Site-archief

Hij komt, hij komt..

Nummer 30

.

Hij komt inderdaad, het laatste nummer van 2025, de nieuwe MUGzine. Dus als je nog geen cadeautje hebt voor Sinterklaas of Kerstmis is dit de uitgelezen (no pun intended) mogelijkheid om geliefden eens iets echt origineels te geven. En zoals je van ons gewend bent doen we er altijd een klein presentje bij. Dus geef iemand een MUGzine cadeau (gewoon of in een speciale MUGzine Japanse enveloppe) of nog beter, geef een jaar lang MUGzines in de brievenbus (5 exemplaren) en word donateur.

Het december nummer van MUGzine is weer een fraai exemplaar geworden. Met poëzie van Trudy Dijkshoorn, Elbert Gonggrijp, Dietske Geerlings en Jan Kleefstra. Het muggedicht is dit keer van Bas Belleman en de kunstenaar is dit keer Mark Fayot. Natuurlijk is er ook een kakelverse Luule en wordt je weer getrakteerd op een poëtisch voorwoord van Marianne.

Als opwarmertje hier alvast een gedicht van Jan Kleefstra (1964). Deze Friese dichter verschenen gedichten  in bloemlezingen als ‘Dichters in de Prinsentuin’ (2006), ‘Kastanjegedichten’ (2006), ‘Schoonheid’, Hernehim (2007), ‘Mengelwerk Drentse open’ 2007, ‘Openbare Bibliotheek Amsterdam’ (2007), ‘7e Regenboog, Breedevallei Dichters’ (2008), ‘Haarlemse Dichtlijn’ (2008), ‘Inkijk, interieurs in de Hollanderwijk’ (2009) en ‘Giftige simmer’ (2009). In 2008 kwam zijn Friestalig debuut uit, ‘Fragminten’, wat niet een vertaling is van de voormalige Nederlandse bundel met dezelfde naam.

.

Bloei kent geen denken

teder tot een eind gebracht

 

ongehavend op zwarte modder

zonder zomerstof gekmakend

vingerzacht groen op de wangen

 

langs het spoor van de achterblijver

het rag om roestige spijkers slaan

 

verwaaid zingen aanklampen

 

een stroomdraad spannen

.

Claus all over

Anneke Claus

.

Bovenop een stapel dichtbundels ligt al een tijdje de bundel ‘Ik schrijf je neer’ de mooiste gedichten van Hugo Claus’ uit 2002. En op mijn salontafel ligt de roman ‘Het aanbidden van Louis Claus’ van Helena Hoogenkamp die ik aan het lezen ben (tussen de bedrijven door). En om het Claus trio vol te maken stuitte ik in de bundel ‘Dichters uit de bundel’ De moderne Nederlandstalige poëzie in 400 gedichten uit 2016, op nog een andere Claus, namelijk Anneke Claus.

Anneke Claus (1979) behaalde een Master European Literatures and Interculturality, debuteerde als dichter met de bundel ‘Dat was dat’ in 2008 en publiceerde inmiddels vier dichtbundels. Ze werkte jarenlang als tekstschrijver redacteur bij onder andere de Historische Uitgeverij, het Groninger Museum en het Internationaal Film Festival Rotterdam. Van 2009 tot 2011 was ze stadsdichter van Groningen en in 2018 droeg ze haar poëzie voor tijdens De nacht van de Poëzie in Utrecht.

Uit haar debuutbundel komt het gedicht ‘Wat ik Jaap nog wilde zeggen’.

.

Wat ik Jaap nog wilde zeggen

.

iemand ontkende heel mijn jeugd

.

hij zei dat het niet waar was

van de buks, het voetbal

en de blote plaatjes in de kluis

.

of ik daar als de sodeflikker

met mijn poppentengels wilde afblijven

.

ik zweeg dan ook volmondig over zijn tutu

de plaspop die ‘I’m thirsty’ zei

en de borduurclub

.

het was per slot mijn feestje niet

en knokken met jongens verlies ik

.

door de bank genomen

.

negen op de tien keer

.

 

Goed in het gehoor liggend

Bart Chabot

.

