Site-archief
Oorlogscyclus
Elly de Waard
.
Dichter, vertaler, recensent en popcriticus Elly de Waard (1940) debuteerde in 1978 met de bundel ‘Afstand’. Daarvoor, in de jaren ’60 van de vorige eeuw, woonde ze samen met de dichter Chr. van Geel (1917-1974). Na zijn dood begon ze zelf met het schrijven van gedichten. Haar belangrijkste voorbeelden waren Emily Dickinson, Sylvia Plath, Vasalis en Ida Gerhardt.
In 1984 richtte ze de dichtersgroep De Nieuwe Wilden, vernoemd naar ‘Neue Wilde’ een 20e-eeuwse, naoorlogse kunststroming ontstaan in Duitsland omtrent 1980. Het voornaamste doel van deze groep was dat vrouwen zichzelf als dichters gingen erkennen. Na haar debuut publiceerde De Waard nog zo’n 20 dichtbundels waaronder in 2016 de bundel ‘In die tijd’. In die bundel las ik het gedicht ‘Oorlogscyclus’. Een bijzonder gedicht waarover ik me afvraag wat het was dat het moment markeerde tussen de oorlog en het einde van ‘de tijd dat de dichter het goed had’.
.
Oorlogscyclus
.
Mijn droom dat de zee het duin overspoelde
Aan het eind van het Doornvlak
groeide een palm. Zo snel dat, hoewel
zijn stam maar een meter mat
zijn kroon de dertien al ruim overspande
.
Ik ging kijken, één keer
Ik ging weer, hij groeide
Ik nam iemand mee, of die het ook zag
maar kon in de verte
geen palm meer ontdekken
.
Ik had die dag al zoveel gelopen, ik raakte alleen
op een duintop gestrand. de Noordzee kolkte
er om mij heen en brak
met zijn golven
mijn toevluchtsoord af –
.
Ontwortelde bomen boden
een houvast tot ik in het donker
tussen de steunberen van een fly-over
beschutting vond –
.
Ooit werd ik in een oorlog geboren
Aan het eind kleurt de wereld opnieuw in bloed
.
In de tijd daartussen had ik het goed
.
Ademloos
Bea Vianen
.
Schreef ik op 19 september jongstleden nog over de bundel ‘Vrouwen dichten anders’, vandaag is het de beurt aan de bundel ‘Dit maakt ons ademloos bij haar geluid’, de mooiste gedichten door vrouwen geschreven. Samengesteld en ingeleid door Maaike Meijer en Annettje Dia Huizinga uit 1986. Je zou verwachten dat deze twee bundels een grote mate van overlap vertonen in de gekozen gedichten en dichters maar dat is zeker niet het geval. Natuurlijk zijn de grote en historische namen in beide bundels vertegenwoordigd ( onder andere Ida Gerhardt, Eva Gerlach, Hadewych, Hanny Michaelis en Neeltje Maria Min) maar er zijn ook echt grote verschillen tussen de twee bundels.
In ‘Dit maakt ons ademloos bij haar geluid’ een dichtregel uit een gedicht van Ida Gerhardt over de dichter Sappho, zijn bekende maar vooral ook minder bekende dichters aan het woord gelaten. Over moeders en dochters, seks, seksuele politiek, politiek engagement, humor, vriendinnen en grootouders. Met name het politieke element maakt voor mij het verschil met ‘Vrouwen dichten anders’.
Zevenenveertig dichters komen aan het woord in bijna 250 pagina’s. Ik koos tussen al deze geweldige dichters voor de dichter Bea Vianen (1935-2019). Deze Surinaamse schrijfster van romans, verhalen en poëzie wordt gerekend tot de belangrijkste Nederlands-Caraïbische auteurs van de jaren ’70 van de 20ste eeuw. In haar werk staan twee thema’s centraal, de etnische verdeeldheid van haar land (Suriname) en het verlangen naar vrijheid.
In ‘Dit maakt ons ademloos bij haar geluid’ staat in het hoofdstuk ‘Politiek engagement’ het gedicht ‘Palmentuin’ uit haar bundel ‘Liggend stilstaan bij blijvende momenten’ uit 1974.
.
Palmentuin
.
Gedreven door een kracht, sterker dan
de haast, steek ik – hoe voelt na
dertig jaar het mos, de rug, de zitting
van de bank, de stam waarin gekerfd, naam
en datum staan, – de straat over
.
Een snelle blik naar binnen en ik weet:
juist aan zo’n tuin valt te merken
hoe het ons volk vergaat wanneer
z’n laatste gouverneur een Hollander is geweest.
.
