Site-archief

De beste poëzie, slamdichters en rapteksten

André Sollie

.

Op nieuw kocht ik voor een habbekrats een verzamelwerkje uit de Rainbow pockets; Dit keer ‘Dicht! De beste Poëzie, Slamdichters en Rapteksten’. uit 2009. Samengesteld door Henk van Zuiden. Op zichzelf is de combinatie van slampoëzie, rapteksten en poëzie (en wat mij betreft aangevuld met Spoken Word) een heel logische, het zijn eigenlijk allemaal loten aan dezelfde stam van deze hoek van de literatuur, waarbij ik de poëzie dat leidend vind. Slampoëzie is vooral een manier van voordracht en eigenlijk zijn Rapteksten dat ook, maar dan veelal rijmend en daarbij worden de grenzen van het rijm behoorlijk opgerekt, en Spoken Word is eigenlijk meer een vorm van voordracht die niet perse poëzie is, het is eigenlijk een mengvorm van proza en poëzie is en vooral draait om storytelling.

Bijzonder dus dat er een bundeling van zoveel verschillende soorten van uitdrukking (laten we het zo maar even noemen) is samengesteld. De tekst op de achterkant van de bundel biedt uitkomst. Henk van Zuiden verzamelde gedichten en teksten die geschikt zijn voor iedereen – maar toch vooral voor jongeren werden gekozen. Aan de inhoud, de verschillende dichters en rappers in de bundel, kun je zien dat die inderdaad sterk op jongeren leunt. Zo is er werk van Huub van der Lubbe, Brainpower, Ali B. (toen dat nog kon), Lange Frans (voordat ie volledig doordraaide) en Yes-R opgenomen maar grappig genoeg ook werk van Alexander Pola (1914-1992), Ida Vos (1931-2006) en Jana Beranová (1932). Maar ook namen die je juist verwacht; Upperfloor, Gijs ter Haar, Daniël Dee, Bart FM Droog, Ruben van Gogh en Jeroen Naaktgeboren.

Maar ook een naam die ik niet kende namelijk André Sollie (1947-2025) was een Vlaams auteur en illustrator van kinder- en jeugdboeken en dichtbundels (er zijn ook een paar dichters van jeugdpoëzie opgenomen als Ted van Lieshout en Edward van de Vendel). Sollie debuteerde in 1986 met zijn eerste dichtbundel voor de jeugd ‘Soms, dan heb ik flink de pest in’, gevolgd in 1991 door ‘Zeg maar niks’ en in 1997 de autobiografische dichtbundel ‘Het ijzelt in juni’. In 2008 verscheen een dichtbundel voor jonge kinderen ‘Altijd heb ik wat te vieren’. Van Sollie koos ik het gedicht uit ‘Altijd heb ik wat te vieren’ getiteld ‘Toen’.

.

Toen

.

Vroeger vond ik alles leuker.

Toen mijn penvriend me nog schreef,

ik nog niet op internaat was.

Veilig bij mijn ouders bleef.

.

Toen mijn cavia nog leefde,

ik mijn blindedarm nog had.

Hoefde ik nog niet die beugel.

Woonden we nog in de stad.

.

Poes was nog niet weggelopen

en ik had nog geen acne.

En mijn pa nog geen verkering

met die slet uit Merendree.

.

Kortom. álles was toen beter;

elke zondag krentenbrood.

Was mijn fiets nog niet gestolen.

En mijn moeder nog niet dood.

.

Poëzie kun je leren (waarderen)

Poëzie in het onderwijs

.

Al een paar jaar nu geef ik af en toe gastlessen poëzie op middelbare scholen. Ontzettend leuk om te doen en het mooiste van deze lessen geven vind ik nog wel dat bij aanvang van de les de leerlingen vaak ongeïnteresseerd zijn, geen zin hebben, denken dat ze er niks van snappen of er niks van kunnen, terwijl aan het einde van de les er vaak een besef is gegroeid dat poëzie helemaal niet moeilijk is, of saai en dat zelfs het schrijven van een gedicht, hoe eenvoudig soms ook, al kan leiden tot enig enthousiasme.

Ik realiseer me dat zo’n gastles van mij niet meteen tot radicale veranderingen in het denken van jongeren zal leiden maar ik heb wel ervaren dat er iets van begrip voor poëzie groeit na een poëzieles. Ik merk dat collega’s van mij, leesconsulenten op scholen van primair en voortgezet onderwijs, ook steeds vaker poëzie in hun lessen en leermethoden vlechten. Ik kan daar alleen maar heel blij van worden.

In het primair onderwijs en voortgezet onderwijs is de aanpak van poëzielessen uiteraard anders, maar het doel is vaak vergelijkbaar: leerlingen laten kennismaken met en waarderen van poëzie. In het primair onderwijs ligt de nadruk op het ervaren van poëzie door middel van voordragen, luisteren en creatief bezig zijn (zelf een klein gedichtje schrijven, een elfje, een acrostichon of een luule), terwijl het voortgezet onderwijs meer aandacht besteedt aan de analyse en interpretatie van gedichten, inclusief hun structuur en stijl. In het voortgezet onderwijs wordt ook vaker de link naar spoken word of rap gelegd.

