Site-archief
Jouw mooiste woorden
Poëziewedstrijd Stad Oostende
.
Ook dit jaar organiseert de Stad Oostende in Vlaanderen weer een poëziewedstrijd, de veertiende editie alweer. Deelnemen kan tot 30 september en het prijzengeld liegt er niet om, maar liefst € 3.000,- voor de winnaar, € 1.500,- voor de tweede prijs en € 750,- voor de derde prijs ligt klaar. Drie dagen geleden schreef ik een bericht over Sandra Roobaert en zij won deze prijs in 2022. Andere prijswinnaars van de afgelopen jaren zijn o.a. Jan-Paul Rosenberg (2019-2020), Nanny Luijsterburg (2023-2024), Wout Waanders (2011-2012), Radna Fabias (2015-2016) en Bianca Boer (2017-2018).
Een zevenkoppige jury, bestaande uit Ivo van Strijtem, Tülin Erkan, Geert Van Istendael, Koen Stassijns, Hannah Chris Lomans, Lies Van Gasse en Koen Vergeer, buigt zich over alle inzendingen en lauwert de winnaars tijdens een feestelijke proclamatie in CC De Grote Post. Alle informatie over deelname vind je op deze website.
Van Jan-Paul Rosenberg is het winnende gedicht ‘De winterzwemmer’.
.
De winterzwemmer
L’oeil véritable de la terre, c’est l’eau (Gaston Bachelard)
1
Dit is het pad dat mij verbindt, het licht
valt op de oever dicht en koele schemering
bezweert de wind die afmeert in mijn hand, de zon
laat al mijn schubben glanzen en ontkooit
het ijskoudbloedig dier dat uit het zwart
van zijn versteende bodem naar me tast
en door mij heen zwemt met de laatste
schaduwschemeringen van de nacht.
2
Het licht verbergt zich in de spiegel van de lucht
sleurt mij de diepte in, mijn hart pompt schuim. Ik zwem
(het hoofd omlaag) tussen de benen van de morgenstond
de vrijheid in, mijn voeten laat ik op de oever staan
en keer terug naar waar ik met mijn vissenstaart
mijn oorsprong vond, daar plant ik mij
met ingesponnen zeemeerminnen voort.
3
Steeds duik ik onder om te weten hoe de zon
zich door de duisternis verplaatst, in de onzichtbaarheid
beneden mij, voorbij de onderstroom word ik weer wat
ik was: ontworteld visioen. Wie weet wat al dit water
zonder mij heeft meegemaakt, vannacht, in wederzij
van al mijn oogopslagen drijven baarzen, snoeken
zoeken in mijn elementen onderdak.
4
Koud water is een hond die scherper bijt dan wind.
Al wat ik wist voer ik in weefsels mee, mijn ijsbeslagen
ledematen en mijn hoofd vol sneeuw. Het meer een schilderij
van licht, de jonge dag het vuur waaraan een zwaan zich laaft
en als een onontdekte stilte aan mij knaagt. Voor wie mij zoekt, kom naar de rand
en zie: ik ben van glas, mijn hoofd een vlam en schaduw van het kristallijne vlak
waarop het oerlicht schaatst en mij omhoog trekt, de versteende wolken langs.
5
Halverwege de verdwenen oevers zie ik hem, mijn tegenpool
en vraag hem wie hij is. Weet je dat niet vraagt hij, ik ben als jij
het beest dat door je dromen zwemt, waar kom je dan vandaan
vraag ik, hij wijst de richting aan waarheen ik ga, ik vraag
waar ga je heen, hij zegt stroomafwaarts en waarheen
ga jij? Ik kijk hem aan maar zie mezelf alsof ik sterf
en draai me om, drijf weg uit deze droom, ontkom
stroomopwaarts, naar de bron
.
Nog lang niet halverwege
Wout Waanders
.
