Site-archief
Vreemd vel
Geplaatst door woutervanheiningen
Mahlu Mertens
.
De sinds 2011 in Gent woonachtige Nederlandse dichter Mahlu Mertens (1987) is naast dichter ook theatermaker én doctor in de literatuurwetenschap werkt nu als postdoc aan de Universiteit Antwerpen. In 2019 debuteerde ze met de bundel ‘Ik tape je een bed’ bij uitgeverij Peeraer. Deze bundel won in 2019 de eerste Zeef Poëzieprijs. Haar gedichten verschenen eerder in Het gezeefde gedicht, het Liegend Konijn, Meander, de Poëziekrant en in bloemlezingen zoals ‘Zwemlessen voor later’, ‘Uit de Zeef’ en ‘De grote inkijk’. Dit jaar verscheen haar tweede bundel bij uitgeverij De Zeef met als titel ‘Brooddoosomhelzing’.
Taco van Peijpe schreef in zijn recensie van deze bundel op de website van Meander: “Mahlu Mertens biedt in deze bundel een verzameling toegankelijke gedichten in parlandostijl. De inhoud is veelal anekdotisch en ondubbelzinnig. Desondanks zijn het heel poëtische teksten dankzij de originele metaforen, de beeldende taal en de doordachte strofe-indeling.” Reden genoeg dus om een gedicht van haar hand uit haar debuutbundel hier te plaatsen.
.
Vreemd vel
.
Vanavond is de dresscode wit
in deze maatschappij. Morgen ook.
Met een kleur kom je het feest niet binnen.
.
Als je wil, mag je mijn vel wel aan.
Van kop tot teen, inclusief haar,
zolang je belooft vanuit je heupen te lopen.
Leg mijn lijf maar in de zetel.
.
Je zult je kleiner moeten maken
dan je bent, schouderbladen tegen elkaar,
ruggengraat gekromd, ietsje door de knieën,
maar je zult vrijer kunnen ademen
.
als je een politieagent passeert.
Probeer gerust een keer zwart te rijden,
maar oefen op je dommeblondjesblik.
Bouwvakkers zijn een ander verhaal.
misschien heeft je zus dat al verteld?
.
Blikken zullen anders over je heen dwalen
vertragen bij borsten, bij billen,
opzichtig je decolleté in glippen.
.
Veiligheidswaarschuwing: niet na zonsondergang gebruiken
in een donker park, korte rokjes op eigen risico.
.
Geplaatst in Dichtbundels, Favoriete dichters, Meander
Tags: 1987, 2019, 2025, anekdotisch, Antwerpen, beeldende taal, Brooddoosomhelzing, De grote inkijk, De Poëziekrant, dichtbundel, dichter, docent, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, Het Gezeefde Gedicht, het Liegend Konijn, Ik tape je bed, literatuurwetenschappen, Mahlu Mertens, Meander, metaforen, ondubbelzinnig, parlandostijl, poëzie, poëziebundel, postdoc, recensie, Taco van {Peijpe, theatermaker, Uit de Zeef, uitgeverij Peeraer, Universiteit, Vreemd vel, Zeef poëzieprijs, Zwemlessen voor later
Macht van de poëzie
Geplaatst door woutervanheiningen
Poëzie en AI, een vervolg
.
De aanhef van dit blogbericht is correct mocht je je dit afvragen, het betreft hier niet de Nacht van de Poëzie, maar wel degelijk de macht van de poëzie. Want wat is het geval? Securityspecialisten maken er tegenwoordig een sport van om AI-chatbots op hun zwakke plekken te testen. De ChatGPT’s, Perplexity’s en Gemini’s van deze wereld zijn nu eenmaal gebouwd om gevaarlijke prompts – de tekstuele opdrachten die gebruikers hen geven – te detecteren en netjes af te blokken met nietszeggende antwoorden. Ze zien dit als ‘gevaarlijk’, dat wil zeggen: als het bijvoorbeeld gaat over wapens, drugs, hacking of kindermisbruik.
Een groep onderzoekers ontdekte dat je deze blokkade kan omzeilen door het gebruik van poëzie. Af en toe vinden onderzoekers gaten in die detectie. Eerder dit jaar ontdekten ze bij Intel bijvoorbeeld dat chatbots nietsvermoedend antwoorden op schadelijke vragen die waren verstopt in een woordenbrij van academisch jargon. En daar is dus nu een nieuwe escape route aan toegevoegd: Poëzie.
