Maandelijks archief: februari 2020
Er is light!
Het Vrije Vers
.
Ik heb op dit blog al vaak geschreven over allerlei versvormen. Vaak putte ik hierbij uit verzen die op de de website http://www.hetvrijevers.nl staan. Hetvrijevers.nl is een initiatief van Quirien van Haelen en is opgericht in 2009. De site is een vrijplaats voor light verse en gerelateerde vormvaste uitingen. De redactie van Hetvrijevers bestaat uit: Jaap van den Born, Inge Boulonois, Arjan Keene, Peter Knipmeijer en Remko Koplamp.
De website begint met de mededeling: Bevrijd van vormloosheid. Op deze website hoef je dan ook niet op zoek te gaan naar gedichten en verzen die in de vrije vorm geschreven zijn. Nee, op Hetvrijevers.nl staan juist verzen en gedichten in vooraf vastgestelde vormen. En dat zijn er velen. Als je kijkt op de categorie Versvormen op dit blog kun je vele voorbeelden lezen. Maar naast de vele vaste versvormen is ook de light verse zeer goed vertegenwoordigd op de website.
En nu is er dan een boek uitgegeven door Hetvrijevers met de titel ‘Er is light!’. Deze bundel werd uitgegeven naar aanleiding van het feit dat Hetvrijevers tien jaar bestaat. Deze bijzondere bloemlezing bevat het beste, mooiste en geestigste werk dat in het afgelopen decennium op Het vrije vers is gepubliceerd. Aan de bundel droegen maar liefst 65 dichters bij, zowel de crème als de crème de la crème van light verse, waaronder Ivo de Wijs, Drs. P, Patty Scholten, Jaap van den Born, Driek van Wissen en Frank van Pamelen.
De bundel is als hardcover verkrijgbaar (€ 20,55) en als paperback (€17,55) uitsluitend via de website https://www.mijnbestseller.nl/shop/.
Uit de bundel twee voorbeelden van Hans Mooi (Ambitie) en Louise Dorren (Het eekhoornvrouwtje).
.
Ambitie
.
Je bent gedreven en je schrijft
wat aan je kunstig brein ontglipt.
Maar je beseft: wie schrijft die blijft
vaak zitten met zijn manuscript.
.
Het eekhoornvrouwtje
.
Omwille van de vruchten van haar schoot
loopt zij zich ’t vuur gedurig uit de sloffen
met eten halen, voeden, nestje stoffen
haar vent, jawel, haar vent verzet geen poot
.
die ongelijkheid laat haar echter koud
wat haar betreft heeft zij het wel getroffen
omdat zij simpelweg van eikels houdt.
.
Dichter op het kasteel
Ongehoord! Gedichtenwedstrijd 2020
.
Het bestuur van de stichting Ongehoord! is in overleg met de stichting Kasteel van Rhoon om te kijken of de prijsuitreiking van de Ongehoord! Gedichtenwedstrijd https://woutervanheiningen.wordpress.com/2020/02/02/dichter-doe-mee/ in het kasteel van Rhoon kan plaats vinden. De stichting Kasteel van Rhoon is een actieve stichting die vele activiteiten organiseert in het kasteel. De ambiance is geweldig (een bijzonder kasteel dat gebouwd is in 1432 als versterkt Donjon op de plek waar een ouder kasteel had gestaan, waarschijnlijk uit de 11e eeuw), de ruimtes prachtig en de stichting organiseert vele interessante culturele en culinaire activiteiten.
In 2018 werd op initiatief van Joop van der Hor en mogelijk gemaakt door de stichting, een boekje gepubliceerd dat gebruikt kon worden voor PR-doeleinden en als relatiegeschenk. In deze bundel tal van dichters uit de regio groot Rotterdam waaronder Edwin de Voigt, Joz Knoop, Manuel Kneepkens, Ton Huizer en Hans Wap, geïllustreerd met foto’s van de omgeving van het kasteel, het kasteel en kunst van lokale kunstenaars.
Uit dit mooi uitgegeven bundeltje koos ik het gedicht ‘Drie sterren’van Hans Wap, schilder, dichter en beeldend kunstenaar.
.
Drie sterren
.
in sommige restaurants doe ik geen bek open
ze doen me denken aan loopgraven
gevuld met riesling en pâté de foie
.
welgemikte schoten met champagnekurken
uit linkshandig gedraaide flessen
.
de oorlog van de gourmet tegen de gourmand
ingetekend op de stafkaart van Michelin
.
de drie sterren van het restaurant
tegen de vier van de generaal
.
laat ons lafhartige daden verrichten
die recht geven op medailles
.
een borst vol blik
dat na overlijden moet worden
teruggegeven
.
liever werd ik koninklijk onderscheiden
met een gratis parkeervergunning
voor het leven
of een vaste tafelreservering
in mijn favoriete restaurant
.