Afgelopen week mocht ik in mijn bibliotheek de Indische maand openen. En zoals dat gaat bij interculturele activiteiten zijn er dan altijd heerlijke hapjes. Ik heb al uit zoveel verschillende culturen de lekkerste dingen mogen proeven. Of het nu Oekraïens, Syrisch, Marokkaans, Turks, Surinaams of Indisch was, allemaal lekker. Ik begrijp de hang naar de jaren vijftig van sommige partijen dan ook echt niet. Het multiculturele leven heeft Nederland zo verrijkt zonder dat dat ten koste gaat van onze eigen tradities. Sint Maarten wordt nog altijd gevierd (ja inmiddels is het Amerikaanse Halloween groter maar dat is er bij gekomen), Sinterklaas leeft nog altijd (ik hoorde vandaag dat er weer meer Nederlanders Sinterklaas vieren. Kerstmis is al heel lang een soort veramerikaanst met sleeën en de kerstman maar nog steeds lopen kerken (voor zover ze er nog zijn) op kerstavond vol.

Nee, de tradities, feesten, gebruiken en vooral de eet- en en drinkcultuur uit allerlei verre buitenlanden zijn een verrijking. En dat begon al met de afhaal Chinees, de Shoarmatent , de Pizzeria en nu biedt de gemiddelde stad in Nederland een ruim palet aan mogelijkheden op dat gebied. Maar waarom schrijf ik dit? Dit was toch een poëzieblog? Inderdaad. Toen ik in ‘De bril van Chabot’ de mooiste gedichten van Bart Chabot (1954) gekozen door Martin Bril, uit 2008 aan het lezen was, las ik in het gedicht ‘Goed in het gehoor liggend’  de zin ‘liggen de eeuwen als spekkoek / in laagjes opgehoopt’. Spekkoek, die lekkere Indische lekkernij. En zo zie je maar, ook de taal is verrijkt met allerhande woorden, uitdrukkingen en zegswijzen die we hebben over genomen uit andere talen en culturen.

.

Goed in het gehoor liggend

.

het is een onbekommerde doordeweekse dag

half juli, komkommertijd

en ik sta

voor een grafheuvel

eentje uit de prehistorie –

voor minder kom ik mijn bed niet uit

.

de grafheuvel zelf is een markante verschijning:

een forse bult in het landschap

alsof de aarde op deze plek eergisteren

een doodsklap kreeg;

een staaltje zinloos geweld

de wilgen overwegen een stille tocht

hun burgemeester houdt straks, wie weet,

een toespraak

daarmee is alles min of meer gezegd

.

binnenin, onder de heuvel,

liggen de eeuwen als spekkoek

in laagjes opgehoopt

.

als ik me buk

diep door de knieën ga

en mijn oorschelp te luisteren leg,

vlak boven de grond

kan ik de doden horen

wroeten

.

Lijm

Kurt De Boodt

.

Zo nu en dan ontdek ik een dichter die ik nog niet ken. Zo zat ik in de vuistdikke verzamelbundel ‘Nieuw Groot Verzenboek’ 600 gedichten over leven, liefde en dood, samengesteld door Jozef Deleu uit 2015 (achttiende uitgebreide en herziene druk) te lezen toen ik het gedicht ‘Lijm’ las van de Vlaamse dichter, kunstcriticus en tekstschrijver Kurt De Boodt (1969).

De Boodt studeerde Germaanse Filologie aan de KU Leuven. Naast dichter en kunstcriticus was hij adviseur en tekstschrijver in de beleidscel van het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. Tot 1999 was hij hoofdredacteur van het maandblad Kunst & Cultuur. Hij publiceerde de bundels ‘Mal dood lam’ (2024), ‘Wake’ (2019), ‘Ghostwriter’ (2015),  ‘Minnezang’ (2011), ‘Waarop de klok ontwaakt!’ (2008), ‘Anselmus’ (2004), ‘Moules belges’ (2002) en ‘En alles staat stil’ (2000).

