Maandelijks archief: augustus 2025

160 tekens (inclusief wit)

Sofie Cerutti

.

Het lijkt alweer heel lang leden dat we nog SMSte met elkaar. Tegenwoordig lijkt de directe chat met elkaar overgenomen door Whats App, Signal of de chatfunctie van social media als Facebook, Instagram, TikTok (ik weet niet of deze Chinese vorm van social media een chatfunctie heeft eigenlijk, ben er niet actief op) of zelfs apps als Wordfeud.

Maar in 2007, toen de bundel ‘160 tekens (inclusief wit)’ van Sofie Cerutti werd gepubliceerd was SMS-en nog de gewoonste zaak van de wereld. In 2019 schreef ik al eens over SMS-poëzie, toen naar aanleiding van de bundel ‘Gesluierde schandaaltjes‘ uit 2008, en eerder in 2010 schreef ik al eens een SMS-gedicht ook toen al naar aanleiding van de website http://www.precies160.nl (die overigens al lang niet meer bestaat). In 2008 verscheen er zelfs al een bloemlezing van SMS-gedichten van Cerutti maar daarna is niets meer over dit fenomeen vernomen.

In de bundel ‘160 tekens (inclusief wit)’ wordt nog verwezen naar deze website en naar de stichting 160 (ook al ter ziele) maar er zit achterin de bundel wel een DVD met daarop 160 filmpjes + lesmateriaal voor het voortgezet onderwijs, 30 gedichten van 14 dichters ( onder wie Vrouwkje Tuinman en Leo Vroman) en een interview met Sofie Cerutti. De bundel van Cerutti (1972) gaat over liefde, eenzaamheid, mobiele telefonie en de onmacht elkaar werkelijk te bereiken (toen was dit dus ook al actueel). Volgens de achterflap schrijft Cerutti prikkelende, melancholieke gedichten die behalve vormvast (160 tekens inclusief wit) ook lichtvoetig en speels zijn.

Jan de Jong kon de speelsheid en de vorm wel waarderen toen hij deze bundel voor Levende Taal in 2010 recenseerde (later, in 2021, opnieuw geplaatst op Tzum.nl).  Zo schreef hij: “Zo kunnen ook de strakke grenzen van een sms’je fraaie poëzie herbergen. Bijkomend voordeel is het medium. Door de alledaagse toegankelijkheid, zal een nieuw en jonger publiek makkelijker kennismaken met poëzie. De sms-bundel ligt voor velen nou eenmaal meer binnen bereik dan de dichtbundel.” Ik ben het met terugwerkende kracht helemaal eens met Jan.

Ik moet toegeven dat de vorm, de beperking van het aantal tekens een zekere compactheid brengt in de gedichten. Ik koos er twee, de eerste gaat over iets dat we nog steeds herkennen maar nu niet meer door de SMS maar door een andere ‘boodschapper’ en de tweede is een grappige variant.

.

SMS heeft de

wereld ingrijpend

veranderd: de

spanning in je lijf

als om 7:23 een

berichtje trilt

terwijl je wettige

wederhelft koffie

inschenkt redt

huwelijken.

*

De spannendste

komen van mijn

liefje (v), de

geilste van mijn

liefje (m), de

verstandigste van

mijn zus, de

mooiste van mijn

zoontje, de

leegste van mijn

vader.

.

Dagelijkse poëzie chat

Stel zelf je poëziebundel samen

.

Tijdens Poetry International 2025 heeft deze organisatie een poëzie applicatie (app) ontwikkelt en ter beschikking gesteld. De naam van deze app is Daily Poetry Chat. Op de site van Poetry International werd de app als volgt aangekondigd: Een app die poëzie op een verrassend persoonlijke manier naar je toe brengt, afgestemd op je stemming, het weer of wat je ook maar bezighoudt. Stel je eigen poëziebundel samen, deel je favoriete gedichten met vrienden en laat je elke dag verrassen door een gedicht dat bij je huidige gemoedstoestand past.

