Site-archief
Bloed
Naomi Shihab Nye
.
Terwijl ik in de chaos zit van een woonkamer die geschilderd wordt, lees ik in ‘The United States of Poetry‘ uit 1996, dat de schilders uit voorzorg uit mijn boekenkast hebben gehaald omdat het uitsteekt. Het blijft een fijn boek om in te lezen; groot, mooi vormgegeven en vol gedichten van dichters die ik niet ken. En daarnaast ook nog eens uitermate informatief.
Ook dit keer kom ik iets bijzonders tegen (ik lees dichtbundels zelden van kop tot staart, tenzij voor een recensie) namelijk een gedicht van Naomi Shihab Nye (1952). Nye is een Palestijns-Amerikaanse dichter , redacteur, songwriter en romanschrijver . Ze is geboren uit een Palestijnse vader en een Amerikaanse moeder. Op zesjarige leeftijd begon ze met het schrijven van haar eerste gedichten. In totaal heeft ze meer dan vijfendertig boeken gepubliceerd en aan honderden andere boeken bijgedragen. Haar werk omvat poëzie, jeugdliteratuur, prentenboeken en romans. Nye heeft gedurende haar carrière talloze prijzen ontvangen, waaronder de NSK Neustadt-prijs voor kinderliteratuur in 2013 , was de Young People’s Poet Laureate van de Poetry Foundation voor de periode 2019-2022, en in 2024 ontving ze de Wallace Stevens Award en de Texas Writers Award.
In ‘The United States of Poetry’ is het gedicht ‘Blood’ opgenomen. ‘Blood’ of ‘Bloed’ zoals de vertaling luidt, gaat over het eigen identiteitsgevoel van de dichter als Palestijns-Amerikaanse die opgroeide tussen de twee culturen. Het gedicht begint met de spreekster die een paar verhalen uit haar jeugd vertelt. Dit waren momenten waarop haar vader uitlegde wat een “echte Arabier” is. Deze verhalen gingen altijd gepaard met spreekwoordelijke uitspraken of gebeurtenissen. Er waren humoristische momenten in andermans huizen, vreemde ontmoetingen voor hun eigen deur en verschrikkelijke gebeurtenissen die elke verklaring tartten.
Dat laatste is waar de tweede helft van het gedicht zich op richt. Er gebeurde iets dat Nye en haar familie schokte. Ze wendde zich, zoals altijd, tot haar vader voor antwoorden, maar hij had er geen. Vervolgens ging ze naar het platteland rondom haar Amerikaanse huis en vroeg de schapen, de koeien en de lucht wat ze moest denken, doen en wat voor soort persoon ze moest worden.
Een van de redenen dat ik aan dit gedicht bleef hangen terwijl ik in The United States of Poetry’ las was dat, hoewel dit gedicht uit haar bundel ‘Words under the Words; selected poems’ uit 1995 komt, het thema, helaas vandaag de dag nog steeds heel erg actueel is. En dan vooral de gebeurtenis in de vierde strofe, een gebeurtenis ‘waarvan de krantenkoppen stollen in haar bloed’ die helaas na 1995 nog steeds en regelmatig terugkeert in de actualiteit. Hieronder de vertaling van ‘Blood’. Het origineel is hier te lezen.
.
Bloed
.
Crematie
Robinson Jeffers
.
Vandaag voor mijn boekenkast pakte ik, zonder te kijken, de bundel ‘Een boek van wondere dingen’ van een plank. Deze bundel uit 2018 heeft als ondertitel ‘Poëzie die inspireert, troost, ontroert’ en is samengesteld door Daan Bronkhorst voor uitgeverij De Geus en Amnesty International. Opnieuw zonder te kijken opende ik de bundel op pagina 199 waar het gedicht ‘Crematie’ staat van de Amerikaanse dichter Robinson Jeffers (1887-1962). Het gedicht verscheen oorspronkelijk in ‘The Collected Poetry’ in 1995 en dit gedicht werd vertaald door Ellen Nieuwenhuis.
Jeffers was een eigenzinnig man. Hij leefde in een zelfgebouwde hut in de bossen van Californië en zijn populariteit als dichter leed onder zijn standpunt dat de Verenigde Staten niet moest deelnemen aan de Tweede Wereldoorlog. Hij muntte het woord ‘inhumanisme’ om uit te drukken dat mensen te egoïstisch zijn om de ‘verbijsterende schoonheid van de dingen’ te waarderen.
.
Crematie
.
Het do0et bijna mijn angst voor de dood teniet, zei mijn dier-
baarste,
Als ik aan crematie denk. Te rotten in de aarde
Is een weerzinwekkend einde, maar om te brullen in de vlam-
men – daar ben ik overigens aan gewend.
