Categorie archief: Bibliotheken
Jonge stadsdichter
Anu Soerjoesing en Govert van de Velde
.
Al verschillende malen uitte ik mijn ongenoegen over het feit dat na Harry Zevenbergen (1964-2022) die stadsdichter was van Den Haag van 2007 tot 2009, er geen stadsdichter meer is geweest in de hofstad. Daar is sindsdien en ondanks mijn oppositie (en die van verschillende dichters) niets aan veranderd. Maar er gloorde hoop toen in 2023 Chelsy Valentina de eerste jonge staddichter van Den Haag werd, gevolgd in 2024 gevolgd door Adelina Ignat.
En nu, in 2025 zijn twee nieuwe Stadsdichters gekozen uit een groep van acht finalisten van vijftien middelbare scholen die dit jaar meededen aan de Jonge Stadsdichter Scholenwedstrijd, door de vakjury van dit jaar, bestaande uit Amara van der Elst, Mahat Arab en Dichter des Vaderlands (Dichter der Nederlanden) Babs Gons.
De twee nieuwe jonge stadsdichters zijn Anu Soerjoesing (16 jaar) en Govert van de Velde (13 jaar). De organisatie Jonge Stadsdichter is een samenwerking van de gemeente Den Haag, Huis van Gedichten, Bibliotheek Den Haag en het Literatuurmuseum.
Het gedicht waar Anu Soerjoesing mee won is getiteld ‘Ik weet’ en het winnende gedicht van Govert van de Velde is getiteld Wat is Den Haag? Of beter wie is Den Haag?
.
Ik weet
.
het landschap van boven
Straten kijken toe
Het licht straalt als een grasveld
De stappen zijn zwaar, een hand raakt de wolken aan
Ik ben de reus die lacht, vloeiend
en genadeloos
.
De grond trilt onder mijn voeten
maar de vogels vliegen niet weg
Mijn schaduw strekt zich uit over de wereld
het licht schijnt door
.
De wind raast over mijn lichaam
danst in mijn longen
een bekende tol van zuurstof
.
Niemand mag mijn vrijheid afpakken
zelfs niet ik
.
Het licht inspecteert
nieuwsgierig en stil
maar ik weet dat het groene licht
stiekem, naar mij lacht
.
Ooit ga ik vliegen
.
De laatste dichters
The Last Poets
.
Ik ben de roman ‘De laatste dichters’ van Christine Otten (1961) aan het lezen uit 2004. Deze roman gaat over een groep dichters uit die bekend zijn geworden onder de naam ‘The Last Poets’. Ze beschrijft hun levensverhalen, over hun jeugd in de getto’s, hun liefdes, successen en nederlagen. Het boek springt van de jaren ’50 naar de jaren ’00 naar de jaren ’70 en weer terug naar de jaren ’60 enzovoorts. In het boek leer je de dichters kennen. mensen als Omar Ben Hassen, Felipe Luciano, Abiodun Oyewole, Gylan Kain en David Nelson komen voorbij maar ook allerlei mensen als producers, journalisten en familieleden. De verhalen lopen door elkaar heen en al lezend begin je een rode draad te zien van verhalen van een aantal hoofdpersonen.
The Original Last Poets werden opgericht op 19 mei 1968, de geboortedag van Malcolm X , in Mount Morris Park (nu bekend als Marcus Garvey Park ) in East Harlem , New York City. De oorspronkelijke groep bestond uit Gylan Kain, Alafia Pudim (Felipe Luciano) David Nelson en Abiodun Oyewole. De groep ontstond via een Harlem writers’ workshop uit 1969, bekend als East Wind. Op 24 oktober van dat jaar trad de groep op in het baanbrekende New Yorkse televisieprogramma Soul! . The Last Poets droeg “Wake Up, Niggers” bij aan de soundtrack van ‘Performance’ , een film uit 1970 met Mick Jagger.
In de jaren 80 en daarna kreeg de groep echter bekendheid met de opkomst van hiphopmuziek , en werd vaak genoemd als grootvaders en oprichters van deze, toen nieuwe beweging. In de loop der jaren wijzigde de formatie nog al eens onder andere door gevangenschap (Oyewole) en overlijden (Sulaiman El-Hadi). Toch bleven veel van de leden actief tot ver in de 21ste eeuw. Door de jaren heen bleven Jalaluddin Mansur Nuriddin ( Lawrence Padilla) en Suliaman El-Hadi als kernleden over terwijl andere leden kwamen en gingen.