Dichter, schrijver en performer Wout Waanders (1989) is heel actief. Niet alleen met zijn Literaire Boyband (die hij samen met Laurens van de Linde, Jelko Arts, Martin Rombouts en Koen Frijns vormt) maar ook door de publicatie van zijn nieuwe dichtbundel ‘We zijn nog lang niet halverwege’.
Voor het collegejaar 2008/2009 werd hij benoemd tot campusdichter toen hij studeerde aan de Radbout universiteit in Nijmegen. Hij was hoofdredacteur van literaire tijdschrift Op Ruwe Planken en won in 2012 de prestigieuze Poëzieprijs van de Stad Oostende. In 2015 publiceerde hij bij productiehuis Wintertuin het chapbook ‘Olifantopia’.
In 2020 debuteerde Wout als dichter met zijn bundel ‘Parkplan’, waar hij in 2021 de C. Buddingh’ prijs voor ontving, en in 2022 verschenen gedichten van hem in MUGzine #13. In 2023 werd hij als dichter en alumnus / artist in residence door de Radbout universiteit gevraagd om uit 100 proefschriften die in de afgelopen 100 jaar zijn verschenen (uit elk jaar dat de universiteit bestaat 1 proefschrift), poëtische zinnen of ideeën te halen en daar 10 nieuwe gedichten van te maken.
En nu is er dus een nieuwe dichtbundel van zijn hand verschenen. De bundel ‘We zijn nog lang niet halverwege’ is volgens de uitgever: “Een bundel in het schemergebied tussen poëzie en fantasy, waar verdriet de vleugels heeft van een fabeldier en de zon een pinguïn is. Voor iedereen die ervan houdt soms te ontsnappen naar een wereld waar dieren kunnen praten, en waar je je zorgen als luchtballonnen op kan laten. Een bundel over reizen, maar vooral over reiken, naar anderen, want je verhouden tot een ander is een uitstapje op zichzelf.”
Ik ben benieuwd. Als voorproefje alvast het gedicht ‘Op reis’ dat ik al bladerend koos, gewoon omdat ik net op reis ben geweest.
.
Op reis
.
Vrienden van me hebben nieuwe fietsen gekocht.
Ze willen ermee naar India. En mijn buurman
vertrekt binnenkort naar de Noordpool, hij zegt
blijf niet te lang hangen, niet op dezelfde plek.
.
Maar later raak ik met een meisje in gesprek
voor het stoplicht aan de Jacobslaan, amper twee straten
bij mij vandaan. Pas bij groen vraag ik het aan haar,
.
waar ik dan heen moet gaan, welk
eiland verafgelegen. Ze lacht eerst even, en gaat dan
op de trappers staan, terwijl ze zegt: ontmoeten
is een machtige vorm van bewegen.
.
Stuurloos in Seattle
Wout Waanders
.
Jaren voordat Wout Waanders debuteerde met zijn alom geprezen dichtbundel ‘Parkplan’ (2020) werden al gedichten van zijn hand opgenomen bloemlezingen en literaire en poëziemagazines en -tijdschriften. MEST magazine, De Titaan, Extaze, Kluger Hans, allerlei magazines zagen dat hier een talent zich aandiende. Ook wij van MUGzine hadden dat door en in 2022 verschenen een drietal gedichten van hem in MUGzine editie 13.
Tegenwoordig houdt Waanders zich bezig met poëzie in proefschriften. Een van de eerste keren dat Wout Waanders van zich liet horen was in de bundel ‘Liegen op een hoger plan’ De beste gedichten uit de Turing gedichtenwedstrijd 2014 (na een publicatie in 2012 en 2013). In deze bundel staat het gedicht ‘Stuurloos in Seattle’. Toen ik de titel las moest ik meteen denken aan de film ‘Sleepless in Seattle’met Meg Ryan en Tom Hanks. Ik denk dat Wout hiernaar knipoogt in het gedicht al is de strekking wezenlijk anders dan de inhoud van de film.
.
stuurloos in seattle
.
de rook trekt naar andere plaatsen
dan waar we rijden.