In algemene zin kun je stellen dat poëzielessen vier doelen dienen: Liefde voor het lezen en schrijven van poëzie ontwikkelen. Leerlingen het gedicht laten waarderen. De gedachte en verbeelding in het gedicht laten begrijpen. Rijm, ritme en de stijl van het gedicht leren waarderen.

En omdat een les in poëzie zich nu eens helemaal niet leent voor multiple choice vragen heb ik als gedicht vandaag gekozen voor juist een gedicht met die titel. Het gedicht ‘multiple choice ‘van Anton Korteweg (19044) is genomen uit de bundel ‘De stormwind van zijn hand’ uit 1975..

.

Multiple choice

.

HET / regende / was mistig / was stralend mooi weer

ZE HAD / vierkinderen (die niet wilden deugen) / een man aan de drank / kanker

ZE GING / veel te vroeg van huis / op tijd… / op het laatste nippertje…/

ZE DROEG / een mantel met imitatie-bontkraag / geen jas / een blauwe regenjas

ZE HEEFT HAAR FIETS TEGEN HET SCHUURTJE / gekwakt / gezet / gezet en op slot gedaan

ZE / heeft zich voor de trein geworpen / is voor… gestapt / stond rustig te wachten tot…

HET WAS / een klap als bij een botsing / alsof een hondje… / alsof een vlieg tegen een voorruit…

DE TREIN HEEFT / gedacht: alweer / nog geremd / niets gemerkt

HET IS / iets waar je geen woorden voor hebt / tragisch (zonder meer) / misschien nog maar het beste zo.

.

De jas van mijn vader

Adonis

.

De in Parijs woonachtige dichter Ali Ahmad Said Esber (1930) wordt beschouwd als de grootste levende Arabische dichter en oefent grote invloed uit op de hedendaagse Arabische poëzie. Hij is bekend onder de dichtersnaam Adonis. Al in 1956 vluchtte Adonis weg uit zijn geboorteland Syrië. Daarna woonde hij afwisselend in Beiroet en Parijs. Heen en weer gekaatst tussen oost en west is hij bij uitstek een balling: hij kan niet wortelen. In 2021 won hij in Duitsland de prestigieuze Goethe-prijs en zijn naam gaat regelmatig rond wanneer de Nobelprijs voor de Literatuur weer wordt vergeven.

In zijn poëzie beweegt hij zich tussen het Oosten en het Westen, tussen traditie en moderniteit. Zijn poëzie is geënt op de klassieke Arabische dichters maar hij breekt zich los van gewortelde ideeën over metaforen en beelden. De Arabische poëzie heeft zich eeuwenlang gevormd naar de strenge regels van de qasida, een ritmische, rijmende dichtvorm die stamt uit pre-islamitische tijden. Tot ver in de twintigste eeuw bleef die grotendeels onveranderd. Voorzichtig, westerse voorbeelden als T.S. Eliot achterna, speelde de Arabische dichtwereld na de Tweede Wereldoorlog met een eigen versie van het vrije vers. Maar het was Adonis die de voor het eerst echt loskwam van de restricties van vorm, ritme en rijm.

In 2016 is, in een Nederlandse vertaling, een bloemlezing van zijn werk gepubliceerd, samengesteld en vertaald door Kees Nijland en Assad Jaber, getiteld ‘Wat blijft’. Toen nog burgemeester van Rotterdam en poëzieliefhebber Ahmed Aboutaleb schreef op de achterkant van deze bloemlezing onder andere ‘Zijn gedichten tonen de weg naar een nieuw soort burgerschap waarin interculturele dialoog en culturele diversiteit centraal staan.

Uit de bundel koos ik het gedicht ‘Jas van mijn vader’.

.

De jas van mijn vader

.

Er ligt een jas in ons huis

door mijn vaders leven gesneden

met zwoegen gestikt

.

De jas zegt – jij zat op zijn mat

als een naakte tak

en in zijn hart was je

de morgen van morgen

.

Er ligt een jas in ons huis

neergesmeten

hij bindt mij aan het dak

het cement, de steen

in de gaten zie ik

zijn omhelzende arm

zijn hart, zijn ingewortelde verlangen

.

Zijn gebeden beschermen en omhullen mij en vullen mijn pad

laten mij achter als een fluit, een bos en een lied

.

Na de tweede ontmoeting

Clara Haesaert

.

In 1955 verscheen bij uitgeverij A. Manteau N.V. de bundel ‘waar is de eerste morgen?’ de levende experimentele poëzie in vlaanderen, samengesteld en ingeleid door jan walravens (het gebrek aan hoofdletters heb ik overgenomen uit de bundel). Ik bezit de tweede vermeerderde druk uit 1960.

In de inleiding schrijft Jan Walravens (nu wel met hoofdletters) onder andere: “Wat is een experimenteel gedicht? Hoe kan het beschreven, uitgelegd, gefundeerd worden? Ik wil een gemakkelijke, gedeeltelijk-valse, toch verhelderende definitie geven: in deze poëzie wordt de mededeling van gedachten en gevoelens niet gedaan door woorden die in een logisch en redelijk zinsverband geplaatst word-en, maar door beelden.”

