Site-archief

10 dingen die ik van je haat

Poëzie in film

.

’10 Things I Hate About You’ is een Amerikaanse film uit 1999 van Gil Junger. De film is gebaseerd op het toneelstuk ‘The Taming of the Shrew’ van William Shakespeare. De hoofdrollen worden gespeeld door Julia Stiles en Heath Ledger. Een klassiek tiener liefdesverhaal dus. De reden dat ik over deze film hier schrijf (behalve dat ik het een leuke en aangename film vond om naar te kijken) is dat in de film, door Julia Stiles een gedicht wordt voorgelezen (voor Heath Ledger) dat is gebaseerd op het thema van ‘The Taming of the Shrew’.

En zoals bekend mag zijn inmiddels bij de regelmatige lezer van dit blog, is elke aanleiding (een gedicht of dichter) er een om over te schrijven. Het gedicht dat Julia (Kat in de film) voorleest is haar interpretatie van ‘Sonnet 141’ van Shakespeare. Er is zelfs een internetpagina over een activiteit van Shakespearetheatre.org waar, naar aanleiding van de interpretatie van dit sonnet in de film, mensen gevraagd is hun eigen interpretatie te schrijven wat tot een aantal zeer vermakelijke gedichten heeft geleid. Het aardige aan het gedicht is natuurlijk dat, hoewel de titel anders doet vermoeden, dit een liefdesgedicht is waarin de dichter een omkering gebruikt om haar punt te maken.

Hieronder eerst het gedicht zoals in de film wordt uitgesproken door Julia Stiles en daaronder het origineel van William Shakespeare (1564-1616).

.

10 Things I Hate About You

.

i hate the way you talk to me and the way you cut your hair

i hate the way you drive my car, i hate it when you stare.

i hate your big dumb combat boots, and the way you read my mind.

I hate you so much it makes me sick,

It even makes me rhyme.

i hate it.

I hate the way you’re always right,

I hate it when you lie

I hate it when you make me laugh,

Even worse when you make me cry

I hate it when you’re not around,

And the fact that you didn’t call

But mostly I hate the way I don’t hate you,

Not even close,

Not even a little bit,

Not even at all…

.

Sonnet 141

.

In faith I do not love thee with mine eyes,
For they in thee a thousand errors note;
But ’tis my heart that loves what they despise,
Who, in despite of view, is pleased to dote.
Nor are mine ears with thy tongue’s tune delighted;
Nor tender feeling, to base touches prone,
Nor taste, nor smell, desire to be invited
To any sensual feast with thee alone:
But my five wits nor my five senses can
Dissuade one foolish heart from serving thee,
Who leaves unswayed the likeness of a man,
Thy proud heart’s slave and vassal wretch to be:
Only my plague thus far I count my gain,
That she that makes me sin awards me pain.

.

Uit de schaduw naar het andere licht

Niels Landstra

.

Bij uitgeverij U2pi verscheen eind 2023 de bundel ‘Uit de schaduw naar het andere licht’ van Niels Landstra. Ik leerde Niels kennen op een podium in Den Haag in bodega De Posthoorn in 2013. Landstra (1966) is dichter, schrijver en muzikant. In 2004 debuteerde hij in Meander magazine en sindsdien werkt hij aan zijn oeuvre. In 2012 verscheen zijn eerste dichtbundel ‘Waterval’ bij uitgeverij Oorsprong. Sindsdien verschenen nog een aantal poëziebundels en een roman van zijn hand. En nu dan de bundel ‘Uit de schaduw naar het andere licht’.

Bij het lezen van de gedichten (en aforismen maar dat zijn er slechts 4) viel me meteen weer op wat een bijzonder taalgebruik Landstra heeft. De woorden die hij kiest, de vorm van zijn gedichten, het doet allemaal vrij klassiek aan terwijl de onderwerpen dat zeker niet altijd zijn.

