Site-archief
Dagelijkse poëzie chat
Stel zelf je poëziebundel samen
.
Tijdens Poetry International 2025 heeft deze organisatie een poëzie applicatie (app) ontwikkelt en ter beschikking gesteld. De naam van deze app is Daily Poetry Chat. Op de site van Poetry International werd de app als volgt aangekondigd: Een app die poëzie op een verrassend persoonlijke manier naar je toe brengt, afgestemd op je stemming, het weer of wat je ook maar bezighoudt. Stel je eigen poëziebundel samen, deel je favoriete gedichten met vrienden en laat je elke dag verrassen door een gedicht dat bij je huidige gemoedstoestand past.
Tijdens het festival toen de app gepresenteerd werd, hebben dichter Ingmar Heytze en presentator Jennifer Muntslag samen deze app live getest en aan het publiek laten zien wat de mogelijkheden van de app zijn. En die zijn er. Zo kun je in het chatvenster precies omschrijven wat voor soort gedicht je zou willen lezen. Op basis van trefwoorden, gemoedstoestand of zomaar een willekeurig onderwerp kun je je vraag stellen. Omdat deze app een nieuwe technische ontwikkeling betreft vroeg ik een gedicht over nieuwe technische ontwikkelingen. Als antwoord kreeg ik: Ik heb een gedicht gevonden dat de intrigerende relatie tussen technologie en menselijke ervaring verkent. Geschreven door Sara Uribe, biedt het een blik op hoe nieuwe ontwikkelingen ons leven beïnvloeden. Het bericht eindigt met: Ik ben benieuwd of dit gedicht in lijn is met wat je zocht!
Je kunt in de chat kiezen om gedichten in thema’s te kiezen die de chat je voorlegt of zelf je thema’s kiezen. De taal van de app is niet de taal van (veel van de) gedichten, de gedichten zijn handmatig vertaald en ook beschikbaar in de oorspronkelijke taal. Daarnaast kun je je gedichten opslaan in gepersonaliseerde bundels die met je smaak en stemming meegroeien, en je kunt samen met vrienden een bundel samen stellen of je gedichten delen met vrienden. Kortom, op naar je app store en downloaden maar voor elke dag iets nieuws wat bij je stemming of interesse past.
Het gedicht van de Mexicaanse dichter Sara Uribe (1978) werd vertaald door Lisa Thunissen
.
GEDICHT WAARIN DE SPREKER ER AMPER IN SLAAGT OM MET EEN KORTE VRAAG DE LIJST INSTRUCTIES TE ONDERBREKEN DIE WORDEN GEDICTEERD DOOR EEN MEGAFOON BOVEN HAAR HOOFDEINDE OVER WAT VOOR GEDICHTENMEN ZOU WILLEN DAT ZE SCHRIJFT
We willen dat je een gedicht schrijft in termijnen zonder rente.
Een gedicht met 24 uursservice. Een gedicht met wifi.
Een gedicht gemaakt om op Instagram te posten.
Een gedicht met make-up die niet op dieren is getest.
We willen, uiteraard, een gedicht zonder conserveermiddelen, een vetarm gedicht.
Een cafeïnevrij gedicht, lactosevrij en zonder gluten.
.
————————-Maar willen jullie een gedicht of een venti chai latte soya?
.
We willen een woorden-maak-machientje
een muziekdoosje zonder ballerina
een op afstand bestuurbaar speeltje inclusief batterijen.
Het noumenon-gedicht.
Het homerische gedicht in praesens plus quamperfectum.
Het fenomenale levende kogelgedicht.
Het multidisciplinaire nv-gedicht.
hetzondercatactischetewordenallerpoëtischstegedichtooitgeschreven.com
We willen een polyglot, acrobatisch gedicht, een gedicht
met een T-shirt waarop staat [there is no poem b].
Een gedicht dat je kunt zingen. Dat zichzelf kan bedruipen.
Een gedicht zonder houdbaarheidsdatum. Ja we willen
een gedicht dat aftelt van negenennegentig tot nul
na het teken van de anesthesioloog. Ja we willen een gedicht dat niet wakker wordt tijdens de operatie.