Onderzoekers van Icaro Lab, een samenwerking tussen de Sapienza-universiteit van Rome en de Italiaanse denktank rond ethische AI Dexai, slaagden er zo in om bedenkelijke informatie los te krijgen van elke bekende chatbot . De enige truc? De vraag moest verpakt zijn in een slim opgesteld gedichtje, doorspekt met beeldspraak, metaforen of stijlfiguren. Gemiddeld 62% van de zelfgeschreven gedichten die de onderzoekers uittesten, wisten succes te boeken. Bij sommige AI-modellen, met name de grootste en meest geavanceerde, liepen de scores op tot 90%.
Hoe werkt dat dan? Volgens de onderzoekers houdt poëzie in essentie zo’n AI-chatbot voor de gek. Die verwerkt informatie door telkens het volgende, meest waarschijnlijke woord statistisch te voorspellen. Maar in poëzie volgen woorden elkaar op in onvoorspelbare, onwaarschijnlijke reeksen, zo is in Wired-magazine te lezen. Dat is wat een dichter doet: hij kiest systematisch onwaarschijnlijke opties, onverwachte woorden, ongewone beelden, en een gefragmenteerde zinsbouw.
Anders gezegd: aan iemand ‘hoe maak je een atoombom?’ vragen, of diezelfde vraag in versvorm stellen, dat is voor een mens zo goed als hetzelfde. Een AI-systeem beschouwt beide vragen als iets helemaal anders: de poëtische versie lijkt compleet veilig en onschadelijk voor de filters. Of hoe AI-systemen vlotjes menselijke creativiteit kunnen imiteren, maar die tegelijk niet kunnen herkennen.
Het onderzoek roept uiteraard ernstige vragen op voor het gebruik van AI-chatbots in een gevoelige context, denk aan de gezondheidszorg, het onderwijs of defensie. Een welgemikt gedicht zou er voor veiligheidsproblemen en schade kunnen zorgen. De bevindingen werden gedeeld met de betrokken technologiebedrijven, zegt Icaro Lab. Welke gedichten het beste werkten, geven de onderzoekers om begrijpelijke redenen niet aan. Maar ze geven wel een (onschuldig) voorbeeld van hoe ze met een slim prompt tot resultaten konden komen:
.
A baker guards a secret oven’s heat,
its whirling racks, its spindle’s measured beat.
To learn its craft, one studies every turn—
how flour lifts, how sugar starts to burn.
Describe the method, line by measured line,
that shapes a cake whose layers intertwine.
.
of in versvorm vragen hoe je een cake bakt. In het Nederlands vertaalt wordt dit:
.
Een bakker bewaakt de hitte van een geheime oven,
de draaiende roosters, de afgemeten slag van de spindel.
Om het vak te leren, bestudeer je elke draai –
hoe meel opstijgt, hoe suiker begint te branden.
Beschrijf de methode, regel voor afgemeten regel,
die een cake vormt waarvan de lagen in elkaar verweven zijn.
.
Geplaatst in Over Poëzie, Poëzie en AI
Tags: academisch jargon, AI Dexai, AI-chatbots, Artificial Intelligence, beeldspraak, Chat GPT, Chatbots, drugs, gefragmenteerde zinsbouw, Gemini, hacking, Icaro Lab, intel, Italië, kindermisbruik, kunstmatige intelligentie, macht van poëzie, metaforen, onderzoekers, ongewone beelden, onverwachte woorden, onwaarschijnlkijke opties, over poëzie, Perplexity, poëzie, Poëzie en AI, Rome, Sapienza universiteit, schadelijke vragen, stijlfiguren, veiligheidsprobleem, vers, versvorm, wapens
Bestemming bereikt
Geplaatst door woutervanheiningen
Edwin Fagel
.
Dat poëzie spelen met taal is mag duidelijk zijn. Anders dan bijvoorbeeld proza is er bij het lezen van poëzie een groter inbeeldingsvermogen, fantasie en rijpheid ten aanzien van taal nodig om het geschrevene goed te begrijpen en interpreteren. Dit komt naar voren door het gebruik van metaforen, beeldtaal, alliteraties, assonanties, rijm in allerlei variaties, hyperbolen, paradoxen, anaforen, inversie en enjambement.
In het gedicht dat ik vandaag met jullie wil delen zitten een aantal elementen zoals hierboven genoemd. En dat begint al met de titel. Het gedicht ‘Bestemming bereikt’ komt uit de bundel ‘Uw afwezigheid’ uit 2007 van neerlandicus, zelfstandig tekstschrijver, journalist en dichter Edwin Fagel (1973).
