Site-archief
Vis zonder schoenen
Natasja Bodde
.
Op 3 september van dit jaar was ik uitgenodigd om op het Augusta Peauxfestival voor te dragen in Simonshaven. Daar waren behalve een aantal mij bekende dichters ook een paar nieuwe namen. Een van de mensen die ik daar ontmoette was de stadsdichter van Nissewaard (Spijkenisse en omgeving) 2023-2024 Natasja Bodde (1997).
Hoewel ze aangaf vooral een Spoken Word dichter te zijn merkte ik dat in haar teksten meer zat dan wat een Spoken Word dichter te brengen heeft. Haar gedichten geven reden tot (na)lezen. Een gedicht waar ik van onder de indruk was, vooral ook door een klein stukje achtergrond wat ze erbij vertelde, is ‘Vis zonder schoenen’. Haar voordracht was veel meer dan alleen een Spoken Wordvoordracht, de tekst laat je achter met vragen. Dat is wat poëzie vermag.
Daarom, en ik heb natasja gevraagd of ik haar gedicht, dat uit een stuk tekst bestaat, mocht voorzien van wat witregels om het volgens mij nog wat meer te laten spreken, hier dat gedicht ‘Vis zonder schoenen’.
.
Vis zonder schoenen
.
Regenpakken op het brandhout verknetterd.
Rubberen laarzen doorgeknipt.
Zelfs de muziek blijft thuis vanavond.
.
Ik trek mijn schoenen uit.
Zwarte sandalen in mijn rechterhand,
alleen de wind door m’n haren was niet voldoende.
Is überhaupt nooit voldoende.
.
Tenen wijd gesperd.
Grassprieten kietelend vol rust.
de modder als glijmiddel voor mijn grootste liefde.
.
Hij kijkt me vreemd aan als ik verzopen binnenloop.
‘’Stap je wel gelijk onder de douche?’’
‘’Wat was er in hemelsnaam mis met je schoenen..?’’
.
Snapt ie niet dat ik het zout nooit uit m’n haren gewassen krijg,
veters allang heb doorgeknipt.
Klittenband trekt enkel de schubben van mijn lijf.
.
Ik zeg ‘’zie je niet..
ik ben een vis in het water.. zonder water..
Zonder bomen.
Zonder zuurstof
.
Hoor jij dan niet die vogels roepen..?’’.
Wachtend tot mijn trillingen zijn oren raken, twijfel ik
of ik wel in echte woorden sprak.
Tot ik ‘m daadwerkelijk zie bewegen.
.
De PlayStation gaat uit, de koptelefoon komt op tafel.
‘’oké, oké wacht.. dan trek ik wel eerst even.. m’n schoenen aan’’.
Ik fluister ‘’ja..
dat is nou juist het hele probleem’’.
.
Een ijsje
Merel Morre
.
In deze roerige en onverwacht gewelddadige tijden lees ik in de bundel ‘Dons op mijn tanden’ van Merel Morre uit 2015. Ik kreeg de bundel die door mijn broer werd opgepikt in een kringloopwinkel. De poëzie van Morre (1977) is te vergelijken met bijvoorbeeld die van Tim Hofman; weinig hoogdravend, redelijk eenvoudig en makkelijk te lezen. Niet meteen een bundel die ik zelf zou aanschaffen.
Morre is dichter en tekstschrijver volgens haar website. Kenmerkend aan haar gedichten is dat ze kernachtig zijn. Ze schrapt woorden die er niet toe doen, gebruikt graag taaltwists en kan niet zonder dubbele betekenissen. Elementen die ook in de poëzie van Hofman terug is te vinden en die aanslaat bij veel jongeren. Van 2013 tot 2015 was ze stadsdichter van Eindhoven. Daarnaast heeft ze met compagnon Lidy Lathouwers een tekstbureau. Inmiddels heeft ze 6 dichtbundels op haar naam staan.
Maar terug naar waarom ik aandacht aan Morre en de bundel ‘Dons op mijn tanden’ geef. Dat komt door een gedicht dat ik las in deze bundel getiteld ‘Een ijsje’. Dit gedicht is momenteel actueler dan ooit.
.
Een ijsje
.
oorlog neemt geen vakantie
conflicten recreëren niet
de hang naar macht
stopt niet met een ijsje
de zon schijnt nooit overal
.
maar waar leer je begrijpen
uit welk boek
in welke les
dat mensen kunnen juichen
als een bom
hun buren treft
.
mag de haat iets zachter
of helemaal uit
alsjeblieft
.
Dan
Joost Oomen
.
Dichter, schrijver, columnist, drummer en performer Joost Oomen (1990) debuteerde in 2011 met de dichtbundel ‘Vliegenierswonden’. Hij was huisdichter van de Rijksuniversiteit Groningen en stadsdichter van Groningen en won in 2011 het Hendrik de Vriesstipendium voor nieuwe literatuur. In 2021 werd hij door de Volkskrant uitgeroepen tot hét literaire talent van dat jaar. Na tien jaar lang langs alle poëziepodia van Europa te trekken verscheen in 2023 eindelijk zijn dichtbundel ‘Lievegedicht’. Joost Oomen staat dit jaar voor het eerst op de Nacht van de Poëzie dat op 7 oktober plaats vindt in Utrecht.