.
Remco Campert
In memoriam Eddy van Vliet
.
In de een van de laatste bundels van Remco Campert (1929-2022) ‘Ogen open’ uit 2018, staat een in memoriam in de vorm van een gedicht over een andere dichter Eddy van Vliet. Deze Vlaamse dichter en advocaat gebruikte de naam Eddy van Vliet zijn volledige naam was Eduard Léon Juliaan van Vliet (1942 – 2002). Beide dichters werden uitgegeven door De Bezige Bij en waren goed bevriend.
Remco Campert is overigens niet de enige dichter die een in memoriam in een gedicht verpakte voor Eddy van Vliet, in 2009 schreef dichter Anton Korteweg (1944) al eens een gedicht bij de verstrooiing van de as van Eddy van Vliet in Watou.
.
In memoriam Eddy van Vliet
.
‘ ’t Is nog voor een paar dagen,’ zei ze
zij die je liefheeft, Eddy
.
steeds als ik belde naar ’t Heilig Hart
kreeg ik plechtige muziek en dan
.
‘nu slaapt hij voor het moment,’
sprak de nachtzuster van ’t Heilig Hart
.
ik dacht aan je ogen
die schitterden van avontuur
je wenkbrauwen in verwondering opgetrokken
moedige speler van het leven
fijnproever van de liefde
vriend voor altijd
.
Aan Bertolucci
Pier Paolo Pasolini
.
Al eerder schreef ik over filmregisseur en dichter Pier Paolo Pasolini (1922-1975) en de bundel ‘De as van Gramsci’. In deze bundel uit 1957, in mijn vertaling door Karel van Eerd, die ook voor het nawoord tekende, uit 1989, staat het gedicht ‘Aan Bertolucci’. De Bertolucci die het hier betreft is Attilio Bertolucci (1911-2000).
Attilio Bertolucci dichter en schrijver en de vader van filmregisseurs Bernardo en Giuseppe Bertolucci. Op 18 jarige leeftijd, in 1929, publiceerde Bertolucci zijn eerste poëtische bundel, ‘Sirio’. In 1932 kreeg hij met zijn werk ‘Fuochi di Novembre’ (November branden) lof van Italiaanse dichters als Eugenio Montale .
In 1951 publiceerde hij ‘La capanna indiana’ ( De Indiase hut) en won hij de Viareggio-prijs voor literatuur. In deze periode bouwde hij een vriendschap op met Pier Paolo Pasolini. In 1971 werd ‘Viaggio d’inverno’ (Winterreis) gepubliceerd, een van Bertolucci’s mooiste werken. Dit werk bracht een opmerkelijke verandering van stijl in Bertolucci’s poëzie: terwijl de eerste werken, volgens Franco Fortini , werden gekenmerkt door “de keuze voor een nederige taal voor pastorale situaties”, was ‘Viaggio d’inverno’ complexer en werd gekenmerkt door een onzekerheid. van gevoelens.
Zijn laatste werk was ‘La Lucertola di Casarola’ (De hagedis van Casarola) uit 1997, een verzameling werken uit zijn jeugd en andere ongepubliceerde gedichten. En over deze dichter en vriend van Pasolini schreef de laatste het gedicht ‘Aan Bertolucci’.
.
Aan Bertolucci
.
Het verleden leeft: ook hier. Hier, het oude boerenland,
hierboven hervonden, waar het voor ons eeuwiger is.
Het zijn de laatste dagen, of zeg maar, de laatste jaren
van geploegd land met rijen stronken langs de sloten,
van sneeuwslijk rondom de moerbeien zojuist gekapt,
van nog groene dijken langs droge greppels.
Ook hier: waar de heiden christen was, en met hem
zijn grond, het land dat hij bebouwde.
Een nieuwe tijd zal dit alles tot niets terugbrengen:
en daarom kunnen we er om rouwen: met zijn duistere
barbarenjaren, zijn Romaanse aprilmaanden.
Wie het straks niet meer kent, dit land dat overleefde,
hoe zal die ons kunnen begrijpen? Zeggen wie wij zijn geweest?