Tijdens het festival toen de app gepresenteerd werd, hebben dichter Ingmar Heytze en presentator Jennifer Muntslag samen deze app live getest en aan het publiek laten zien wat de mogelijkheden van de app zijn. En die zijn er. Zo kun je in het chatvenster precies omschrijven wat voor soort gedicht je zou willen lezen. Op basis van trefwoorden, gemoedstoestand of zomaar een willekeurig onderwerp kun je je vraag stellen. Omdat deze app een nieuwe technische ontwikkeling betreft vroeg ik een gedicht over nieuwe technische ontwikkelingen.  Als antwoord kreeg ik: Ik heb een gedicht gevonden dat de intrigerende relatie tussen technologie en menselijke ervaring verkent. Geschreven door Sara Uribe, biedt het een blik op hoe nieuwe ontwikkelingen ons leven beïnvloeden. Het bericht eindigt met: Ik ben benieuwd of dit gedicht in lijn is met wat je zocht!

Je kunt in de chat kiezen om gedichten in thema’s te kiezen die de chat je voorlegt of zelf je thema’s kiezen. De taal van de app is niet de taal van (veel van de) gedichten, de gedichten zijn handmatig vertaald en ook beschikbaar in de oorspronkelijke taal. Daarnaast kun je je gedichten opslaan in gepersonaliseerde bundels die met je smaak en stemming meegroeien, en je kunt samen met vrienden een bundel samen stellen of je gedichten delen met vrienden. Kortom, op naar je app store en downloaden maar voor elke dag iets nieuws wat bij je stemming of interesse past.

Het gedicht van de Mexicaanse dichter Sara Uribe (1978) werd vertaald door Lisa Thunissen

.

GEDICHT WAARIN DE SPREKER ER AMPER IN SLAAGT OM MET EEN KORTE VRAAG DE LIJST INSTRUCTIES TE ONDERBREKEN DIE WORDEN GEDICTEERD DOOR EEN MEGAFOON BOVEN HAAR HOOFDEINDE OVER WAT VOOR GEDICHTENMEN ZOU WILLEN DAT ZE SCHRIJFT

We willen dat je een gedicht schrijft in termijnen zonder rente.
Een gedicht met 24 uursservice. Een gedicht met wifi.
Een gedicht gemaakt om op Instagram te posten.
Een gedicht met make-up die niet op dieren is getest.
We willen, uiteraard, een gedicht zonder conserveermiddelen, een vetarm gedicht.
Een cafeïnevrij gedicht, lactosevrij en zonder gluten.

.

————————-Maar willen jullie een gedicht of een venti chai latte soya?

.

We willen een woorden-maak-machientje
een muziekdoosje zonder ballerina
een op afstand bestuurbaar speeltje inclusief batterijen.
Het noumenon-gedicht.
Het homerische gedicht in praesens plus quamperfectum.
Het fenomenale levende kogelgedicht.
Het multidisciplinaire nv-gedicht.
hetzondercatactischetewordenallerpoëtischstegedichtooitgeschreven.com
We willen een polyglot, acrobatisch gedicht, een gedicht
met een T-shirt waarop staat [there is no poem b].
Een gedicht dat je kunt zingen. Dat zichzelf kan bedruipen.
Een gedicht zonder houdbaarheidsdatum.  Ja we willen
een gedicht dat aftelt van negenennegentig tot nul
na het teken van de anesthesioloog. Ja we willen een gedicht dat niet wakker wordt tijdens de operatie.

.

Blaka Oema

Hilli Arduin

.

Hilli Arduin is geboren in Paramaribo (1950) maar ze bracht haar jeugd door op Curaçao. Om verder te studeren verhuisde ze op 21-jarige leeftijd naar Nederland. In Nederland studeerde ze af in maar liefst 5 HBO- en 2 doctoraalstudies. Van beroep is Hilli Arduin klinisch orthopedagoog en psycholoog. Naast haar drukke bezigheden heeft ze schrijven als hobby. Maar ook haar hobby neemt ze zeer serieus.

Zo schreef ze ‘De donkere tranen van zijn moeder’ dat gaat over haar oudste zoon, die op 21-jarige leeftijd aan sarcoïdose (een zeldzame ziekte van het afweersysteem) overleed. Maar ze schreef ook het kinderboek ‘Ik neem je mee’ waarin de trans-Atlantische slavernij wordt belicht. De verhalen in dit boek worden steeds ingeleid met een gedicht.