.
we gaan langzaam langs de pluimen.
jay luistert enkel nog naar de autoradio,
.
niet naar mijn repeterende vragen, waarheen,
wat we hier willen bereiken.
.
waarom we de stad in moeten nemen
wat mijn rol is in dit verhaal
.
maar al mijn zinnen beslaan tegen het raam
en op grunge trekt jay de leasewagen
.
langzaam door de buitenwijken heen.
geknepen ogen, een landheer
.
met een mokkend paard. manen
die niets meer van donkere oorlogen moeten hebben.
.
ik wil weten waar we zitten op de lijn
tussen verdwalen en precies de weg kennen
.
maar ik vraag niks meer. de rook trekt zoals de antwoorden
langzaam om ons heen.
.
Doe maar
Dicht maar
.
Het Poëziepaleis organiseert dit jaar weer een gedichtenwedstrijd voor 12 tot 18 jarigen. Tot 5 februari kunnen maximaal 3 gedichten worden ingezonden. Zie de website van het Poëziepaleis. Van de duizenden inzendingen die ze verwachten, worden de beste gedichten gekozen die een plekje in de dichtbundel ‘Doe Maar Dicht Maar 2024’ krijgen. De tien allerbeste dichters, vijf winnaars uit de leeftijdscategorie 12 t/m 14 jaar en vijf winnaars uit de leeftijdscategorie 15 t/m 18 jaar, krijgen een uniek cadeau met hun gedicht erop.
De jury bestaat uit dit jaar uit goede bekenden: Ingmar Heytze, Daniël Dee, Sannemaj Betten, Wout Waanders en Yentl van Stokkum. In 2023 won in de categorie 12-14 jaar Amber Vanlerberghe met het gedicht ‘Zwembad’. Van haar gedicht werd een animatie gemaakt die je hieronder kunt bekijken.
.
Zwembad
.
Overdag
Zitten er 1000 mensen in mij
Die spetteren, spugen en spatten
Vanaf veraf ben ik helderblauw, maar vanaf dichtbij
Zie je de pleisters en vreemde vloeistoffen
.
Meeuwen dobberen op mijn oppervlak
Ze laten frietjes in me vallen
Mijn water wordt vies gemaakt
Door de make-up van de vrouw met het roze badpak
En iedereen vindt het normaal
.
Iedereen vindt mij normaal
.
Maar om middernacht
Als ik leeg ben, als het te donker is om iets te zien
Dan weerspiegelen de sterren en de maan in mijn water
Dan zou ik uit een verhaal kunnen komen, een sprookje zelfs misschien
Ik zou de poel van de Vrouwe van het Meer kunnen zijn
Een vijver wiens water mensen verlost van alle pijn
Er zouden magische kringen van paddenstoelen en elfen om mij heen kunnen staan
Dan is alles mogelijk
Tot het 10 uur ‘s ochtends is en de poorten weer open gaan
.
Daar begint de poëzie
Charlotte Van den Broeck
.
Pas geleden kocht ik in een tweedehandsboekenwinkel een drietal bundels uitgegeven naar aanleiding van de Turing gedichtenwedstrijd. Het betreft hier de edities 2013, 2014 en 2016. In deze bundels zijn de beste 100 gedichten opgenomen van elke editie. In 2013 deden er meer dan drieduizend dichters mee met in totaal bijna tienduizend gedichten. Wanneer je dan tot de beste 100 gedichten geraakt, dan kun je ervan uitgaan dat er kwaliteit wordt geleverd.
En dat klopt. Lezend in de 2013 bundel viel me op dat er dichters meededen die jaren later bekende, gepubliceerde en ‘gearriveerde’ dichters zijn. Een kleine greep uit de deelnemers uit 2013 leverde de volgende namen op: Wout Waanders, Lize Spit, Ingmar Heytze, Luuk Gruwez en Charlotte Van den Broeck. Voorwaar niet de eerste de beste. Ook in de andere edities staan zeer bekende namen maar daar zal ik later aandacht aan besteden.