Maar wij zijn het die hém moeten begrijpen,
opdat hij geboren wordt, al is hij te laat voor deze dagen van licht,
voor deze wintereinden die versteld doen staan,
in het zacht en stormig Zuiden, in het donkerbewolkte Noorden…
.
Vrienden
Dubbelgedicht
.
Vandaag een dubbelgedicht met als thema Vrienden. Over vrienden en vriendschappen zijn vele gedichten en liedjes geschreven dus het was niet heel moeilijk om een dubbelgedicht samen te stellen.
Het eerste gedicht van dit tweeluik is het gedicht ‘Hoe lang zullen zij nog vrienden blijven?’ van de dichter J.B. Charles, pseudoniem van Willem Hendrik Nagel (1910-1983). Het gedicht komt uit de bundel ‘De groene zee is mijn vriendin; gedichten 1944-1982’ uit 1987. Het gedicht gaat over de twijfel aan vriendschap.
Het tweede gedicht is van dichter Ida Vos (1931-2006) en is getiteld ‘Je hoeft niets te zeggen’ en dit gedicht gaat juist over de onuitgesproken vriendschap die voor altijd is. Het gedicht komt uit de bundel ‘Schiereiland’ uit 1979.
.
Hoe lang zullen zij nog vrienden blijven?
.
Vrienden komen. Heb ik nog
van die goede tee?
Ja die zullen ze herkennen.
Eten in Noordwijk, aan de zee.
Of kan ik dat nu niet betalen?
Nou dan maar niet. Nog even wachten.
Die Saint Emilion, die hoge,
die heb ik niet voor niets bewaard.
.
Ze komen niet meer, ben ik bang.
’t Is al zo laat.
Was het dan niet vandaag
misschien? Hoe lang
denk je zullen zij vrienden blijven?
.
Je hoeft niets te zeggen
.
je hoeft niet
in woorden
te praten
met mij
je hoeft niets
in woorden
te zeggen
je hoeft alleen maar
en dat is genoeg
je arm om mijn schouders
te leggen
.
O, als ik dood zal, dood zal zijn…
Jan Hendrik Leopold
.
Vandaag is het Allerzielen, de dag dat veel mensen stilstaan bij familie en vrienden die hen zijn gestorven. Vanavond sta ik met 15 andere dichters van Dichter bij de dood, op begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag waar we voor bezoekers die daar prijs op stellen een troostrijk gedicht voordragen. Vanaf 19.00 uur is er op de begraafplaats een route uitgezet met fakkels waar men langs een aantal graven kan lopen waar dichters staan. https://woutervanheiningen.wordpress.com/2021/10/21/poezie-op-allerzielen/
Voor een ieder die Allerzielen op een andere manier doorbrengt of op een andere manier aan overledenen denkt wil ik hier het gedicht ‘O, als ik dood zal, dood zal zijn…’ delen van Jan Hendrik Leopold (1865-1925) uit ‘Verzameld Werk’ Deel 1, Verzen uit 1967.
.
‘O, als ik dood zal, dood zal zijn..’
.
‘O, als ik dood zal, dood zal zijn
kom dan en fluister, fluister iets liefs,
mijn bleke ogen zal ik opslaan
en ik zal niet verwonderd zijn.
.
En ik zal niet verwonderd zijn;
in deze liefde zal de dood
alleen een slapen, slapen gerust
een wachten op u, een wachten zijn.’
.
Vincent van Meenen
Vlaams dichter
.
Vincent Van Meenen (1989) is schrijver van drie romans, theatermaker, maker van audioverhalen voor o.a. KIFKIF en radio Klara en dichter. In 2014 studeerde hij af aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Daarna maakte hij twee jaar theater met vluchtelingen in Athene. In 2012 won hij WriteNow! en in 2016 verscheen zijn debuutroman ‘Licht en geluid’. Sinds 2017 woont en werkt hij in Antwerpen. Als doctoraal onderzoeker is hij verbonden aan Universiteit Antwerpen/Koninklijk Conservatorium en Academie voor Fijne Kunsten Antwerpen.