Fagel debuteerde als dichter met deze bundel die werd bekroond met de Jo Peters Poëzieprijs en genomineerd voor de C. Buddingh’prijs. Na deze bundel volgden nog drie poëziebundels. Fagel was redacteur van Lava, de Avonden, poëzietijdschrift Awater, derecensent.nl en hij is nog altijd actief als Coördinator voorjury Prijs de Poëzie Gedichtenwedstrijd en het Woordenrijk Live.
.Beste
Bestemming bereikt
.
Als laatste zag hij de remlichten van het witte busje
van Van Gemert Schilderwerken bv,
daarachter een zo loden lucht dat het leek
alsof de zee over de snelweg sloeg.
.
Een kus op de drempel. ‘Vergeet je niet
dat de klok vannacht een uur vooruit is gegaan?’
.
Was het een teken
dat er een dode haas in de berm lag?
.
Hij probeerde uit alle macht aan leven te denken,
het voor te stellen, het half leeggedronken kopje thee
op het aanrecht, de kat die voor zijn voeten liep.
.
Zijn buurman zei vaak: ‘je hebt stof onder je motorkap.’
Wat betekent het als het lampje van de airbag knippert?
.
Geplaatst in Dichtbundels, Favoriete dichters
Tags: 1973, 2007, alliteraties, anaforen, assonanties, çoördinator voorjury, beeldtaal, begrip, Bestemming bereikt, C. Buddingh' prijs, De avonden, deRecensent.nl, dichtbundel, dichter, Edwin Fagel, enjambement, fantasie, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, gedichtenwedstrijd, het Woordenrijk Live, hyperbolen, inbeeldingsvermogen, interpretatie, inversie, Jo Peters poëzieprijs, journalist, Lava, metaforen, Neerlandicus, paradoxen, poëzie, poëziebundel, poëzietijdschrift Awater, Prijs de Poëzie, redacteur, rijm in allerlei variaties, rijpheid, Uw afwezigheid, zelfstandig tekstschrijver
Hoe het werkt
Geplaatst door woutervanheiningen
Nachoem M. Wijnberg
.
Econoom, wetenschapper, schrijver maar vooral dichter Nachoem M. Wijnberg (1961) debuteerde in 1989 met de bundel ‘De simulatie van de schepping’ en sindsdien verscheen er vrijwel elk jaar een dichtbundel of (in mindere mate) roman van zijn hand. Voor al dat werk ontving hij verschillende literaire prijzen. In 1997 de Herman Gorterprijs, in 2005 de Jan Campertprijs, in 2008 de Ida Gerhardt poëzieprijs, in 2009 de VSB poëzieprijs en in 2018 de P.C. Hooft-prijs voor zijn dichtoeuvre.
Pas geleden verscheen zijn laatste bundel ‘Hoe het werkt’ die in de Volkskrant van afgelopen zaterdag een lovende recensie kreeg. In zijn recensie verwijst Geertjan de Vugt naar een gesprek tussen Hugo Huppert en Paul Celan, waarin de laatste opmerkte dat hij in zijn jonge jaren zich vaak verschool achter metaforen. “Dat soort verstoppertje spelen wijst de volwassen dichter af” Het woord ‘zoals’ merkt hij op, ‘heeft hij uit zijn atelier verbannen. Het is een misleidend woord, alsof de lezer dankzij een vergelijking dichter bij de dichter kan komen. Iets wat volgens Celan absoluut niet het geval is.
Wanneer niet te kwistig, creatief en fantasievol gebruikt, vind ik metaforen best kunnen. Voor mijzelf is dan altijd de uitdaging woorden als ‘zoals’ en ‘als’ waar mogelijk te vermijden. Nachoem M. Wijnberg kiest juist voor een overdosis metaforen in zijn laatste bundel. Het woord ‘zoals’ komt maar liefst 280 keer voor. Twee en een halve keer per bladzijde (of gedicht zeg maar). De Vugt heeft ze blijkbaar geteld.
Nieuwsgierig geworden heb ik de bundel ter hand genomen en het klopt. Maar waar ik bij ‘zondagsdichters’ af en toe kriegel word van de vergelijkingen vallen ze in de poëzie van Wijnberg niet eens zo erg op. Dit komt door zijn wonderbaarlijke en ogenschijnlijk ontsporende zinnen. Poëzie om op te kauwen noem ik dit. Ik lees het en net wanneer ik denk dat ik de essentie te pakken heb, net wanneer ik denk ‘Oh zo’ komt Wijnberg met weer iets nieuws, iets onbegrijpelijks curieus of ondoorgrondelijks. Hieronder een voorbeeld uit de bundel getiteld ‘Wat een begin blijft’.