Uit zijn laatste poëziebundel ‘Lievegedicht’ nam ik het gedicht ‘Dan’. En hoewel Onno-Sven Tromp in zijn recentie op de Meanderwebsite heel terecht stelt: “Als er in ‘Lievegedicht’ één ding duidelijk wordt, dan is het wel dat Oomen een hongerige en dorstige dichter is. De liefde van de dichter gaat duidelijk door de maag. Er staat in de bundel bijna geen enkel gedicht waarin geen eten of drinken voorkomt, variërend van pudding tot ananaszee en van lolly’s tot roomboter.” is er in dit gedicht slechts sprake van het delen van een nectarine.
.
Dan
.
eerst heb je elkaar
nog nooit gezien
dan heb je elkaar gezien
maar weet je het nog niet
bijvoorbeeld op een groot feest waar je
later van weet dat je er allebei was
als dichte sneeuw
waarin geen vlok geen vlok
de ander zag
maar uiteindelijk samen
in een dekbed belandde
.
dan zie je elkaar
voor de eerste keer
.
dan zoen je voor de eerste keer
dan wordt het opeens april
dan hou je van elkaar
dan deel je een nectarine
.
dan leer je steeds beter
hoe de ander het liefst door de stad wil fietsen
en doe je dat vervolgens ook
dan word je een keer nat
zo nat dat je je schoenen leeg kunt gieten
bij thuiskomst op de donkerblauwe mat
.
en je gaat allebei op blote voeten naar boven
je gaat in bed liggen met twee koude regenlijven
stijf tegen elkaar aan
.
dan heb je één keer ruzie in datzelfde bed
dan heb je geen keer ruzie in datzelfde bed
zie je springbalsemien en knijp je erin
dan word je gelukkig en bijt je zachtjes in haar nek
.
dan zegt ze dat ze niet meer slapen kan
voordat jij ‘tot morgen’ hebt gezegd.
.
Vrouwen dichten anders
Chawwa Wijnberg
.
Toen Cox Habbema gevraagd werd om een dichtbundel samen te stellen met poëzie van vrouwen ging ze ‘alles wat Nederlandse dichteressen hebben geschreven opnieuw lezen’. Persoonlijk lijkt me dat ondoenlijk want er zijn er zoveel en ze hebben zoveel mooie bundels geschreven. Maar Habbema deed het om een antwoord te krijgen op de vraag: schrijven vrouwen anders?
Ze schrijft in haar voorwoord: “Van vele dichteressen had ik nooit gehoord, en van velen van wie ik hoorde, kon ik niets vinden. Ik heb genomen wat ik vond in dichtbundels en bloemlezingen, en ontdekte dat er niets mooiers is dan de verukkelijke willekeur van te mogen bundelen wat je mooi vindt.”
Toch vond ze ook een antwoord op haar vraag. Vrouwen dichten anders. Het is niet de door vrouwelijke dichters gehanteerde vorm die afwijkt van die van hun mannelijke collega’s, het is niet hoe ze spreken – het zit in wat ze zeggen en in de thema’s die ze aansnijden.
In deze bloemlezing staan vrijwel alle bekende namen uit de tijd dat deze bundel uitkwam (2000) maar ook verschillende namen die ik niet kende. Zoals de dichter Chawwa Wijnberg (1942-2019) was een Joodse dichter, columnist en beeldend kunstenaar. In januari van 2003 werd ze als eerste benoemd tot stadsdichter van Middelburg, waar ze vanaf het jaar 2000 woonde met haar partner Marianne Gossije.
Vanaf 1984 volgde zij een aantal jaren de poëzie-workshops van Elly de Waard. Van 1985 tot 1989 maakte zij deel uit van ‘De nieuwe wilden’, een groep vrouwelijke dichters die onder leiding van De Waard enige furore maakte. In 1988, 1995 en 1996 trad zij op tijdens de Nacht van de Poëzie te Utrecht. In deze bundel is het gedicht ‘Vaderdag’ opgenomen uit de bundel ‘Handboek voor de joodse kat’ uit 1993.
.
Vaderdag
.
andere kinderen hadden vaders, de liefste
bij ons was er de man van moeder
en dat schilderij
.
hun vader was de grootste, sterkste
de tijd beet gaten, zaagde poten
liet hem
in tegenwind en tijd vervallen
.
alleen de mijne
bleef onveranderd held
goed en in een gouden lijst
.
nagelaten hangt hij zonder knieën
niet van straf en niet van knuffelen
niet van voedde op
mijn vader, wijs ik de visite
.
zijn stierenek en boze ogen, zie je
dat zijn mijn oren; mijn moeder zei
men vond hem eigenwijs
.
alleen dat slecht geverfde doek
dag vader
jonger dan ik ben jij
.