Dit lijkt mij een redelijke maar nogal vage omschrijving van wat experimentele poëzie is. Een andere definitie, die wat mij betreft al wat scherper is, is: Experimentele poëzie is een vorm van poëzie die zich kenmerkt door een wijziging van de traditionele regels en normen van poëzie, zoals rijm, metrum en vaste strofebouw. Experimentele poëzie legt de nadruk op het experimenteren met, inhoud en betekenis, en zoekt naar nieuwe manieren om de taal te gebruiken om betekenis over te brengen. Kenmerken zijn vormexperimenten, inhoudelijke experimenten, nieuwe betekenislagen, breken met conventies en niet-taalkundige elementen.

Voorbeelden van experimentele poëzie zijn concrete poëzie, geluids- of klankpoëzie, niet-sequentiële poëzie en assemblage poëzie (of collage poëzie). Deze vormen worden niet direct benoemd of behandeld in deze pocket, de inzichten rondom experimentele poëzie zijn tenslotte in de loop der jaren nogal uitgebreid en gewijzigd.

In deze bundel staat een gedicht van Clara Haesaert (1924-2018). Na haar studie was Haesaert werkzaam als ambtenaar bij het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur. In die functie zette ze zich in voor bibliotheekvoorzieningen en de kwaliteit van jeugdboeken. Haar debuut kwam in 1952 met de gedichtenbundel ‘De overkant’ waarna diverse andere bundels verschenen. Haesaert was medeoprichtster en redacteur van het tweemaandelijks tijdschrift De Meridiaan.  Zij was ook medeoprichter van het Haiku-centrum Vlaanderen. Het haikutijdschrift Vuursteen dankt zijn naam aan haar vindingrijkheid.

In ‘Waar is de eerste morgen?’ is het gedicht ‘Na de tweede ontmoeting’ opgenomen uit haar debuutbundel.

.

Na de tweede ontmoeting

.

Na de tweede ontmoeting

de tweede geboorte van mezelf

ik dacht dat het licht werd

doch het bleef duister

en ik was de uren zo dankbaar.

.

Geen vogels ook geen woorden

wel bomen en kruiden

wel handen en ogen

en het bloed op en onder onze huid.

.

Ondeelbare aanwezigheid

van lucht en groen

verving de versnippering

de trilling van de krekel en de mier.

.

De tocht, of was het de reis,

een droom, een verre vlucht,

verliep zonder twijfel

ook zonder hinder of hapering.

De tocht zonder dood of einde

werd een verrijzenis zonder dood.

.

Voor jou en jou alleen

Sonnet 121

.

Er zijn maar relatief weinig dichters die een eeuwigheidswaarde hebben, die ver na hun dood nog worden gelezen. William Shakespeare (1564-1616) is zeker één van hen en misschien wel de bekendste en beroemdste. Zo bekend en beroemd in ieder geval dat er weer een nieuwe uitgave is van zijn sonnetten. Waar in 1999 nog een Rainbow Pocket ‘Mijn liefde is een koorts’ verscheen met zijn sonnetten in het Engels en in een Nederlandse vertaling van Peter Verstegen, is er nu een nieuwe uitgave van alle 154 sonnetten vertaald door schrijver en acteur Frans van Deursen getiteld ‘Voor jou en jou alleen’ Shakespeare de sonnetten.

Toen hem werd gevraagd vijf van Shakespeares sonnetten voor te lezen tijdens een sonnettenmarathon, ging hij op zoek naar vertalingen die voor voordracht geschikt zijn, maar vond die niet. Dus ging hij zelf aan de slag als vertaler. Met respect voor vorm en inhoud van het origineel (dus met in achtneming van de regels van het sonnet wat betreft metrum en rijm) maakt hij de sonnetten toegankelijk voor iedereen.

De uitgever van ‘Voor jou en jou alleen’ spreekt in ronkende woorden van een fonkelnieuwe, frisse, brutale, verrassend begrijpelijke en heerlijk leesbare vertaling van deze beroemde liefdespoëzie. Of dit allemaal waar is laat ik graag aan de lezer over al ben ik geneigd een stuk mee te gaan in deze omschrijving. Hier een voorbeeld van sonnet 121.

.

121

.

Een mens kan beter fout zijn dan correct

want zelfs wie goed is krijgt met pek en veren

en moet, bang voor de indruk die hij wekt

ook nog de lol die ondeugd schenkt ontberen.

Hoe durft het overspelige sujet

mij te berispen om mijn stoeise bloed?

En waarom zondaars op mijn zaak gezet?

Wat zij als zonde zien noem ik juist goed!

Nee, ik ben die ik ben, en zij die ‘deugen’

verwarren mijn vergrijp met eigen kwaad.

Ben ik de waarheid en zijn zij de leugen?

Beoordeel mij niet naar hun ranse praat!

Tenzij u dit adagium aanvaardt:

de mensheid is tot op het bot ontaard.

.

Limericks en limericken

Geschiedenis en techniek

.

Van een oude vriend Peter kreeg ik het bijzonder aardige boekje ‘Limericks & limericken’ geschiedenis, techniek en rijmwoordenlijst, uit 1998. Nu is de limerick in mijn beleving een vrij eenvoudige versvorm waar, als je er een beetje moeite voor doet, best een heel aardig gedicht met enige gelaagdheid in kan brengen. Zo schreef ik in 2014 in het plaatsje Limerick in Ierland een limerick waar wel enige diepgang in zat.

