Site-archief
Digitaal crisissonnet
Wie nu nog zwijgt moet alles vrezen
.
Ik kocht de bundel ‘Wie nu nog zwijgt moet alles vrezen’ dichters tegen racisme uit 1994. De titel stond me meteen aan want als er iets is dat tegenwoordig niet alleen weer de kop opsteekt maar zeker ook bestreden moet worden, dan is het racisme en racistische uitingen. Kijk naar de gewelddadige protesten tegen de komst van AZC’s en wat de meute daar roept, kijk naar het protest op het Malieveld van extreem rechts waar schaamteloos de Hitlergroet werd gemaakt, racisme en fascisme zijn niet alleen aan de orde van de dag maar ook steeds dreigender.
En deze bundel is uit 1994. Toen werd er dus ook al de noodzaak gevoeld door dichters om zich hierover uit te spreken. De bundel werd gemaakt door Jongerenkomitee Tegen Racisme uit Pajottenland, een streek in Vlaams Brabant. Daar werd in 1991 het extreem rechtse Vlaams Blok heel groot (men ging van 2 naar 12 zetels). Tegenwoordig kijken we niet meer op van extreem rechtse partijen en partijtjes (Forum, Ja 21, PVV, BBB) die ineens opkomen maar destijds was dat een nieuw verschijnsel.
Deze nieuwe beweging in Pajottenland werd actief, ging allerlei activiteiten organiseren, waaronder iets met poëzie. Er werd aansluiting gezocht met bestaande initiatieven, met jongeren die iets wilde met poëzie, met zangers en met bekende dichters en zo ontstond deze bundel. Er werden studenten van het Sint Lucas kunsthumaniora gevraagd voor de illustraties en daarmee was de inhoud en vormgeving (EPO) gereed en verscheen in 1994, drie jaar na deze verkiezingswinst van het Vlaams Blok, de bundel ‘Wie nu nog zwijgt moet alles vrezen’.
De bundel is verdeeld in veertien hoofdstukken met als thema’s bijvoorbeeld vooroordelen, nationalisme, op de vlucht, de geschiedenis herhaalt zich, migrant en rijkdom van het multiculturele. Uit het hoofdstuk ‘de geschiedenis herhaalt zich’ koos ik voor het gedicht ‘Digitaal crisissonnet’ van Mark van Tongele (1956-2023).
.
Digitaal crisissonnet
.
Stempelende druppels vullen
de tijdvaten van verveling.
Regen op asfalt, rioolroosters
slikken ondrinkbaar leven door.
.
In sloppen schuld geschopt blijft
de dag een doodskist. Vochtmuren
schimmelende brooddozen. Wij
glazig en oneetbaar wachten.
.
Macht slijpt op het machowiel
van de economie blanke messen
om hulpeloze kelen af te snijden.
.
Gelkdkadans kadavert liefde stuk.
Als een deurwaarder ons honds-
dol afblaft, huivert het huis.
.
Door de jaren heen
MUGzines
.
De afgelopen 5 jaar maken Marianne van Poetry Affairs, Bart van Brrt.graphic.design en ik, in samenwerking met een aantal losse vrijwillige redactionele krachten het leukste, eigenzinnigste en kleinste poëziemagazine van Nederland en Vlaanderen. Inmiddels zijn we volop bezig met de voorbereidingen van #28 alweer. Dit nummer verschijnt deze zomer.
In de aanloop naar het verschijnen wil ik de komende weken terugblikken op oudere nummers, wat meer informatie geven over de dichters en gedichten plaatsen die zij bijdroegen aan MUGzine. Want ondanks dat we elk nummer gratis verspreiden onder donateurs en via de website, merken we dat veel poëzieliefhebbers MUGzine nog niet kennen. En dat is jammer.
In elk nummer proberen we een mix van gedichten aan te bieden aan de lezer van nog wat onbekendere dichters, dichters die op het punt staan wat bekender te worden, bekende dichters en dichters die wat op de achtergrond geraakt zijn als het gaat om bekendheid of aanwezigheid in het literaire veld.
Een van die dichters die enige bekendheid geniet en als één van de eerste dichters een bijdrage leverde aan MUGzine #2 is Sabine Kars (1971). De vaste lezer van dit blog kent haar naam, ik schreef al vaker over haar, haar debuutbundel ‘Hoofdkwartier‘ en de podia waarop ik haar tegenkwam of de jury waarin ik haar vroeg voor de poëziewedstrijd van poëziestichting Ongehoord! in 2020. Daarnaast was ze op dit blog al eens Dichter van de maand april in 2018.