Wat opvallend is, is de soms wat ouderwets aandoende taal, de (bijna) vergeten woorden als ijlte, bohemien, de dis maar ook zijn gebruik van werkwoorden die je tegenwoordig nog maar zo weinig terugleest in de moderne poëzie als minnen, smachten, kluisteren, tooien, ontberen, tintelen en zo kan ik nog wel even doorgaan. Het geeft de poëzie van Landstra iets plechtigs zonder dat het plechtige poëzie is. In een recensie van Hans Frans op de website van Meander van een eerdere bundel van Landstra, las ik dat zijn poëzie Hans aan de Tachtigers deed denken. Ik begrijp dat heel goed.

En toch zijn de gedichten in deze bundel heel erg van nu en tijdloos. De avondklok en de Coronapas, de Japanse duizendknoop (wie kende die plant zeg 10 jaar geleden?) komen voorbij net als de liefde, het ouder worden en de herinneringen aan Carnaval, de stad van haar jeugd en het schrijversblok. De sonnetvorm die veelvuldig door Landstra gebruikt wordt voelt bekend en aangenaam, zijn poëzie is vloeiend en leest soepel weg waarbij regelmatig, voor mij dan, de zinnen opnieuw gelezen worden om tot een goed begrip van de betekenis te komen.

Opnieuw levert Niels Landstra een proeve van zijn kunnen af. De aforismen voegen wat mij betreft niet veel toe. Het zijn er, zoals geschreven, slechts vier en ze doen me onbewust denken aan de Luulevorm die achterop elk MUGzine staat. Een korte overpeinzing, soms grappig, soms poëtisch, soms serieus maar zonder de diepgang die zijn gedichten juist die extra laag geven die deze bundel zo de moeite waard maken.

Ik koos uit de bundel voor het gedicht ‘Van alle dingen’ louter en alleen om het gebruik van het mooie woord chimère (hersenschim).

.

Van alle dingen

.

Van alle dingen die ik aan haar toegaf

verzweeg ik er een: ik prees haar kalmte

haar voorspelbaarheid, haar clichés, zoals

.

de winter van sneeuw houdt, regen

van de wind, en tranen van wangen,

maar houden van, deed ik

.

er maar van een: de onbereikbare

de chimère, de rusteloze, de ontrouwe

aan mijn geplaagde gedachten

.

en natuurlijk, natuurlijk verliet ze mij

zoals de lente de zucht, het water de droogte

wolken de kapseizende lucht

.

bleek van alle dingen die ze mij verweet

er maar een die er echt toe deed: dat blijven

bij mij gelijk een voorwendsel was

.

Twee keer het Park

Dubbel-gedicht

.

Vandaag een dubbel-gedicht over het  (Vondel)park.

Het eerste gedicht is getiteld ‘In het park’ en is van K. Schippers (1936 – 2021). Het komt uit de bundel ‘Amsterdam’ de stad in gedichten uit 2001. Het tweede gedicht (een sonnet) is getiteld ‘Een stadsmuseum’ en is van Max Dendermonde (1919-2004) en is genomen uit de bundel ‘Ik geef jou een gedicht of wat’ 101 lichte sonnetten om langzaam te lezen uit 1987.

.

In het park

.

Niet de agent met de fiets

hij staat bij het blauwe theehuis

niet de man bij de vijver

wat hij ziet weet ik niet

ook niet de vrouw met de kinderwagen

die in deze richting loopt

maar de oude man op de bank

en ik op de andere bank

wij kijken beide

hoe mijn tapijt van broodkruimels

een tapijt van mussen wordt

.

Een stadsmuseum

.

Handhaaft arcadia hier zijn klassieke rechten?

Vroeg in de morgen, nu vogels hun dictatuur

voor korte tijd over de gladde vijvers leggen,

is alles nog archaïsch, tijdloos van duur.

.

De atmosfeer is hier een eeuw gelijk gebleven,

anders dan in de stad, waar alles stroomt en woelt:

elke decade opnieuw een modern soort leven.

Geen houvast meer in stijl, denken, bestaansgevoel.

.

Met innovaties en het onvoorziene doende,

vormen wij een niet te doorgronden maatschappij:

wat vandaag is, is morgen niet, het gaat voorbij.

