Site-archief
Ritournelle
Pierre Kemp
.
Ook het gedicht ‘Ritournelle’ van Pierre Kemp uit de verzamelbundel ‘Geliefde gedichten’ die iedereen kent maar niet kan vinden uit 1972 is met recht een troostrijk gedicht te noemen. Oorspronkelijk verscheen dit gedicht in ‘Phototropen en noctophilen'(1947. )De lichtheid en de vrolijke toon, de manier waarop de dichter het lot in eigen handen neemt kan zeker troost bieden. Daarom vandaag dit gedicht.
.
Ritournelle
.
Het licht doet met me wat het wil
of ik al ga, of ik sta stil,
of ik iets neem, of iets leg neer,
bij alles is het licht mijn heer.
Zo word ik, man, toch nog een vrouw;
ik die van rood houd, word een blauw;
ik die van dag wil zijn, een ding
van avond met in de schemering
een rode streep, die duidt op wind,
tot ik het licht van mijn eigen vind
en met mijn rood sla naar dat blauw
en ik mijn man graaf uit die vrouw.
Eerst dan word ik mijn eigen heer,
of ik iets neem, of iets leg neer,
of ik al ga of ik sta stil,
omdat mijn eigen licht dat wil.
.
Lief bekje
Hoe ik klonk
.
Poëzie is er voor alle gemoedstoestanden. Of je nu blij, verrast, verdrietig, depressief, uitgelaten, verward, twijfelachtig, uitzinnig, verliefd, rouwend, in afwachting, triest, onzeker of juist heel zeker, ontheemd, ongeremd, geaard, in bloei, stervende of in blijde verwachting bent, poëzie past bij elke stemming. Het is alleen vaak een kwestie van het juiste gedicht bij de juiste stemming vinden.
Toen ik het gedicht ‘Hoe ik klonk’ van Hagar Peeters (1972) uit de bundel ‘Loper van licht’ uit 2008 las wist ik precies bij welke stemming dit gedicht hoorde. En omdat het zo’n heerlijk positief en vrolijk gedicht is hier ‘Hoe ik klonk’.
.
Hoe ik klonk
.
Je hebt een lief bekje
vooral als het getuit is
kust met de lucht
en wuft gewauwel laat klinken.
.
Tussen je tanden
je kolderieke tongetje
het opstandig snaveltje
dat guitig huigje van je.
.
Al dat gestamel en gebazel,
ik krijg er maar geen genoeg van.
Betere onzin vind ik niet in boeken.
Daar bezinkt het jij zingt het weer los.
.
Kom nog even naast me liggen
en doe dat nog eens, dat van je lippen.
Meer heb ik helemaal niet nodig.
.
Geliefde gedichten
D.R. Camphuysen
.
Er zijn heel veel dichters geweest die in hun tijd bekend waren of geliefd maar die nu vrijwel niemand meer kent. Dat zijn (bijna) vergeten dichters. In de bundel ‘Geliefde gedichten’ die iedereen kent maar niet kan vinden uit 1972, gekozen door Wim Zaal, staan vele voorbeelden. Een van die voorbeelden is de dichter Dirk Rafaelsz. Camphuyzen. De dichter, predikant en kunstenaar Camphuysen (1586 – 1627) was eerst onderwijzer, toen predikant en na zijn verdrijving van de kansel omdat hij niet rechtzinnig was, vlashandelaar werd. In 1618 schreef hij het gedicht ‘Daar moet veel strijds gestreden zijn’.
.
Daar moet veel strijds gestreden zijn,
Veel kruis en leeds geleden zijn,
Daar moeten heil’ge zeden zijn,
Een nauwen weg betreden zijn,
En veel gebed gebeden zijn,
Zo lang wij hier beneden zijn;
Zo zal ’t hierna in vreden zijn.
.
Genieten van kunst
Dubbelgedicht
.
