Site-archief

Vrijdag

Miriam Van hee

.

In 1996 publiceerde Mirjam Van hee de bundel ‘Achter de bergen’. Haar dichterlijke stem ligt dichtbij de spreektaal. Haar poëzie is, zoals ik achter op deze bundel lees, de poëzie van iemand die stamelend haar eigen kwetsbaarheid verwoordt om daardoor sterker te worden, iemand die tracht met zichzelf in het reine te kome, die zich oefent in weerbaarheid tegen de grote onverkwikkelijkheden van het leven: de onwetendheid, het verraad, de vergankelijkheid.

Ronkende taal van de uitgever en zeker ik lees in deze bundel gedichten die bij deze beschrijvingen aansluiten maar ook gewoon mooie gedichten. Zoals de gedichten die de dagen van de week als titel hebben. En omdat het vandaag vrijdag is hier het gedicht ‘vrijdag’ uit deze bundel.

.

vrijdag

.

de nacht was al over de helft

op de radio werd bach

op piano gespeeld

.

ik wilde niet slapen

maar waken opdat je zou komen

en zien maar misschien

wilde jij net hetzelfde en zo

.

werd het ochtend met sneeuw

op de daken die

tegen de middag

verdween

.

 

Hoe heter hoe beter

Els Moors

.

De Vlaamse dichter en schrijver Els Moors ( 1976) woont en werkt in Brussel. Haar met lof overladen poëziedebuut ‘Er hangt een hoge lucht boven ons’ uit 2009 werd genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs en bekroond met de Herman de Coninckprijs voor het beste debuut. Bij het balanseer verscheen in 2013 de dichtbundel ‘Liederen van een kapseizend paard’. Deze bundel werd bekroond met de J.C. Bloem-poëzieprijs 2015 en met de Prijs Letterkunde van de provincie West Vlaanderen. De bundel werd ook vertaald naar het Frans. In 2015 verscheen bij Brueterich Press de naar het Duits vertaalde bundel ‘Lieder vom pferd über Bord’.

Moors is onder meer docent Creative Writing in Brussel, Antwerpen en Arnhem ArtEZ en redacteur van het literaire tijdschrift “nY”. Sinds 2016 is zij een van de Nederlandstalige dichters in de poule van het ambitieuze, Europese poëzieproject ‘Versopolis’. Ook was zij van 2018-2020 Dichter des vaderlands van België. De gedichten die ze ambtshalve schreef, zijn gebundeld in ‘Knalpatronen’, waarin de gedichten ook in het Frans en Duits zijn opgenomen, en soms in het Arabisch en Afrikaans.

Uit deze bundel ‘Knalpatronen’ uit 2020 nam ik het gedicht ‘Hoe heter hoe beter’.

.

Hoe heter hoe beter: klimaatlied

.
auto’s die drijven op een zee van plastiek
naar hete planeten vandaag ben ik ziek
ik heb koorts van de liefde
ik heb koorts van de brand
ik heb koorts van mijn moeder
geen boom op haar strand
is veilig voor ‘t water
dat komt waar het gaat
hoe heter hoe beter
en ja ook op straat
zee doet niet mee en is morgen kapot
één chimpansee later en dan ben ik god
ik heb koorts van de liefde
ik heb koorts van de brand
ik heb koorts van mijn moeder
geen boom op haar strand
is veilig voor ‘t water
dat komt waar het gaat (x2)

.

                                                                                                                                         Foto: Guy Kokken

Twiet twiet

Muggen zoemen, vogels fluiten

.

Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is. Jan Hanlo wist het al toen hij zijn fameuze gedicht ‘Mus’ schreef. Verander 1 letter en die Mus is een Mug. De nieuwe Mugzine #22 wordt voor een groot deel gevuld door gevogelde vrienden. ‘Vogels tellen’ van Rosalie Vogelaar, Rogier Cornelisse van ‘Dagvogels’ een Luule met een dwaasgier, eenden van Jeroen van Wijk, gierzwaluwen in het voorwoord en korte snedige gedichten van de Vlaamse dichter Roger de Neef.