.

In dit burgergroene Vondelpark daarentegen

is de beleving godlof als vanouds gebleven:

democratisch stadsmuseum van de seizoenen.

.

Zomernacht

C.O. Jellema

.

De zomer loopt ten einde, tragisch maar waar, en hoewel de temperaturen deze week er geen aanleiding toe geven komt de herfst eraan. Maar nu zijn er nog die lange zomernachten. Zwoel, plakkerig en helder. En gisteravond terwijl ik ’s avonds nog een korte wandeling maakte moest ik denken aan een gedicht van C. O. Jellema dat ik afgelopen week las.

Van mijn broer kreeg ik maar liefst 5 bundeltjes van Jellema uit de kringloopwinkel. Het gedicht waar ik aan moest denken  komt uit een van die bundels ‘Stemtest’ uit 2003. Cornelius Onno (Cor) Jellema (1936-2003) was dichter en essayist. Hij debuteerde in 1961 met enkele gedichten in literair tijdschrift De Gids. Aanvankelijk kreeg zijn werk weinig aandacht, maar in 1981 brak hij definitief door met de bundel ‘De schaar van het vergeten’.

In zijn vroege gedichten zocht Jellema naar een relatie tussen de ‘verteller’ in het gedicht, en de wereld buiten die ‘verteller’. Later speelt ‘de tijd’ een belangrijke rol in zijn werk. In enkele bundels probeert hij een synthese tussen ‘voelen’ en ‘denken’, ofte wel emotie en ratio, te bewerkstelligen. De gedichten van C.O. Jellema zijn gekenmerkt door een strakke vorm, en geregeld maakt hij gebruik van de sonnetvorm.

Na enig onderzoek kwam ik erachter dat het gedicht ‘Zomernacht’ ook voorkomt op de onvolprezen website straatpoezie.nl. Het gedicht werd in 2008 aangebracht aan de Oude Kerkhof Noordzijde 1 in Leens (Groningen) waar Jellema lange tijd woonde.

.

Zomernacht

.

Doe nu die gedachten dicht van je.
Denk nu eens liever niet na over morgen.
Kijk niet steeds weer die bosrand van gisteren
na, bramenplukker die je bent zoals vroeger
maar nu. Maak even geen onderscheid tussen
een wie en hoezo en de kans op anders.
.
Doe in je hoofd uit de lamp, hoor wat er is,
ademt en ritselt, kwaakt in de kikkers.
Leef met je lichaam van nachtwind de koelte.
Geeuw je een gat in het hart en proef het
zo rood al sap van bramen. Wees langzaam
door vogels gezongen het wordende licht.

.

Wolk 2.0

Maak je eigen gedicht in augmented reality

.

Afgelopen vrijdag was ik bij de presentatie van de nieuwe WOLK app, Wolk 2.0. De oude wolk app waarbij je met behulp van een app op je telefoon gedichten kon lezen in augmented reality in de ruimte waarin je op dat moment bent (in de bibliotheek van Maassluis bijvoorbeeld waar de wolk app zuil staat) is nu vernieuwd en te gebruiken door in je browser van je laptop, je tablet of telefoon naar wolkapp.nl te gaan. Door dit te doen open je de app. Je kan in de nieuwe app zelf een gedicht schrijven (keuze uit: limerick, sonnet, haiku, elfje of vrije vorm).

Door de app te volgen kun je je gedicht vervolgens bekijken in de augmented reality omgeving. En behalve dat je nu zelf een gedicht kan maken (je kunt ook nog steeds uit gedichten van Joke van Leeuwen, Akwasi, Roos Rebergen, Teske de Schepper, Edward van de Vendel, Tim Hofman, Radna Fabia en Anne Vegter) kun je deze ook delen via social media. Je gedicht is alleen zichtbaar voor jezelf tenzij je het deelt.