Poëziewandeling
Maarten van den Elzen
.
Ik schreef al vaker over literaire wandelingen en poëziewandelingen. Dit keer wil ik aandacht besteden aan de poëziewandeling in Uden onder leiding van dichter en voormalig stadsdichter van Uden (2006/2007) Maarten van den Elzen. Afgelopen zomer kon je met de dichter een wandeling maken van anderhalf uur langs gebouwen en plekken in Uden waar gedichten van Maarten te zien en te lezen zijn. De wandeling begon in de bibliotheek en ging langs historische plekken als de Kruisherenkapel en theater Markant.
Tijdens de 2,5 kilometer lange wandeling hoef je geen emotioneel of inspirerend cliché-verhaal aan te horen over het moment waarop Van den Elzen plots het idee kreeg om een gedicht over bijvoorbeeld de molen van Jetten te maken. Hij kreeg simpelweg de opdracht om er gedichten over te maken. Het zijn toegankelijke gedichten die iedereen kan begrijpen. De uitgewerkte gedichten variëren van grotere kunstwerken tot intiemere werken. Tijdens de wandeling is er ook geen sprake van een monoloog van de dichter, hij wil juist het gesprek aan gaan met de toehoorders over poëzie en de geschiedenis van Uden.
Op https://www.poeziewandeling.nl lees je meer informatie over de wandeling. Hieronder een gedicht van Maarten van den Elzen.
.
Tot in de Nederige Madeliefjes
.
ik heb uw gezicht
gezocht tussen
altaren die
hemelhoog
torenden tussen
getorste
kandelabers en in
het gekleurde licht
van de glas-in-lood ramen
.
maar ook tussen de
bomen die zo dicht
bij elkaar staan dat
het daglicht blijft
steken in hun
schaduw
.
en natuurlijk
tussen bloemen in
de arrogantie van
gladiolen tot in de
nederige
madeliefjes
.
ik heb uw gezicht
gezocht tussen de
mensen
.
Eerst de hond
Dubbel-gedicht
.
Als er een thema is waarover veel gedichten zijn gemaakt (naast de dood en de liefde) dan is het wel het dier. En van alle dieren zijn er denk ik het meeste gedichten over katten, gevolgd door gedichten over honden. Voor het dubbelgedicht koos ik voor de laatste vooral omdat de twee gedichten die ik koos zo totaal verschillend zijn.
Het eerste gedicht is van Kees Stip (1913 – 2001). Onder het pseudoniem Trijntje Fop publiceerde hij vele nonsensversjes. In de bundel ‘De peperbek en andere beesten’ dat werd gepubliceerd onder zijn officiële naam C. Stip uit 1967 staan allerlei gedichten over dieren waaronder het gedicht ‘op een tekkel’.
Het tweede gedicht is van de Poolse dichter, toneelschrijver en essayist Zbigniew Herbert (1924 – 1998). Het gedicht ‘Eerst de hond’ komt uit de bundel ‘Verzamelde gedichten’ uit 1999 en werd vertaald door Gerard Rasch. In Polen wordt Herbert beschouwd als een klassiek dichter, hoewel hij maar weinig steunt op metrum en rijm. Hij is klassiek in zijn waarnemingen, zowel van de broosheid van mensen als van de trouw der dingen. Zijn poëzie wordt gekenmerkt door beheersing, beknoptheid, eerlijkheid en soberheid, soms ook door een speels-filosofische toon.
.
op een tekkel
.
Een tekkel volgde trouw te Dordt
een man met een reclamebord
waarop stond: PIETERS’PILLEN ZIJN
GEWELDIG TEGEN ZENUWPIJN.
het beest sprak enigszins verlegen:
‘Daar ben ik ook geweldig tegen.’
.
Eerst de hond
.
De hond zal dus als eerste gaan
daarna het varken of de ezel
in wart gras treden ze een paadje uit
en daarover schiet de eerste mens
die met ijzeren hand de druppel angst
verstikt die op zijn glazen voorhoofd zweet
.
als eerste dus de hond een brave hond
die nooit van ons is weggelopen
van een bot aardse lantaarns droomt
in zijn wervelende hok in slaap valt
zijn arme bloed raakt aan de kook verdampt
.
daarna gaan wij met een andere hond
die ons aan de lijn zal voeren
met onze witte astronautenstok
stoten wij onhandig sterren aan
niets zien we en niets horen we
we beuken op de donkere ether
en op alle golven klinkt gejank
.
al wat je mee op reis kunt nemen
door het koudvuur van de zwarte wereld –
de naam van mens de geur van appel
een noot van klank een kwart van kleur
.
heb je nodig voor de terugreis
voor het vinden van de snelste weg
wanneer de blinde hond je leidt
naar de aarde blaft als naar de maan
.