Ik brandde zo vaak in mijn leven van liefde of woede,
Geen wonder dat mijn lichaam moe is, geen wonder dat het
stervende is.
We hadden veel plezier van mijn lichaam. Verstrooi de as.
.
Naar rechts swipen
Edna St. Vincent Millay
.
Ik kreeg een alleraardigst lief dichtbundeltje getiteld ‘Poems to swipe right to’ samengesteld door Charlie Castelletti uit 2024. In dit bundeltje met liefdesgedichten heeft Castelletti aan de hand van de 10 onderdelen of stadia van het on-line daten, gedichten gezocht die hierbij passen. Deze stadia zijn: het swipen (na het bekijken van de foto en de informatie), en het analyseren van deze informatie, dan, bij een match online, de eerste afspraak, daarna ‘Netflix en chillen’ zoals hij het beschrijft (met het veelzeggende ‘You all know what that means’ erachter).
Het vierde en vijfde stadium is wanneer het fout gaat (mogelijk met ghosting als gevolg), het zesde stadium van de onvermijdelijke break up. Dan is er voor de geluksvogels een zevende stadium, voor hen die gelukkig genoeg zijn dat het allemaal goed gaat, een achtste stadium voor degene bij wie we graag hadden gebleven maar waar het niet zo mocht zijn, het negende stadium over het samenzijn met iemand waar je voor korte tijd warmte bij haalt en het tiende en laatste stadium is van ervaringsdeskundigen die het allemaal hebben meegemaakt.
In het hoofdstuk (stadium 9) is een gedicht van Edna St. Vincent (1892-1950) opgenomen met de titel ‘Even in the moment of our earliest kiss’. Dit gedicht werd in 1930 voor het eerst gepubliceerd in het Amerikaanse poëzietijdschrift ‘Poetry’ a magazine of verse 37 nummer 1. In 2015 kwam ik voor het eerst in aanraking met de poëzie van Edna St. Vincent Millay via een van mijn favoriete dichters Herman de Coninck.
.
XLVI
Even in the moment of our earliest kiss
.
Even in the moment of our earliest kiss,
When sighed the straitened bud into the flower,
Sat the dry seed of most unwelcome this;
And that I knew, thought not the day and hour.
Too season-wise am I, being country-bred,
To tilt at autumn or defy the frost:
Snuffing the chill even as my fathers did,
I say with them, “What’s out tonight is lost.”
I only hoped, with the mild hope of all
Who watch the leaf take shape upon the tree,
A fairer summer and a later fall
Than in these parts a man is apt to see,
And sunny clusters ripened for the wine:
I tell you this across the blackened vine.
.
organische poëzie
Het antwoord
.
In de literatuur betekent organisch iets dat spontaan is, iets dat geen structuur heeft en niet wordt gedicteerd door regels van poëzie of literatuur. Inspiratie voor hoe een gedicht of prozastuk gestructureerd moet worden, komt van de gevoelens en gedachten van de auteur over het werk dat hij creëert of het materiaal en onderwerp dat hij gebruikt in zijn creatieve proces. Een mooie definitie die ik leen van de van oorsprong Duitse website Vaia, een ‘content-agnostisch en intelligent platform voor levenslang leren’.
De kenmerken van organische poëzie zijn:
-
Organische poëzie kent geen regels wat betreft de structuur.
-
Organische poëzie hoeft geen vaste structuur te hebben of een rijmschema.
-
Een voorbeeld van organische poëzie is het vrije vers.
-
Organische poëzie kan een structuur hebben die niet logisch of regelmatig lijkt
Vooral die laatste intrigeert me. Het vrije vers kennen we allemaal. De regels over structuur, rijmschema’s, vaste vormen of structuren ontbreken in het vrije vers. Maar een structuur die niet logisch of regelmatig lijkt kom je ook de vrije verzen niet heel veel tegen.
Gelukkig deelt Vaia ook een voorbeeld van zo’n ongestructureerd vers van Robinson Jeffers (1887-1962) een Amerikaanse dichter die bekend was om zijn werk over de centrale kust van Californië. Veel van Jeffers’ poëzie is geschreven in verhalende en epische vorm. Hij staat echter ook bekend om zijn kortere gedichten en wordt gezien als een icoon van de milieubeweging. Het voorbeeld dat gegeven wordt is zijn gedicht ‘The Answer’ uit 1914. Het gedicht gaat in op het gegeven dat we de grotere antwoorden, de eindpunten, wat goed is in de lange boog van de geschiedenis niet kunnen weten. We kunnen alleen onze eigen kleine antwoorden op de vragen kennen, en proberen onze eigen kleinheid helder te zien, om onszelf en de mensen om ons heen heel te houden.