‘De laatste dichters’ bevat niet alleen de levensverhalen van The Last Poets, maar ook veel van hun teksten en gedichten. Een van deze gedichten (niet toevallig over een bibliotheek) wil ik hier met jullie delen. Het betreft ‘The Library’ uit 1968 geschreven door Felipe Luciano, een van de originele grondleggers van de Last Poets, van het album ‘Right On!’ uit 1968.
.
The Library
.
I’ve kissed books before
Held them close to my brown skin
Learning when my mother got moody at the end of every month
But they never taught me how to fight
Or how to run from cops
Zig zag
Zig zag
Taught me to know
But not to believe
Mum’s believe is in God
I believe in revolution
We both believe in something devoutly
.
Charlotte Van den Broeck
Plakboel
.
Afgelopen zaterdag was ik ’s middags in de bibliotheek Utrecht aan het Neude. Er was daar een programma in het kader van de Poëzieweek 2025 met onder andere een lezing van Steven Van de Putte over zijn boek ‘Iedereen stadsdichter’ (dat ik helaas niet redde) en Charlotte Van den Broeck (1991) zou haar Poëzieweekgeschenk ‘Plakboel’ komen voordragen. Hoewel er wat ruis was (het was in de openbare ruimte van de bibliotheek) deed dit niets af aan hoe prachtig de performance was van Charlotte. Zo mooi dat ik ben blijven zitten nadat ze het een keer had voorgedragen om het nogmaals te beluisteren.
Charlotte vertelde dat ze deze performance een keer eerder had gedaan in een klein theater. Dat het daar nog beter tot zijn recht komt is zeker. Ik heb oprecht genoten van deze bijzondere performance van poëzie en muziek. Gelukkig voor jullie heb ik een kort fragment gefilmd dat je hieronder kun bekijken en beluisteren.
.
New York Botanische tuin
Poëziewandeling
.
In de Botanische tuin van New York is het mogelijk een African American Garden Poetry Walk te lopen. Op de website van het NYBG geeft Dante Micheaux, programmadirecteur van de Cave Canem Foundation, een introductie. Hierin staat hij stil bij de betekenis van de bijdragen aan de Amerikaanse poëzie door vertegenwoordigers van de Caribische literatuur en hoe zij die verbinden met de flora en fauna (hij spreekt tenslotte vanuit zijn functie bij de botanische tuin).
Als eerste voert hij Derek Walcott uit Saint Lucia op. Hij schrijft over hem: “Hoe zijn poëzie bewijst dat het Caribische leven en de cultuur doordrenkt zijn van de natuurlijke wereld. Zijn voorlaatste bundel gedichten, ‘White Egrets’, werd in feite geïnspireerd door de flora bij de huizen van zijn dochters, ‘soms puta-bomen of flamboyanten of immortelles’, die in hem een fysieke sereniteit teweegbrengen. In een gesprek sprak hij over gedichten die een herinnering van verwachting bevestigen en het is deze houding die ik hoop dat de gedichten die zijn samengesteld voor African American Garden: The Caribbean Experience zullen overbrengen; dat de flora die in de gedichten verschijnt, en ook in de tuin zelf, plaatsen van herinnering en portalen worden naar een tijd of plaats die speciaal is voor elke individuele bezoeker.”
De gedichten die in de tuin zijn aangebracht zijn in het Engels, Spaans en Haitiaans Creools, van dichters als Desiree C. Bailey, Louise Bennett, Gustavo Pérez Firmat, Rico Frederick, Jane Alberdeston Coralin en Marie-Ovide Dorcely.
Desiree C. Bailey komt uit Trinidad en Tobago en Queens, New York. Ze debuteerde met de bundel ‘What Noise Against the Cane’, dat de Yale Series of Younger Poets Prize won en een finalist was voor de National Book Award for Poetry. ‘What Noise Against the Cane’ stond op de longlist voor de International Dylan Thomas Prize en de OCM Bocas Prize for Caribbean Literature en werd geselecteerd als een van de beste boeken van 2021 door de New York Public Library.
Desiree was de eerste Writer-in-Residence aan de Clemson University van 2022-2024. Ze is assistent-professor poëzie in de MFA for Poets and Writers aan de University of Massachusetts Amherst. Het gedicht ‘A Retrograde’ komt uit haar debuutbundel.
.
A Retrograde
.
of fishermen’s wives, piercing the flesh of a sleep walking sky.She taught me that cobwebs are hammocks for spirits, a stop along the way to rest their weary
skins, a knot on the thread of their pilgrimage to a place they had almost touched once.