Wolk maakt poëzie laagdrempelig, toegankelijk en leuk. Het is een vernieuwende manier om bezoekers (aan de bibliotheek waar de app voor is ontwikkeld) met poëzie in aanraking te laten komen. Wolk laat je kennis maken met de technologie van augmented reality en met poëzie. De app is in opdracht van de bibliotheek ontwikkeld door Johannes Verwoerd Studio.

Natuurlijk een gedicht met wolken, dit keer van Henny Vrienten (1948 – 2022).

.

Als mijn adem op

is, het gedaan is

met mijn leven

reis ik naar de

hemel toe om een

concert te geven

want ik was nog

lang niet klaar,

mijn bas niet

uitgeklonken

ik klop aan en

meld me daar, bij

het bandje in de

wolken

.

 

Dichter op verzoek

Martinus Nijhoff

.

In 2017 begon ik op dit blog een nieuwe categorie Dichter op verzoek. De eerste van vele delen begon met de dichter Nijhoff (waar ik nog vele malen aandacht aan zou besteden). Omdat ik vanaf vandaag deze categorie weer nieuw leven in wil blazen, vandaag een gedicht van die zelfde Martinus Nijhoff (1894-1953) getiteld ‘De schrijver’.  Ik kon in de bundel ‘Verzamelde gedichten’ uit 1976 (6e druk) maar liefst kiezen uit drie gedichten met diezelfde titel. Blijkbaar was het een onderwerp dat Nijhoff bezig hield als dichter. Deze gedichten staan in bet hoofdstuk Verspreide gedichten en ik koos voor het tweede gedicht, een sonnet.

Vanaf nu wil ik weer vaker dichters op verzoek gaan plaatsen dus heb je een favoriete dichter, en het maakt niet uit of dat een jonge dichter, een aanstormend talent is, een Tachtiger, Vijftiger, Maximaal, buitenlands of Nederlands dichter, laat een reactie achter en ik ga er iets mee doen. Vanaf nu elke zondag de komende periode.

.

De schrijver

.

Telkens komen tusschen de wolken door

vogels met nieuwe tekst tegen de ramen,

en ik zit mij, onder mijn lamp, te schamen

dat ik niet neer kan schrijven wat ik hoor.

.

O God! Hoe dorst ik lachen om lichamen

van wier volmaakte schoonheid een flauw spoor

in kleeding overblijft, ik die aldoor

uw evangelie uitstraal voor reclame.

.

Hoe dorst ik lachen? In hun oogopslag

is vogelwiekslag meer dan uit te spreken.

Ik kan niets doen, niets doen. Ik wacht den dag

.

dat zich één vrouwehand opheft, ten teeken

dat ik wat voor mij neerstrijkt nemen mag.

Want hoor, hij zingt, hij is niet te onderbreken.

.

Opruiming

Seamus Heaney

.

De beroemde Ierse dichter, toneelschrijver, vertaler en winnaar van de Nobelprijs voor de literatuur in 1995,  Seamus Heaney (1939-2013) heeft vele zogenaamde ‘ding-gedichten’ geschreven. Uitgaand van concrete, vaak agrarische instrumenten uit een ver verleden, werkt de dichter in deze bonkige, aardse teksten toe naar een meer metafysische overweging of historische implicatie. Maar niet uitsluitend agrarische instrumenten, ook het instrument van de dichter, de pen, verwerkte hij in een prachtig gedicht met de titel ‘Digging’ waarin hij zijn pen met (toch weer) de spade van zijn vader vergelijkt.

Maar Heaney schreef ook andere poëzie, zoals sonnetten cycli. In literair tijdschrift Bzzlletin jaargang 30 (2000-2001) zijn een paar gedichten uit sonnettencycli opgenomen in het Engels en in vertaling. De vertalingen zijn het resultaat van de gezamenlijke inspanningen van dichter Frans Hoppenbrouwers, taalwetenschapper Stijn Hoppenbrouwers en literatuurwetenschappers Perro de Jong en Jan Frans van Dijkhuizen. De vertalers schrijven erbij dat de in Bzzlletin gepubliceerde vertalingen niet als een eindproduct beschouwd moeten worden, maar dat het een work in progress is.