Levity Peters schreef in zijn recensie van ‘Ghostwriter’ de bundel waaruit ‘Lijm’ werd genomen: “Het enige dat ik proef in deze poëzie is zijn boosheid op anderen, op de domheid van anderen, het machtsstreven van anderen, de onrechtvaardigheid van anderen, de meedogenloosheid, de harteloosheid, hun eeuwige tekort. Ik ga ervan uit dat de haat om het onrecht uit betrokkenheid voortkomt. Ik hoop dat Kurt de Boodt in een volgende bundel wat meer van zijn liefde voor de wereld toont. Er is geen betere.” Hij schrijft dit nadat hij geconstateerd heeft dat er sprake is van een vermoeiende eendimensionaliteit “Niemand lijkt hier een binnenkant te hebben. De dichter zet iedereen als pionnen op zijn speelbord om zo zijn boodschap over te brengen. Als een echte ghostwriter.”

Toch lees ik in het gedicht ‘Lijm’ wel degelijk ook een andere kant van De Boodt. Het gedicht is opgedragen aan Vosje de kater en een In Memoriam voor José Vermeersch (1922-1997) een Vlaamse beeldhouwer en kunstschilder. Oordeel zelf.

.

Lijm

I.M. José Vermeersch en Vosje de kater

.

We kunnen het altijd met minder doen.

.

Zie: het keramische hondje dat de kater nu

van de kast stoot, valt nu op de keukenvloer

in gruzelementen uit elkaar. Onlijmbaar.

.

De maker is al jaren zaliger. Zijn honden

mannen en vrouwen uit gebakken klei

beven op aarde, in huiskamers en musea, na.

.

Hondje overleefde verhuis en ochtendhumeuren.

Het stond hoog buiten bereik van poetsvrouwen

en dochters die te groot werden voor kattenkwaad.

.

Tot de kater zich de kast op joeg en ongelukkig bewoog.

In mijn hoofd snijden scherven geheugensporen open.

Kater kijkt schuldig maar bekomt zienderogen van de schrik.

.

De waarde van kunst hoort emotioneel te zijn.

De waarde van kunst zit in het hoofd van de kijker.

Een onlijmbaar hondje is goed voor de vuilniszak.

.

Terwijl ik dit tik, likt andere kater mijn baard.

O wat genieten poezen toch van het ogenblik.

Genoeg gelikt, rotkater, ik zie mijn beeldscherm niet.

.

We leven niet in musea die kunstwaarden bewaken.

Zo. Hondje staat weer op de kast, gelijmd en wel

van herinneringen aan voor altijd bij elkaar blijven.

.

We kunnen het altijd met minder doen

maar zonder elkaar, dat niet.

.

 

 

De beste poëzie, slamdichters en rapteksten

André Sollie

.

Op nieuw kocht ik voor een habbekrats een verzamelwerkje uit de Rainbow pockets; Dit keer ‘Dicht! De beste Poëzie, Slamdichters en Rapteksten’. uit 2009. Samengesteld door Henk van Zuiden. Op zichzelf is de combinatie van slampoëzie, rapteksten en poëzie (en wat mij betreft aangevuld met Spoken Word) een heel logische, het zijn eigenlijk allemaal loten aan dezelfde stam van deze hoek van de literatuur, waarbij ik de poëzie dat leidend vind. Slampoëzie is vooral een manier van voordracht en eigenlijk zijn Rapteksten dat ook, maar dan veelal rijmend en daarbij worden de grenzen van het rijm behoorlijk opgerekt, en Spoken Word is eigenlijk meer een vorm van voordracht die niet perse poëzie is, het is eigenlijk een mengvorm van proza en poëzie is en vooral draait om storytelling.

Bijzonder dus dat er een bundeling van zoveel verschillende soorten van uitdrukking (laten we het zo maar even noemen) is samengesteld. De tekst op de achterkant van de bundel biedt uitkomst. Henk van Zuiden verzamelde gedichten en teksten die geschikt zijn voor iedereen – maar toch vooral voor jongeren werden gekozen. Aan de inhoud, de verschillende dichters en rappers in de bundel, kun je zien dat die inderdaad sterk op jongeren leunt. Zo is er werk van Huub van der Lubbe, Brainpower, Ali B. (toen dat nog kon), Lange Frans (voordat ie volledig doordraaide) en Yes-R opgenomen maar grappig genoeg ook werk van Alexander Pola (1914-1992), Ida Vos (1931-2006) en Jana Beranová (1932). Maar ook namen die je juist verwacht; Upperfloor, Gijs ter Haar, Daniël Dee, Bart FM Droog, Ruben van Gogh en Jeroen Naaktgeboren.