De zomer begint bij #22 van Mugzines. Haal hem in huis, download de webversie of word donateur en ontvang elk nummer op papier. Om tijdens regenachtige zondagmiddagen toch nog even de vogels en daarmee het voorjaar in huis te halen. Om het je nog gemakkelijker te maken hebben we achterop de MUGzine een QR code aangebracht. Wanneer je deze scant word je meteen doorgelinkt naar de donateurspagina.

Niet in de MUGzine dit keer maar wel van een van de bijdragers Rosalie Vogelaar het gedicht ‘Clementines’.

.

Clementines

.

Nooit zal ik zomaar kijken naar mandarijnen

in een schaal. Het zullen clementines zijn

van een zeldzaam oranjegoud. Ik zal zitten

aan de keukentafel en zien hoe de ene zon

van de andere houdt.

.

 

 

En de winnaars zijn…

Rob de Vosprijs en MUGzine

.

De nieuwe editie van MUGzine, editie 20 alweer, staat helemaal in het teken van de winnaars van de Rob de Vosprijs 2023. Deze prijs, vernoemd naar de oprichter van de Meander literatuurwebsite, kent dit jaar drie prijswinnaars en een aantal genomineerden. Vanaf 15 april t/m 30 september mocht iedere deelnemer één gedicht insturen. Het is alweer voor de vijfde keer dat deze wedstrijd werd gehouden. Het thema van de wedstrijd was ‘Restwaarde’ en een jury bestaande uit Peter Vermaat (juryvoorzitter, recensent), Hettie Marzak (recensent), Onno-Sven Tromp (dichter, schrijver, recensent), Herbert Mouwen (schrijver, dichter, recensent), Hans Franse (letterkundige, publicist, recensent) en Jeanine Hoedemakers (dichter, recensent) nomineerde 10 gedichten waarvan er drie de prijswinnaars werden. Op de website van Meander is het juryrapport te lezen.

In samenwerking met Meander publiceert MUGzine in #20 de prijswinnaars en de genomineerde gedichten. Tien gedichten van 10 dichters, aangevuld met artwork van Lisa Pregent de uit Cincinnati in de Verenigde Staten. Natuurlijk met een fonkelnieuwe @l.uule en een voorwoord zoals alleen onze redactiefilosoof Marianne Hermans ze kan schrijven.

Natuurlijk is ook deze editie gratis te downloaden via mugzines.nl en is het mogelijk de papieren versie thuis gestuurd te krijgen. Stuur een mail naar mugazines@yahoo.com en voor € 4,- krijg je ‘m in de bus. Liever alle nummers van een jaar ontvangen? Dat kan ook. Word dan donateur voor € 20,- en je krijgt automatisch alle nummers van dat jaar via de post toegestuurd. Of wil je graag een MUGzine als cadeautje aan iemand sturen? Ook dat is mogelijk. Kies dan bijvoorbeeld voor een cadeauverpakking (Japanse enveloppe).

Elk jaar proberen we iets speciaals te doen voor onze donateurs (ansichtkaart, GUmzine) en komend jaar verschijnt een Special die alle donateurs (naast de 5 reguliere edities) uiteraard ook ontvangen.

Omdat inmiddels wel bekend is wie de Rob de Vosprijs heeft gewonnen, Steven Van Der Heyden (1974) uit Vlaanderen, die al in MUGzine #14 met een paar gedichten heeft gestaan en gedichten publiceerde onder andere Het Liegend Konijn, Het Gezeefde Gedicht, Meander, De Revisor, De schaal van Digther en Ballustrade, debuteerde in 2020 met de bundel ‘Tot ze koud is’ en in 2023 verscheen van hem ‘Filigraan’. Uit deze laatste bundel koos ik het gedicht ‘In een mens’ als voorproefje voor de nieuwe MUGzine.

.

In een mens

.

We zijn gekwelde atomen met een ingebouwd einde,
een losse constructie, haarscheuren in ieder van ons.

.
Elke ochtend stellen we ons samen.

.
Op straat stulpen onze maskers uit
alsof we opnieuw kieuwen ontwikkelen.

.
Wij zijn een spiegelpaleis
met semi-doorlaatbare wanden.

.

Achter de uitgesproken woorden
een oerwoud aan gedachten.
We zoeken asiel in onze verbeelding.