Specifieke problemen bij het vertalen, zoals Heaneys Noord-Ierse achtergrond, met z’n talloze dialectwoorden, subtiele halfrijmen (en deze dan omzetten naar gangbaar Nederlands eindrijm) leveren soms grote problemen op, zo schrijven de vertalers en verwijzen hierbij naar andere vertalingen waar dit (in hun ogen) nogal eens mis is gegaan.

Van de twee voorbeelden koos ik het meest toegankelijke gedicht ‘Clearanses 3’ waarbij de titel vreemd genoeg niet is vertaald (opruiming). Hier te lezen in het Engels en in de Nederlandse vertaling.

.

Clearanses 3

.

Als verder iedereen weg was naar de mis
Was ik met aardappels schillen helemaal de hare.
Het verbrak de stilte, één voor één gelost
Zoals soldeer dat loskomt van de bout.
Het water in de emmer deed ze glanzen.
En zo een ochtend lang: het zachte plonzen
Van elkanders werk was schrale troost,
Iets dat ons bijeen bracht, en bij zinnen.
.
Dus, terwijl de dorpspastoor aan haar bed
Uit alle macht de gebeden der stervenden inzette
En sommigen meebaden en anderen huilden,
Dacht ik aan haar hoofd geneigd naar mijn hoofd,
Haar adem in de mijne, het spel van onze messen –
Nooit dichter bijeen heel de rest van ons leven.
.
.
Clearanses 3
.
When all the others were away at Mass
I was all hers as we peeled potatoes.
They broke the silence, let fall one by one
Like solder weeping off the soldering iron:
Cold comforts set between us, things to share
Gleaming in a bucket of clean water.
And again let fall. Little pleasant splashes
From each other’s work would bring us to our senses.
.
So while the parish priest at her bedside
Went hammer and tongs at the prayers for the dying
And some were responding and some crying
I remembered her head bent towards my head,
Her breath in mine, our fluent dipping knives –
Never closer the whole rest of our lives.

Sonnet

Michel van der Plas

.

Dichter, schrijver, journalist, vertaler, tekstschrijver en samensteller van bloemlezingen Michel van der Plas (1927-2013) debuteerde in 1947 met de verzenbundel ‘Dance for you’, in 1948 gevolgd door de bundel ‘I hear America singing’ een bundel vertalingen van Engelstalige poëzie van Walt Whitman, W.H. Auden, E.E. Cummings en T.S. Eliot. Hierna zouden nog heel veel bundels en boeken van zijn hand verschijnen. Voor zijn werk ontving hij onder andere de Jan Campert-prijs, de Tollensprijs, een eredoctoraat aan de universiteit van Nijmegen en werd hij benoemd tot Ridder in de orde van Oranje Nassau en Officier in de Leopoldsorde (België).

Michel van der Plas had een voorkeur voor sonnetten en sloot daarbij aan bij een eerdere dichtkunst, die in de jaren 1950 werd overvleugeld door de vrije regelval van de ‘Vijftigers’. Toch heeft hij deze dichtvorm nooit vaarwel gezegd. Een voorbeeld daarvan komt uit de bundel ‘Edelman-Bedelman’ gedichten 1945-1955, uitgegeven in 1960 bij De Blauwe Distel.

.

Sonnet

.

Trouwer dan de wijn is mij haar mond;

trouwer dan de sterren zijn haar ogen;

en elk najaar heeft het groen bedrogen,

maar haar haren blijven zomerblond.

.

Trouwer dan de vogels zijn haar handen,

en die reppen zich welhaast devoot;

trouwer dan de vuurgloed is haar schoot,

en zij roept mijn naam wanneer wij branden.

.

Ach, bij haar wordt alle vrezen wanen

en haar zucht ontwapent iedere klacht:

zij maakt alles nieuw: de dag, de nacht,

en haar lieve lachen en mijn tranen, –

tranen als zij slaapt en mij verwart,

want haar hart is trouwer dan mijn hart.

.

Wat maakt een gedicht?

Gemeenschappelijke kenmerken van poëzie

.