Ook is Arduin verhalenvertelster. Dit bracht haar naar landen als Zuid-Amerika, Amerika, Canada, Suriname, Nederland en België. In 2018 publiceerde ze een ‘Kindergedichtenbundel’. In 2011 verscheen van haar hand ‘Wie ben ik / Ta ken mi ta’ en uit die bundel komt het gedicht ‘Blaka Oema’ (kleine heester met groene bloemen).

.

Blaka Oema

.

Bijzonder was de dag waarop

de zon

de flonkerster

de volle maandag

de morgendauw

haar baarden.

.

Fluweelzachte huid

gekleurd door

bruinige tinten,

rimpelloos en strak.

Met afgemeten precisie

creëerden ze haar gelaat.

De donkere ogen

de platte neus

de volle lippen

pasten als puzzelstukjes in elkaar.

Uitstulpende rondingen

voor, achter, links en rechts

vertolkten haar sensualiteit.

Donzig pluizig haar

drapeerde haar hoofd

in vallende lokken.

.

Eigenzinnig en trots

bewandelt zij

in ritmische cadans

haar weg.

.

Ze gaat.

Kijkt om.

En gaat weer verder.

.

Mooi blaka oema.

.

 

Lange titel

Nachoem Wijnberg

.

Gedichten komen met titel of zonder, De titel kan kort zijn (zoals bijvoorbeeld ‘Eend‘ of ‘U nu!’ of elk ander kort woord) of lang en soms is een titel langer dan het gedicht waar de titel bij hoort, zoals het liefdesgedicht van Alexander Franken geschreven voor Marianne Thieme. Een titel kan dus ook lang zijn en laat in de bundel ‘Voor jou, van jou‘ van Nachoem M. Wijnberg (1961) uit 2017 nou zo’n gedicht staan.

De titel ‘Of het makkelijker is je iets te herinneren als je een groot deel van je leven met dezelfde geweest bent of wanneer je je kan helpen door te bedenken dat dat in de tijd was dat je met die of die was’ is denk ik een van de langste titels van gedichten die ik de tijd dat ik met poëzie bezig bent ooit ben tegengekomen. Het gedicht is een wonderlijke mix van vergeten, herinneren en hernieuwde realisatie, bij de dichter en bij de lezer.

.

Of het makkelijker is je iets te herinneren als je een groot deel van je leven met dezelfde geweest bent of wanneer je je kan helpen door te bedenken dat dat in de tijd was dat je met die of die was

.

Je kan terugkrijgen
wat je je niet eens kan herinneren
dat je het weggegeven hebt.

.

Dat is wanneer je zegt
dat je het verhaal kan vertellen,
maar je weet niet waar te beginnen.

.

Dat is wanneer je zegt
dat je niet meer weet hoe het vuur te maken
of welke woorden te zeggen
op welke plaats
in het bos.

,

Je weet niet eens welk bos het was,
maar als je je een bos kan herinneren
kan je het terugkrijgen.

.

Wat heb je weggegeven?

.

 

dichter over dichter

Hanna Kirsten over Marleen de Crée

.

In de laatste bundel van Hanna Kirsten (1947) getiteld ‘Voetafdruk van stilte‘ staat een gedicht voor Marleen de Crée (1941-2021). Marleen de Crée leerde ik kennen toen we haar voor MUGzine #6 in 2021 vroegen. Ze reageerde meteen enthousiast en haar gedichten die ze inleverde rond het thema ‘Insomnia’ waren zo goed gekozen en geschreven. Ik was dan ook verrast en verdrietig toen ik vernam van haar zelf verkozen dood samen met haar man Jean.

Het gedicht ‘voor marleen de crée ‘met een zacht potlood’ wordt in ‘Voetafdruk van stilte’ voorafgegaan door woorden van Marleen: “De stilte, Hanna, is het woord will;en en zonder het woord kunnen we niet zeggen dat we de stilte liefhebben’.

.

voor marleen de crée ‘met een zacht potlood’

.

vita vita

leven en lezen

met de nadruk op geen van beide

en het hart op alle twee

.

oktober is wachttijd

verwaaid blijven liggen

in het wit tussen de regels

.

fluisterlicht

verloren woorden die jou

in de stilte van het water

hoorbaar maken

sybilla legt warme vleugels

rond mijn stem

druppelpunt is raakpunt

wortels in de grond

.

uit jouw stilte

groeien woorden

rozen en rozen.