Verloederde sfeer. Waar eens op zondagmiddag
keurig aangeklede kinderen onder
ouderlijk toezicht, dennappeltjes vergaarden,
liggen nu schillen, rumflessen. Preservatieven.
.
Gedichten voor mannen
Kwukel
.
De gedichten in deze bloemlezing illustreren de stadia van een mannenleven. dat lees ik achterop de bundel ‘Gedichten voor mannen’ uit 2014. Meteen denk ik dat de titel verkeerd gekozen is, het zou moeten zijn ‘Gedichten over mannen’ maar dat is het dus niet. Dat is ook meteen mijn enige bezwaar tegen deze bloemlezing over de eerste verliefdheid, de eerste keer, voetbal en hechte vriendschappen, relaties en ontrouw, vaderschap, ouder worden en de dood.
Samenstellers Chrétien Breukers en Dieuwertje Mertens hebben voor uitgeverij Marmer een aardig overzicht opgesteld van gedichten over allerlei zaken rondom het man zijn. Overigens is er ook een uitgave van diezelfde uitgeverij met de (misleidende) titel ‘Gedichten voor vrouwen’ En denk nu niet dat in de bundel ‘Gedichten voor mannen’ louter mannelijke dichters zijn vertegenwoordigd, er staan ook volop gedichten van vrouwelijke dichters in.
Ik koos in dit geval wel voor een gedicht van een mannelijke dichter en wel voor het gedicht ‘Kwukel’ van Jaap Robben (1984) uit zijn bundel ‘Als iemand ooit mijn botjes vindt’ uit 2012.
.
Kwukel
.
Ik ben niet bijzonder,
daar ben ik aan gewend.
.
Ik kan geen truc
die niemand kent.
.
In de stilte van mijn hoofd
bewaar ik geen geheim
dat mij de moeite maakt.
.
Voor mij bestaat zelfs geen recept
omdat mijn vlees naar lucht en water smaakt.
.
Misschien moet ik maar hopen
dat een mensenhand na duizend jaar
een paar botjes van me vindt en zegt:
‘Ik weet niet wat het is geweest,
maar dit was zo te zien
een heel bijzonder beest.’
.
Een kap van afschuw
Vera Brittain
.
In de Volkskrant van 20 februari stond een mooi artikel over dichteressen aan de frontlinie. Dit artikel gaat over een boek ‘A Cap of Horror / Een Kap van Afschuw’ van medisch historicus Leo van Bergen, dat als onderwerp heeft de gedichten van verpleegkundigen die werkzaam waren achter het front van de Eerste Wereldoorlog en daar geconfronteerd werden met de gruwelen van de oorlog, en later tijdens de oorlog met de gevolgen van de Spaanse Griep. De Spaanse griep was een pandemie die in omvang vele malen erger was dan de huidige pandemie (100 miljoen doden). Deze vrouwelijke verpleegkundigen schreven gedichten over wat ze meemaakten. Bekend zijn dichters als Wilfred Owen, Guillaume Apollinaire en Siegfried Sassoon maar deze vrouwelijke dichters zijn veel minder bekend.
Leo van Bergen selecteerde voor ‘A Cap of Horror / Een Kap van Afschuw’ zeventien Engelstalige vrouwen werkzaam in de zorg, die poëzie over hun ervaringen in de hospitalen van de Eerste Wereldoorlog hebben geschreven. Van hen vertaalde hij veertig gedichten en een sonnettencyclus. Honderd jaar na dato lezen zij nog steeds alsof ze gisteren geschreven zijn. Stille, schreeuwende getuigen van een tijd die kansen bood, grenzen stelde en afschuw wekte.
Het boek bestaat uit twee delen, de vertalingen en de originelen, en is voorzien van een twintigtal illustraties. Het bevat 40 gedichten en een sonnettencyclus geschreven door 17 verschillende verpleegsters en verzorgsters en handelend over hun ervaringen in de hospitalen van de Eerste Wereldoorlog. Zij zijn in tien onderwerpen ingedeeld: verpleging, hospitaal, ondersteuning, geweld, gender, verlangen, verlies, nostalgie, ontsnapping, terugkeer.
Een van deze verpleegkundigen is Vera Brittain (1893-1970). Deze Britse schrijfster, feministe en pacifiste was vooral bekend als de auteur van het biografisch boek ‘Testament of Youth’ uit 1933. Dit boek werd eind jaren ’70 verwerkt tot een televisieserie waarna in 2009 opnieuw een televisieserie zou volgen bij de BBC. Uiteindelijk kwam er zelfs een bioscoopfilm naar dit boek uit in 2014. Het boek gaat over haar ervaringen tijdens de Eerste Wereldoorlog en het begin van haar weg naar het pacifisme. In 2008 werd ‘Because You Died’, een nieuwe selectie van Brittain’s poëzie en proza uit WOI gepubliceerd, en ik vermoed dat het onderstaande gedicht uit dit boek is genmomen.