Dat er veel onderwerpen zijn waarover dichters schrijven is duidelijk. Feitelijk kan een dichter over alles schrijven. Opmerkelijk is het dat bepaalde onderwerpen dan juist weer veel voorkomen, waarschijnlijk omdat het veel mensen aanspreekt (liefde, dood, het dichterschap). Ook over kunst of eigenlijk over losse kunstwerken wordt veel gedicht. Zelf heb ik me daar ook ‘schuldig’ aan gemaakt (bijvoorbeeld mijn gedicht ‘Mae West Sofa’ over het gelijknamige kunstwerk van Salvador Dali https://www.deoptimist.net/2012/09/vers-in-de-etalage-17/ ).
Het is eigenlijk veel leuker om te kijken hoe dichters in algemene zin naar kunst kijken en erover schrijven, dus niet over een bepaald kunstwerk maar over de kunsten in brede zin. Daarover gaat dit dubbel gedicht.
Het eerste gedicht is van Willem Wilmink (1936 – 2003) en is getiteld ‘Kunstgenot’. Een gedicht waarin beschreven wordt hoe er van kunst (in dit geval klassieke muziek) genoten wordt door mensen die van kunst houden. het gedicht komt uit ‘Zeven liedjes voor een piek’ uit 1972.
In het tweede gedicht wordt door dichter Jules Deelder (1944 – 2019) ook de vraag gesteld wie er van kunst houdt, maar hier neemt het gedicht toch een heel andere wending. Het gedicht ‘Kunst’ komt uit ‘Renaissance; gedichten ’44 – ’94’ uit 1994.
.
Kunstgenot
(Wijze: Beethoven’s Negende, Slotkoraal)
Bijna vergeten dichter
Leyn Leijnse
.
Dichter, schilder en schrijver Leyn Leijnse (1941 – 2006) begon zijn werkend leven op de wilde vaart als ketelbinkie. Eind jaren zestig was hij bureauredacteur bij Het Vrije Volk in Rotterdam. Hij maakte reizen naar Noord-Afrika en Nabije Oosten. In Israël werkte hij in een kibboets. In 1972 nam Leijnse (ook wel Leyn Leynse) deel aan Poetry International te Rotterdam, en ook in 1977 las hij op Poetry voor uit zijn werk. In 1974 richtte hij met de dichters Rien Vroegindeweij en Eddy Elsdijk de poëziewinkel “Woutertje Pieterse in Poëzie“op. Hij werkte mee aan literaire activiteiten van de Rotterdamse Kunststichting, Workshop Arbeidersliteratuur Rotterdam. Leijnse was ook vooral bekend als schrijver. Zo ontving hij de Anna Blaman Prijs in 1969 voor zijn roman ‘Afrika sterft’. In 1974 werd hem de Herman Gorter Prijs toegekend voor zijn dichtbundel ‘Antwerpen’. In In 1978 verbleef hij een half jaar in New York. De laatste 20 jaar werkte hij afwisselend in Parijs en Rotterdam.
In de bundel ‘Dichters bij de Bezige Bij 1944 – 1984’ is een gedicht zonder titel opgenomen dat verscheen in zijn bundel ‘Antwerpen’.
.
het was een NS-trip
de goedkoopste weg naar Highgate Cemetery
.
de eerste mei werd een trieste dag
het graf was niet mooi en het regende
.
we liepen terug
het vervoerspersoneel staakte
.
archiefvernietiging stond op een bakfiets
‘zijn jullie pelgrims? Swinburne?’, vroeg de berijder,
graaiend in zijn bagage boeken en kranten, ‘of
Chauser?
‘Marx’, zeiden wij, ‘en we zijn sijknat van de regen
.
hij nam ons mee om thee met melk te drinken
we doopten een suikerklontje dat nauwelijks
verkleurde
een stoet mensen spoelde de straat in en een olifant
waar een vrouw met rood haar en groene ogen opzat
.
kijk naar het stervende dier
de laatste keer, op een vliegend tapijt in de Tuilerieën,
speelt het orkest van travestieten Lady of Spain
de kinderen plassen in hun broek van het lachen
op zondagse pakken wordt ijs en bier gemorst
ze blazen op toeters en slaan met deksels op ronde
billen
.
op een dag in juni 1290 kwam hij hier
kijk hoe de natte, grijze circustent bezwijkt
kijk naar de stervende olifant
z’n slurf piept in de groene lucht
steeds meer boeken worden in het vuur geworpen
een jongleur beklimt het zinkende beest
en zwaait naar ons met z’n strooien hoed
.
het graf was niet mooi
het regende en iedereen staakte
.