In het laatste nummer 2021/1 van Het Liegend Konijn staan een zevental gedichten van zijn hand. Hoewel er in dit tijdschrift staat dat hij nog geen dichtbundel heeft gepubliceerd gaf hij samen met wat vrienden al wel een geïllustreerde dichtbundel uit in eigen beheer. Van de 7 gedichten koos ik het laatstee uit zonder titel.
.
Ik ken de wereld niet. Ik ken de dertig
straten rond ons huis, en ik ken jou
een beetje, koffie-theetje, doof het licht.
.
Droom lief, droom lelie-lief, leg af de last,
het dagelijks verdriet. Slaap, slaap een brief.
Doorkruis de tropen, tijd, een eik. Verstuur
een rooksignaal, bericht uit een ommuurd
gebied met reuzenrad, klinkt daar muziek?
.
In schemertinten luister ik verliefd,
verzamel inktvis, echo’s, smeed een lied,
zet lijnen uit, vulkanen, kimono’s.
.
schoon
Dubbel-gedicht
.
Wanneer ik een gedicht ergens tegenkom (meestal in een dichtbundel) waarvan ik denk; Dat is een mooi gedicht voor een dubbel-gedicht dan begint het zoeken naar een tweede gedicht dat daarbij past. De ene keer gaat dat vrij vlot en de andere keer zoek ik me helemaal een slag in de rondte naar een passend tweede gedicht. Dat laatste overkwam me toen ik het gedicht ‘Palmolive’ van dichter Jos Versteegen uit de bundel ‘Een huis verlaten’ uit 2012.
Ga er maar aan staan dacht ik en ik kreeg gelijk. Bij het zoeken naar een tweede gedicht richt ik mij meestal op mijn geheugen of op de inhoudsopgaven met titels van de vele dichtbundels in mijn kast. In dit geval lieten beide mij behoorlijk in de steek. Maar uiteindelijk heb ik een tweede gedicht gevonden dat ook als onderwerp Schoon of Schoonmaken als onderwerp heeft. Het aardige is natuurlijk dat, hoewel je de onderdelen in de gedichten herkent van het schoon of schoonmaken, de gedichten feitelijk over heel andere zaken gaan. Dat maakt het Dubbel-gedicht voor mij zo verrassend.
Het eerste gedicht ‘Palmolive’, is, zoals gezegd, van Jos Verstegen (1956). Versteegen is dichter, biograaf en vertaler. Hij is ook bekend onder de namen Robert Alquin, Alkwin en Jacob Steege. Daarnaast was hij jarenlang redactiesecretaris van het tijdschrift ‘De tweede ronde’. Het gedicht ‘Vrienden’ dat hij schreef ter gelegenheid van Eenzame uitvaart nr. 254 in augustus 2020 werd bekroond met de Ger Fritz-Prijs.
Het tweede gedicht is van Robert Anker (1946 – 2017) en is getiteld ‘In jouw handdoek’. Het gedicht is genomen uit de bundel ‘In het vertrek’ uit 1996.
.
Palmolive
.
Zo eindigt zeep: een smalle tong,
soms grijze barstjes in de lengte.
.
Olijven, palmen: niemand dacht
aan warme landen, ’s ochtends vroeg,
wanneer het raam nog donker was.
De zeep lag in het plastic bakje.
Schuimbelletjes, half weggegleden,
dat was je moeder of je vader.
.
Kleine tongen, wit of groen,
steeds dunner, met een scherpe rand,
zo doodmoe in hun plastic bakjes:
niets voor een inventarislijst.
Zeep, soms met barstjes, erf je niet,
daar branden ovens voor.
.
In jouw handdoek
.
Is dit je buik dit is je huid die langs je hand omhoog
Kruipt en het water loopt je navel in en uit
Allemaal detail ben je vrolijk water zing je
Draagt ons overal je krullen ach in golven weggelopen eb
Trekken als een kam je ogen aan en zien ze mij
.
Buiten zingt een vloed supporters met hun sjaals
De leegte toe een oude man onder de voet het draait
Mij om en door de stoom ik roep je toch je hoort me niet
Ik hoor je stem maar zoek me niet nadat ik viel
.
