’s in haar hand

en waart ze met de ander door de doos

als de wind door de bladeren daarbuiten.

.

Het is saai hier, klaagt ze, de mensen om mij heen zijn dood

kijk maar en wijst op personen in de doos

.

Ach ja. Nu glimlacht ze. Dit was het eindexamen.

Zes meisjes houden elkaar, in aflopende grootte bij de

schouders vast

de voorste omklemt de schoorsteenpijp op het dak van het

schoolgebouw.

Wat zijn ze blij!

.

Ze schuift de doos opzij.

Het is hier stil. Ik knik.

Inderdaad, zeg ik, stil is het hier.

.

Zwerm

Hanneke van Eijken

.

Voordat dichter Hanneke van Eijken (1981) debuteerde in 2013 met haar bundel ‘Papieren veulens‘ mocht ik haar al eens aankondigen (in 2012) op een podium van poëziestichting Ongehoord! tijdens Route du Nord in café Faas in Rotterdam. Na haar debuutbundel maakte ze snel naam als dichter. Zo ontving ze in 2015 de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs en werd ze (ook voor haar debuutbundel) genomineerd voor de C. Buddingh’ prijs in 2014.

In 2018 verscheen van haar hand de bundel ‘Kozijnen van krijt’, in 2021 de bundel ‘Waar slaap van gemaakt is’ en nu, in 2025, is haar derde bundel verschenen getiteld ‘Hazenklop’. De recensies zijn onverminderd positief. Zo schrijft Dietske Geerlings op Tzum literair weblog: “Over Hazenklop kun je blijven denken en blijven schrijven, want er is zoveel moois in te ontdekken. Wie bang is voor ontlezing doet er goed aan dit soort parels te verspreiden en anderen te laten voelen wat de kracht is van taal.” En schrijft Janita Monna in Trouw: “In Hazenklop houdt Van Eijken houdt het gevaar op afstand in kalme, fluisterende regels en precieze, heldere beelden.”

Ik koos uit haar nieuwe bundel het gedicht ‘Zwerm’. In de aankondiging van deze bundel schrijft de uitgever: “Met haar nieuwe bundel Hazenklop verkent Hanneke van Eijken in zorgvuldige en beeldende taal de begrippen tijd, ruimte en het horen bij een kudde.” Lees voor het woord kudde het woord zwerm en het mag duidelijk zijn waarom ik diot gedicht koos.

.

Zwerm

.

De schaduw is zo groot als het dier in ons

dat we te weinig zien

we voeren het veel om het rustig te houden

.

aan een ketting rammelt het verlangen om uit te breken

met zware poten door de omgewoelde grond te ploegen

de wens om een zwerm te zijn

.

ik wil een verenvacht, scherpe klauwen

een blik vol nachtnavigatie, de roep

uit mijn borst laten ronken

.

ik wil de wilde dieren in mij, die wroeten

grommen tegen het donker

.

 

Rampverlof

Jana Arns

.

Vandaag voor één van mijn boekenkasten gaan staan (je kent de traditie inmiddels) en met de ogen dicht een bundel eruit gepakt. Dit keer was dat ‘Ten minste houdbaar tot‘ uit 2022 van de Vlaamse dichter Jana Arns (1983). Opnieuw met gesloten ogen de bundel geopend en meteen een verrassing: ik opende de bundel op twee pagina’s met foto’s van Jana. Geen probleem, gewoon nog eens doen. En nu opende ik de bundel op pagina 30 en daar staat het gedicht ‘Rampverlof’.

.

Rampverlof

.

De straat met zorgen aangelengd.

Wagens varen voorbij.

.

Recht onder ons slaapkamerraam

legt het cruiseschip aan.

.

Aan boord: duikplanken vol boeken.

De personages springen in het diepe.

.

Er komen woorden aangedreven:

wie zal de wolkbreuk spalken?

.

Men bouwde huizen met dominostenen.

Wij vouwen bootjes van verzekeringspapieren.

.

Veel komt aan

Margreet Schouwenaar

.

De afgelopen tijd heet uitgeverij P weer een aantal fraaie dichtbundels het licht laten zien. ‘Zomerschaduw’ van Job Degenaar, ‘Voetafdruk van stilte’ van Hanna Kirsten en ‘Hazenslaap’ van Margreet Schouwenaar. Over de eerste twee schrijf ik later maar vandaag pak ik de bundel ‘Hazenslaap’ van Margreet Schouwenaar erbij. Het zal toeval zijn dat in dezelfde periode twee dichtbundels verschijnen met in de titel de haas (‘Hazenklop’ van Hanneke van Eijken waarover ik de komende week zal schrijven) maar vandaag dus de bundel ‘Hazenslaap’.

Schrijver en dichter Margreet Schouwenaar (1955) debuteerde in 1991 met gedichten in Revisor en niet lang daarna met de bundel ‘De drempel die vertrek is’ (1992). Daarna volgden maar liefst 14 dichtbundels waaronder de bloemlezing ‘Zwijgen tot het schraapt’ uit 2019. Haar werk wordt geplaatst in literaire tijdschriften als De Poëziekrant, Meander en Het Liegend Konijn.