Ik mag graag rondzwerven op het wereldwijde Internet op zoek naar hoe men denkt en schrijft over poëzie. Ik schreef er al over in 2019nogmaals 20192017, 2015, en 2013. En als je goed zoekt waarschijnlijk nog wel vaker. Lezen over poëzie kan je helpen bij het zelf, beter, schrijven van poëzie. Maar wat het allerbeste werkt is heel veel poëzie lezen, het vakmanschap door je eigen ogen binnen halen en daar je eigen draai aan geven.

Op Literacyideas.com kwam ik het volgende artikel tegen. Voor het gemak heb ik de belangrijkste gemeenschappelijke kenmerken van poëzie voor je uit het artikel geplukt en vertaald. Natuurlijk is dit geen uitputtende lijst van gemeenschappelijke kenmerken. Als je meer over poëzie leest mis je er al snel verschillende (verdichten van tekst, aanspreken door de dichter, enjambement – het afbreken van zinnen en woorden-, gebruik van witregels etc.) maar zo’n eerste korte lijst kan je al wat houvast geven. Dit is wat Literacyideas zegt over de gemeenschappelijke kenmerken van een gedicht:

● Het ziet eruit als een gedicht – als het eruitziet als een gedicht en leest als een gedicht, dan is de kans groot dat het inderdaad een gedicht is. Poëzie bestaat uit regels, waarvan sommige volledige zinnen zijn, maar veel niet. Bovendien lopen deze regels meestal niet consequent uit tot in de marge, zoals in bijvoorbeeld een roman. Dit alles geeft poëzie een onderscheidende en herkenbare uitstraling op de pagina.

● Het heeft vaak een onderliggende vorm die dingen bij elkaar houdt – hoewel dit niet altijd waar is (bijvoorbeeld in sommige vrije verzen), voldoet veel poëzie aan een voorgeschreven structuur, zoals in een sonnet, een rondeel, een haiku enz. Tegenwoordig gaat dit steeds minder op want het ‘vrije vers’ is bovenliggend.

● Het maakt gebruik van beelden – als een dichter serieus is, zullen deze proberen om beelden in de geest van de lezer te creëren met behulp van veel zintuiglijke details en figuurlijk taalgebruik.

● Het heeft een zekere muzikaliteit – we zouden kunnen denken dat de natuurlijke incarnatie van poëzie het geschreven woord is en zijn habitat, de pagina, maar het gedrukte woord is niet waar de oorsprong van poëzie ligt. De vroegste gedichten werden mondeling gecomponeerd en in het geheugen vastgelegd. We kunnen nog steeds zien hoe belangrijk de klank van taal is als we gedichten hardop voorlezen. We zien het ook terug in de aandacht voor muzikale middelen die in het gedicht zijn verwerkt. Poëtische hulpmiddelen zoals alliteratie, assonantie en rijm bijvoorbeeld. 

Doe er je voordeel mee zou ik zeggen maar vergeet niet dat de beste dichters vaak ook de beste lezers (van poëzie) zijn. Daarom hier een gedicht over poëzie, met als titel ‘Poëzie’ van één van de beste dichters uit het Nederlands taalgebied, mijn favoriet, de Vlaamse dichter Herman de Coninck (1944-1997) uit ‘De gedichten’ uit 1998.

.

Poëzie

.

Zoals je zegt ‘Val maar, sneeuw’

als het al een half uur sneeuwt,

.

zo heb ik er 45 jaar over gedaan

om er 45 jaar over te doen,

.

zo zeg ik ‘slaap maar’

tegen een dochter die al lang slaapt

.

en heb het daar twee uur later

nog altijd een beetje warm van,

als een thermos.

.

Nieuwe poging

AI

.

Na een gesprek met Marie-Anne van Poetry Affairs over mijn eerste ervaringen met de Chatbot GPT wilde ik kijken of ik toch nog meer kon halen uit deze AI ‘machine’ dan me een eerste keer gelukt was. Marie-Anne is veel beter op de hoogte van artificial intelligence en de oneindige mogelijkheden hiervan en we kwamen tot de conclusie dat mijn zoekopdrachten wellicht te ‘eenvoudig’ waren. Wat gebeurt er wanneer je een zoekvraag verrijkt met inhoud en vorm en niet alleen stijl of een dichtersnaam?