Foto: Marcel Edixhoven
Holland
E.J. Potgieter
.
Vakantie in eigen land is thuis blijven of naar een ander deel van het land reizen. Afhankelijk van waar je woont is Holland het een of het ander. Dichter Potgieter(1808 – 1878) schreef eeen gedicht over Holland. Ik nam het over uit de bundel ‘Geliefde gedichten die iedereen kent maar niet kan vinden’ gekozen en ingeleid door Wim Zaal uit 1972.
.
Holland
.
Graauw is uw hemel en stormig uw strand,
Naakt zijn uw duinen en effen uw velden,
U schiep natuur met een stiefmoeders hand, –
Toch heb ik innig u lief, o mijn Land!
.
Al wat gij zijt, is der Vaderen werk;
Uit een moeras wrocht de vlijt van die helden,
Beide de zee en den dwing’land te sterk
Vrijheid een’ tempel en Godsvrucht een kerk.
.
Blijf, wat gij waart, toen ge blonkt als een bloem:
Zorg, dat Europa den zetel der orde,
Dat de verdrukte zijn wijkplaats u noem’,
Land mijner Vad’ren, mijn lust en mijn roem!
.
En wat de donkere toekomst bewaart,
Wat uit haar zwangere wolken ook worde,
Lauw’ren behooren aan ’t vleklooze zwaard,
Land, eens het vrijst’ en gezegendst’ der aard’.
.
Gedicht van de waarheid
Christophe Vekeman
.
De Vlaamse dichter, schrijver Christophe Vekeman (1972) is een veelzijdig schrijver. Zo publiceerde hij romans, een verhalenbundel, een novelle, een biografie, een essaybundel en twee dichtbundels: ‘Senorita’s’ uit 2009 en ‘Dit is geen slaapkamer meer nu’ uit 2016. Zijn – vaak humoristische – proza kenmerkt zich door een pessimistisch levensgevoel en een grote aandacht voor formulering en stijl en dit geldt ook voor zijn poëzie. In een gedicht van twee regels uit ‘Dit is geen slaapkamer meer nu’ is dit heel goed te lezen.
.
Feitelijk
.
De laatste van mijn zorgen is
Toch altijd nog een enorm probleem.
.
Christophe Vekeman is een veel gevraagde gast op literaire podia in Vlaanderen en Nederland. Hij nam onder meer deel – telkens verscheidene keren – aan Saint-Amour, De Nachten, Zuiderzinnen, Geletterde Mensen, Nur Literatur en Lowlands.In Nederland maakte hij jarenlang deel uit van het Nightwriterscollectief, samen met onder andere de schrijvers Kluun, Tommy Wieringa, Joost Zwagerman en Herman Koch. In Vlaanderen werkte hij een aantal jaren samen met Herman Brusselmans en bespreekt hij wekelijks een boek in het radioprogramma ‘Pompidou’ van Klara radio (van de VRT).
Uit de bundel ‘Dit is geen slaapkamer meer nu’ koos ik het prachtige liefdesgedicht ‘Gedicht van de waarheid’.
.
Gedicht van de waarheid
.
Of je me nu gelooft of niet, de aarde draait rond de zon
Claus was iemand die voorwaar een aardig potje schrijven
kon
Stilte is wat naar verluidt steeds aan een storm voorafgaat
En energie is net hetzelfde als mc in het kwadraat
.
Pilsbier smaakt het best wanneer het koel wordt geserveerd
Na de coïtus is elk dier enigszins gedeprimeerd
Koffie maakt je bloednerveus, maar valium bedaart je
En de gevel van je huis is een soort van visitekaartje
.
Obesitaspatiënten zijn doorgaans wat aan de zware kant
Een Belg die België verlaat bevindt zich in het buitenland
Er zijn miljoenen waarheden, kortom, maar de
voornaamste is:
Jij bent mijn hier, jij bent mijn nu. De rest is geschiedenis
.