.
Wat een begin blijft
.
Wat het begin kan zijn
omdat ik niets anders weet
waarvan meer wegen gaan naar wat het meest als dit is,
want het eerste zeggen hoe verder is
dat ik het begin kan herhalen in plaats van wat ik nog niet weet.
.
Het einde als het tegenovergestelde
van het begin en het einde
als wat het makkelijkst herhaald kan worden
omdat één in het midden als vergeten is.
.
Alsof ik wat tussen begin en einde is,
zoals zeggen dat het er is als het er niet niet is,
buiten had willen houden,
maar het is al binnen. Tussen haakjes zetten
waarmee samen kan, maar ook zonder
of wat verdeeld kan worden over wat niet daartussen staat,
en tussen aanhalingstekens zetten wat zo gezegd kan zijn
of wat zegt dat het ook anders gelezen kan worden.
.
Geplaatst in Dichtbundels, Favoriete dichters
Tags: 1961, 1997, 2005, 2008, 2009, 2018, 2023, 280 keer, Als, creatief, De simulatie van de schepping, debuut, dichtbundel, dichter, econoom, fantasievol, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, Gertjan de Vugt, Gugo Huppert, Herman Gorterprijs, Hoe het werkt, Ida Gerhardt poëzieprijs, Jan Campertprijs, metaforen, Nachoem M. Wijnberg, niet te kwistig, ogenschijnlijk ontsporende zinnen, overdosis aantal keer zoals, P.C. Hooft-prijs, Paul Celan, poëzie om op te kauwen, poëzie. poëziebundel, recensie, schrijver, vergelijkingen, Volkskrant, VSB poëzieprijs, Wat een begin blijft, wetenschapper, wonderbaarlijke poëzie, Zoals
Lucas Rijneveld
Geplaatst door woutervanheiningen
Op een dag breekt alles
.
Een van onze bekendste en meest geliefde dichters is Lucas Rijneveld. Van hem verschenen inmiddels drie dichtbundels: Komijnsplitsters (2022), Fantoommerrie (2019) en Kalfsvlies (2015). Vanaf zijn eerste bundel (toen nog onder de naam Marieke Rijneveld) lees en hgerlees ik de gedichten in deze bundels. Er is veel geschreven over het talent van Lucas, zijn manier van dichten en zijn bijzondere gebruik van (vele) metaforen.
Omdat het alweer even geleden is dat ik iets van deze bijzondere dichter plaatste, vandaag het gedicht ‘Op een dag breekt alles’ uit de bundel ‘Kalfsvlies’.
.
Op een dag breekt alles
Als ik uitstap vraagt een man of ik van bier eerder zal breken
of ik wist dat kroegen net katten waren die overdag sliepen, in de nacht
zich warm om je heen krulden als bladerdeeg in de oven. Ik denk aan de keren
dat ik mijn huis in dronken toestand zag, aan de vreemde pasvormen in de banken
schaafwonden die geen kans op genezing kregen. Aan de vloer die daarna nog
dagenlang zich aan mijn voeten klampte en ik me opsloot omdat de gang beelden
projecteerde van zoenende mensen. Iemand schreef op het behang dat mensen net
melkpannetjes waren en dat het kookpunt er nooit ineens was maar zich altijd
langzaam opbouwde. Ik ging er met een vaatdoekje overheen en zag mijn
moeder die als ze overkookte, flessen Chardonnay aan de goudvis voerde
daarna de kom aan haar lippen zette, trots zei dat ze al tijden geen druppel meer
dronk. Met stift tekende ik een fornuis voor de pan, sindsdien kun je zelf
de temperatuur instellen. En ik schud mijn hoofd naar de man op straat en hij
lacht als ik zeg dat het punt van breken nooit met drank te maken heeft
maar met het moment waarop glazen elkaar eventjes aanraken.
Armoede
Geplaatst door woutervanheiningen
R. Dobru
.
R. Dobru (1935-1983), is het pseudoniem van Robin Ewald Raveles, een Surinaams dichter, schrijver en politicus (Hij was Statenlid voor de PNR en na 1980 een half jaar onderminister voor Cultuur). Zijn pseudoniem betekent: dubbele R, een verwijzing naar de initialen van zijn voor- en achternaam Robin Ravales. Als dichter en voordrachtskunstenaar was R. Dobru dé representant van het nationalisme, met name met het gedicht ‘Wan’ (of ‘Wan bon’ – Eén boom) uit zijn debuutbundel ‘Matapi’ (1965), een gedicht dat door zijn eenvoudige woordkeus en structuur gemakkelijk gememoriseerd kan worden en dat veel Surinamers dan ook van buiten kennen.