..
Toevluchtsoord hospitaal
.
Als je alles hebt verloren toen de wereld werd vermoord,
Hebt geleden en gebeden, al zag je de zinloosheid,
Als liefde dood is en iedere hoop de grond ingeboord,
Juist dan hebben zij jou nodig; wees tot terugkeer bereid.
.
Als door trieste dagen alle ambitie verloren is gegaan,
En dromen zijn uiteengespat, beslissingen groot of klein,
Als de trots is verdwenen die de kracht gaf alles te doorstaan,
Wend je dan tot hen, die van jouw zorg afhankelijk zijn.
.
Ook zij daalden af tot in de krochten van menselijk lijden,
Zagen dat alles van waarde werd weggevaagd,
De grauwe plek van pijn waar zij nu uitzichtloos strijden,
Geeft hun de vrede waar jij in je gebeden om vraagt.
.
Hospital Sanctuary
.
When you have lost your all in a world’s upheaval,
Suffered and prayed, and found your prayers were vain,
When love is dead, and hope has no renewal –
These need you still; come back to them again.
.
When the sad days bring you the loss of all ambition,
And pride is gone that gave you strength to bear,
When dreams are shattered, and broken is all decision –
Turn you to these, dependent on your care.
.
They too have fathomed the depths of human anguish,
Seen all that counted flung like chaff away;
The dim abodes of pain wherein they languish
Offer that peace for which at last you pray.
.
De liefste
Louise Labé
.
In de bundel ‘de liefste’ onsterfelijke liefdesverzen uit 1990, samengesteld en vertaald door Paul Claes, staat een prachtig liefdesgedicht van Loise Labé. Deze Louise Labé (1526 – 1566) was een Frans renaissancedichter, schrijfster van amoureuze sonnetten en salonnière (deelnemer aan literaire salons, bijeenkomsten (meestal bij iemand thuis) waar verschillende schrijvers, dichters, filosofen en kunstenaars elkaar regelmatig ontmoeten om literatuur, poëzie, filosofie en soms andere (beeldende) kunsten en politiek te bespreken).
Louise Labé was samen met dichter Maurice Scève het middelpunt van een groep dichters, de Ecole de Lyon. Rond Labé verzamelden zich andere vrouwelijke dichters als Pernette du Guillet. In de bundel ‘De liefste’ staat het volgende sonnet van haar dat ik hier met jullie wil delen.
.
Kus mij, kus mij opnieuw en blijf me kussen:
Geef mij van je waanzinnigste er een,
Geef mij van je aanminnigste er een,
Ik geef er vier weer die niet zijn te blussen.
Wat klaag je? Kom, laat mij je lijden sussen,
Ik geef er jou tien andere meteen.
Wij mengen onze kussen kussen zacht dooreen
En vinden in elkaars genot intussen.
Zo vangt voor elk een dubbel leven aan.
Elk zal in zich en in zijn vriend bestaan.
Laat, Liefde, mij van deze dwaasheid dromen:
Steeds voel ik wrevel om dit kalm bestaan,
En ik ben nooit geheel en al voldaan
Indien ik uit mezelf niet los kan komen.
.
Dichter van de maand december
M. Vasalis
.
Toen ik het lijstje van de dichters van de maand bekeek van het afgelopen jaar, viel me iets op; louter mannen als dichter van de maand. Dat kan natuurlijk niet dus vanaf nu meer vrouwelijke dichters (tenslotte zijn er zoveel prachtige vrouwelijke dichters). Om te beginnen met één van mijn favoriete dichters M. Vasalis.
Ik heb de afgelopen jaren al verschillende malen over haar geschreven en gedichten van haar gedeeld maar nu is ze dus de hele maand december op elke zondag Dichter van de maand. Als eerste gedicht heb ik gekozen voor een minder bekend gedicht van haar uit de bundel ‘Vergezichten en gezichten’ uit 1954, getiteld ‘Vuur’.
.
Vuur
.
Die jong zijn zullen nauwelijks herkennen
het vuur, dat door de schaamte feller aangeblazen,
de oude vrouw, verdwaasd door liefde
het water zoeken doet.
Oude Ophelia, distels in de dorre handen,
de sintelstem die nog te zingen waant.
Maar ’t water is hetzelfde en het oud geboomt
heeft groene blaadjes en het ijle lied
stottert dezelfde woorden. Mooi is het niet.
Maar ’t vuur, dat deze oude fakkel heeft gewijd,
stoort zich aan schoonheid, waardigheid, noch tijd.
.