En wie (de ouderen onder ons) herinnert zich niet de poplimericks die Frits Spits destijds in de Avondspits op radio 3 ten gehore bracht. Waar in elke poplimerick een band en de titel van een liedje verwerkt zat. In dit boekje schrijft de samensteller Bas Hageman “Het maken van limericks is vooral een ambachtelijke bezigheid waarbij de muze dikwijls komt helpen als ze frivool en kolderiek, maar soms ook filosofisch is gestemd”. Mijn limerick is een beetje van beide. Hageman schrijft ook in zijn voorwoord: “Het is dan ook niet verwonderlijk dat de serieuze limerickmaker voortdurend in de clinch ligt met spelling, syntaxis, rijm, metrum, interpunctie en klemtoon”.

Hoewel de term limerick pas in 1898 voor het eerst in The Oxford English Dictionary werd opgenomen als benaming voor vijfregelige versjes met rijmschema aabba is de limerick al veel ouder. De term limerick is waarschijnlijk ontleend aan een refrein dat soldaten van de Ierse brigade zongen op weg naar de kazerne in Limerick, waarbij ze de mensen langs de weg opwekten met hen mee te lopen. Deze soldaten dienden regelmatig in de legers van de Franse koning Lodewijk XIV, en volgens Langford Reed, prominent limericksdeskundige en schrijver van het standaardwerk over limerickgeschiedenis ‘The Complete Limerick Book’ uit 1925, namen zij naast roem en buit ook musische souvenirs mee naar huis. Zoals eenvoudige versjes en melodietjes waarop zij vaak eigen, doorgaans pittige teksten zongen.

Het oudste voorbeeld is een Frans versje met het bekende rijmschema waarvan de eerste regel ook nog eens eindigt op een persoonsnaam.

 

On s’étonne ici que Caliste

Ait pris l’habit de Moliniste

Puisque cette jeune beauté

Ote à chacun sa liberté

N’est-ce pas une Janseniste?

.

Men verbaast zich (erover) dat Caliste

het kleed van een Molinist heeft aangetrokken

want deze jeugdige schoonheid

ontneemt iedereen zijn vrijheid (vrije wil)

is ze niet een Janseniste?

.

Hoewel de benaming limerick dus pas een paar honderd jaar oud is bestaan limerick rijmvormen al duizenden jaren. Er zijn sporen van limerickachtige dichtsels  gevonden  die vijf eeuwen voor Christus in het oude Griekenland werden opgetekend. Limerickrijm en -metrum zijn in de oorspronkelijke Griekse tekst heel ver te zoeken want de schrijver Aristophanes schreef zijn teksten volgens de Griekse traditie zonder eindrijm.  In dit boek heeft de schrijver er een Nederlandse limerick van proberen te schrijven (op basis van de tekst van het Griekse origineel). Die limerick gaat dan als volgt:

.

Een Sybariet viel uit een wagen.

Zijn pijn was bijna niet te dragen.

Een vriend raadde hem aan

alleen op jacht te gaan

als hij de kunst verstond van ’t jagen.

.

Dan de techniek van het limerick schrijven volgens de Learse traditie. De eerste regel van een limerick moet eindigen op een -liefst aardrijkskundige- naam. Het rijmschema is altijd aabba, de versregels 1,2 en 5 moeten vrouwelijk eindrijm hebben en de versregels 3 en 4 moeten (liefst) mannelijk eindrijm hebben. Vrouwelijk eindrijm is rijm waarbij na de beklemtoonde rijmklank nog één onbeklemtoonde lettergreep volgt: dalen/falen, breekzand/spreektrant. Bij mannelijk rijm volgt op de beklemtoonde rijmende lettergreep geen andere lettergreep meer: brand/zand, brood/schoot.

De lettergreepregel: De versregels 1,2 en 5 moeten uit elk negen lettergrepen bestaan. De versregels 3 en 4 uit elk zes of vijf lettergrepen.

De klemtoonregel: De versregels 1,2 en 5 moeten zijn opgebouwd uit drie drieletterige versvoeten waarvan alleen de middelste lettergreep beklemtoond is (amfibrachen). De versregels 3 en 4 moeten bij vijf lettergrepen zijn opgebouwd uit een tweeletterige versvoet (jambe en een drielettergrepige versvoet (anapest), of als zij uit zes lettergrepen bestaan, zijn opgebouwd uit twee anapesten waarbij de eerste twee (onbeklemtoonde) lettergrepen sneller worden uitgesproken dan de andere.

Tot zover een stukje techniek. Het aardige van limericks zit hem natuurlijk vooral in het plezier van het schrijven en wanneer een limerick niet helemaal voldoet aan deze regels dan is dat natuurlijk helemaal niet erg. Maar een limerick die helemaal voldoet aan deze regels haal je er wel meteen uit. Tot slot nog een voorbeeld over de keeper van Almere.

.

De keeper van Almere

weet doorgaans de ballen te keren.

Maar laat hij ze door

– dat komt wel eens voor –

dan kan hij zich danig generen.

.

Slam- en Spoken word poëzie

Mini cursus Spoken word en Slam poëzie

Op de website van adazing.com kwam ik een goed artikel tegen over de verschillen en overeenkomsten van slam poëzie en Spoken word poëzie. Ook biedt dit artikel een minicursus Spoken word of Slam poëzie, waar je overigens als voordragend dichter ook veel aan kunt hebben. Voor het gemak heb ik het vertaald en kun je het hier lezen.