.
The Answer
.
Then what is the answer?—Not to be deluded by dreams.
To know the great civilizations have broken down into violence, and their tyrants
come, many times before.
When open violence appears, to avoid it with honor or choose the least ugly
faction; these evils are essential.
To keep one’s own integrity, be merciful and uncorrupted and not wish for evil;
and not be duped
By dreams of universal justice or happiness. These dreams will not be fulfilled.
To know this, and know that however ugly the parts appear the whole remains
beautiful. A severed hand
Is an ugly thing, and man dissevered from the earth and stars and his history…for
contemplation or in fact…
Often appears atrociously ugly. Integrity is wholeness, the greatest beauty is
Organic wholeness, the wholeness of life and things, the divine beauty of the
universe. Love that, not man
Apart from that, or else you will share man’s pitiful confusions, or drown in
despair when his days darken.
.
Tijd heelt geen wonden; wie heeft dat beweerd
Edna St. Vincent Millay
.
Dichter en toneelschrijver Edna St. Vincent Millay (1892-1950) ken ik sinds ik in ‘Ter ere van de goedertieren maan’ uit 1978 van Herman de Coninck een gedicht van haar las dat Herman had vertaald. De hele bundel bestaat uit vertalingen van De Coninck van het werk van St. Vincent Millay. Zij was een opmerkelijke en bijzondere vrouw en dichter. Een prominent literatuurcriticus noemde haar ‘een van de weinige dichters die in onze tijd in het Engels schreef, noemde en die zoiets als de status van grote literaire figuren had bereikt.’
In 1923 won ze de Pulitzer-prijs voor poëzie en was daarmee de eerste vrouw die die prestigieuze prijs won. In In 1943 was Millay de zesde persoon en de tweede vrouw die de Frost Medal ontving voor haar levenslange bijdrage aan de Amerikaanse poëzie. Schrijver en dichter Thomas Hardy (1840-1928) zei dat Amerika twee grote trekpleisters had: de wolkenkrabber en de poëzie van Edna St. Vincent Millay.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat haar poëzie en haar leven nog steeds tot de verbeelding spreken. Ans Bouter kreeg een bronzen medaille Schönste Bücher aus aller Welt, Leipzig 2017, voor haar bundel ‘Dwars vers’. In deze bundel staan vertalingen van de poëzie van Edna St. Vincent Millay en Emily Dickinson. Ook op haar website zijn verschillende vertalingen van de poëzie van Edna St. Vincent Millay te vinden, waaronder het gedicht ‘Tijd heelt geen wonden; wie heeft dat beweerd’ of ‘Time does not bring relief; you all have lied’.
.
Tijd heelt geen wonden; wie heeft dat beweerd
Tijd heelt geen wonden, wie heeft dat beweerd
Die leugens dat de pijn wel ooit verdwijnt
Ik mis hem als de regen zachtjes dreint
Ik heb hem nodig als het tij zich keert
De oude sneeuwlaag smelt, desintegreert
Vermolmde blaadjes geuren op het plein
Maar hoe verbitterd liefde ook mocht zijn
Mijn hart blijft vol ervan, ‘t wordt niet verteerd
Er zijn wel honderd plekken die ik mijd
Zo allesoverheersend is hij daar
En als ik opgelucht iets rustigs vind
Waar hij nooit straalde, niemand werd verblind
Zeg ik, hier doet niets denken aan die tijd
En voel hem als ik in de verte staar
.
Time does not bring relief; you all have lied
Time does not bring relief; you all have lied
Who told me time would ease me of my pain!
I miss him in the weeping of the rain;
I want him at the shrinking of the tide;
The old snows melt from every mountain-side,
And last year’s leaves are smoke in every lane;
But last year’s bitter loving must remain
Heaped on my heart, and my old thoughts abide.
There are a hundred places where I fear
To go,—so with his memory they brim.
And entering with relief some quiet place
Where never fell his foot or shone his face
I say, “There is no memory of him here!”
And so stand stricken, so remembering him.
.
Howl
Allen Ginsberg
.
De film ‘Howl’ (2010) volgt het leven van Allen Ginsberg (1926-1997), een Amerikaanse dichter uit de ‘Beat Generation’. De film gaat in het bijzonder over het proces dat volgde na de publicatie van Ginsbergs gedicht ‘Howl’ uit 1956. De bundel ‘Howl an other poems’ werd in de preutse jaren ’50 als obsceen beschouwd. Het maakte van de auteur, die toen nog relatief onbekend was, een bekende voorvechter van de Amerikaanse tegencultuur.