In de tweede editie (in #1 stonden alleen de makers, het was toen nog een soort pilot editie) is het gedicht ‘eerst was verlies iets om het huis te verlaten’ en dat gedicht deel ik hier graag met jullie.
Wil je nou ook een jaar lang elke editie van MUGzine ontvangen op papier (met een leuke extra) word dan donateur via de QR code hieronder of een mail aan mugazines@yahoo.com.
.
eerst was verlies iets om het huis te verlaten
.
ik herinner me de laatste kans
om afscheid te nemen
.
het onvermijdelijke blijven
dat voor inkeer werd aangezien
.
de onbekende
luw en zwervend
die nog altijd naast me
wakker wordt in het smalle huis
naar me kijkt me op de voet volgt
.
hij heeft al die tijd gezwegen
.
Ademloos
Bea Vianen
.
Schreef ik op 19 september jongstleden nog over de bundel ‘Vrouwen dichten anders’, vandaag is het de beurt aan de bundel ‘Dit maakt ons ademloos bij haar geluid’, de mooiste gedichten door vrouwen geschreven. Samengesteld en ingeleid door Maaike Meijer en Annettje Dia Huizinga uit 1986. Je zou verwachten dat deze twee bundels een grote mate van overlap vertonen in de gekozen gedichten en dichters maar dat is zeker niet het geval. Natuurlijk zijn de grote en historische namen in beide bundels vertegenwoordigd ( onder andere Ida Gerhardt, Eva Gerlach, Hadewych, Hanny Michaelis en Neeltje Maria Min) maar er zijn ook echt grote verschillen tussen de twee bundels.
In ‘Dit maakt ons ademloos bij haar geluid’ een dichtregel uit een gedicht van Ida Gerhardt over de dichter Sappho, zijn bekende maar vooral ook minder bekende dichters aan het woord gelaten. Over moeders en dochters, seks, seksuele politiek, politiek engagement, humor, vriendinnen en grootouders. Met name het politieke element maakt voor mij het verschil met ‘Vrouwen dichten anders’.
Zevenenveertig dichters komen aan het woord in bijna 250 pagina’s. Ik koos tussen al deze geweldige dichters voor de dichter Bea Vianen (1935-2019). Deze Surinaamse schrijfster van romans, verhalen en poëzie wordt gerekend tot de belangrijkste Nederlands-Caraïbische auteurs van de jaren ’70 van de 20ste eeuw. In haar werk staan twee thema’s centraal, de etnische verdeeldheid van haar land (Suriname) en het verlangen naar vrijheid.
In ‘Dit maakt ons ademloos bij haar geluid’ staat in het hoofdstuk ‘Politiek engagement’ het gedicht ‘Palmentuin’ uit haar bundel ‘Liggend stilstaan bij blijvende momenten’ uit 1974.
.
Palmentuin
.
Gedreven door een kracht, sterker dan
de haast, steek ik – hoe voelt na
dertig jaar het mos, de rug, de zitting
van de bank, de stam waarin gekerfd, naam
en datum staan, – de straat over
.
Een snelle blik naar binnen en ik weet:
juist aan zo’n tuin valt te merken
hoe het ons volk vergaat wanneer
z’n laatste gouverneur een Hollander is geweest.
.
Verloederde sfeer. Waar eens op zondagmiddag
keurig aangeklede kinderen onder
ouderlijk toezicht, dennappeltjes vergaarden,
liggen nu schillen, rumflessen. Preservatieven.
.
Schoon genoeg
Frouke Arns
.
De website van SLA|Avier (Stichting Literaire Activiteiten Avier is helaas uit de lucht maar gelukkig hebben we hun uitgaven nog uit 2012, 2013 en 2014. In de bundels ‘De gedichten van’ zijn gedichten van bekende en minder bekende dichters opgenomen. Zelf sta ik met het gedicht ‘Kerfstok’ in de editie 2012. Helaas is aan dit mooie initiatief een einde gekomen. In ‘Avier, De gedichten van 2014’ staat het gedicht ‘Schoon genoeg’ van dichter, schrijver en voormalig stadsdichter van Nijmegen (2015-2017) Frouke Arns (1964). Dat gedicht wil ik hier met jullie delen.