Mensen hebben verschillende opvattingen over slam-poëzie en Spoken word. Sommigen noemen ze poëzie, anderen een gescripte vorm van poëzie en sommigen een vorm van rap of hiphop. Wat je opvatting ook is, beide bevatten ze elementen van poëzie, ook al gaat het om uitvoering. In werkelijkheid worden slampoëzie en Spoken word door elkaar gebruikt. Dat komt door de overeenkomsten tussen beide. Ook zijn de verschillen tussen de twee klein in vergelijking met hun overeenkomsten.

Slam-poëzie staat bekend als een vorm van gesproken poëzie die wordt uitgevoerd in een slam. Het wordt uitgevoerd als een wedstrijd tussen dichters tijdens een evenement. Gewoonlijk wordt bij een slam  het publiek gevraagd om de prestaties van elke dichter te beoordelen. Het hangt er ook van af hoe het het publiek aanspreekt.

Spoken word verwijst naar een gedicht dat is geschreven en moet worden uitgevoerd (uitgesproken). Het verwijst naar poëzie die is geschreven voor uitvoering op het podium. Het kan worden uitgevoerd waar de dichter maar wil of waar hij een platform heeft om op te treden.

Waar zitten dus de verschillen tussen Slam-poëzie en Spoken word? Slampoëzie wordt uitgevoerd als een vorm van competitie met andere dichters. Spoken word is meestal geen wedstrijd is, het kan gewoon een optreden zijn om een ​​publiek te vermaken. Slam-poëzie komt voor in evenementen die bekend staan ​​​​als een poëzie-slam. Maar Spoken word kan bij elke bijeenkomst of evenement die je maar bedenkt voorkomen, zelfs in een klaslokaal.

Het is echter beide uitvoeringspoëzie. Dat houdt in dat je het gedicht hardop voorleest, lichaamstaal, gebaren en gezichtsuitdrukkingen gebruikt om de boodschap goed over te brengen. Je hebt ook een vergelijkbare voorbereiding nodig om ze te schrijven en uit te voeren. Daarom hebben ze dezelfde elementen, procedures en stappen voor schrijven en uitvoeren.

Welke elementen, procedures en stappen worden hgier bedoeld?

Concrete taal: Gesproken woordpoëzie maakt gebruik van concrete taal. Het bevat woorden en zinnen die je publiek een duidelijk begrip van het onderwerp geven. Het maakt het gedicht ook helder en levendig. Ook gebruikt het een taal die de zintuigen aanspreekt.

Houding:  Je moet het uitvoeren op een manier die de meningen en gevoelens erachter verspreidt. Je moet je gedicht kunnen uitspelen. Het is de houding die je uitstraalt waardoor het echt gesproken woordpoëzie wordt en niet alleen een voordracht.

Herhaling: het gaat om het herhalen van enkele zinnen of woorden om nadruk te leggen. Dergelijke woorden of zinnen blijven gemakkelijk in de hoofden van je publiek hangen. Het draagt ​​​​ook bij aan het spannend maken van het gedicht.

Literaire middelen: Spoken word bevat literaire middelen. Ze helpen om Spoken word meer te maken dan alleen simpele zinnen. Ze laten het publiek dus zien wat je bedoelt en drukken emoties uit. Ze omvatten vergelijkingen, metaforen, personificaties, enz. Hier geldt echter dat er niet teveel van dit soort literaire middelen moeten worden imngezet om het helder en duidelijk te houden.

Ritme: Dit verwijst naar een geluidspatroon dat wordt geleverd met het benadrukken van verschillende lettergrepen. Het geeft een soort flow aan het gedicht. Het gebruikt ook geluid om de betekenis te versterken. Je kunt sommige geluidsmiddelen zoals onomatopee, alliteratie en consonantie gebruiken om ritme te creëren.

Rijm: het gaat om het gebruik van dezelfde klanken aan het einde van een regel. Je kunt er echter voor kiezen om geen rijm te gebruiken. Het is jouw stijl. Maar zoals ook bij literaire middelen; gebruik het met mate.

Hoe schrijf je slam poëzie of Spoken word poëzie?

Kijk hoe anderen optreden: Om gesproken poëzie effectief te schrijven en uit te voeren, moet je anderen zien optreden. Je kunt een Poetry Slam bijwonen of online bekijken. Let op degenen die het meest indruk op je maken en waarom ze dat deden. Let ook op hun woordgebruik, ritme en stroom van de gesproken woorden. Sommige mensen geven er misschien de voorkeur aan deze stap te nemen voordat ze hun gedichten schrijven. Anderen geven er de voorkeur aan dit te doen nadat ze klaar zijn met schrijven om inspiratie op te doen voor het uitvoeren ervan. Dus kijk hoe anderen optreden wanneer het jou uitkomt.