.

Alle -ismen nog eens aan toe

Stromingen in de Russische poëzie

.

Elke keer wanneer ik over Russische poëzie schrijf bekruipt me een ongemakkelijk gevoel. Rusland daar wil ik niks mee te maken hebben, een dictatoriaal geleid land waar zo’n beetje alle mensenrechten worden geschonden. En toch blijf ik aandacht besteden aan de Russische dichters en poëzie. Die staan voor mij los van al het kwaad dat Rusland tegenwoordig belichaamd.

Daarom vandaag een blog over stromingen in de Russische poëzie. En dat zijn er nogal wat. Heb je in Nederland de romantische dichters, de Tachtigers, de Vijftigers, de Zestigers en de Maximalen, in Rusland zijn het allerlei -ismen. Ik beperk me hier tot de stromingen van eind 19e eeuw tot ongeveer nu. Een opsomming.

De 19e eeuw (en dan met name het laatste deel) waren de hoogtijdagen van het Russisch realisme, ook wel de Gouden Eeuw van de Russische literatuur genoemd. Een variant van het Realisme en een tegenhanger van de Romantiek. Tijdens de romantiek werd de subjectieve ervaring als uitgangspunt genomen. Hierdoor kwamen introspectie, intuïtie, emotie, spontaniteit en verbeelding centraal te staan. In het Russisch Realisme was een sociale boodschap uitgangspunt, literaire uitingen moesten confronterend zijn. De lezer moest opschrikken uit zijn zelfgenoegzame dommel. Overigens was het Russisch Realisme ook niet vrij van controverse, zo bestond deze stroming uit een progressieve, meer Westers-gezinde stroming en de meer Oosters georiënteerde slavofielen, die op hun beurt vooral teruggrepen op de voor-Petrische, oud-Russische waarden, de mythen over de ‘Russische ziel’, de verheerlijking van de mir, het natuurlijke christendom van de boeren en het idee van de eenheid aller Slaven (het ‘panslavisme’), alles onder autocratisch leiderschap van de tsaar.

Tussen 1890 en 1920 kwam het Symbolisme op (de Zilveren eeuw, al duurde die maar ca. 40 jaar). Symbolisten verklaarden zich voorstander van het ‘l’art-pour-l’art’-principe. Zij bestreden nadrukkelijk dat kunst nuttig moest zijn, zoals de linkse socialisten propageerden, of moest opwekken tot een hoogstaand leven, zoals Tolstoj wilde. De beweging van de Tachtigers in Nederland is verwant aan deze stroming.

Literaire stromingen die voortbouwden op het Russisch symbolisme (of zich er eigenlijk tegen zeiden af te zetten) waren de op de ‘gewone’ betekenis van het woord georiënteerde acmeïsten ( zij streefden naar eenvoud en helderheid van hun teksten. Ze vermeden metafysische, mystieke en occulte termen ten faveure van aardse en concrete) de meer op klanken georiënteerde futuristen (die zich afzetten tegen alle geldende normen en conventies inzake woordvorming, syntaxis, spelling en ritmiek). Zij actualiseerden de woordenschat met willekeurige en afgeleide woorden of door woorden in een nieuwe context te plaatsen. Vaak gebruikten ze bewust verkeerde voegwoorden en ongewone interpunctie.), de formalisten (zij concentreerden zich op de formele kenmerken van de literaire tekst en op de effecten daarvan) en  de imaginisten (zij richten zich vooral op (het belang van) het beeld in de poëzie. Ze verwierpen het futurisme en het symbolisme en aanvaardden alleen het beeld als poëtisch fundament. De inhoud was onbelangrijk.

Na deze periode kwam het tijdperk van de Sovjet Unie en het Socialistisch Realisme. Dit werd de enige nog toegestane literatuurstijl. De censuur vierde hoogtij. Het typische Sovjetoptimisme, de partijtrouw, de volksaard, de verheerlijking van de vooruitgang (en na de oorlog de wederopbouw), met altijd positieve helden. Na de Glasnost en de Perestrojka verdween het Socialistisch Realisme uit de poëzie. Hierna zijn geen literaire stromingen van enige betekenis meer ontstaan.