In those days, a village could grow legs. Wedge itself deep into the throat of mountains
where horses couldn’t smell it, where footsteps couldn’t sear its memory onto
peeling roads.
the machetes are ornaments
rusting upon the walls.
Dear mama: I want to build you a temple
the machetes are ornaments
rusting upon the walls.
I want to build you a temple
the fish are hurling themselves onto the shore
the shore will break into birds of dust
Dear mama: the scales are mirrors
blinding the sun.
On the ocean roams a shadow of splinters
how will I swim to you
when the day is done?
Albert Hagenaars
Snijpunt Snijvlak
.
Albert Hagenaars (1955) ken ik al lang als dichter, schrijver en recensent van NBD Biblion (werk dat, schande!, tegenwoordig door AI wordt gedaan), zo schreef hij de aanschaf informatie voor mijn bundel ‘Zoals de wind in maart graven beroert’. Maar ik ken hem ook uit Bergen op Zoom waar hij zijn culturele activiteiten als beeldend kunstenaar en galeriehouder begon (en waar ik regelmatig een gevelgedicht van hem tegen kom).
In 1980 koos hij echter voor de literatuur. Literair werk van zijn hand verscheen in tijdschriften als De Tweede Ronde, Literair Akkoord, Maatstaf en Raster. En nu ook in MUGzine nummer 25.
Enkele bundels verschenen integraal in een andere taal: het Engels, Frans, Indonesisch en Roemeens, losse gedichten ook in het Duits, Pools en Spaans.
In MUGzine #25 verschenen twee nieuwe gedichten (een dubbelgedicht) van hem getiteld ‘Snijpunt Snijvlak’ te lezen op mugzines.nl en uiteraard in de papierenversie van MUGzine. Omdat niet iedereen dit leest hieronder deze gedichten.
.
|
SNIJPUNT Dit woord of die woorden? Deze borst en benen of dat lijf? Taal kent geen grenzen, zij steekt ze in gedachten over in andermans verstijven. Liefde zonder keuze is taal gezwollen van tekort in man na man na vrouw, op het snijpunt van het lot. Albert Hagenaars
|
SNIJVLAK Deze woorden of dat woord? Dit lijf of die borsten en billen? Liefde kent grenzen, hij denkt aan andervrouws taal tussen zwellende lippen. Niet talen naar een keurslijf is graaien voor wie zich verliest in vrouw na vrouw na man, op een snijvlak van een toeval. Albert Hagenaars
|
.
Ontheemde
Lily Touwen
.
Tijdens de Indische maand in Vlaardingen waar afgelopen zondag het derde deel van Indische Spraakwatervalletjes werd gepresenteerd en waar ik samen met wethouder Silos van Vlaardingen de eerste exemplaren van in ontvangst mocht nemen, droeg Lily Touwen (1925) het gedicht ‘Ontheemde’ voor. Ook dit derde deel van Indische Spraakwatervalletjes staat weer vol met verhalen van verschillende generaties over hun Indische verleden, heden en toekomst.
Lily Touwen was als oudste deelnemer ook weer aanwezig. Touwen werd als kind van blanke Nederlandse ouders geboren in voormalig Nederlands-Indië. De repatriëring na WOII had tot gevolg dat ze ontheemd in Holland belandde. De heimwee naar haar geboorteland bleef altijd een rol spelen in haar leven. Na 1975 legde zich vooral toe op het schrijven van proza en poëzie.
In het boek Indische Spraakwatervalletjes staan naast vele verhalen overigens nog verschillende gedichten maar hier wil ik het gedicht ‘Ontheemde’ van Lily Touwen graag met jullie delen.
.
Ontheemde
.
Neem mij niet kwalijk alstublieft
dat ik hier ben
dat ik verblijf op deze grond
misschien had ik het niet verdiend
te blijven leven
veel liever ook was ik maar daar gebleven
waar alles wat ik liefhad zich bevond
met alle anderen ben ik hiernaartoe
gedreven
vanuit een wereld
die niet meer bestond
.
Neem mij niet kwalijk alstublieft
dat ik er soms niet ben
dat ik verloren voor mijn naasten
zit te dromen
en alles zo maar
over mij laat komen
alsof ik niets meer weet
en niemand ken
.
laat mij dan even rustig
weer bekomen
en weet hoe blij ik
met het leven ben.
.
Gedichtenmuur
Aanbod van Cubiss
.