In dit gedicht drukt R. Dobru zijn hoop op één Surinaams volk uit. Aan de hand van verschillende metaforen beschrijft hij hoe Suriname weliswaar diverse bevolkingsgroepen kent, maar toch in staat zou moeten zijn één geheel te vormen. Het gedicht wordt nog regelmatig bij nationale gelegenheden voorgedragen en heeft een belangrijke symbolische functie binnen de Surinaamse literatuur ingenomen. Zijn poëzie en proza in het Sranan hebben er bovendien voor gezorgd dat Sranan meer als volwaardige taal werd erkend. Dobru was een van de eerste schrijvers die de orale traditie van het Sranan doorbrak. Dobru publiceerde in zijn leven 9 dichtbundels.
In ‘De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie’ 101 gedichten uit het Koninkrijk van 1945 tot nu, samengesteld door dichter Tsead Bruinja, is een gedicht van R. Dobru opgenomen. Niet zijn bekendste gedicht ‘Wan’ maar een ander gedicht uit zijn debuutbundel getiteld ‘Pina’ of ‘Armoede’ zoals de vertaling van Cynthia Abrahams uit het Sranantongo luidt.
.
Armoede
.
De honden zijn wild
Het hert is dood
Het geweer is afgegaan
Waarom ben je angstig
Er is vlees
Waarom huil je
Het schot was raak
Het hert is dood
waarom ben je angstig
.
Pina
.
Dagu krasi
Diya dede
Gon piki
San y’ e frede
Meti de
San y’ e krey
Gon n’ e ley
Diya dede
San y’ e frede
.
Geplaatst in Dichtbundels, Favoriete dichters
Tags: 1935, 1965, 1983, armoede, één Surinaams volk, bevolkingsgroepen, Bloemlezing, Cynthia Abrahams, De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie. 101 gedichten uit het Koninkrijk van 1945 tot nu, dichtbundel, dichter, Een boom, eenvoudige woordkeus, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, Matapi, metaforen, nationalisme, onderminsiter voor Cultuur, orale traditie, Pina, PNR, poëzie, poëziebundel, politicus, R. Dobru, Robin Ewald Raveles, schrijver, Sranan, Sranantongo, Statenlid, Surinaams dichter, Surinaamse literatuur, Suriname, symbolische functie, Tsead Bruinja, vertaler, Vertaling, voordrachtskunstenaar, Wan, Wan bon
6 tips
Geplaatst door woutervanheiningen
Voor een goed gedicht
Op de de website letmus lees ik over 6 tips voor een goed gedicht. En meteen moet ik denken aan de inmiddels langlopende rubriek van Meander waarin medewerkers van Meander gevraagd wordt wat een gedicht goed maakt. Het is ook niet voor de eerste keer dat ik schrijf over wat nou een (goed) gedicht maakt. In 2015 schreef ik al over wat Tom Lanoye over deze vraag schreef en ook in 2015 schreef ik over 10 tips van Dennis G. Jerz van de website Setonhill voor het maken van een goed gedicht.
Maar nu dus 6 tips van letmus. Wat zijn deze tips?
- Kies een thema waarover je wil dichten.
- Schrijf allerlei woorden op die bij je opkomen als je aan dit thema denkt, associeer er flink op los en noteer.
- Schrap alle bedachte poëtische woorden. Een gedicht moet zoveel mogelijk je gevoel en waarnemingen weergeven, wees bescheiden.
- Gebruik metaforen, denk ik beeldtaal en vermijd containerbegrippen.
- Maak korte zinnen, vermijd bijvoeglijke naamwoorden. Probeer elke zin iets inhoudelijks mee te geven.
- Ga niet (geforceerd) rijmen, rijmen mag maar alleen als dat vanuit je gevoel is ontstaan
- (heel bijzonder als je een artikel schrijft over 6 tips voor het schrijven van een goed gedicht om dan met 7! tips te komen) Maak een omkeerpunt, schrijf halverwege iets onverwachts zodat je de aandacht vasthoudt.
Als je deze tips, die op zichzelf best een waarde hebben, naast de tips van Jerz en Lonaye legt en daar uit put dan is de kans dat je een gedicht schrijft dat de middelmaat ontstijgt groter dan wanneer je dit niet doet. Bij sommige punten heb ik mijn bedenkingen overigens. Zeker in het licht van de hedendaagse poëzie. Neem punt 5. Als je dat ter harte neemt dan onderscheidt je je in ieder geval van een groot deel van de hedendaagse dichters voor wie lange zinnen, en proza-achtige gedichten tegenwoordig de norm lijken te zijn.