Kies een onderwerp: Voordat je je gesproken woordgedicht schrijft, moet je een onderwerp kiezen. Je moet een onderwerp kiezen waar je gepassioneerd over bent, omdat het gedicht met emoties wordt uitgevoerd. Je kunt er ook een kiezen die een speciale herinnering is. Het is echter het beste als het niet te breed maar specifiek is. Een onderwerp over ‘liefde’ kan bijvoorbeeld worden beperkt tot ‘je eerste liefde ontmoeten, of hoe je van je moeder houdt’. Het kan ook gericht zijn op uw ervaringen, zoals ‘deel uitmaken van een grote familie’. Het kan ook de vorm hebben van een vraag als “Wat is angst?” Het punt is dat wat je ook kiest, je passie moet uitlokken terwijl je optreedt. Schrijf al je ideeën op: als je eenmaal je onderwerp hebt geselecteerd, neem dan de tijd om ideeën op te schrijven. Als je aan het brainstormen bent, schrijf dan op wat er in je opkomt. Schrijf al je gedachten en gevoelens over het onderwerp op. Je kunt ook pauzes nemen en er later op terugkomen. Verder helpt het ook als je een pen en een klein dagboekje in je zak of tas hebt. Op die manier kun je gemakkelijk willekeurige ideeën neerleggen waar je ook bent. Het is normaal dat je afdwaalt als je aan het brainstormen bent. Dat betekent niet dat je het niet goed zult doen.

Schrijf je eerste concept: nadat je klaar bent met het schrijven van je ideeën, moet je je eerste concept opschrijven. Kies de woorden of zinnen die betrekking hebben op je onderwerp. Kies het beste uit de berg ideeën die je in eerste instantie hebt opgeschreven. Neem ook woorden op die passen bij het verhaal dat je wilt doorgeven. Begin met eenvoudige zinnen tot je het kader voor je gedicht hebt. Als je eenmaal hebt begrepen wat het verhaal vertelt, ben je klaar om te gaan.

Gebruik literaire middelen: Nu je een raamwerk hebt om mee te werken, kun je literaire middelen gebruiken. Ze geven een flow aan je gesproken woorden. Voeg ze toe in de juiste delen van je gedicht. Kies ook zaken zoals vergelijkingen, metaforen, enz. Controleer op zinnen die beter klinken met een literair middel. Wis je originele regels echter niet. Geef de vervanging ernaast aan of schrijf een andere kopie met de vervanging. Het kan helpen omdat de originele regel nog steeds nuttig kan zijn.

Maak gebruik van herhalingen en woordspelingen: Het toevoegen van herhalingen en woordspelingen kan je gesproken woorden een boost geven. Wanneer je enkele woorden of regels herhaalt, worden ze benadrukt. Ook blijft het zich herhalen in de geest van je publiek en wordt het daardoor gedenkwaardig. Bovendien creëren woordspelingen een mix van gevoelens bij je publiek. Het verbetert ook de creativiteit van je gedicht.

Verbeter het geluid: je schrijft je gesproken woorden op om het hardop voor te lezen, dus zorg ervoor dat het goed klinkt. Je hebt geen rijmschema nodig, maar je kunt rijm gebruiken om het geluid te verbeteren. Ook kan het ritme van je gesproken woord verbeteren als je poëtische middelen gebruikt. Ze omvatten alliteratie, onomatopee, enzovoort.

Herzie je gedicht: Nadat je klaar bent met het verbeteren van je gedicht, hoef je het alleen maar te herzien. Het zou je moeten helpen om je gedicht af te ronden. Neem eerst een pauze (erg belangrijk!). Het zal je helpen je stuk met frisse ogen te herzien. Als je het herziet, zul je waarschijnlijk zien wat je op een betere manier had kunnen schrijven. Lees het hardop, eerst voor jezelf en daarna voor een vriend. Probeer het meerdere keren te doen. Voer ook eventuele correcties uit die je opmerkt. Bovendien moet je je gesproken woorden op papier hebben. Het moet op de juiste manier kunnen worden doorgegeven aan je publiek. Nadat je je gedicht hebt geschreven, moet je het onthouden. Dat maakt het makkelijker om het uit te voeren. Maar het helpt om veel te oefenen om een ​​geweldige presentatie te geven.

Houding: Oefen de juiste houding voor je presentatie. Je zult rechtop moeten staan, met opgeheven hoofd. Houd er rekening mee dat de juiste houding je zelfvertrouwen uitstraalt. Je publiek zal dus sneller willen zien wat je te bieden hebt. Daarom is het verstandig te oefenen, omdat je misschien nerveus bent, vooral als het je eerste keer is. Je kunt echter elke houding gebruiken die je gesproken woorden verklaren tijdens je optreden.

Oogcontact: Maak van tijd tot tijd oogcontact met je publiek. Het zal hun aandacht trekken en zal ook helpen om dat deel te benadrukken. Maak niet de fout om met een stuk papier het podium op te gaan. Zelfs als je het verbergt, zal je publiek merken dat je naar iets anders kijkt.

Volume en toonhoogte: Je volume en toonhoogte moeten je gesproken woorden duidelijk maken. Ze kunnen ook enkele woorden of regels benadrukken. Je stem moet luid genoeg zijn zodat je publiek je kan horen. Maar het helpt als je niet te snel spreekt.

Pauzeren: Pauzeer wanneer het nodig is. Zeg niet alleen de woorden van begin tot eind zonder pauzes. Een korte pauze telkens wanneer een punt de lijnen scheidt, is essentieel. Je kunt echter naar eigen goeddunken pauzes gebruiken om je punt te maken.

Gezichtsuitdrukking: Je gezichtsuitdrukking moet de sfeer van het gesproken woord weerspiegelen. Als er op verschillende punten verschillende stemmingen zijn, moet je gezichtsuitdrukking gemakkelijk kunnen veranderen om ze weer te geven.