In het kader van de viering van 80 jaar vrijheid in Brabant heeft Cubiss (de Provinciale Ondersteuningsorganisatie voor bibliotheken in Brabant) een aantal activiteiten ontwikkeld en handleidingen geschreven, waaronder de gedichtenmuur. Deze muur symboliseert de manier waarop mensen beperkt kunnen worden in hun vrijheid. Maar woorden, gedichten en kunst kunnen muren doorbreken. Net zoals bijvoorbeeld de Berlijnse muur destijds gebruikt werd als canvas door mensen om hun stem te laten gelden, door het aanbrengen van leuzen, spreuken, teksten, schilderingen en dergelijke.
Deze muur van 2 meter lang en 2 meter hoog kun je plaatsen in een bibliotheek. Je kunt er ook twee plaatsen, waardoor de muur 4 meter lang wordt. Deze gedichtenmuur nodigt bezoekers uit om gedichten te lezen en zelf te schrijven. Zo kan deze gedichtenmuur bijvoorbeeld gebruikt worden om er een dichtwedstrijd of poëzieworkshop aan te koppelen, of om te plaatsen bij een ander evenement of op een school.
De muur met inmiddels met succes ingezet bij Bibliotheek de Kempen in Reusel. Er is op scholen gewerkt aan gedichten op vredesduiven aan de hand van het lied ‘Imagine’ van John Lennon. Hierdoor ontstond een kleurrijk geheel waar veel mensen naar hebben gekeken. Ook is de muur even buiten gezet tijdens de opening van een fietsroute rondom 80 jaar vrijheid.
Geen blogpost zonder gedicht en daarom heb ik een gedicht uitgezocht over de oorlog. Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat het de koude oorlog is maar vrijheid moet altijd gevierd worden, zelfs na oorlogen waarbij eigenlijk nauwelijks slachtoffers gevallen zijn zoals de koude oorlog. Daarom van Hans Verhagen (1939-2020) uit de bundel ‘Rozen en motoren’ uit 1963 (op het hoogtepunt van de koude oorlog) het gedicht ‘Koude oorlog?’.
.
Koude oorlog?
.
Mijn 7 maal geconcentreerde gestalte
verschijnt u nu dagelijks,
maar mijn arbeid voedt u anoniem.
.
Uiterlijk is niets aan mij veranderd:
Koude oorlog? Voeten in het vuur!
Wereldoorlog? Laarzen in het water!
.
Maar het verstikte instinct verspreidt
geuren van ontbinding-
gelukkig nieuwjaar of ik schiet.
.
De luwte van het late middaguur
Lut de Block
.
In een kringloopwinkel in Brugge (ja ik kom daar nogal eens, soms hebben ze een hele aardige collectie poëzie van vroeger en nu zoals ook daar in Brugge) kocht ik een aantal dichtbundels. Een van die bundels was van een dichter Lut De Block (1952) uit Vlaanderen. Ze studeerde filosofie aan de RUG; zij werkt als freelance journaliste, o.a. voor Knack. In 1984 debuteerde ze met de bundel ‘Vader’. In haar werk is één van de kernthema’s de vader-dochter relatie (evenals de natuur en de dood). Reden hiervan ligt in het feit dat ze in februari 1963 haar vader dood aan de keukentafel vond. Dit trauma was een belangrijke inspiratiebron voor haar vroege werk.
Lut de Block heeft inmiddels 7 poëziebundels en een roman gepubliceerd. In de Special van MUGzine die begin 2024 in de Poëzieweek verscheen, is zij opgenomen als dichter. De reden was toen dat ze, net als de andere dichters in de Special, een relatie had met het bibliotheekwerk (zij was werkzaam in de bibliotheek van Gent). Nu heb ik dus de bundel ‘De luwte van het late middaguur’ in bezit, uit 2002 met een door Lut handgeschreven opdracht voorin uit 2006.
Op de achterflap staat over deze bundel te lezen: “Deze bundel exploreert het volledige leven. Er staan talrijke atmosferische gedichten in, die soms een broeierige, sterk erotisch geladen sfeer oproepen en altijd zijn neergeslagen in een taal zonder omwegen, vol passie, recht voor zijn raap, zij het nooit eenduidig of eendimensionaal.” In het titelgedicht dat ik uitkoos is dit alles aanwezig.
.
Het gebeurt. In de luwte van het late middaguur
als de dag zich ontdoet van haar hitsige kleren
en een vrouw zich opent. Het wordt windstil en
later want de tijd en de dingen gaan door. Het leven
beweegt. Zijn stem wrenst, zijn geur schraapt
haar bedwelmend uiteen. Hoe het nu verder moet
weet niemand, maar dat ze verder moet weet zij alleen.
.
