Lied
François Villon
.
Op 16 oktober 2019 https://woutervanheiningen.wordpress.com/2019/10/16/ballade-voor-de-meisjes-van-plezier/ en 26 april 2018 https://woutervanheiningen.wordpress.com/2018/04/26/gek-slecht-en-gevaarlijk-te-kennen/ schreef ik al over de Franse dichter François Villon (1431 – ca. 1463). Nu heb ik een nieuw bundeltje in mijn bezit uit 1969 getiteld ‘Verzamelde gedichten’ vertalingen van Ernst van Altena. Ondanks het feit dat Villon meer dan 500 jaar geleden leefde, is zijn poëzie nog steeds populair. Mijn editie is een 5e druk (1e druk 1963). De bundel beschikt over een groot aantal aantekeningen met duidingen van personen en situaties waarover Villon dicht.
In de bundel staan een groot aantal balladen, renvooien en rondelen. Maar er staat meer in, zoals een lied ( ‘Chanson’).
.
Lied
.
Thuis terug uit kille cel
waar ‘k haast stierf in barre nood…
Dacht Fortuna dat ‘k genoot?
Dan vergist zij zich toch wel!
Hooglijk trekt ze na dit spel
zich nu zonder slag of stoot
thuis terug.
.
Zo is ’t leven mij een hel.
Ach, ik wou meteen wel dood,
om te rusten in God’s schoot,
want zo komt mijn ziel dan snel
thuis terug.
.
Chanson
.
Au retour de dure prison,
Ou jái laissié presque la vie,
Se Fortune a sur moy envie,
Jugiez s’elle fait mesprison!
Il me semble que, par raison,
Elle deust bien estre assouvie
Au retour.
.
Se si plaine est de desraison
Que vueille que de tout devie,
Plaise a Dieu que l’ame ravie
En soit lassus en sa maison,
Au retour.
.
Servet poëzie
Gedichten op vreemde plekken
.
Over het algemeen denk ik dat ik zo ongeveer wel alle vreemde plekken heb gezien waar poëzie te lezen is. En dan ineens word ik verrast door opnieuw een plek die ik nog niet ken. Plint is bekend van de poëzieposters, de dekbedden en de kussenslopen met poëzie, de bekers en de borden en de transparanten voor tegen het vensterglas.
Wat ik nog niet kende was het gedicht op een servet. Bij vrienden kreeg ik een servet geserveerd met daarop een gedicht van Peter van Lier, met de titel ‘Van die avonden’ en het beviel me. Daarom hier aflevering zoveel van gedichten op vreemde plekken.
.
Van die avonden
.
met huisdieren,
met
.
kinderen ook,
aanvankelijk, in achtertuinen gezeten, wat
keuvelend, wat aaiend, natuurlijk drinkend, en zuchtend
zo nu en dan,
.
met die muggen,
.
totdat men maar naar bed gaat zonder daartoe nu werkelijk
besloten te hebben –
van die avonden
.
waarop men – vreemd voldaan – op wat voor wijze dan ook
echt beseft wat zomer is.
.
Kwatrijnen en Rondeel
Dubbel-gedicht
.
Ik heb besloten dat een Dubbel-gedicht ook twee gedichten kan bevatten die in vorm een overeenkomst hebben. Nu is een kwatrijn een heel andere vorm dan een rondeel, klopt, maar het zijn beide vaste versvormen. En dus is het vandaag een Dubbel-gedicht van vaste versvormen.
Het eerste gedicht is een kwatrijn, of eigenlijk zijn drie kwatrijnen. Een kwatrijn is een gedicht of een strofe van een gedicht van vier versregels en twee rijmklanken. Het woord is afgeleid van het Franse quatrain, van quatre, voor vier. Het rijmschema is meestal a-a-b-b, maar ook a-b-a-b en andere schema’s zijn mogelijk.
De ‘Drie kwatrijnen’ zijn geschreven door Hendrik Marsman (1899 – 1940) en verschenen in ‘Verzamelde gedichten’ uit 1967. De Drie kwatrijnen stammen uit de tweede periode (1929 – 1933).
Het tweede gedicht is een rondeel. Het belangrijkste kenmerk van een rondeel is de vele herhalingen: regels 1, 4 en 7 zijn hetzelfde en regels 2 en 8 zijn hetzelfde. Daarnaast kent een rondeel een vast rijmschema: a-b-a-a-a-b-a-b.