In 2009 volgde ze Joost Zwagerman op als stadsdichter van Alkmaar, welke functie ze vervolgens maar liefst negen jaar zal invullen. In 2018 wordt een nieuwe stadsdichter, Joris Brussel, gekozen. Ik mocht bij deze verkiezing in de jury plaatsnemen. In haar jaren als stadsdichter richt Margreet Schouwenaar De Eenzame Uitvaart op in Alkmaar. Zij is nog altijd actief binnen deze stichting.

En nu is er dus haar nieuwe bundel ‘Hazenslaap’. Een bundel met 70 nieuwe gedichten (de bundel wordt uitgegeven ter gelegenheid van haar 70ste verjaardag) waarin zij de tijdelijkheid en de eeuwigheid bezingt, de trivialiteit, de onvermijdelijkheid maar ook de hoop. In pagina vullende gedichten waarin vaak ritmische stapelingen van woorden te lezen zijn beschrijft Schouwenaar de hazenslaap. Een haas slaapt met ogen open en merkt dus alles op wat er gebeurt. Zo ook Schouwenaar in deze bundel.

Ik koos voor het gedicht ‘Veel komt aan’ waarin dit mooi naar voren komt.

.

Veel komt aan

.

Google toont hoe ik woon, de plant staat er nog

voor het raam waar ik lang ben weggegaan.

Een bestemming vind ik zelden thuis, wel een

levenstaak: veeg los zand, alles wil grond.

.

Het lijkt op krabben, de honger naar het nauwelijks

vel dat toch kan kloppen. Veel komt aan op het net niet

raken; verwezen, schalen breken, de schepping wil

schuiven. misschien wel littekens. Daar helpt geen

.

wetenschap tegen. Nestdrang zonder feiten, vleugels

willen oefenen. Bewegingen bestaan, nachten

moeten vallen. ‘Je praat in je slaap’, zei hij eens.

We horen buigzaam te zijn, onze gedachten

.

te verzetten. Ik doe denken aan een ander. Ik ben

al weg, of niet, ik ben nog steeds onuitgesproken.

Op een kaart ben ik onvindbaar, maar ik breng me

nader. Als confetti zal ik dalen. Onherroepelijk.

.

Haagse dichters

Dichters-top

.

Eerder dit jaar schreef ik al over het Haagse antiquariaat Colette en wat een rijkdom het hebben van een antiquariaat in een gemeente is. En in 2019 schreef ik over Haagse dichters naar aanleiding van de bundel ‘Den Haag, de stad van gedichten‘. Deze twee komen (in samenwerking met Het Woordenrijk) nu samen op 25 mei in Colette aan de Reinkenstraat 45 in Den Haag. In een dichters-top (een duidelijke verwijzing naar de NAVO-top die niet ver van Colette plaats vindt in Den Haag) onder het mom van ‘Poëzie versus Politiek’ treden maar liefst 32  Haagse dichters op zoals Kees ’t Hart, Edith de Gilde, Marilou Klapwijk, Dian van Faassen en Alexander Franken.

Het is de bedoeling dat tijdens de bijeenkomst in de tuin en op het terras van de boekhandel in de Haagse wijk Duinoord poëzie te horen is uit alle landen die binnen de NAVO zijn verenigd. De dichters wordt gevraagd een – bij voorkeur geëngageerd – gedicht van zichzelf voor te dragen en een gedicht in vertaling van een dichter naar keuze uit een NAVO-land. De 32 landen worden daarvoor willekeurig verdeeld onder de dichters.

Als voorproefje een gedicht van Kees ’t Hart (1944) uit de gelijknamige bundel ‘Kinderen die leren lezen’ uit 1998.

.

Kinderen die leren lezen

.

kinderen die leren lezen
zitten in lokalen
uit te rusten van
onrustige verhalen

er hangt een stilte
zoals tussen auto’s
op parkeerkerreinen
en tussen bomen

en juf beklimt
het podium
met wit papier

kinderen die leren lezen
hangen letters te drogen
aan de wanden
van de klas

in de winter steekt
juf de kaarsen aan
en kinderen die leren lezen
mogen zingen

en ze beschilderen papier
met de lievelingskleuren
van hun lievelingsdier

kinderen die leren lezen
denken aan de slaap
van de komende nacht

.

Ja

K. Schippers

.

Vandaag is het weer eens tijd voor een liefdesgedicht. Dit keer het gedicht ‘Ja’ van K. Schippers (1936-2021) uit zijn bundel ‘Een leeuwerik boven een weiland’ uit 1980.

.

Ja

.

Ik heb je lief zoals je soms

gelijk een gouden zomerdag bent

nee nee nee

ik heb je lief zoals je bent

nee nee

ik heb je lief zoals

nee

ik heb je lief

.