Door een eeuw poëzie in stromingen te beschrijven is de keuze voor een dichter natuurlijk niet eenvoudig, er zijn er zoveel. Ik heb gekozen voor de dichter Bella Akhmadulina (1937-2010). Zij een was dichter, vertaler en schrijver van korte verhalen van Italiaans-Tataarse afkomst. Ze was getrouwd met een andere Russische dichter Jevgeni Jevtusjenko (1932-2017). Haar gedichten zijn klassiek van vorm in de traditie van de Acmeïsten en vaak licht ironisch van toon. Onder het bewind van Leonid Brezjnev werd ze uitgesloten van de Schrijversbond en mocht ze niet meer gepubliceerd worden. Akhmadulina’s werk werd destijds over het algemeen niet veel gepubliceerd, desalniettemin trokken haar openbare voordrachten een enthousiast publiek en droeg ze voor volle zalen voor. Naarmate ze ouder werd, werd haar schrijfstijl filosofischer, zelfs religieus. Hoewel ze sociale kwesties over het algemeen uit de weg gaat, behandelt haar latere poëzie grotendeels thema’s als ziekte, slapeloosheid en het lijden dat voortkomt uit haar onvermogen om te schrijven in een sfeer van stilte, schaduwen en duisternis.

Uit  ‘Armada’ uit 1997 komt haar gedicht De nieuwe hoogovens op het metallurgisch complex van Kemorovo’ in een vertaling van Peter Zeeman.

.

De nieuwe hoogovens op het metallurgisch complex van Kemorovo

.

Ze zijn een hoogoven aan ’t bouwen.

Daar is een jongen bezig, en die zingt.

Je moet wel durven, zeg, en ervan houden

om zo te balanceren in de wind.

.

Heel nonchalant, haast zonder na te denken

loopt hij daar op een richel rond.

Maar wie weet of de bomen hem niet wenken?

Wellicht verlangt hij, dizzy, naar de grond.

.

Hij ademt gretig, vrijuit, ongedwongen,

zijn zware stappen galmen zonder maat.

De lasbout spreidt een waterval van vonken,

als sterrenregens in een zomermaand.

.

Natuurlijk is hij vurig en vermetel,

en koestert hij zich in de zekerheid

dat op de grond een meisje staat te meten

hoe groot de hoogte is die beiden scheidt.

.

Maar meisjes hebben andere gewoonten.

Ze kijkt, hoewel de reden haar ontgaat.

Hij trekt haar aan; ze speurt in het vertoonde

iets hogers dan het plan waarop hij staat.

.

En kijkt ze in een circustent naar boven,

dan komt ze overeind, gefascineerd,

als ze de frêle danser aan ziet komen,

en trekt bleek weg als die het koord probeert.

.

Al voelt de stoere lasser zich beledigd,

hij laat niets merken, kijkt wat om zich heen,

negeert de meisjes die hem zijn vergeten

en strooit opnieuw de vonken ver uiteen.

.

Autopsychografie

Fernando Pessoa

.

Het is zeker niet de eerste keer dat ik hier schrijf over de Portugese dichter Fernando Pessoa (1888-1935), dat was namelijk al in 2010 toen ik over het gedicht ‘De schaapsherder’ schreef dat (uiteraard in de Portugese versie) te lezen is als je in Lissabon over een fietspad langs de rivier de Taag fietst. Daarnaast heb ik een aantal keren over Pessoa geschreven omdat gedichten van zijn hand werden opgenomen in bloemlezingen en verzamelbundels.

En vandaag wil ik opnieuw een blog aan zijn poëzie wijden. In 2009 publiceerde de Arbeiderspers de bundel ‘Gedichten’ van Pessoa, opnieuw in een vertaling van August Willemsen. Deze (bijna vaste) vertaler van het werk van Pessoa bracht met dit boek een ruime keus uit Pessoa’s poëzie en een beknopte selectie uit diens proza samen.