.
Schoon genoeg
.
Ik heb de kringen achter de kast geschrobd,
zelfs de webben op zolder waar wij zelden kwamen
als een suikerspinmeisje op een stokje gedraaid.
.
De lakens vingen veel wind vandaag en zon
stort door het raam op de vloer, de blankgeboende.
Het bad staat vol en onbewogen.
.
Bomen werpen hun schaduwen ver vooruit;
de wingerd die je steen overwoekert
heb ik sinds jaren voor het eerst niet gesnoeid.
.
MUGzine versus Binnenin de -Revisor
Poëziemagazines
.
Sinds begin 2020 ben ik samen met Marie-anne Hermans en Bart van Brrt Graphic Design een klein handzaam poëziemagazine op A6 formaat gaan maken, publiceren en uitgeven onder de titel MUGzine. Dit kleine eigenwijze poëziemagazine herbergt elk nummer 4 dichters en wordt geïllustreerd met afbeeldingen van het werk van een kunstenaar of illustrator. In elk nummer van 16 of 20 pagina’s staan bekende en veelbelovende dichters tussen elkaar uit Nederland en België. Namen als Kreek Daey Ouwens, Serge van Duijnhoven, Daniel Dee, Maarten Buser, Lies Jo Vandenhende, Elfie Tromp en Michaël van Remoortere zijn al gepubliceerd. MUGzine is gratis te downloaden via mugzines en voor de liefhebber op papier te krijgen. Inmiddels zijn we met de voorbereidingen van nummer 10 bezig.
Wat schetst mijn verbazing deze week toen ik bij het literair magazine De Revisor een klein magazine zag met de titel ‘Binnenin de – Revisor’. Op A6 formaat, met 4 dichters, 24 pagina’s en zonder illustraties. De gelijkenis is op het eerste oog groot tot je verder kijkt. Het papier van Binnenin de – Revisor is minder van kwaliteit dan die van MUGzine. Het magazine heeft een andere opmaak en wat me vooral opvalt is dat de gedichten van de ene op de andere pagina doorlopen maar zo dat er delen van de tekst onleesbaar zijn. Ik kan me voorstellen dat je daar als dichter niet zo blij mee bent. Desalniettemin is Binnenin de – Revisor een aardig magazine al vind ik (maar ik ben wel wat bevooroordeeld, dat realiseer ik me) MUGzine mooier en grafisch fraaier en in MUGzine zal nooit een tekst onleesbaar zijn.
Het nummer dat ik in handen kreeg van Binnenin de – Revisor is nummer 1, copyright 2019 maar of er andere of meerdere nummers zijn verschenen is me, ook na enig speurwerk, nog niet duidelijk. Binnenin is wel een rubriek op de website van De Revisor maar over papieren edities lees ik daar niets.
Uit nummer 1 toch een gedicht van Esther Jansma (1958) getiteld ‘Gelost’.
.
Gelost
.
De wind hoest vergeefs naar beton.
De schil van een ei is oneetbaar.
Een ui heeft een hart in een hart.
.
De rand, elke rand, is het koudst.
We moesten hierheen en nu wil ik
steeds weer terug naar binnen
.
de plek in het vuur waar ik smelt
tot mijn binnenste in de mal
van het oude, echte hier en nu
.
de ware vorm vindt. Zo had het
allemaal heus niet gehoeven maar
ze hebben dit de buitenkant genoemd.
.
Weirdo’s
literair magazine
.
Iedereen die iets van literatuur weet of daar wel eens over leest, weet ook dat er literaire en/of poëziemagazines zijn in Nederland en Vlaanderen (in het Nederlandse taalgebied). Tijdschriften als De Gids, Raster, Hollands Maandblad, Passionate, Awater en Het Liegend Konijn (al is die laatste meer een verzamelbundel). In maart dit jaar schreef ik er nog over https://woutervanheiningen.wordpress.com/2021/03/31/literaire-tijdschriften/ . In de periferie van al die grote en bekende bladen (waar bijna altijd vooral bekende dichters in worden gepubliceerd die toch al wel aandacht krijgen) zijn er gelukkig ook allerlei kleine, minder bekende maar zeker niet minder aantrekkelijke of interessante literaire en/of poëzietijdschriften te lezen en te verkrijgen. Het beste voorbeeld vind ik uiteraard https://mugzines.nl/2021/09/16/mugzine-9/ dat 5 maal per jaar verschijnt en waarin vooral dichters verschijnen die zeer de moeite waard zijn maar misschien nog niet zo’n grote landelijke bekendheid hebben of nog aan het begin staan van hun dichterschap.