Maar ook een naam die ik niet kende namelijk André Sollie (1947-2025) was een Vlaams auteur en illustrator van kinder- en jeugdboeken en dichtbundels (er zijn ook een paar dichters van jeugdpoëzie opgenomen als Ted van Lieshout en Edward van de Vendel). Sollie debuteerde in 1986 met zijn eerste dichtbundel voor de jeugd ‘Soms, dan heb ik flink de pest in’, gevolgd in 1991 door ‘Zeg maar niks’ en in 1997 de autobiografische dichtbundel ‘Het ijzelt in juni’. In 2008 verscheen een dichtbundel voor jonge kinderen ‘Altijd heb ik wat te vieren’. Van Sollie koos ik het gedicht uit ‘Altijd heb ik wat te vieren’ getiteld ‘Toen’.

.

Toen

.

Vroeger vond ik alles leuker.

Toen mijn penvriend me nog schreef,

ik nog niet op internaat was.

Veilig bij mijn ouders bleef.

.

Toen mijn cavia nog leefde,

ik mijn blindedarm nog had.

Hoefde ik nog niet die beugel.

Woonden we nog in de stad.

.

Poes was nog niet weggelopen

en ik had nog geen acne.

En mijn pa nog geen verkering

met die slet uit Merendree.

.

Kortom. álles was toen beter;

elke zondag krentenbrood.

Was mijn fiets nog niet gestolen.

En mijn moeder nog niet dood.

.

Langetermijnisme

Hugo Claus

.

In de Volkskrant las ik een langer artikel over een relatief nieuwe filosofische stroming die vooral erg in trek is bij Tech-miljardairs als Elon Musk en Sam Altman. In het kort stelt  het langetermijnisme dat het verbeteren van de verre toekomst een wezenlijk moreel doel is. Het idee is dat de gevolgen van onze huidige beslissingen op de lange termijn (zelfs over generaties of millennia heen) belangrijk zijn en moeten meewegen in beleid, ethiek en persoonlijke keuzes.

Er is echter ook kritiek op dit nieuwe denken. Zo zou de focus teveel op toekomstige belangen gaan ten koste van de urgente problemen nu, en dat het moeilijk te voorspellen is wat nuttig is voor de verre toekomst. Of anders gezegd, je kunt miljarden steken in een missie om naar Mars te gaan en daar een vorm van verblijf te realiseren, terwijl er geen  levensomstandigheden mogelijk zijn voor de mens. De atmosfeer is veel dunner dan op aarde, bestaat vooral uit stikstofdioxide en Mars heeft geen magnetisch veld waardoor gevaarlijke (kankerverwekkende) straling en kou het oppervlak van de planeet domineren. Oh ja en er is geen water op Mars.

Als je dan weet dat de wereld te maken heeft met opwarming van het klimaat, oorlogen, armoede en hongersnoden, dan lijkt de keuze voor het langetermijnisme vooral heel erg ‘kortzichtig’. Tel daarbij op dat veel van deze superrijke tech-miljardairs (bijvoorbeeld Peter Thiel) geobsedeerd zijn met het idee om onsterfelijk te worden. Dus miljarden uitgeven aan zaken waar we nu helemaal niets aan hebben terwijl de wereld (en dat geldt ook voor democratische waarden, mensenrechten en de rechten van het individu) naar de ratsmodee gaat.

Een filosofie kortom waar je nou niet meteen heel warm van wordt. Die hele zucht van Musk bijvoorbeeld om naar Mars te willen gaan en dat er al meer dan 200.000 mensen zich hebben aangemeld om in Mars One (de te stichten kolonie daar) te willen gaan leven, terwijl ze weten dat eenmaal daar, je niet meer terug kan en dat onder de hierboven beschreven omstandigheden, is voor mij onbegrijpelijk. Dat de mens nieuwsgierig is naar het heelal en wat er buiten onze planeet allemaal is begrijp ik heel goed, om er op deze manier mee om te gaan is echter niet alleen onverantwoordelijk maar ook onbegrijpelijk voor mij.