.
Als gewonde dieren druipen we af
uit een onbeslist gevecht, missen
het instinct om ons niet te snijden.

.

Happy birthdeath

Jotie ‘T Hooft

.

Dat de jonggestorven Vlaamse dichter Jotie ’t T Hooft (1956-1977) geen happy camper was, is wel bekend. Zijn door drugsgebruik getekende leven gaf daar zeker geen aanleiding toe. Dat in zijn poëzie wel degelijk een vorm van humor zit (al is die soms donker van aard) blijkt uit een gedicht dat is opgenomen in de bundel ‘Verzamelde gedichten’ uit 1981. In deze bundel staan een aantal nagelaten gedichten. Het eerste gedicht uit de jaren 1969-1972 heeft de intrigerende titel ‘Happy Birthdaeth’. Een samenvoegeing van Birthday en death, de twee uitersten (geboorte en dood) van een leven. Hier klinkt het donker in door en toch las ik dit gedicht met een glimlach.

.

Happy birthdeath

.

‘Gelukkige verjaardag

zei de oude man

tot zichzelf

want er was niemand anders

en net toen hij

‘en nog vele jaren’

wou zeggen

trof een hartaanval hem

een blauwe ;

.

ze vonden hem

drie maand later

er zat één wenskaart

onder de deur

een zwarte.

.

Kerstmis

Charles Ducal

.

In de verzamelbundel ‘Tussen zon en maan’ Onweerstaanbare poëzie van vroeg in de ochtend tot diep in de nacht, samengesteld door Herman Kakebeeke uit 2002 las ik het gedicht getiteld ‘Avondgebed’ van Charles Ducal (1952). En omdat ik nog op zoek was naar een passend gedicht voor de eerste kerstdag wist ik dit dit hem was. Het gedicht ‘Avondgebed’ gaat over hoe de godsdienst als jonge jongen aan hem als kind werd meegegeven.

En aangezien Kerstmis nu eenmaal een van origine religieus feest is, wat we er tegenwoordig dan ook van gemaakt hebben met veel en luxe eten, kerstbomen, kerstmannen en allerlei andere commerciële uitingen, vandaag op deze eerste kerstdag dit gedicht van Ducal dat oorspronkelijk in de bundel ‘De hertog en ik’ uit 1989 verscheen.

.

Avondgebed

.

Wind en regen sloten de vensters.

Wij zaten geknield bij de haard

in de godsdienst die wij zouden erven.

De vrouw die ons had gebaard

.

zei formules om ons te verkleinen.

Haar stem zeurde taai in de nek.

Wij zaten, stom, pas ingewijden.

De man die ons had verwekt

.

hief de hand. Wij boden het hoofd.

Hij prentte zijn duim in de hersens.

Wind en regen bestookten de droom.

Onder bed sliepen wolven en heksen.

.

Ballons

Dirk van Bastelaere

.

Dirk van Bastelaere (1960) is een Vlaams postmodern dichter, essayist en vertaler. Hij publiceerde gedichten in onder andere Dietsche Warande & Belfort, Ambrozijn, De Gids, De Vlaamse Gids, Diogenes, Yang, Heibel, Nieuw Wereldtijdschrift, Het Moment, Maatstaf en Kreatief. In 1984 verscheen ‘Vijf Jaar’, zijn debuut. Later verschenen de bundels ‘Pornschlegel en andere gedichten’ (1988), ‘Diep in Amerika’ (1994) en ‘Hartswedervaren’ (2000)  waarvoor hij de prestigieuze driejaarlijkse Vlaamse Cultuurprijs voor Poëzie kreeg, de vroegere Staatsprijs.

In 2005 verscheen onder de titel ‘The Last to Leave. Selected Poems’ een bundel met Engelse vertalingen van een aantal van zijn gedichten. De bundel ‘De voorbode van iets groots’ verscheen in 2006, deze droeg een lange tijd de werktitel ‘Zapruder Stress’. Naast het publiceren van eigen poëzie, stelde van Bastelaere samen met Erwin Jans en Patrick Peeters. ook ‘Hotel New Flanders’ samen in opdracht van het Poëziecentrum in Gent. Van Bastelaere ontving voor zijn werk verschillende litaraire prijzen waaronder de Jan Campert-prijs (2007) en de  Hugues C. Pernathprijs (1988).

