Site-archief
Achter gewone woorden
De beste poëzie uit tien jaar De Tweede Ronde
.
In 1990 gaf het literair tijdschrift De Tweede Ronde, dat van 1981 tot 1993 werd uitgegeven door uitgeverij Bert Bakker (daarna door Van Oorschot en als laatste door Mouria) een bloemlezing uit naar aanleiding van hun 10 jarig jubileum. Het geeft een beeld, zo stellen de oprichters Marko Fondse en Peter Verstegen in hun voorwoord, van de beste Nederlandse poëzie die tussen 1980 en 1990 in het blad verscheen.
Het is poëzie, zo schrift men verder, waarin het verstand niet is uitgeschakeld, die niet primair appelleert aan het irrationele of onbewuste, en waarin is gestreefd – in overeenstemming met de klassieke traditie- naar ordening, naar wat er kan ontstaan uit de fusie van gevoel en intelligentie, naar het buitengewone dat wordt opgeroepen met gewone woorden, en wat daarachter zit. Bent u er nog?
Van de namen van wie relatief vaak poëzie werd opgenomen in het tijdschrift heeft men vier gedichten genomen en en van de overige één gedicht. Op zichzelf een logische beslissing, blijkbaar waren de dichters die vaker werden opgenomen in het tijdschrift bekender of geliefder. bij het lezend publiek. Als ik de namenlijst doorneem zie ik dan ook allerlei voorbeelden van dichters bij wie ik daar meteen een beeld bij heb: Herman de Coninck, J. Eijkelboom, de net overleden Esther Jansma (één gedicht!), Neeltje Maria Min (één gedicht), Leo Vroman en Jean Pierre Rawie (aan wiens gedicht ‘Moment’ de titel zijn bundel heeft ontleend).
Maar toch ook verschillende dichters van wie ik in ieder geval nog niet gehoord had. Mees Houkind, H.L. Prenen, Harry Pallemans, Rob van Moppes, Jaap Westerbos en Klaas de Wit, allemaal vertegenwoordigd met één gedicht. Maar er is ook een dichter (naast Cees van Hoore en Marko Fondse) die ik niet ken en toch met drie gedichten is opgenomen en dat is Georgine Sanders (1921-2015).
Hoewel haar naam mij vagelijk bekend voorkwam kon ik haar niet plaatsen. Tot ik haar naam opzocht en bleek dat zij de vrouw was van dichter Leo Vroman (1915-2014). Maar ze was vooral antropoloog en schrijver. Daarnaast schreef ze twee dichtbundels: ‘Onvoltooid bestaan’ (1990) en ‘Autogeografie’ (1991). Overigens is Georgine veel bekender dan menigeen zal denken doordat ze met regelmaat in de poëzie van Leo Vroman werd opgevoerd als de geliefde Tineke en ook als Tineke Vroman-Sanders.
In deze bloemlezing dus drie gedichten van haar opgenomen. Ik koos het gedicht ‘Weerbericht’ omdat hier duidelijk naar voren komt hoe ze, na inmiddels 27 jaar in Brooklyn te hebben gewoond, toch nog steeds terugdenkt aan de tijd dat ze in Nederland woonde en dan met name aan dat laatste harde oorlogsjaar.
.
Weerbericht
.
Hoe zacht en vochtig voelt de lucht vandaag.
Een grauwe sneeuwbank drenkt het dorre gras
en vlakke kou ontleedt zich, laag op laag
van geuren die herroepen hoe het was
.
nu lang geleden, langer nog, het langst.
En, oude vrouw, ben ik opeens weer kind
in Amsterdam, doorsta in Utrecht de angst
om dat hard oorlogseind in voorjaarswind.
.
In deze straat in Brooklyn, zonder zon,
die gister nog slechts ging van hier naar daar,
loop ik door een herwonnen werkelijkheid
.
en zie hoe hier de lente weer begon.
Wat eens bestond maakt nog mijn heden waar:
de geur van het verleden weert de tijd.