Waar leidt dit blogbericht nog richting poëzie zul je je afvragen. Ik kwam op dit bericht toen ik in ‘Ik schrijf je neer’ de mooiste gedichten van Hugo Claus (1929-2008) zat te lezen. In deze bloemlezing uit het werk van deze Vlaamse dichter, schrijver, kunstschilder en filmmaker, is werk opgenomen in de vele stijlen en thema’s die Claus hanteerde ne beschreef. Claus zelf zei eens over zijn werk: “het is een pendelbeweging, een onderling bevruchtingsproces. Als er een bundel moeilijke gedichten is, mag je erop rekenen dat de volgende kermisgeschater is”.

In deze bundel las ik het gedicht ‘Raymond Loewy adviseert bij de inrichting bij de inrichting van een ruimtestation’. Een best wel vrolijk makend gedicht over het inrichten van een ruimtestation. Waarbij ik dan meteen moet denken aan hoe dat zou gaan bij zoiets op Mars.

.

Raymond Loewy adviseert bij de inrichting bij de inrichting van een ruimtestation

.

Ruimte? 6,50 bij 13 meter /-

.

28 tot 56 dagen /-

.

Zwevend slapen /-

.

Spelen waarbij iemand winnen kan

zoals poker of schaken moet men verbieden.

.

De wanden vooral niet groen verven

Want dan zie je om je heen

te vroeg, te gauw je vrienden als lijken.

Nee, eerder beige, babyblue  of een heel licht geel.

.

Violet belemmert de spijsvertering

Geel betekent: licht, verstand

Blauw: geloof, oneindigheid

.

Daarom misschien toch: lichtgroen,

De kleur van jong leven.

.

Ja toch groen, maar zo licht mogelijk.

.

 

Naamkundige

Ed Leeflang

.

Ik sta voor mijn boekenkast en zonder te kijken pulk ik de bundel ‘Liereman’ van Ed Leeflang (1929-2008) uit 1996 de kast. De bundel heeft een boodschap van Brigit aan Walter (mij beide onbekend) voor zijn verjaardag met een ps: Let’s keep in touch. Ik weet niet of Walter dat gedaan heeft, het cadeau verdween in ieder geval uit zijn kast (hij kreeg het op 1 juli 2000) en kwam al weer wat jaren geleden in mijn kast terecht. Waarschijnlijk via een kringloopwinkel of tweedehandsboekenwinkel.

Terug naar de bundel. Ik open de bundel op een willekeurige bladzijde en daar op pagina 25 staat het gedicht ‘Naamkundige’. Nou is het tegenwoordig een sport om je kind de meest exotische namen te geven. Op de website jmouders.nl staan de meest bijzondere voornamen gegeven in 2017 (het is al een tijd aan de gang). Namen als Qinoa, Servet, Lasso, Wijn en Qut (ik verzin het niet) doen je toch ernstig achter je oor krabben.

In het gedicht ‘Naamkundige’ uit de bundel ‘Liereman’ speelde Ed Leeflang al met de gedachte aan bijzondere voornamen.

.

Naamkundige

.

Jukke, Helle, Neeke, Ruis,

Maarle, Luwe, Gosse, Grietsen,

Zwier, Heikine, Halver, Lum,

Mork, Jappichje, Jildau, Homk,

Hope, Hedsert, Vake, Zwi.

.

Vader van fiches, hoeder van scharen,

bevolklte uren, geroepen namen,

allen bewoonden uw kalme kamer,

gezoogd en vervloekt

en hoelang door wie?.

.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

1 miljoen

Statistiek, bezoekers, pageviews en een gedicht

.

Dit wordt een blog over cijfers en statistiek, een extra blog om mijn lezers te bedanken voor hun vertrouwen en nieuwsgierigheid naar alles wat de poëzie te geven en te melden heeft. En zoals altijd met een gedicht.