‘Howl’ verkent het leven en werk van de 20e-eeuwse Amerikaanse dichter Allen Ginsberg . De film is op een niet-lineaire manier opgebouwd en plaatst historische gebeurtenissen naast een verscheidenheid aan filmische technieken . Het reconstrueert het vroege leven van Ginsberg in de jaren veertig en vijftig . Het toont ook Ginsbergs debuutuitvoering van ” Howl ” in de Six Gallery Reading op 7 oktober 1955 in zwart-wit. De film wisselt af tussen verschillende scènes – soms uit de jeugdjaren van Ginsberg, soms uit een opvoering van het gedicht zelf, dan weer fragmenten over het de totstandkoming. ‘Howl’ kan dan ook, behalve als film, gezien worden als een kritisch essay over de poëzie.
Ginsberg schreef het gedicht, dat ook wel bekend staat als ‘Howl for Carl Solomon’ in 1954-1955. Het hele gedicht lees je hier. Ik plaats hier een fragment van deel I (van II).
.
Howl
for Carl Solomon
.I
De geschiedenis van moeders en zonen
Babs Gons
.
In het Volkskrantmagazine van afgelopen zaterdag staat een boeiend interview met de Dichter des Vaderlands Babs Gons (1971). In alle opzichten interessant maar er was een passage, een uitspraak van Babs, die me meteen trof. Omdat ik me er zo in herken, in waar ik elke dag over schrijf. Ze zegt: “Ik betreur de eenkennige poëzie meetlat die soms wordt gehanteerd. Waarom moet iedereen altijd maar vergeleken worden met Rutger Kopland of Gerrit Kouwenaar? Fantastische dichters, maar er zijn nog zoveel meer dichttradities en dichters met andere achtergronden, stijlen, uit andere tijden, werelden.”
Ik had dit gezegd kunnen hebben, sterker nog, wie goed zoekt zal een uitspraak als deze in min of meer dezelfde vorm tegen kunnen komen op dit blog. Een uitspraak mij uit het hart gegrepen dus. Verderop in het interview zegt ze: “Spoken word wortelt in de jazz, gospels, de Harlem Renaissance, de Beat Poets, de Amerikaanse burgerbeweging. Poëzie en verzet gaan hand in hand. Ken je de Jamaicaanse dub poetry? Linton Kwesi Johnson? Hij maakte in de jaren tachtig messcherpe gedichten over politieke misstanden, fascisme, rassenrellen in Engeland – radicale poëzie.”
Ik herken zoveel van waar ik al jaren over schrijf. En toch weet Babs me ook weer te verrassen. Neem de zin die ze aanhaalt en waarover ze zegt: “Je hoeft soms maar één zin te hebben, om een heel universum te scheppen. Neem de zin van de Amerikaanse dichter Lisa Furmanski: All sons sleep next to their mother, then alone, then with others. Het is een simpele zin, maar de woorden, op deze manier gerangschikt, vertellen een heel leven.”
Alle reden dus om het gedicht waaruit Babs deze zin nam, op te zoeken en hier te plaatsen. Het gedicht ‘The History of Mothers and Sons’ verscheen in 2008 in het tijdschrift Poetry. Lisa Furmanski is een arts en woont in Norwich, Vermont (VS). Haar werk is onder andere verschenen in de Antioch Review , Beloit Poetry Review, Poetry Daily en Poetry International. Eind 2023 verscheen haar eerste bundel (scrapbook) getiteld ‘Tunnel’.
.
The History of Mothers and Sons
.
Love is a dog from hell
Charles Bukowski
.
Er zijn dagen dat ik behoefte heb aan de onversneden taal en briljante geest, in de vorm van de soms wat bizarre fantasie, van Charles Bukowski (1920-1994). Vandaag is zo’n dag. In de bundel ‘Love is a Dog From Hell’ uit 1977 staan dit soort rauwe, absurdistische en fantastische gedichten. Ik koos voor vandaag het gedicht met de wellicht meest bizarre van allemaal ‘the night I fucked my alarm clock’.
.
the night I fucked my alarm clock
.
starving in philadelphia
i had a small room
it was evening going into night
and i stood at my window on the 3rd floor
in the dark and looked down into a
kitchen across the way on the 2nd floor
and i saw a beautiful blonde girl
embrace a young man there and kiss him
with what seemed hunger
and i stood and watched until they broke
away
then i turned and switched on the room light
i saw my dresser and my dresser drawers
and my alarm clock on the dresser
i took my alarm clock
to bed with me and
fucked it until the hands dropped off
then i went out and walked the streets
until my feet blistered
when i got back i walked to the window
and looked down and across the way
and the light in their kitchen was
out
.


