Het gedicht ‘Rondeel’ is van dichter D.A.M. Binnendijk ( 1902 – 1984). Dick Binnendijk was docent, dichter en literatuurcriticus. Het gedicht ‘Rondeel’ verscheen in Forum, een literair tijdschrift dat verscheen tussen 1932 en 1935, en later in ‘Nieuwste Dichtkunst’ De Uilenreeks No. 1 uit 1934.
.
Drie kwatrijnen
.
Zonder weerklank
.
Volk, ik ga zinken als mijn lied niet klinkt;
ik moet verdrogen als gij mij niet drinkt;
verzwelg mij, smeek ik maar zij drinken niet
wees mijn klankbodem, maar zij klinken niet.
.
Verbittering
.
De namen van wie eens mijn vrienden waren
werden tot as tussen mijn tanden en ik spuw ze uit.
eenzaam schijnt men te moeten zijn in deze dode landen;
het leven dooft in kaars na late nachtkaars uit.
.
Voor het inslapen
.
In deze kleine kamer vind ik soms nog vrede.
al wat daarbuiten ligt heeft voor mij afgedaan;
wat rest mij nog, dan ‘Krieg und Frieden’ lezend,
tot mijn verwoeste dromen in te gaan?
.
Rondeel
.
Geen vrucht, hoe glanzend aan haar tak,
Kan ‘t geeslen van de buien weren
Die in de herfst ten buit begeeren
Wat voordien aan haar greep ontbrak.
.
Geen vlaag, die in den nacht opstak,
Zal de geheime gloed bezweren
Der vruchten, glanzend aan den tak,
Die alle buien wreed bezeeren.
.
Zoo geen vermeetle hand verbrak
Des harten ongeschonden zegel,
Waarmee ‘t zich hecht aan eigen regel —
Een spaart zijn onweerstaanbre knak
Geen vrucht, hoe eenzaam aan haar tak.
.
Dorothy Parker
Girl, Interrupted
.
De film ‘Girl, Interrupted’ uit 1999 is gebaseerd op het verblijf van 18 maanden van schrijfster Susanna Kaysen in een psychiatrische instelling. In deze film van James Mangold speelt Winona Ryder de hoofdrol en is er een bijrol van een nog jonge Angelina Jolie ( waar ze de Oscar, een Golden globe, een Acca award en een Blockbuster Entertainment Award voor beste bijrol voor ontving).
Angelina Jolie speelt het personage van Lisa en in de film spreekt ze een versje uit tijdens het kaarten dat je als instant poëzie zou kunnen zien ( ik dan toch). Het blijkt een gedicht te zijn van dichter Dorothy Parker (1893 – 1967) getiteld ‘Resumé’. Lisa zegt het volgende ( een gedicht over het plegen van zelfmoord):
.
Resumé
.
wij water
A. Gerits
.
In de serie Haagse Cahiers, een letterkundige reeks onder redactie van Johan van Nieuwenhuizen, verscheen in 1966 deel 9 van dichter A. Gerits. Anton H.J. Gerits (1930) was antiquaar en schrijver maar hij gaf ook veertien dichtbundels uit. In 1993 werd hem de Literaire Prijs van de Provincie Gelderland toegekend voor de cyclus ‘Tot dolen en dromen ontwaakt’, een eerbetoon aan Ida Gerhardt. Hij was lid van het Amsterdamse Dichterscollectief 2006, dat voortkwam uit Literaire Uitgeverij De Beuk.
In ‘wij water’ dat aan zijn vrouw is opgedragen en dat in een oplage van 100 stuks op een handpers is gedrukt, staan 18 gedichten. In de bundel op pagina 19 zitten twee identieke kleine briefjes, een erratum, waarom te lezen staat dat de 8e regel van het (titel) gedicht ‘wij water’ moet zijn ‘er blijft ons niets te wachten’ in plaats van ‘er blijft ons niet te wachten’. Zelfs in een, met veel aandacht en oog voor kwaliteit gedrukte bundel kan een foutje sluipen.
De meeste gedichten in dit Cahier zijn in de ‘wij’ of de ‘ons’ vorm geschreven. Ik koos, speciaal omdat het vandaag zondag is, voor het gedicht ‘Zondag’.
.
Zondag
.
De straten zijn van boven dicht.
In smalle gangen gaan wij rond
als muizen, klein, en bang voor licht.
Wij speuren nauwelijks de grond.
.
Wij lopen in de lege val
onszelf in kerken opgezet
en nemen wat ons redden zal
met valse schaamte mee naar bed.
.
Wij slapen naar de nieuwe dag,
de straten baden in het licht,
maar wie van ons dit wonder zag,
deed ’s morgens vroeg de ogen dicht.
.