In 2013 deed zoals geschreven Charlotte Van den Broeck (1991) mee. Van den Broeck behaalde een Master Engelse en Duitse Letterkunde aan de Universiteit Gent en een Master Drama (Woordkunst) aan het Koninklijk Conservatorium, Antwerpen voor ze in 2015 debuteerde met de dichtbundel ‘Kameleon’ (dus twee jaar nadat ze meedeed aan de Turing gedichtenwedstrijd). Deze bundel werd bekroond met de Herman De Coninck Debuutprijs. In 2017 verscheen ‘Nachtroer’, waarvoor ze de driejaarlijkse Paul Snoekprijs voor de beste Nederlandstalige bundel kreeg. Haar poëzie werd vertaald naar het Duits, Frans, Engels, Spaans, Afrikaans en Servisch.
In 2020 schrijft ze het Poëzieweek essay ‘Cosmos, Texaco’ en in 2021 komt haar derde dichtbundel uit getiteld ‘Aarduitwrijvingen’. In ‘Daar begint de poëzie’ de 100 beste gedichten uit de Turing Gedichtenwedstrijd is haar gedicht ‘Jubileum’ opgenomen.
.
Jubileum
.
Wij twee herhalen niet meer,
Ik geloof niet in een convergerend heelal.
Kilometers onder de korst wist men het allang:
er bestaat een punt waarop de aarde roodverbrand zijn rondheid bewijst.
Zo zullen ook wij op een dag samenvallen op eenzelfde as:
amper man, bijna vrouw met een uniseks regenjas.
.
Wij twee kennen geen evenbeeld
uit aarde en klei zouden ze jou niet zijn.
Geen jaren in geen baard, niet het grijs op je boterhammen.
Die foto op de koelkast met je blik
die mijn rok aan mijn enkels denkt.
Ik heb een huid die enkel nog jouw vingers kent.
.
Die keer toen we de haas aanreden, in zijn ingewanden
de oorzaak van verdriet probeerden lezen.
We vreesden dat het nooit zou drogen.
Als je iets niet uitspreekt, is het niet noodzakelijk gebeurd.
‘Ons’ is een bezittelijk voornaamwoord, dat we evengoed kunnen zwijgen.
Een huis gebouwd uit taal met oneindig veel andere namen.
Het is moeilijk wonen in drie letters.
Er is zo weinig plaats.
.
foto: Kioni Papadopoulos
MUG #13 is uit!
Minipoëziemagazine
.
Elk station is een sterfbed en geluk is een gemis. Dat we iets hadden om aan vast te klampen. Ze moet een vrouw geweest zijn, die kinderen heeft gedragen. Ik ontdekte een heel klein vliegveld op het vloerkleed dat we vorige week nieuw hebben gekocht. In je ooghoek stond stilte zijn straf uit.
In de gedichten van Jana Arns, Wout Waanders, Shari van Goethem en Marie Brummelhuis broeit er iets, gloeit er iets en wil je hoofd zich vormen om de woorden, de gedachten en de versierselen van de taal.
In het artwork van kunstenaar/fotograaf Ruben Philipsen branden de felle kleuren nog na wanneer je de Luule tot je neemt..
De nieuwe MUGzine nummer 13 is ontbrand, voel de warmte dichterbij komen, open dit zomernummer nu.
Als opwarmertje, voor je op de link hierboven klikt, een gedicht van Jana Arns dat ook op de website van Het Gezeefde Gedicht is gepubliceerd.
.
In het land van opwaaiend zand
worden geen kastelen uit emmers getoverd.
.
Er staan tentenkampen,
piketten worden de huid ingeslagen.
.
Kinderen spelen mikado met lijken,
wie nog beweegt is evenzeer verloren.
.
Alles ligt altijd opgebroken, niets
of niemand past nog in elkaar.
.
Op deze achtergrond van terreur,
leert men zwemmen, nieuw land tegemoet.
.