.
Brooklyn, juni 1987 – mei 1988
.
Correspondentie
Alain Teister
.
Naarmate de tijd verstrijkt raken meer en meer dichter vergeten. Dichters die ooit een publiek hadden maar door de tijd zijn ingehaald en verdwenen uit het collectief geheugen. Gelukkig bekommer ik me ook om dit soort dichters in de categorie (bijna) vergeten dichters.
Een van die dichters is Alain Teister (pseudoniem van Jacob Martinus Boersma). Deze dichter, schrijver en schilder (1932-1979) debuteerde in 1964 met de bundel ‘De huisgod spreekt’, een bundel met een nuchter-ironische toon en vele woordvondsten . In totaal zou hij in zijn korte leven 3 dichtbundels publiceren, 3 romans, een operalibretto, een toneelstuk en een verhalenbundel.
In 1988 kwam zijn ‘Verzamelde gedichten’ uit bij uitgeverij Bert Bakker. In deze bundel staat het gedicht ‘Correspondentie’ ook al zo’n woord dat langzaam uit onze spreek- en schrijftaal verdwijnt, net als ‘telegrafeerde’.
.
Correspondentie
.
Mijn zoon schreef: papa,
dat jullie gescheiden zijn vind ik niet erg,
of wel, maar ik ben er ook aan gewend,
ik ben bijna elf,
maar dat mama niet een keer gehuild heeft
nu jij in het ziekenhuis ligt, en dat ze steeds
‘eigen schuld’ zegt,
dat vind ik niet lekker, jij?
.
Ik telegrafeerde: jawel, eigen schuld
is goud waard stop drink een cola
op mijn gezondheid stop en stuur als je zin hebt
een leuke tekening stop.
.
Zo ken ik je weer, schreef hij terug. Dag papa.
In de envelop zat een kleurige
viltstift-tekening van een doodskop
stop.
.
Foto’s geknipt voor Dromen
Helen Knopper
.
Wanneer ik in kringloopwinkels en tweedehands boekenwinkels rondneus tussen de dichtbundels valt me vaak op dat er heel veel dichtbundels zijn uitgegeven door mij, volledig onbekende dichters. De meeste van deze bundels zijn dan ook vaak in eigen beheer uitgegeven of door uitgeverijtjes mij onbekend. En tussen al die onbekende bundels vind ik dan ook met enige regelmaat een bundeltje dat door een bekende uitgeverij is uitgegeven maar van een mij desalniettemin volledig vreemde dichter.
Dat laatste overkwam me afgelopen week toen ik de bundel ‘Foto’s geknipt voor Dromen’ in handen kreeg van dichter Helen Knopper. Een naam die mij niets zei maar uitgegeven door Bert Bakker. En dan word ik nieuwsgierig; was dit een eendagsvlieg? werd deze bundel uitgegeven als bijproduct van proza? Of is er nog iets anders aan de hand (jong gestorven? verdwenen van de radar, alles is mogelijk).
In het geval van Helen Knopper (1934) blijken we hier te maken te hebben met een schrijver van vele talenten. Van haar hand verschenen ruim twintig titels, waar onder romans, korte verhalen, poëzie, en een drieluik over de jaren negentig. Maar ander dichtwerk dan deze bundel kon ik niet ontdekken.
‘Foto’s geknipt voor Dromen’ is uit 1985 en bevat aardige gedichten. Ik koos voor het strandgedicht ‘Eclips’.
.
Eclips
.
Je wandelt langs het strand
en dat met vele anderen.
Tot je de indruk krijgt dat
je hele stukken overslaat
geen mens te zien.
.
Besta je nog in die hiaten?
Zo ja waar ben je dan gebleven
onder of boven de zee?
.
Hoe het ook zij voor mij
maakt het niet uit ik weet
zo vaak niet waar ik blijf
al blijf ik thuis.
.
Geheim
Heinrich Heine
.