Gebaar: Je kunt verschillende gebaren gebruiken om duidelijker uit te drukken wat je wil overbrengen. Het geeft ook weer wat het gedicht inhoudt. De manier waarop je je lichaam beweegt of je handen gebruikt, zegt veel over het gedicht en benadrukt een punt.

Conclusie. In wezen zit het belangrijkste verschil tussen slampoëzie en Spoken word in de gebeurtenissen waarbinnen ze worden uitgevoerd. Verder bereid je je voor beide optredens op dezelfde manier voor. Daarom hebben ze dezelfde elementen en hetzelfde kader bij het schrijven ervan. Dus je kunt het gedicht dat je hebt geschreven gebruiken als een Spoken wordtekst om mee te dingen naar een poëzie slam. Op deze manier kun je gemakkelijk je gedicht of tekst schrijven, onthouden, oefenen en ten slotte uitvoeren als Spoken word of slam-poëzie.

.

De liefde wandelt vreemde wegen

Hans Dorrestijn

.

Bij sommige dichters hoor ik in mijn hoofd hun stem wanneer ik een gedicht lees dat uit hun pen kwam. Een van de meest bekende, en herkenbare waarschijnlijk, is Hans Dorrestijn (1940). In 1997 kwam de bundel ‘De liefde wandelt vreemde wegen’ uit, nieuwe liedjes en gedichten voor volwassenen. De liedjes en gedichten komen uit twee andere bundels ‘Positief genieten met Hans Dorrestijn’ uit 1994 en ‘Mag ik uw handtekening?, of: Hoe word ik een beroemd cabaretier’ uit 1996. Wanneer ik het gedicht ‘Rijm’ hieronder lees hoor ik in mijn hoofd de onmiskenbare en licht misantropische stem van Hans die het aan mij voorleest.

.

Rijm

.

Niet voor niets rijmt ster op ver

Want de sterren staan hier ver vandaan

Niet voor niets rijmt baan op maan

Daar zij van oudsher dezelfde weg moet gaan

.

Niet voor niets rijmt zacht op nacht

En niet voor niets rijmt meid op vrijt

En meteen daarna op eenzaamheid

Want je hebt ‘r en je bent ‘r kwijt *

.

Niet voor niets rijmt God op lot

Dat is logiosch want

God houdt alles in zijn hand

Van ’t begin tot aan het slot

.

Niet voor niets rijmt zicht op licht

En niet voor niets rijmt clown op down

en daarom rijmt ook zonneschijn

Op vrolijk zijn en Dorrestijn.

.

* Regel van Jean Pierre Rawie

.

Wat maakt een gedicht?

Gemeenschappelijke kenmerken van poëzie

.

Ik mag graag rondzwerven op het wereldwijde Internet op zoek naar hoe men denkt en schrijft over poëzie. Ik schreef er al over in 2019nogmaals 20192017, 2015, en 2013. En als je goed zoekt waarschijnlijk nog wel vaker. Lezen over poëzie kan je helpen bij het zelf, beter, schrijven van poëzie. Maar wat het allerbeste werkt is heel veel poëzie lezen, het vakmanschap door je eigen ogen binnen halen en daar je eigen draai aan geven.

Op Literacyideas.com kwam ik het volgende artikel tegen. Voor het gemak heb ik de belangrijkste gemeenschappelijke kenmerken van poëzie voor je uit het artikel geplukt en vertaald. Natuurlijk is dit geen uitputtende lijst van gemeenschappelijke kenmerken. Als je meer over poëzie leest mis je er al snel verschillende (verdichten van tekst, aanspreken door de dichter, enjambement – het afbreken van zinnen en woorden-, gebruik van witregels etc.) maar zo’n eerste korte lijst kan je al wat houvast geven. Dit is wat Literacyideas zegt over de gemeenschappelijke kenmerken van een gedicht:

● Het ziet eruit als een gedicht – als het eruitziet als een gedicht en leest als een gedicht, dan is de kans groot dat het inderdaad een gedicht is. Poëzie bestaat uit regels, waarvan sommige volledige zinnen zijn, maar veel niet. Bovendien lopen deze regels meestal niet consequent uit tot in de marge, zoals in bijvoorbeeld een roman. Dit alles geeft poëzie een onderscheidende en herkenbare uitstraling op de pagina.

● Het heeft vaak een onderliggende vorm die dingen bij elkaar houdt – hoewel dit niet altijd waar is (bijvoorbeeld in sommige vrije verzen), voldoet veel poëzie aan een voorgeschreven structuur, zoals in een sonnet, een rondeel, een haiku enz. Tegenwoordig gaat dit steeds minder op want het ‘vrije vers’ is bovenliggend.

● Het maakt gebruik van beelden – als een dichter serieus is, zullen deze proberen om beelden in de geest van de lezer te creëren met behulp van veel zintuiglijke details en figuurlijk taalgebruik.

● Het heeft een zekere muzikaliteit – we zouden kunnen denken dat de natuurlijke incarnatie van poëzie het geschreven woord is en zijn habitat, de pagina, maar het gedrukte woord is niet waar de oorsprong van poëzie ligt. De vroegste gedichten werden mondeling gecomponeerd en in het geheugen vastgelegd. We kunnen nog steeds zien hoe belangrijk de klank van taal is als we gedichten hardop voorlezen. We zien het ook terug in de aandacht voor muzikale middelen die in het gedicht zijn verwerkt. Poëtische hulpmiddelen zoals alliteratie, assonantie en rijm bijvoorbeeld. 