Ben jij het hier en blijf je kletsnat over mij gevallen
Dit is geen grond voor even ik doe de ramen open
De wereld krijst voorbij en ik kan in jouw handdoek leven
.
Gedichten van troost
Koos Schuur
.
Nu we met zijn allen opnieuw geconfronteerd worden met stevige maatregelen rond de pandemie leek het mij een goed idee om de komende dagen gedichten van troost hier te plaatsen. Ik weet dat er veel verborgen en zichtbaar wordt geleden en niet altijd op de manier die het meest voor de hand ligt, namelijk door familieleden, vrienden of collega’s die getroffen zijn door het virus. Maar juist ook het stille leed, van mensen die al zolang thuis werken, contacten met collega’s missen, niet aan hun werk toekomen omdat men kinderen thuis heeft (zeker de komende weken als de scholen weer sluiten) en mensen die eigenlijk alleen nog in huis verblijven en misschien dagelijks even naar buiten kunnen in hun directe omgeving voor een wandeling of boodschap. Voor al die mensen, direct getroffen of indirect beïnvloed hier dus de komende dagen poëzie ter troost.
Als eerste gedicht van troost het gedicht ‘ethel’s night’ van Koos Schuur (1915 – 1995), uit de bundel ‘Is dit genoeg: een stuk of wat gedichten’ uit 1982.
.
ethel’s night
.
koffie en sinaasappelen heel de dag
heel de dag brieven schrijven boeken lezen
binnen de filigrane schaduw van de bomen
.
totdat de avond als een naakte slak
zich over alle groene heuvels legt
en ethel met een vastomlijnde stem
woorden als manen aan de hemel smijt
.
zoals daar zijn: recht plicht doel roeping
volwassenheid volledig uitgespeld
en innerlijke rijpheid vanzelfsprekend
.
helgeel de nacht
schaduwen spreken onbestaanbaarheden
vanuit de verte noemt een vliegtuig zich
het klatert rond de glazen
.
o hoe verrukkelijk het leven is
zo zonder zin en zonder inhoud
Neem mijn verzen in acht
Osip Mandelstam
.
In de heerlijke dikke pil ‘Iedereen dichter’ poëzie is een manier van leven, van Ivo van Strijtem uit 2018 is een hoofdstuk gewijd aan de Russische dichters. Twee van deze Russische dichters zijn Anna Achmatova (1889-1966) en Osip Mandelstam (1891-1938). Osip Emilievich (Joseph Khatskelevich) Mandelstam was een dichter en essayist en stamde uit een geslacht van Poolse joden.
In 1917, het jaar van de Russische revolutie, schreef Mandelstam een gedicht waarvan de eerste regels over Anna Achmatova gaan. Het is, zoals van Strijtem treffend stelt, een gedicht tussen onschuld en pijn en zit vol prachtige poëtische beelden. In haar memoires schrijft Achmatova over dit gedicht dat de eerste vier regels gaat over hen beide, zij had koorts en nam haar temperatuur op. Achmatova en Mandelstam waren collega dichters, zeer goede vrienden en ze bekommerden zich om elkaar.
Het gedicht is genomen uit de bundel ‘Neem mijn verzen in acht’ uit 2010 van Osip Mandelstam, samengesteld door Yolande Bloemen en Peter Zeeman in een vertaling van Nina Targan Mouravi.
.
Zing de krekelklok een liedje,
ritsel beverig de koorts,
ruist de kachel droog, dan weet je:
rode zijde staat in brand.
.
Hebben muizen deze schrale
levensbodem aangeknaagd,
’t is de dochter, ’t is de zwaluw
die mijn schuit heeft losgemaakt.
.
Murmelt op het dak de regen-
zwarte zijde staat in brand.
Maar de vogelkers zal horen
uit de diepste zee: vergeef.
.
Want de dood is maar onschuldig,
en je kan er niets aan doen
dat je hart nog altijd nagloeit
van de nachtegalenkoorts.
.