In 1988 verscheen in de Tweede ronde reeks 5 de bundel ‘Denk ik aan Duitsland in de nacht’bij uitgeverij Bert Bakker. In deze bundel gedichten van de Duitse dichter Heinrich Heine (1797 -1856).
Heinrich Heine was van Joodse afkomst. Hij werd geboren als Harry Heine, maar liet zich in 1825 Luthers dopen onder de naam Heinrich Heine. Een meer innerlijke band met het geloof kreeg hij echter pas toen hij aan het eind van zijn leven verlamd op zijn ziekbed in Parijs lag, waar hij sinds 1831 in zelfgekozen ballingschap woonde. Hij ligt begraven op de begraafplaats van Montmartre.
Heine behoorde tot de Romantiek en maakte vele ironische en spitsvondige gedichten die ook tegenwoordig nog mensen aanspreken. Innerlijk was Heine een tegenstrijdig mens, enerzijds voelde hij zich Duitser, anderzijds wereldburger; dezelfde soort dubbele gevoelens had hij ook ten aanzien van het jodendom en de romantiek.
In de bundel met gedichten van Heine die zijn vertaald door Marko Fondse en Peter Verstegen, staan gedichten uit zijn beroemde bundel ‘Buch der Lieder’ maar ook uit ‘Neue Gedichte’, ‘Romanzero’ en ‘Letzte Gedichte’. Ik koos voor het gedicht ‘Geheimnis’ of ‘Geheim’ uit ‘Neue Gedichte’ uit 1844.
.
Geheim
.
Wij zuchten niet, droog zijn de ogen,
Een glimlach vaak en zelfs een lach!
In niet één blik of ander teken
Komt het geheim ooit aan de dag.
.
’t Geheim dat met woordloos lijden
In ’t diepste van de ziel verbloedt;
Krampachtig blijft de mond gesloten,
Al schreeuwt het in het wild gemoed.
.
Vraag het de zuigling in zijn wiegje,
Vraag het de doden in het graf,
Misschien dat zij je wel verraden
Wat ik je nooit te kennen gaf.
.
Geheimnis
Wir seufzen nicht, das Aug’ ist trocken,
Wir lächeln oft, wir lachen gar!
In keinem Blick, in keiner Miene,
Wird das Geheimnis offenbar.
Mit seinen stummen Qualen hegt es
In unsrer Seele blut’gem Grund;
Wird es auch laut im wilden Herzen,
Krampfhaft verschlossen bleibt der Mund.
Frag du den Säugling in der Wiege,
Frag du die Toten in dem Grab,
Vielleicht daß diese dir entdecken,
Was ich dir stets verschwiegen hab.
.
Het huis
Martinus Nijhoff
.
De verzamelde gedichten van Martinus Nijhoff ( Bert Bakker, 1975 vijfde druk) beslaat maar liefst 532 pagina’s. Na alle bundels die in deze verzameling zijn opgenomen staan aan het einde van het boek nog een aantal nagelaten gedichten. Het gedicht ‘Het huis’ is daar één van.
.
Het huis
.
Op akkerland, met duinen in ’t verschiet,
staat, in de schaduw van nabij geboomt,
het huis dat ik ontruimde en achterliet,
en dat thans door de vijand wordt bewoond.
.
De bomen zijn, naar ik verneem, geveld;
’t huis werd een kazemat, en het terrein
– indien het waar is wat mij wordt gemeld –
moet in een mijnenveld herschapen zijn.
.
Dit zegt men. Maar het huis zelf deelt mij mee
wanneer het in mijn dromen tot mij spreekt:
ik heb bericht ontvangen van de zee,
dat straks een reinigende storm opsteekt.
.
Strombolicchio
Peter Holvoet-Hanssen
.