Bij leven publiceerde deze kantoorklerk uit Lissabon slechts enkele werken. Na zijn dood werd op zijn huurkamer een kist aangetroffen met 27.000 volgekrabbelde velletjes. Uit die chaos kon een kolossaal oeuvre worden samengesteld. Pessoa creëerde diverse ‘heteroniemen’ – afzonderlijke ‘schrijverspersoonlijkheden’ met elk een eigen stijl en woordkeus.
Alberto Caeiro is de natuurdichter van het platteland, bekend om zijn heldere, vrije verzen. Zijn leerling, dokter Ricardo Reis, is de man van de klassieke invloeden, die in streng metrische verzen schrijft. Scheepsbouwkundig ingenieur Álvaro de Campos is de droomfiguur, de schrijver van lange versregels en futuristisch woordengedaver. En dan is er nog de sterk symbolistische en mystiek getinte poëzie die Pessoa onder eigen naam publiceerde.

Allemaal komen ze terug in deze 190 pagina’s tellende bloemlezing. Ik koos het gedicht ‘Autopsychografie’ en dat zou, aan de vorm te zien, zo maar eens van zijn heteroniem Ricardo Reis kunnen zijn. Het gedicht werd in 1931 geschreven.

.

Autopsychografie

.

De dichter wendt slechts voor.

Hij veinst zo door en door

Dat hij zelfs voorwendt pijn te zijn

Zijn werkelijk gevoelde pijn.

.

En zij die lezen wat hij schreef,

Voelen in de gelezen pijn

Niet de twee die hij geleden heeft,

Maar een die de hunne niet kan zijn.

.

En zo rijdt op zijn rails in ’t rond

Tot vermaak van onze rede,

Die opwindtrein, in dichtermond

Ook wel ‘het hart’ geheten.

.

De bol is rond

Michael Tedja

.

De in Rotterdam geboren maar in Vlaardingen opgegroeide, schrijver, dichter, beeldend kunstenaar en curator Michael Tedja (1971) is niet alleen een zeer veelzijdig man maar ook echt een kunstenaar. Ik leid dat af aan zijn oeuvre maar ook aan het feit dat hij in woorden zijn universum heeft benoemd. Of zoals hij het noemt de fictieve ruimte waarbinnen zijn beeldend werk, zijn poëzie en proza samenkomen. Hij noemt dit Het Holarium. Deze virtuele ruimte bestaat uit een systeem opgebouwd uit fragmenten van taal, ritme en onderzoek die samen een coherente entiteit vormen. Het verzamelen van deze fragmenten wordt door hem ‘aquaholisme’ genoemd, net als ‘Holarium’ een samenvoeging van de woorden aquarium en holisme (het zoeken naar verbindingen die losse eigenschappen tot één geheel maken). Het Holarium was ook de titel van zijn eerste solotentoonstelling in Museum Jan Cunen in Oss in 2002.

Tedja debuteerde als dichter in 2005 met de bundel ‘De aquaholist’ bij de Rotterdamse uitgeverij Sea Urchin, een uitgeverij gespecialiseerd in ‘historical avant-garde and counterculture’, met gedichten en prozagedichten. In 2013 verschijnt zijn tweede bundel met de titel ‘Tot hier en verder’. De titel is gebaseerd op de betekenis van de naam Tedja. Deze betekent in het Surinaams: tot hier. Te = tot, en dja = hier. In 2015 verschijnt de bundel ‘Regen’ dat afkomst en racisme als thema heeft.

En nu, dit jaar verschijnt zijn bundel ‘Lift’, een ‘eigenzinnig en gelaagd kunstwerk dat een kritische blik biedt op de samenleving.  Tedja kreeg voor zijn literaire werk de Sybren Poletprijs (2021) en de Jana Beranováprijs 2020. Uit zijn laatste bundel ‘Lift’ heb ik een gedicht gekozen waarin de lift een centrale rol speelt.

.

Het verschil tussen

rijk en arm was als koren op het

mechaniek. De

relaties tussen de flatbewoners.

.

Ik wilde die

relatiegeschiedenis omverwerpen, het mechaniek

van de lift veranderen

en opbouwen

met ronde informatie

in de vorm van een wereldbol

.

De wereldbol was eindig

en oneindig, universeel en persoonlijk.

.

Net zoals de bollen,

die altijd bol waren, waar

ik die ook liet staan of aan ophing.

De cirkel was bol

en die was rond.

.

Een waakhond

Margriet Westervaarder

.