Vanaf half oktober 2007, toen ik dit blog begon, heb ik regelmatig statistieken gedeeld. De eerste na een jaar in augustus 2008 toen dit blog nog onder web-log.nl draaide, toen ik in één jaar maar liefst 2116 bezoekers had. Ik weet nog dat ik daar heel blij mee was, mijn berichten werden gelezen en er zat een stijgende lijn in. In februari 2009 was het aantal bezoekers gestegen naar 5000 . In 2010 kwam de mijlpaal van 1000 reacties, in 2012 plaatste ik het 700ste bericht, in 2014 de 100.000 pageviews, in 2020 volgde het 1000ste bericht, de mijlpaal van 1 miljoen pageviews, in 2023 de 1,5 miljoen pageviews (inmiddels ruim 1,8 miljoen pageviews) en nu, afgelopen augustus werd opnieuw een mijlpaal behaald, namelijk de 1 miljoenste bezoeker. Ik realiseer me dat veel van deze 1 miljoen bezoekers regelmatige, vaak zelfs dagelijkse bezoekers zijn. Ik heb door de jaren heen vele abonnees op dit blog mogen verwelkomen (in totaal vandaag 497). Al die vaste en incidentele lezers wil ik hierbij bedanken voor hun vertrouwen in dit blog maar vooral voor hun liefde en nieuwsgierigheid van en in poëzie.

En omdat geen blog zonder gedicht kan (vind ik) heb ik gezocht naar een gedicht over cijfers of statistieken. Dat heb ik gevonden in de bundel van Radosław Jurczak (1995) die werd gepubliceerd en uitgegeven door Poetry International, Versopolis en de Europese Unie in 2023 en vertaald door Kris Van Heuckelom.

.

Elegie voor de afdeling speltheorie en sociale wiskunde van de universiteit van Warschau

.

Thou shalt not sit
With statisticians nor commit
A social science.

W.H. Auden

Spam is de basis van alle dingen en zal ons op een dag doden
als het ons eerder niet sterker zal maken Uit kartonnen dozen op de Banachmarkt

doen willekeurige Vietnamezen rekenmachines van de hand
(willekeurig zijn ook de processen: die Vietnamese jongen zijn

in een goedkoop Vietnamees T-shirt Een wiskundige als oom hebben
Die wiskundige zijn: geld naar huis sturen

en e-mails kleurloos als zuurstof) En je moet nog iets weten:
hoeveel geld je kunt verdienen met zulke rekenmachines

als Vietnamees kind (en je weet het niet: dus dat kind zijn
niets van getallen weten rekenmachines van de hand doen

elke dag bij het verlaten van de metro folders op de grond laten vallen
als offer aan de ondergrondse goden, want wie zou ze godverdomme lezen

in het Pools) Dus de oude statisticus droomt dat hij een zuurstofdeeltje is
of zijn eigen model: uitgestrekt zijn de rijstvelden

alsook de dorpen dichtbevolkt en zonnig: en dit weten ze niet:
onder de grond berekent elke rijsthalm winst en verlies

(en dus deze winst dit verlies zijn) Op alle zuurstofatomen
zitten zeer kleine tellers (als je dit eenmaal inademt)

stretto
Spam is de basis van alle dingen en als het ons niet sterker maakt
zal het ons uiteindelijk volkomen begrijpen Uit kartonnen dozen bij de Banachmarkt
doen ze rekenmachines van de hand Der Tod ist ein Statistiker
aus Vietnam (de lucht hecht zich aan één zuurstofatoom)

.

160 tekens (inclusief wit)

Sofie Cerutti

.

Het lijkt alweer heel lang leden dat we nog SMSte met elkaar. Tegenwoordig lijkt de directe chat met elkaar overgenomen door Whats App, Signal of de chatfunctie van social media als Facebook, Instagram, TikTok (ik weet niet of deze Chinese vorm van social media een chatfunctie heeft eigenlijk, ben er niet actief op) of zelfs apps als Wordfeud.

Maar in 2007, toen de bundel ‘160 tekens (inclusief wit)’ van Sofie Cerutti werd gepubliceerd was SMS-en nog de gewoonste zaak van de wereld. In 2019 schreef ik al eens over SMS-poëzie, toen naar aanleiding van de bundel ‘Gesluierde schandaaltjes‘ uit 2008, en eerder in 2010 schreef ik al eens een SMS-gedicht ook toen al naar aanleiding van de website http://www.precies160.nl (die overigens al lang niet meer bestaat). In 2008 verscheen er zelfs al een bloemlezing van SMS-gedichten van Cerutti maar daarna is niets meer over dit fenomeen vernomen.