Eerder schreef ik over de poëzie van Peter Holvoet-Hanssen in de categorie ‘Gedichten op vreemde plekken’ daar Peter in zijn tijd als stadsdichter van Antwerpen (2010-2011) poëzie plaatste op de kademuren van Antwerpen en de zijkant van een schip. Peter Holvoet-Hanssen (1960) publiceerde in diverse literaire tijdschriften als De Gids, Optima, Dietsche Warande en Parmentier en debuteerde in 1998 met de bundel ‘Dwangbuis van Houdini’ dat door de Standaard der Letteren uitgeroepen werd tot mooiste bundel van dat jaar.
In 1999 verscheen bij uitgeverij Bert Bakker zijn bundel ‘Stromboliccho, uit de smidse van vulcanus’ (Strombolicchio is een vulkanisch eiland in de buurt van Sicillie). Volgens de achterflap voert ‘Strombolicchio’ de lezer mee op een hallucinerende reis naar de poëzie.. van onbedaarlijk tot wegstervend, van meedogenloos tot meedogend.
Bijzonder zijn de gedichten zeker, Steeds anders van vorm, van toon, van opbouw en opzet en hoewel er rode lijnen zijn te ontdekken in de opbouw van de bundel ‘ontglippen de verzen van Holvoet-Hanssen elk etiket’ zoals ook op de achterflap te lezen is.
Ik koos voor het gedicht ‘Voor Grant Hart’. Ik kende Grant Hart niet (zoals ik wel meerdere personages en namen uit de bundel heb moeten opzoeken wat een bijzondere ontdekkingsreis op zich was) maar weet nu dat Hart de drummer en mede-tekstschrijver was van de band Hüsker Dü en later Nova Mob.
.
Voor Grant Hart
.
Siciliano. De korsten scheuren.
Ik hoor je zingen. Je vuurt het water aan met je capriccio.
Vuur door het water, vuur door de lucht.
.
Dans de tarantella aan de rand van de poëtica.
Oogst want niets staat vast.
Alles wordt vloeibaar.
.
Ik doe buskruit in je kroes. Wij zijn boekaniers van goede sier.
Temperen niet voor de zwart geblakerde.
Dit vuur woedt in alle talen.
.
Yo soy capitán. Bedaar, jij bent admiraal.
.
Foto: Andy Huysmans
Voor later
A. Roland Holst
.
Al eerder schreef ik over één van Neerlands grootste dichters Adriaan Roland Holst of zoals hij beter bekend is A. Roland Holst (1888- 1976). Roland Holst schreef vele poëziebundels en kreeg voor zijn werk menig literaire prijs. Zijn omvangrijke oeuvre wordt gekenmerkt door een eigen, plechtige stijl en rijke symboliek.
In 1971 verscheen bij Bert Bakker en C.A.J. van Dishoeck de dundrukbundel ‘Verzamelde gedichten’ met werken uit 14 van zijn bundels (van 1911 tot 1968) aangevuld met verspreide gedichten. Een prachtige bundel van 858 pagina’s.
Uit deze bundel het gedicht ‘Voor later’ dat oorspronkelijk verscheen in zijn debuutbundel ‘Verzen’ uit 1911 als opmaat voor de komende week waarin ik liefdesgedichten centraal zal stellen op dit blog.
.
Voor later
.
‘k Geef nu aan jou mijn vreugd, mijn leed en
mijn schemergouden dromenschat,
opdat je later nog zal weten
hoe ik je eens heb liefgehad.
.
Later, als al dit schoon voorbij is,
want tijd neemt liefde, vreugde, smart –
als elk van ons weer droef en blij is
dicht aan een nieuw gevonden hart,
.
dan zal ineens alles vervagen
bij ’t zien van dit vergeten blad;
je zal weer dromen van de dagen
toen we in elkanders ogen zagen,
toen ik je zo heb liefgehad.
.
Neeltje Maria Min
Twee zusjes
.
Lezend in de bundel ‘De gedichten’ van Neeltje Maria Min kwam ik een gedicht tegen over twee zusjes. Nu heb ik twee zusjes als dochters en ik zag meteen voor me wat Neeltje Maria Min bedoelde. Daarom dit gedicht ‘Twee zusjes zitten voor het raam’.