Maar er zijn er, zoals gezegd meer. Pas kreeg ik bijvoorbeeld het Anti-Postmodernistisch literair (k)wartaalschrift ‘Weirdo’s’ een kruispuntje, onder ogen. Dit Vlaamse tijdschrift werd in december 1986 door Frank Moyaert en Hubert Van Eygen opgericht en wil “een blad zijn dat publicatieruimte biedt aan mensen die gewoon zichzelf willen zijn en die geen rekening (willen) houden met de regeltjes die anderen opleggen”. Het blad wordt gesteund door financiële bijdragen van een 60-tal trouwe abonnees (zoals MUGzine alleen heeft die nog wat minder donateurs) en de gemeente Kinrooi (in Belgisch Limburg).
De oplage van Weirdo’s is 150 (MUGzine : 100) en een abonnement kost € 15,- voor 4 nummers (MUGzine donateur per jaar vanaf € 20,- voor 5 nummers). En wat staat er dan in Weirdo’s? Verhalen, foto’s, (cartooneske) tekeningen en gedichten. Uit het aanbod van nummer 1 jaargang 34 koos ik het gedicht van de Groningse dichter Henk Puister getiteld ‘Had alles zo’n natuurlijk verloop’.
.
Had alles zo’n natuurlijk verloop
.
Waar ik zo stervensalleen
in mijn miniatuurhuis
mee doende ben de hele dagen –
vraag je. Ik plaats een komma,
vervang een woord – Maak een Hoofdletter
van een kleine – zet een streepje
van verbinding. Veel vraagtekens???
Dan zet ik een punt achter de dag.
De klange winter wacht –
vertrekt dan weer als vanzelfsprekend.
De dromen van het voorjaar
altijd weer botten ze uit.
.
Soms moet het werkelijk stil zijn…
Erward van de Vendel
.
Poëziebundels worden over het algemeen uitgegeven door uitgevers of in eigen beheer. En soms door organisaties waar je het niet meteen van verwacht. Zo bezit ik sinds kort de bundel ‘Soms moet het werkelijk stil zijn…’ onderwijsgedichten 1591-2010 dat is uitgegeven door een samenwerkingsverband bestaande uit de Onderwijsraad, het Nationaal Onderwijs Museum, de CED groep en, dat dan weer wel, Poetry International.
De bundel werd samengesteld door Theo Magito (1951) en Henk Sissing (1954) met een voorwoord van de toenmalig Tweede Kamervoorzitter Gerdi Verbeet. In deze bundel passeren veel aspecten uit het schoolleven de revue; vanuit het perspectief van de leerlingen, de ouders van die leerlingen en de leraren. De bundel is opgedeeld in tijdvakken, vanaf voor 1600 tot 1900 steeds per eeuw en na 1900 per stukje van deze eeuw, tot 2010.
De samenstellers zijn beide actief geweest in het onderwijsveld of in onderwijsorganisaties. Henk Sissing verzameld gedichten over het lager-, basis- en voortgezet onderwijs. Zijn verzameling stond aan de basis van deze bundel. De titel is juist nu heel bijzonder want als er iets is binnen het onderwijs waar men zo snel mogelijk weer van af wil dan is het de stilte. Hoe sneller de scholen weer open kunnen hoe beter.
Veel beroemde en bekende dichters zijn met gedichten opgenomen, maar ook minder bekende en (voor mij) volledig onbekende dichters. Ik koos voor een gedicht van Erward van de Vendel (1964) getiteld ‘Staartdelingen’ (die schijnen niet meer te worden onderwezen tegenwoordig) uit zijn debuutbundel ‘Betrap me’ uit 1996.
.
Staartdelingen
.
Op het klimrek kan ik
de borstwaarts om,
maar staartdelen
wil me niet lukken.
.
Ik durf aan de rekstok
de molendraai, maar
juf legt iets uit
en ik duizel.
.
Vaak krijg ik de sommen
niet in mijn kop.
Soms denk ik:
Nu!
De Dodenzwaai!
Met afsprong!
en ik steek mijn vinger op.
.
