In de bundel ‘160 tekens (inclusief wit)’ wordt nog verwezen naar deze website en naar de stichting 160 (ook al ter ziele) maar er zit achterin de bundel wel een DVD met daarop 160 filmpjes + lesmateriaal voor het voortgezet onderwijs, 30 gedichten van 14 dichters ( onder wie Vrouwkje Tuinman en Leo Vroman) en een interview met Sofie Cerutti. De bundel van Cerutti (1972) gaat over liefde, eenzaamheid, mobiele telefonie en de onmacht elkaar werkelijk te bereiken (toen was dit dus ook al actueel). Volgens de achterflap schrijft Cerutti prikkelende, melancholieke gedichten die behalve vormvast (160 tekens inclusief wit) ook lichtvoetig en speels zijn.

Jan de Jong kon de speelsheid en de vorm wel waarderen toen hij deze bundel voor Levende Taal in 2010 recenseerde (later, in 2021, opnieuw geplaatst op Tzum.nl).  Zo schreef hij: “Zo kunnen ook de strakke grenzen van een sms’je fraaie poëzie herbergen. Bijkomend voordeel is het medium. Door de alledaagse toegankelijkheid, zal een nieuw en jonger publiek makkelijker kennismaken met poëzie. De sms-bundel ligt voor velen nou eenmaal meer binnen bereik dan de dichtbundel.” Ik ben het met terugwerkende kracht helemaal eens met Jan.

Ik moet toegeven dat de vorm, de beperking van het aantal tekens een zekere compactheid brengt in de gedichten. Ik koos er twee, de eerste gaat over iets dat we nog steeds herkennen maar nu niet meer door de SMS maar door een andere ‘boodschapper’ en de tweede is een grappige variant.

.

SMS heeft de

wereld ingrijpend

veranderd: de

spanning in je lijf

als om 7:23 een

berichtje trilt

terwijl je wettige

wederhelft koffie

inschenkt redt

huwelijken.

*

De spannendste

komen van mijn

liefje (v), de

geilste van mijn

liefje (m), de

verstandigste van

mijn zus, de

mooiste van mijn

zoontje, de

leegste van mijn

vader.

.

Het vogelkerkhof

Kees ’t Hart

.

In 2023 kwam van dichter Kees ’t Hart (1944) zijn derde poëziebundel uit getiteld ‘Het vogelkerkhof’. Tussen de vele romans en verhalen door debuteerde ’t Hart in 1998 als dichter met de bundel ‘Kinderen die leren lezen’.  In 2008 volgde Ík weet nu alles weer’ en in 2023 dus ‘het vogelkerkhof’. De uitgever schrijft over ‘Het vogelkerkhof’: “Met onder meer een ode aan de werken van Lord Lister, herinneringen aan mensen en dingen, en een wandeling naar het huis van de dichter, waar vogels één keer per jaar bij elkaar komen. Banale en extatische epiek en lyriek vallen samen in zijn gedichten, in een toon van verlangen en geheim.”

In de recensie die Onno-Sven Tromp op de Meandersite schreef, lees ik: “de dichter schrijft over gewone, alledaagse dingen, maar er hangt een ongewone, mysterieuze sfeer. Daarmee is hij misschien verwant aan Toon Tellegen, aan wie het derde gedicht uit de bundel is opgedragen.”

Hans van der Heijde schrijft in zijn recensie op Tzum: “Verlangen, dat is in het werk van ’t Hart een sleutelbegrip en alomtegenwoordig.” En: “Dat verlangen kan poëzie worden omdat er een zwaar melancholiek gewicht aan hangt: het besef dat herbeleving onmogelijk is omdat die iets vereist wat verdwenen is en niet teruggehaald kan worden. Te weten kunnen lezen met een nog niet door een studie Nederlands en tientallen meters boeken met ‘echte’ literatuur ontwikkeld oog en met een nog niet door volwassenheid bedorven naïviteit en fantasie.”

Ik koos uit deze bundel het gedicht ‘De schilder’ en ik vraag me af in hoeverre de bovengenoemde kwalificaties opgaan ook voor dit gedicht.

.

De schilder

.

De natuur was schitterend

Alles was opgeruimd

Ik liet de eerste klodder

Op het doek vallen

.

Ik was kladschilder

En surveillant

Ik was blij met je bloedrode mond

Ik schreef

.

Voor jou wil ik schilderen

Voor jou alleen Manet

Voor jou is mijn baard

En mijn houten been is voor de bühne

.