.
Twee zusjes zitten voor het raam.
Eén leest. De ander luistert.
Haar handje schuifelt door het haar.
Er is nog even samenhang
maar dan ontgaat haar het verhaal.
De duim blijft steken tussen mond en kin.
De oudste leidt met zachte dwang
haar zusje weer het sprookje in.
.
















Kind
23 mrt
Geplaatst door woutervanheiningen
M. Vasalis
.
In 2005 verscheen bij uitgeverij Bert Bakker de verzamelbundel ‘Kinderen’ Meer dan honderd gedichten over hun wondere wereld. Verzameld en toegelicht door Willem Wilmink (1936-2003). In deze bundel is een grote variëteit aan gedichten (over allerlei aspecten en omstandigheden van het kind zijn) opgenomen en het aardige van deze bundel is dat Willem Wilmink bij elk gedicht een toelichting geeft onder het gedicht.
Over het algemeen vind ik dat dichters die onder hun gedichten allerlei informatie geven over het gedicht, de plank een beetje misslaan. Als een gedicht allerlei informatie nodig heeft, schrijf dan geen gedicht maar een artikel, geef info achterin de bundel, of, in het geval van een woord dat onbekend is, werk met een * en zet dan onder het gedicht deze * met de betekenis maar dan in kleine letters. Goed genoeg mening voor nu en hier, terug naar de bundel ‘Kinderen’.
Willem Wilmink schrijft in korte commentaren iets over wat hem is opgevallen, iets over de dichter of de herkomst van het gedicht. Als lezer van gedichten vind ik dit minder vervelend dan het commentaar van de dichter zelf. Ik neem een voorbeeld dat ik tegenkwam en waar ik, met de informatie die Wilmink bij het gedicht geeft, meteen door geïnteresseerd was.
Het betreft hier het gedicht ‘Kind’ van M. Vasalis (1909-1998) dat genomen werd uit haar bundel ‘De vogel phoenix’ uit 1948. In de toelichting schrijft Wilmink: “De bundel waarin dit gedicht staat, De vogel phoenix, droeg de dichteres op aan haar zoontje, dat in oktober 1943 stierf, anderhalf jaar oud. Vasalis heeft me verteld dat deze bundel verreweg de minst verkochte is van de drie die ze schreef, want de mensen gaan verdriet nu eenmaal uit de weg.” Alle reden dus om juist dit gedicht onder de aandacht te brengen want verdriet is een emotie die je nooit uit de weg moet gaan.
.
Kind
.
Er was een lichte warmte boven zijn gezicht,
als van de aarde ’s avonds, als de zon verdween.
En als de wind in een gordijn, ging licht
zijn adem in en uit zijn lippen heen…
.
Hij was het leven, zichtbaar bijna zonder schaal
en niets dan leven, tot de rand geschonken
en zonder smet of schaduw neergezonken
en opgestegen in de broze bokaal.
.
Hoe wijd was nog de doorgang tot het leven
en hoe toegankelijk voor zijn eb en vloed…
Hoe licht en stil en schoon is met de dood
hij op het lege strand alleen gebleven.
.
Dit delen:
Geplaatst in Dichtbundels, Dichter bij de dood, Favoriete dichters, Gedichten in thema's
Een reactie plaatsen
Tags: 1909, 1936, 1943, 1948, 1998, 2003, 2005, Bert Bakker, commentaren, De vogel phoenix, dichtbundel, dichter, emotie, gedicht, gedichten, Gedichten in thema's, gedichtenbundel, herkomst, informatie, kind, kinderen, M. Vasalis, Meer dan honderd gedichten over hun wondere wereld, overleden zoontje, poëzie, poëziebundel, toegelicht, Vasalis, verdriet, verzamelbundel, verzameld, Willem Wilmink