Zijn gedichten gaan in tegen wat de goegemeente Poëzie vindt. Bij hem staan niet de emoties, de anekdotes, de verhaaltjes centraal. Gedichten moeten niet ontroeren of meevoeren maar beloeren. Poëzie is een onderzoek naar taal, naar wat de taal met de wereld en het ik doet. Van Bastelaere wil de taal ontregelen om de orde in vraag te stellen.
Voor hem is de taal geen representatie van de werkelijkheid , taal vervalst steeds. Door de taal te ontmaskeren (en daarvoor kan elke retorische truc gebruikt worden), wordt de orde gebombardeerd.

Uit de bundel ‘Pornschlegel en andere gedichten’ nam ik het gedicht ‘Ballons’ waarin voor mij de dichter met de taal speelt, onderzoekt wat deze doet met de lezer en schrijver.

.

Ballons

.

Zonder voorafbeelding zijn ze daar

Die muisstil stijgen

Als uit de plekken op aarde

Door geen voet ooit belopen.

.

Verspreid in de middag

Zijn ze de middag.

Eertijds gevuld met heliumgas

Drijven ze nu, door de warmte gestuurd,

.

Van de geregelde luchtwegen af.

Is het omdat jij terzijde keek net?

Ze richten de blik van de hond in zijn onrust

En zijn waar ons gesprek overeehn ging.

.

Ballons, dat je ze aantreft

Als een naam op een doek die je over het hoofd zag.

Glijdend in van hun voorlopigheid

De perfectie, tot de warme lucht op is

.

En zij, uit zichzelf, zij dan dalen.

.

 

Blauw

Geliefde kleur

.

Van een collega kreeg ik de tip om de bundel ‘En blauw zal alles zijn’ een bloemlezing in de rainbowpocket reeks en samengesteld door Elisabeth Lockhorn te lezen. Uiteraard doe ik dat graag en ik heb de bundel dan ook meteen geleend bij mijn bibliotheek. Alles in deze bundel draait om de kleur blauw. Ik moest hierbij meteen denken aan ‘Blauw’ van The Scene denken maar er blijken heel veel dichters (soms zijdelings) over de kleur blauw te hebben gedicht. In de inleiding staat onder andere dat uit onderzoek, gehouden in tien verschillende landen op vier verschillende continenten in 2015, bleek dat de kleur blauw met afstand de meest geliefde was. En dat deze uitkomst al uit meerdere onderzoeken sinds de Eerste Wereldoorlog kwam. Kortom een logische keuze voor een verzamelbundel met poëzie.

Omdat er zoveel gedichten in deze bundel staan heb ik er maar meteen een Dubbel-gedicht van gemaakt. Dus twee gedichten van twee verschillende dichters over het zelfde onderwerp. In dit geval met een gedicht van Leonard Nolens (1947) oorspronkelijk gepubliceerd in de bundel ‘Twee vormen van zwijgen’ uit 1975 en het gedicht ‘Korfu’ van J.B. Charles (1910 – 1983), dat oorspronkelijk verscheen in ‘De groene zee is mijn vriendin’ uit 1987.

.

Blauwvraat, jij, blauwvraat.

.

In Czernowitz je vroegste keelgehaspel

als een monsterteerling geworpen

in de sterren die schaatsen op zwart ijs.

En daarna. Berlijn. Sjofel met je wang

tegen de stad geleund, de gooui die je was

tot taal ontcijferd en verwrongen tot vraag.

.

Had ik had ik…

Had ik een hand, een woord,

een antwoord kunnen geven in Parijs?

Wellicht je baard, Paul, je hart

gestreeld, je stem

gekust.

.

Korfu

.

De heuvel de zitreuzin aan de zee

houdt op haar schoot vlak boven het strand

een huisje witter nog dan het zand.

.

Moedertje heuvel trekt haar groen

reuzinnekleed van twee miljoen

olijfbomen tot zover naar benee

dat witter dan het is het huis gaat lijken.

.

De zee zegt, goed, ik doe ook mee.

Zij neemt een reckitts zakje blauw en maakt

zich op om in het vogeltje te kijken.

.