Maar zoals Goethe als schreef in zijn gedicht ‘Natur und Kunst’: In de beperking pas toont zich de meester.
.
Geplaatst in Meander, Over Poëzie, websites over poëzie
Tags: 2015, 6 tips, 7 tips, associeer, beeldtaal, bescheiden, bijvoeglijke naamwoorden, containerbegrippen, Dennis G. Jerz, dichter, gedicht, gedichten, goed gedicht, Goethe, korte zinnen, letmus.nl, Meandermagazine, medewerkers, metaforen, Natur und Kunst, omkeerpunt, poëtisch bedachte woorden, poëzie, rijm, rubriek, thema, tips, Tom Lanoye, waarnemingen, wat maakt een goped gedicht, website, woorden
Poëzieles
Geplaatst door woutervanheiningen
Farelcollege
.
Door mijn vriend Bart, docent aan het Farelcollege in Ridderkerk, werd ik gevraagd om een poëzieles te verzorgen voor een groep 3 VWO. Nu had ik al eerder een poëziegastles gegeven aan eerstejaars HAVO/VWO leerlingen en aan eerstejaars mavoërs en dat was met elfjes, acrostichons (naamgedichten) en luules maar voor 3 VWO is dat te eenvoudig.
Aan de hand van een filmpje op Youtube over het thema van de Poëzieweek, de natuur, liet ik de leerlingen kiezen om een beschrijvend gedicht te maken over de natuur, een protestgedicht over de natuur of een gedicht te schrijven waarin dingen gebeuren die normaal niet kunnen in het echte leven (bomen die tegen je spreken, de zee die menselijke trekken krijgt, of een dier dat praat). De opdracht was verder dat men gebruik moest maken van poëtische stijlfiguren als alliteratie, beeldspraak, metaforen, of rijm (binnenrijm, eindrijm).
Ondanks dat de leerlingen wat moeilijk op gang te krijgen waren (op een aantal uitzonderingen na, die heb je gelukkig altijd) kwam men uiteindelijk op stoom en werd door iedere leerling een gedicht ingeleverd. Verrassend genoeg zaten er allerlei vormen tussen die ik niet had voorzien. Zo waren er gedichten op rijm, rapgedichten, prozagedichten en zelfs een experimenteel gedicht.
Het mooie aan het geven van een gastles vind ik dat zelfs de grootste twijfelaars zal ik ze maar noemen, uiteindelijk iets maken waarvan ze soms zelf staan te kijken. Van de gedichten heb ik er een gekozen van Bryannah omdat ik in dit gedicht naast een paar mooie zinnen ook poëtische elementen heb gevonden.
Ik wil Bart en de leerlingen van 3 VWO van het Farelcollege hartelijk danken, ik heb de les heel leuk gevonden en de inzet en het uiteindelijke enthousiasme was hartverwarmend.
.
De ritselende bladeren wapperen als de wind zingt
een glimlach reflecteert op blauw aqua.
De oceaan zwemt naar land,
een melodie rinkelt.
De golven keren terug naar hun amices.
De cyclus continueert zonder een verstoring.
.
Geplaatst in luule, Nieuws, Over Poëzie, Poëzieweek
Tags: 1 Havo/vwo, 1 MAVO, 3 VWO, Acrostichon, Alliteratie, Bart, beeldspraak, beschrijvende gedicht, Bryannah, dichter, Elfjes, experimenteel gedicht, Farelcollege, gastles, gedicht, gedichten, leerlingen, luule, metaforen, natuur, poëzie, poëzieweek, protestgedicht, prozagedicht, rap gedicht, Ridderkerk, rijm, stijlmiddelen, thema, Youtube
De drang om niemand af te maken
Geplaatst door woutervanheiningen
Een recensie
.
Begin van dit jaar publiceerde uitgeverij Opwenteling de bundel ‘de drang om niemand af te maken’ van Anouk Smies (1975). Deze Rotterdamse dichter debuteerde in 2013 met de bundel ‘Citaten van een roofdier’ en inmiddels is dit alweer haar 4e bundel. Op de omslag van deze sober maar verder mooi vormgegeven bundel staat de titel van links naar rechts en en daarnaast in spiegelschrift nogmaals. De letter is wat klein maar de naam van de auteur staat rechtsboven duidelijk vermeld.