Het boek
Muus Jacobse
.
Nu uit onderzoek blijkt dat maar liefst 61% van de Nederlanders aangeeft in tijden van thuiszitten vooral te gaan lezen, geef ik graag wat leestips. Degene die mij een beetje kennen weten dat ik niet voor de bekende boeken en de bekende schrijvers (in mijn geval dichters) ga. Ik wil juist die dichters onder de aandacht brengen die we misschien zijn vergeten. Daarom in de categorie (bijna) vergeten dichters vandaag de dichter Muus Jacobse.
Muus Jacobse was het pseudoniem van Klaas Hanzen Heeroma (1909-1972). Heeroma was dichter en taalkundige. Heeroma werd in 1936 benoemd tot medewerker aan het Woordenboek der Nederlandsche taal te Leiden, waar hij bleef werken tot zijn benoeming in 1948 tot hoogleraar in de Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Indonesië in Djakarta. In 1953 werd hij benoemd tot hoogleraar in de Nedersaksische taal- en letterkunde in Groningen. In 1952/1953 was hij een van de dichters die op de Pietersberg in Oosterbeek ging werken aan een nieuwe psalmberijming.
In de bundel ‘Het landvolk’ Oosterbeekse gedichten, met daarin gedichten van de dichtende medewerkers aan de nieuwe psalmberijming, uit 1958 staat het gedicht ‘Het boek’. Dit gedicht gaat over zijn werk voor de nieuwe psalmberijming maar is toch ook voor niet gelovigen goed te lezen.
.
Het boek
.
Het Woord van het begin
Sluit alle woorden samen.
Zij zeggen ja en amen
En krijgen slot en zin.
.
God heeft zegen en vloek
Van de dood en het leven
Eens voor al opgeschreven.
God is een open boek.
.
En ik begrijp vaak niet,
Als ik zijn held’re geheimen
Moet navertellen in rijmen,
Wat Hij daar nog in ziet.
.
Op het station
Dubbelgedicht
.
Vandaag een dubbelgedicht met als onderwerp; het station. Twee totaal verschillende dichters met elk een gedicht dat bij dit onderwerp past, in dit geval een treinstation en een metrostation. Allereerst Theun de Winter (1944) met het gedicht ‘In de hal van het Centraal Station’ uit de bundel ‘De gedichten’ uit 1972. Het gedicht verscheen ook in ‘Elf gedichten voor Piet Keizer’, in 1973 uitgegeven als hommage aan de grote Ajaxied, die dat jaar dertig jaar werd.
Het tweede gedicht is van Boelat Okoedzjava (1924 – 1998) en is getiteld ‘Liedje over de metro’. Okoedzjava is geboren in Georgië, schreef proza maar is vooral populair geworden in de Sovjet Unie als dichter en chansonnier met melancholieke en soms satirische liedjes over de oorlog, liefde, dood en eenzaamheid. Het gedicht komt uit ‘Spiegel van de Russische poëzie’ uit 2000.
.
In de hal van het Centraal Station
.
In de hal
van het Centraal Station
kon ik mij
met moeite een
volwassen handtekeningenjager
van het lijf
houden
die dacht dat ik
een van de Cats was
Mijn dochter heeft al
jullie platen
.
Persoonlijk werd ik
veel liever voor
een Beach Boy aangezien
in welke situatie
ik zou signeren
met Carl Wilson
.
Als Beach Boy had ik
geld genoeg om
mijn gebit
te laten behandelen
totdat een geringe
ruimte tussen
mijn twee voortanden
verkregen is –
een plastisch chirurg
en de kapper doen
de rest
.
Daar loopt Piet Keizer
zouden de mensen
denken.
.
Liedje over de metro
.
In mijn metro heb ik altijd volop ruimte,
vanaf de jaren dat ik duimde
blijkt ze immers als een lied te zijn
met ‘Rechts staan, links passeren’ als refrein.
.
De orde is heilig, is wel gedaan:
de reizigers die rechts staan – staan,
maar zij die gaan zijn steeds gehouden
te allen tijde links te houden.
.