Ik probeerde eerste de zoekvraag: Write a sonnet in Dutch about poetry. Een zoekvraag die ik later herhaalde in het Nederlands: schrijf een sonnet over poëzie. Bijzonder genoeg kreeg ik twee keer een ‘gedicht’ van de Chatbot in het Nederlands in de vorm (aantal regels en verdeling van die regels) van een sonnet. De twee gedichten waren overigens verschillend. Maar waar ik in een eerdere poging vroeg om een gedicht in de stijl van Jules Deelder of Charles Bukowski en toen rijmende gedichten kreeg die juist niet bij deze twee dichters passen, kreeg ik nu twee keer een gedicht in vrij vers zonder rijm. Terwijl een sonnet juist gekenmerkt wordt door een rijmschema. Zelfs toen ik de woorden ‘in Rhyme’ toevoegde bleef de Chatbot hardnekkig rijm vermijden. Heel verwarrend allemaal.

Toen dacht ik dat deze Chatbot waarschijnlijk beter is in het Engels dan in het Nederlands (er is zoveel meer Engelse data te gebruiken, het Nederlands is nu eenmaal een klein taalgebied) en dus vroeg ik de chatbot: write a sonnet about poetry.

Toen pas schreef de Chatbot iets dat op een sonnet leek, het rijmde als was het rijmschema niet helemaal die van een sonnet want de twee laatste strofes bestaan niet uit beide drie regels met rijmschema cdc dcd maar ik oordeelde te vroeg want het zogenaamde Shakespeare sonnet heeft wel degelijk de vorm van het sonnet dat de Chatbot wist te maken namelijk in een schema abab – cdcd – efef – gg.

Mijn volgende voorzichtige conclusie is dat de Chatbot vooral goed is in de Engelse taal (in ieder geval beter dan in het Nederlands) en dat de machine soms keuzes maakt die je misschien niet 1,2,3 verwacht. Een tweede conclusie die ik ga herhalen ook naar aanleiding van mijn eerste stuk over Chat GPT is dat de poëzie, het poëtisch gehalte van wat de Chatbot maakt wel erg ver te zoeken is. Het blijft toch erg bij beschrijvende zinnen over in plaats van werkelijk poëtische zin, het spel met de taal, de verrassingen en wendingen die een, door een mens, een dichter, geschreven gedicht wel heeft of zou moeten hebben.

Hieronder de twee resultaten van de vragen: Schrijf een sonnet over poëzie, en Write a sonnet about poetry.

.

De poëzie is als een rivier die stroomt

Met woorden als bladeren danst het op papier

Ze neemt ons mee op een reis, zonder doel

En geeft ons kracht in tijden van vreugde en vuur

.

De poëzie is een spiegel van onze ziel

Ze laat ons onze gedachten zien en gevoelens

Ze maakt ons huilen, of lachen, ze maakt ons heel

Ze laat ons dromen of ontwaken tot nieuwe devoties

.

De poëzie is een kunst die nooit oud wordt

Ze is eeuwig, net als liefde en waarheid

Ze is de taal van het hart, ze is puur goud

 

Laten we dus de poëzie eren

En houd haar dichtbij, voor altijd in ons hart en in onze geest.

.

.

Poetry, the art that flows like a stream

With words like leaves, it dances on the page

It takes us on a journey, without a theme

And gives us strength in times of joy and rage

.

Poetry is a mirror of our soul

It shows us our thoughts and our emotions

It makes us cry, or laugh, it makes us whole

It lets us dream, or wake to new devotions

.

Poetry is an art that never grows old

It’s eternal, like love and like the truth

It’s the language of the heart, it’s pure gold

.

So let us honor poetry, let it bloom

And keep it close, forever in our hearts, in our room.

.