Vakantiegedichten
Bauke Vermaas
.
Elk jaar in de zomermaanden neem ik ‘beperkt’ verlof van dit blog. Dat wil zeggen dat ik dan drie weken lang elke dag een gedicht deel van een dichter en daarbij aangeef waar ik het gedicht vandaan heb. Dus geen uitgebreide stukken over poëzie in de buitenruimte, stiftgedichten, Spoken word, bijna vergeten dichters, voordrachten, podia, festivals of poëzie en kunst/film/muziek. Gewoon een gedicht dat ik mooi vind van een dichter die je misschien kent en misschien niet.
Vandaag dag 1 met het gedicht ‘Graven’ van Bauke Vermaas. Stadsdichter, schrijver en publicerend in verschillende literaire en poëtische tijdschriften.
.
Graven
.
Je kunt overal beginnen
spitten tot je op iets stuit.
Je zult iets vinden. Hoe
maakt niet uit.
.
Langzaam
en
voorzichtig
.
of snel en onstuimig schep na schep na grote schep. Tot
.
iets je weg blokkeert.
Wroet je dan verder
of probeer je te zien
wat een scherf een botje
een steen verbergt?
.
Zocht je naar die steen
of naar wat nog leeft achter
de muren die hij maakte
.
en als je hem wegneemt
wat stort er dan in?
.
Homeless Jezus
er ligt een man in het park
op een bank onder een jas onder een krant
ligt een man in het park
en als hij niet bewoog zou je denken dat hij van steen was
zoals de buste van de koningin aan de rand van het park
wat zij met hem te maken heeft
want ook al is zij postuum en van patina
en hij meer van slaap dan van bloed
als hij niet bewoog zou je denken dat hij van steen was
en als zij niet van steen was zou je denken dat zij zich over hem
boog
.
.
Schoon genoeg
Frouke Arns
.
De website van SLA|Avier (Stichting Literaire Activiteiten Avier is helaas uit de lucht maar gelukkig hebben we hun uitgaven nog uit 2012, 2013 en 2014. In de bundels ‘De gedichten van’ zijn gedichten van bekende en minder bekende dichters opgenomen. Zelf sta ik met het gedicht ‘Kerfstok’ in de editie 2012. Helaas is aan dit mooie initiatief een einde gekomen. In ‘Avier, De gedichten van 2014’ staat het gedicht ‘Schoon genoeg’ van dichter, schrijver en voormalig stadsdichter van Nijmegen (2015-2017) Frouke Arns (1964). Dat gedicht wil ik hier met jullie delen.
.
Schoon genoeg
.
Ik heb de kringen achter de kast geschrobd,
zelfs de webben op zolder waar wij zelden kwamen
als een suikerspinmeisje op een stokje gedraaid.
.
De lakens vingen veel wind vandaag en zon
stort door het raam op de vloer, de blankgeboende.
Het bad staat vol en onbewogen.
.
Bomen werpen hun schaduwen ver vooruit;
de wingerd die je steen overwoekert
heb ik sinds jaren voor het eerst niet gesnoeid.
.
3 PAK
Gershwin Bonevacia
.
Ter gelegenheid van de Boekenweek voor jongeren komt de CPNB elk jaar met een uitgave speciaal gericht op jongeren. En dan vooral om het leesplezier van jongeren aan te wakkeren. In 2022 was dit de uitgave ‘3PAK’ met verhalen van Daan Heerma van Voss en Chinouk Thijssen en gedichte van Gershwin Bonevacia.
Bonevacia schrijft op zijn website: “Gershwin Bonevacia is dichter, schrijver en performer. Van maart 2019 tot januari 2022 was Gershwin stadsdichter van Amsterdam, en schreef hij maandelijks een gedicht in Het Parool. Zijn poëziedebuut ‘Ik heb een fiets gekocht’ gaf hij in 2017 in eigen beheer uit en maakte hij eigenhandig tot underground classic door er meer dan 6000 exemplaren van te verkopen.” In 2021 verscheen van hem de bundel ‘Toen ik klein was, was ik niet bang’ en in 2022 was hij de eerste dichter die gevraagd werd voor ‘3PAK’.
Een van de gedichten in deze bundeling van poëzie en verhalen is getiteld ‘Veertien’.
.
Veertien
.
jongens hebben voetbal, een bank in het park
stunten op een BMX
en basketballen op het plein tot middernacht
meisjes hebben schaamte
.
op een dag
als we groot zijn
en zelf kunnen denken
zullen we moedige vrouwen zijn
met een gezin, een baan en zwaartekracht
we zullen zitten in een bus
en het gewicht van onze nieuwe vormen
naar de randen van open plekken duwen
.
we zullen veertienjarige meisjes zien voor wat ze zijn
omdat wij hen zijn geweest
ze zullen voor ons zitten
lachend om onze schoenen
meisjes met vleugels
terwijl in onze ooghoeken
de jongens elkaar uitdagen
om hoger en hoger te springen
.
