Van Margriet Westervaarder verscheen in 1990 de dichtbundel ‘lichaam van water in de zee’. Nadien publiceerde zij gedichten in het literair tijdschrift Extaze, uitgegeven door In de Knipscheer, in de jaren 2017,en 2018 en in het tijdschrift voor Kunst en Literatuur Pandora. Bij deze zelfde uitgeverij kwam in 2022 haar bundel  ‘wiggelied’ uit, waarover Hettie Marzak op Meander Magazine schreef: ‘Westervaarder kan haar eigen bestaansrecht in de poëzie opeisen’. Behalve dichter is Margriet Westervaarder ook beeldend kunstenaar. Daarnaast neemt ze deel aan de PWP (Poëzie Werk Plaats) in Delft en is ze lid van de literaire afdeling van de Haagse Kunst Kring.

In juni van dit jaar werd haar nieuwe bundel ‘een waakhond aan me vastgebonden’ gepresenteerd in de Haagse Kunst Kring. Ingmar Heytze schreef over deze bundel: “Westervaarder heeft de gave om te zeggen waar het op staat en daarmee de lucht te klaren voor de lezer. Haar gedichten weigeren om ons opzichtig te troosten, en doen dat juist daardoor. Zoals zelfs de meest vervaarlijke waakhond bij nadere kennismaking een goeie lobbes kan blijken te zijn.”

Alle reden dus om deze bundel ter hand te nemen. Ik koos voor het gedicht zonder titel met de beginzin ‘had ik maar een melaatse zoon’.

.

had ik maar een melaatse zoon

een dochter met verdwijnend haar

een doofstomme zus, een straatvrees broer

een openwonden nicht

een neef met daglichtangst

een seniele vader, een roepende moeder

.

ik heb een huis vol zwachtels en tincturen

hechtklemmen en rustgevende muziek

verpleegstersuniformen en ontsmette handen

ik heb een extra kamer en een extra bed

.

was ik maar nodig om een rug te spalken

iemand te aaien en te sussen

iemand bij wie ik onopgemerkt op schoot kon springen

.

De Tak

C.S. Adama van Scheltema

.

Van een vriend kreeg ik wat (heel) oude dichtbundeltjes. Bijvoorbeeld ‘Bloemen’ het pad des levens met gedichten van F.H. van Leent (wie kent hem niet?) uit 1877. Schiller’s bundeltje ‘Gedichte’ waarschijnlijk uit diezelfde tijd, maar ook een ‘Beatrijs’ van P.C. Boutens met tekeningen van Rie Cramer uit 1917.

De bundel waaruit ik vandaag een gedicht wil delen is een andere dan de bovengenoemde. Het betreft hier ‘Dichters van dezen tijd’ uit 1915. In deze mooi uitgegeven bundel zijn de Tachtigers vertegenwoordigd (Kloos, Gorter, Verwey, van Eeden) maar, zo lees ik in het voorwoord, is er ook ruimte voor ‘jongeren’ dichters.

“… het is niet mogelijk aan eenige van de goeden onder de later aangekomen een plaats in dezen bundel in te ruimen tegenover anderen, wier werk eveneens de aandacht verdient. Er moest gekozen worden en er moesten, om voor jongeren plaats te vinden, weer enkele gedichten van oudere dichters worden geschrapt.”  Zo zie je maar dat keuzes maken, ook toen al, voor dichters van dezen tijd, niet altijd eenvoudig was.

Ik heb uit deze bundel gekozen voor een gedicht van de socialistische dichter Carel Steven Adama van Scheltema (1877 – 1924), of C. S. Adama van Scheltema zoals hij bekend is. Het gedicht verscheen oorspronkelijk in zijn bundel ‘Eenzame liedjes’ uit 1906.

.

De tak.

.

Als ’t stil is in den avond
En ’t dorp prevelt niet meer,
Gaat aan de koele hemel
Een tak nog zachtjes heen en weer.
Als alles slaapt in het dorp
En de donkere daken staan strak,
Beweegt voor de sterrenhemel
Zachtjes die zwarte tak.
En als alles zwijgt in mij,
En alle leven is weggeveegd,
Is ’t of diep in mijn ziel
Zoo een zwarte tak zachtjes beweegt!