Doe er je voordeel mee zou ik zeggen maar vergeet niet dat de beste dichters vaak ook de beste lezers (van poëzie) zijn. Daarom hier een gedicht over poëzie, met als titel ‘Poëzie’ van één van de beste dichters uit het Nederlands taalgebied, mijn favoriet, de Vlaamse dichter Herman de Coninck (1944-1997) uit ‘De gedichten’ uit 1998.

.

Poëzie

.

Zoals je zegt ‘Val maar, sneeuw’

als het al een half uur sneeuwt,

.

zo heb ik er 45 jaar over gedaan

om er 45 jaar over te doen,

.

zo zeg ik ‘slaap maar’

tegen een dochter die al lang slaapt

.

en heb het daar twee uur later

nog altijd een beetje warm van,

als een thermos.

.

Nieuwe poging

AI

.

Na een gesprek met Marie-Anne van Poetry Affairs over mijn eerste ervaringen met de Chatbot GPT wilde ik kijken of ik toch nog meer kon halen uit deze AI ‘machine’ dan me een eerste keer gelukt was. Marie-Anne is veel beter op de hoogte van artificial intelligence en de oneindige mogelijkheden hiervan en we kwamen tot de conclusie dat mijn zoekopdrachten wellicht te ‘eenvoudig’ waren. Wat gebeurt er wanneer je een zoekvraag verrijkt met inhoud en vorm en niet alleen stijl of een dichtersnaam?

Ik probeerde eerste de zoekvraag: Write a sonnet in Dutch about poetry. Een zoekvraag die ik later herhaalde in het Nederlands: schrijf een sonnet over poëzie. Bijzonder genoeg kreeg ik twee keer een ‘gedicht’ van de Chatbot in het Nederlands in de vorm (aantal regels en verdeling van die regels) van een sonnet. De twee gedichten waren overigens verschillend. Maar waar ik in een eerdere poging vroeg om een gedicht in de stijl van Jules Deelder of Charles Bukowski en toen rijmende gedichten kreeg die juist niet bij deze twee dichters passen, kreeg ik nu twee keer een gedicht in vrij vers zonder rijm. Terwijl een sonnet juist gekenmerkt wordt door een rijmschema. Zelfs toen ik de woorden ‘in Rhyme’ toevoegde bleef de Chatbot hardnekkig rijm vermijden. Heel verwarrend allemaal.

Toen dacht ik dat deze Chatbot waarschijnlijk beter is in het Engels dan in het Nederlands (er is zoveel meer Engelse data te gebruiken, het Nederlands is nu eenmaal een klein taalgebied) en dus vroeg ik de chatbot: write a sonnet about poetry.

Toen pas schreef de Chatbot iets dat op een sonnet leek, het rijmde als was het rijmschema niet helemaal die van een sonnet want de twee laatste strofes bestaan niet uit beide drie regels met rijmschema cdc dcd maar ik oordeelde te vroeg want het zogenaamde Shakespeare sonnet heeft wel degelijk de vorm van het sonnet dat de Chatbot wist te maken namelijk in een schema abab – cdcd – efef – gg.

Mijn volgende voorzichtige conclusie is dat de Chatbot vooral goed is in de Engelse taal (in ieder geval beter dan in het Nederlands) en dat de machine soms keuzes maakt die je misschien niet 1,2,3 verwacht. Een tweede conclusie die ik ga herhalen ook naar aanleiding van mijn eerste stuk over Chat GPT is dat de poëzie, het poëtisch gehalte van wat de Chatbot maakt wel erg ver te zoeken is. Het blijft toch erg bij beschrijvende zinnen over in plaats van werkelijk poëtische zin, het spel met de taal, de verrassingen en wendingen die een, door een mens, een dichter, geschreven gedicht wel heeft of zou moeten hebben.

Hieronder de twee resultaten van de vragen: Schrijf een sonnet over poëzie, en Write a sonnet about poetry.

.

De poëzie is als een rivier die stroomt

Met woorden als bladeren danst het op papier

Ze neemt ons mee op een reis, zonder doel

En geeft ons kracht in tijden van vreugde en vuur

.

De poëzie is een spiegel van onze ziel

Ze laat ons onze gedachten zien en gevoelens

Ze maakt ons huilen, of lachen, ze maakt ons heel

Ze laat ons dromen of ontwaken tot nieuwe devoties

.

De poëzie is een kunst die nooit oud wordt

Ze is eeuwig, net als liefde en waarheid

Ze is de taal van het hart, ze is puur goud

 

Laten we dus de poëzie eren

En houd haar dichtbij, voor altijd in ons hart en in onze geest.

.

.

Poetry, the art that flows like a stream

With words like leaves, it dances on the page

It takes us on a journey, without a theme

And gives us strength in times of joy and rage

.

Poetry is a mirror of our soul

It shows us our thoughts and our emotions

It makes us cry, or laugh, it makes us whole

It lets us dream, or wake to new devotions

.

Poetry is an art that never grows old

It’s eternal, like love and like the truth

It’s the language of the heart, it’s pure gold

.

So let us honor poetry, let it bloom

And keep it close, forever in our hearts, in our room.

.