Wie mag blijven, wordt opgeknapt, geduid.
waar er nog een hek was om overheen te klimmen,
.
wordt nu alles keurig geregeld.
Tot de uitwijzing toe.
.
MUGzine is een initiatief van MarieAnne, en Wouter in samenwerking met Bart
Wout Waanders
MUGzine #13
.
In augustus komt het nieuwe nummer van MUGzine uit. Dichters die vertegenwoordigd zijn met werk zijn Jana Arns, Marie Brummelhuis, Shari van Goethem en Wout Waanders. De kunst is dit keer van kunstenaar/fotograaf Ruben Philipsen. Om alvast in de stemming te komen zal ik hier een paar keer iets van de deelnemende dichters plaatsen. Zo plaatste ik van Shari van Goethem op 10 juni al een gedicht en vandaag is het de beurt aan Wout Waanders (1989).
Wout Waanders schrijft gedichten op een laptop, met een pen of een Edding 3000. Hij draagt ook gedichten voor. Daarnaast treedt Wout op als onderdeel van de vijfkoppige Boyband, de literaire boyband. Eind 2020 verscheen Wouts debuutbundel ‘Parkplan’ bij uitgeverij De Harmonie. Daarvoor had hij al in verschillende kranten, (digitale) tijdschriften en verzamelbundels poëzie gepubliceerd. Waanders was in 2019 en 2020 stadsdichter van Nijmegen en in 2008-2009 Campusdichter van de Radbouduniversiteit in Nijmegen. Hij won in 2012 de Poëzieprijs van de Stad Oostende en in 2014 Write Now! ‘s-Hertogenbosch. Zijn debuutbundel ‘Parkplan’ won de C. Buddingh’-prijs, en werd genomineerd voor de Herman de Coninckprijs.
In de hoedanigheid van stadsdichter schreef hij in 2020 het gedicht ‘een nieuwe stad’ een gedicht voor boven het condoleanceregister voor Nijmeegse coronaslachtoffers.
.
Een nieuwe stad
.
Gisternacht heb ik een nieuwe stad bedacht.
Het lijkt verdacht veel op Nijmegen, maar er zijn geen beperkingen,
geen nieuwsberichten (hooguit iets over een pandabeer)
en jij bent er. Jij bent er gewoon weer.
.
Ergens in je straat kom ik je tegen.
Je glimlacht, vraagt: is het anders zonder mij,
en ik knik: wat had je gedacht. Dan open jij je armen en
ik omhels je met terugwerkende kracht.
.
foto: Studio Schulte Schultz
Poëzie en Jazz
Wout Waanders
.
Al zolang ik van poëzie weet, is de combinatie van poëzie en jazz bekend bij me. Remco Campert, de Vijftigers en vele dichters na hen schreven over jazz of volgens de principes van de jazzmuziek. Zo ook Wout Waanders (1989) heb ik ontdekt. Wout Waanders was al eerder onderwerp van een bericht op dit blog. Nu dus omdat hij het intrigerende gedicht ‘Ma speelt jas’ schreef bij het nummer ‘Salty peanuts’ van Dizzy Gillespy, de Amerikaanse jazz-trompetist, bandleider, componist en zanger.
.
Ma speelt jas
,
Thuis na een lange dag van school
Ma vertellen hoe saai het was
Maar luisteren ho-ho maar
Ma speelt jas en danst heel raar
Ze roept kleine woorden
Als woei en haai en kri
Ze lacht heel hard
Alsof er iemand een grapje heeft gemaakt
Maar alles wat ik hoor is een trommel en trompet
Veel te snel om te verstaan
Ma speelt jas en danst heel raar
Soms klopt ze met haar handen op de grond
Zou daaronder iemand wonen
Klop klop-klop
Zou die Jas heten
En het leuk vinden als we
Zo nu en dan op zijn plafondje kloppen
Ja Jas is overal zegt Ma
Overal maar niet bij mij op school
Ik heb daar vaak genoeg geklopt
.