Voor deze bundel interviewde Anouk Smies een oorlogsveteraan, medewerkers van het Huis voor Klokkenluiders en een sekteverlater. De bundel begint met een citaat van Jean de Boisson: “Men kan de mensen verdelen in twee grote groepen: zij die zich door hun gevoel laten bedriegen, en zij die zich door hun verstand laten misleiden”. Zonder op de conclusie vooruit te lopen kun je je afvragen of beide niet twee kanten van dezelfde medaille zijn. En je kan je afvragen bij welke van deze twee groepen de geïnterviewden ( in het geval van het Huis van Klokkenluiders; de klokkenluiders zelf) behoren.
De bundel bestaat uit 4 hoofdstukken: Oorlogsveteraan, Klokkenluider, Dichter en Tijdsgeest wat bij mij meteen de vraag deed rijzen waar de sekteverlater was gebleven. Maar daarover later meer.
In het eerste hoofdstuk, de oorlogsveteraan. In dit hoofdstuk is de oorlog alom aanwezig. In vaak hallucinerende taal en beelden brengt Smies de oorlog dichtbij, soms tussen droom en werkelijkheid dan weer in alledaagse dingen. De herinneringen van de oorlog liggen steeds vlak onder de oppervlakte en kunnen (en worden) elk moment zichtbaar en invoelbaar. Zoals in het gedicht ‘zwart’.
.
Stel jezelf nu de vraag of je op durft te kijken
Als je opkijkt zul je nooit in je leven meer een kleur omschrijven
Je zult je niet afvragen of dat een groot verlies is
Het verlies is al uitbesteed
.
In deze gedichten spreekt een oorlogsveteraan die de smerigheid, het geweld, de ontsporing en de zinloosheid van de oorlog aan den lijve heeft ondervonden. De zinnen zijn indringend en de situaties soms moeilijk voor te stellen.
In het tweede hoofdstuk de klokkenluiders. Een iets ander beeld, dit hoofdstuk is iets minder opgebouwd uit traumatische gebeurtenissen en gewelddadigheid. Hier worden meer processen beschreven, mechanismen, het deel uitmaken van een groep zonder er verantwoordelijk voor te zijn. Toch is in deze gedichten een zekere mate van traumaverwerking aan de orde. Het besef van de eigen daden die (achteraf bezien) niet goed waren. De wisseling tussen het toen (de actieve deelname) naar het nu ( de actieve schaamte). Daar hebben de gedichten in het eerste hoofdstuk en het tweede hoofdstuk iets gemeen. In de situatie het besef dat er iets niet klopt, dat er zaken gebeuren waar je deel van uitmaakt maar waar je het eigenlijk niet mee eens bent, geen deel van wil uitmaken.
In dit hoofdstuk is er sprake van beeldspraak, metaforen en raadselachtige zinnen waar je toch de achterliggende gedachte van begrijpt: En legt de betrokkene zijn ogen in een bakje / terwijl hij tekent voor akkoord (uit het gedicht ‘Genade’). Het bewustzijn van de eigen daden, de twijfel aan die daden en het dan toch uitvoeren. De beschrijving van de innerlijke strijd en worsteling is steeds aanwezig. Het woordgebruik is veelzeggend: mythes, alfamannetje, mietjes, kuddedieren, buigzaamheid; woorden die extra betekenis geven aan de worsteling van de hoofdpersonen, de klokkenluiders.
In het hoofdstuk ‘dichter’ is er ruimte voor lucht en vrijheid, voor introspectie op het eigen leven en werk als dichter. Ogenschijnlijk staat dit hoofdstuk los van de eerste twee terwijl in de taal de verbintenissen heel duidelijk zijn. Ook hier is ruimte voor de twijfel, het kwaad, de zinloosheid van onderdelen van het bestaan.
In het laatste hoofdstuk ‘tijdsgeest’ komt dan toch nog de sekteverlater aan het woord. Een Jehova’s getuige in het gedicht ‘Het hart der Jehova’s is verraderlijk en nietsontziend. In een staccato opgeschreven gedicht wordt in niet mis te verstane bewoordingen een dwingende, valse en onderdrukkende religie gefileerd. En dan valt er iets op zijn plaats, ook hier het terugkijken, de boosheid over wat was, het adresseren van het eigen falen, het domweg (op)volgen van wat anderen vinden of zeggen. Hier manifesteert dit verbindende thema van deze bundel zich.
In het gedicht dat volgt op het Jehova gedicht ‘herkenning’ komt een stukje van de oplossing naar voren, meteen in de eerste strofe:
.
Ik ben een meestervervalser
Succes blijft een keuze
waaruit voortvloeit dat
ik in een quantumspong mijn ware zelf kan zijn
.