 

Nog

Roland Jooris

.

Opnieuw kom ik een , mij, onbekende dichter tegen. Dit keer in de bundel ‘De 100 beste gedichten’ gekozen door Francine Houben van de VSB Poëzieprijs 2017. Het betreft hier de Vlaamse dichter en publicist Roland Jooris (1936). Jooris debuteerde in 1956 met de bundel ‘Gitaar’ die hij in eigen beheer uitgaf. In 1958 volgde ‘Bluebird’. Beide bundels zijn voorbeelden van experimentele dichtkunst. Jooris nam later afstand van deze poëzie want in de bundel ‘Gedichten 1958 – 78 uit 1978 staat geen enkel gedicht uit een van deze bundels. Na deze experimentele bundels ontwikkeld Jooris zich meer als romantisch realistisch dichter. In zijn bundels ‘Het museum van de zomer’ (1974) en ‘Akker’ uit 1982 komt dit goed naar voren.

In 1976 kreeg Jooris de tweejaarlijkse prijs voor poëzie van De Vlaamse Gids en in 1979 de Jan Campertprijs voor de bundel ‘Gedichten 1958 – 78’. Ook ontving hij in 1981 de Prijs van de Vlaamse Provincies.

Uit de bundel ‘Bladgrond’ uit 2016 komt het gedicht dat in de ‘100 beste gedichten’ is opgenomen.

.

Nog

.

Nabij

toch weer elders

.

Hij raapt op

wat niet gevonden

kan worden

.

Hij hoort iets

wat opspringt uit beduimeld

geblader, uit gefluister

een toets die zich afvraagt

waarom

.

Hij tast naar

een gestommel van

onmondig beramen, hij brengt

het ter sprake

.

Het doorwoelt zich

.

Uit het oog

Miguel Declercq

.

Met enige regelmaat ontdek ik nieuwe dichters. Vaak zijn het Vlaamse dichters en ook nu betreft het een Vlaamse dichter namelijk Miguel Declercq (1976). Voor hij in 1997 debuteerde met de dichtbundel ‘Person@ges’, een sonnettenkrans waarmee hij de Hugues C. Pernath-prijs won, publiceerde hij al gedichten in allerlei literaire tijdschriften. Magazines van gefotokopieerde blaadjes (iets waar ik veel respect voor heb, zo laat je als dichter blijken dat je je niet te goed voelt om gelezen te worden) tot Deus Ex Machina , Yang, De Revisor en Parmentier.

De sonnettenkrans in ‘Person@ges’ is een bijzonder werk. Deze sonnettenkrans bestaat uit veertien regelmatig rijmende gedichten waarvan de slotregel de begin regel van het volgende gedicht is en het laatste vers van nummer veertien hetzelfde is als het eerste vers van het eerste sonnet; die veertien beginregels samen vormen dan het vijftiende zogenaamde ‘meestersonnet’.

In het 2000 wordt  Miguel Declercq in ‘Dietsche Warande & Belfort’ samen met Paul Bogaert, Paul Demets, Jan Lauwereyns, Johan de Boose en Peter Holvoet-Hanssen gepresenteerd als behorend tot de kopgroep van de jonge Vlaamse dichters. In 2001 wordt zijn frivole bundel ‘Zomerzot/Somersault‘ gepubliceerd waarna het maar liefst 11 jaar duurt voordat er weer een bundel van Declercq verschijnt; ‘Boven water’ in 2012.

Uit deze laatste bundel komt het gedicht ‘Uit het oog’.

.

Uit het oog

.

We gingen naar Oostende om de sterren te bekijken,

maar het enige wat we van de sterren te zien kregen,

was oud licht, oude hitte, herinneringen

aan koude plaatsen, aan hoe we ’s zomers urenlang aan tafel zaten

om op te warmen

als hagedissen.
We hielden onze ogen open. We hielden onze ogen open
met de hulp van tandenstokers. We leefden nog,
maar vaak leek het of ons
ons laatste dictee werd afgenomen. Vaak leek het
alsof we loodrecht naar de bodem zonken, alsof we onder tonnen modder
     zouden worden bedolven
zodra we onze ogen sloten.
We schitterden als nooit tevoren,

maar enkel aan de oppervlakte.