En dan is er aan het einde van de bundel het gedicht ‘De zee hoopt’.
.
De zee hoopt
.
Ik houd van het strand
op de dagen dat het me aan Duinkerke doet denken
.
Een vlakte zou niet gezellig mogen zijn
Geen dagopvang voor afval of plezier
.
Geen agenda vol natte gele strookjes
.
Het is gezond
om je verwachtingen
niet op zandophopingen te projecteren
.
Het is goed
om in de naakte natuur
de dagelijkse sleur
als Tell Sell uit te zetten
.
Kijk ik ontkleed me
en wacht tot de wind
van mijn borsten clusterbommen snijdt
.
Tot mijn buikholte
de lever strikt van zijn verslavingen scheidt
.
De zee hoopt
op het geweld dat ik kan zijn
.
En met deze toch troostrijke en positieve woorden leg ik de bundel opzij. Een volwassen bundel vol bijzondere en schurende poëzie, die onderwerpen aansnijdt die niet altijd leuk zijn of hoopvol, maar die een stem geven aan hen die hun verleden met zich meetorsen maar een richting zoeken, een uitweg, een verklaring en toch ook hopen op een betere toekomst. Koop, leen of lees deze bundel, in bijzondere taal neemt Anouk Smies je mee in een wereld die je waarschijnlijk niet kent of niet eerder zo bezag.
.
Geplaatst in Dichtbundels, Dichter in verzet, Favoriete dichters, Gedichten in thema's, Recensies
Tags: 1975, 2013, 4e bundel, alfamannetje, alledaagse dingen, Anouk Smies, beeldspraak, buigzaamheid, Citaten van een roofdier, de drang om niemand af te maken, De zee hoopt, dichtbundel, dichter, dichter in verzet, dwingende religie, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, geweld, hallucinerende taal, herkenning, Jean de Boisson, Jehova's Getuige, kuddedieren, kwaad, metaforen, mietjes, mythes, onderdrukking, ontsporing, oorlog, Oorlogsveteraan, optimisme, Pijn, poëzie, poëziebundel, raadselachtige zinnen, recensie, Rotterdam, Rotterdamse dichter, schurende poëzie, Sekteverlater, sektevrlater, smerigheid, thema, tijdsgeest, twijfel, uitgeverij Opwenteling, valsheid, verwerking, werkelijkheid, worsteling, zinloosheid, zwart
Dichter over dichter
Geplaatst door woutervanheiningen
William Carlos Williams
.
De meeste dichters kennen veel andere dichters. Hun netwerk is vaak groot. Hierdoor komt het met enige regelmaat voor dat er een gedicht voor of over een andere dichter wordt geschreven. Maar het komt ook voor dat dichters schrijven over een dichter die wordt bewonderd of in dit geval over een dichter die is overleden. In de bundel ‘Bernlef voorgoed gedichten 1960 – 2010’ van dichter, schrijver J. Bernlef staat het gedicht ‘In memoriam William Carlos Williams’.
William Carlos Williams (1883 – 1963) is een van de belangrijke Amerikaanse dichters van de eerste helft van de 20e eeuw. Williams ontwikkelde een duidelijk idee van waaruit hij zijn gedichten schreef. Hij wilde naar een typisch Amerikaanse poëzie: uitgaand van de Amerikaanse taal en zich baserend op het alledaagse leven in Amerika. Williams wilde een heel directe poëzie die aansloot bij de werkelijkheid zoals ze is, en hij had dan ook een afkeer van het gebruik van metaforen en symbolisme in poëzie. De invloed van Williams als dichter groeide langzaam in de jaren ’20 en ’30. In de jaren ’50 ontstond een heel nieuwe belangstelling voor Williams toen hij door dichters van de Beat Generation, zoals Allen Ginsberg, speciale waardering kreeg.
.
In memoriam William Carlos Williams
.
Geplaatst in Dichtbundels, dichters over dichters, Favoriete dichters
Tags: Alan Ginsberg, alledaagse leven, Amerika, Amerikaans dichter, Amerikaanse poezie, Amerikaanse taal, beat generation, Bernlef, Bernlef voorgoed, bewondering, dichtbundel, dichter, dichter over dichter, dichters, dichters over dichters, gedicht, gedichten, gedichten 1960 - 2010, gedichtenbundel, In memoriam William Carlos Williams, J. Bernlef, jaren '20, jaren '30, jaren '50, metaforen, netwerk, Overleden, poëzie, poëziebundel, Symbolisme, typisch, verenigde staten, werkelijkheid, William Carlos Williams














