Site-archief
Kwaad gesternte
Hannah van Binsbergen
.
Kwaad gesternte
.
Het is woensdag en ik mag een harnas kiezen dat geweld
op afstand houdt, in alliantie met de Vijanden van Vernedering.
Als ik mijn benen weer bij elkaar doe, word ik moeier en moeier;
ik kan wachten in mijn wapenrusting of het rokje dat hij mooi vond, hij
zal niet komen. Ik bijt hem, hij moet het afleren.
Als ik mijn ogen open is alles verloren, dan moet ik meegaan
naar het gat in de geschiedenis. Van alle marsen die jullie kunnen
lopen, jullie die ik mijn broeders noem, waarom is er niet één
die niet vooruitgaat?
Ik kan niet kiezen. Mijn vrienden willen mij niet helpen en mijn vijand
die een vaste vorm begint te krijgen aan de randen van mijn angsten
spreekt bemoedigende woorden.
Hebben jullie wel eens aan het kwaad gedacht dat in de situatie schuilt?
Het harnas dat ik kies zal hopelijk mijn geur verhullen.
Als ik mijn benen bij elkaar doe, is alles verloren.
Mijn harnas klinkt me vast aan dit moment, waar iets herinnerd
en iets beloofd wordt en dit gesternte staat boven mijn hele generatie.
Ik heb weinig hoop zonder jullie, maar jullie geven me niets
wat ik niet snel en zo vernederend zacht moet laten gaan,
jullie die ik mijn broeders noem, een droom
die het dagelijks leven stuk kan slaan, is dat
waarom we vooruitgaan?
Zolang ik niet mijn ogen open, lig ik in zijn armen.
.
de Coninck en Buddingh’
Prijs en gedicht
.
Sinds 1988 bekroont Poetry International jaarlijks het beste Nederlandstalige poëziedebuut met de C. Buddingh’-Prijs. Met de prijs beoogt Poetry International meer aandacht te genereren voor talentvolle nieuwe stemmen in de Nederlandstalige poëzie. Voor menig dichter van naam was de C. Buddingh’-prijs de eerste belangrijke trofee die in de wacht werd gesleept. Namen die me te binnen schieten zijn Anna Enquist, Marieke Lucas Rijneveld, Vicky Francken en Ilja Leonard Pfeijffer. De prijs is genoemd naar Cees Buddingh’.
In de cyclus ‘Ars poetica’ schrijft Herman de Coninck een gedicht ‘Aan Buddingh’ en in eerste instantie dacht ik dat het een soort van eerbetoon was aan de poëzie van Buddingh’. Totdat ik op de website dbnl.org een artikel las uit een ‘Tirade’ uit 1977 waarin de zaken toch enigszins anders blijken te liggen. De poëzie van Herman de Coninck werd in 1970 opgenomen in de bundel ‘Nieuw-realistische poëzie in Vlaanderen’. De nieuw realistische dichters zetten zich aan de ene kant af tegen het “welig tierende, hermetisch-duistere 50ers-epigonisme” in de Vlaamse dichtwereld. Aan de andere kant distantieerde de woordvoerder van deze nieuw realisten zich van de Nederlandse nieuw realisten zoals die vooral in Gard Sivik en De Stijl werd gepubliceerd.
In het gedicht ‘Aan Buddingh’ spreekt de Coninck zich uit tegen dit Nederlands nieuw realisme dat volgens de Vlamingen “neutraal-objectief, onpersoonlijk en gezichtsloos informatisme” was.
.
Aan Buddingh’
.
Ik hou wel van gedichten
als gespierde kerels van behaarde
mannelijke taal, die zich krabben
waar het jeukt, die oergezond
op je afkomen en zeggen: ga zitten,
ik ben een gedicht, aangenaam, en
waarover zullen we het hebben.
.
Zulke gedichten kunnen natuurlijk even vlot
over liefde als over Vietnam praten,
en misschien zijn zij wel verantwoordelijk
voor de gezondheid van de poëzie,
zoals Limburgse boeren voor de gezondheid
van de moraal.
.
Maar ik hou eigenlijk nog meer
van een groep woorden die zich samen
plotseling bijzonder intiem gaan voelen
en zeggen: laat ons nou maar altijd
bij elkaar, er hoeft er geen meer bij te komen.
.
Dreamsong 14
John Berryman
.
De Amerikaanse dichter en schrijver John Berryman (1914 -1972) brak met zijn poëzie door in 1956 met ‘Homage to Mistress Bradstreet’, een dramatische monoloog waarin hij zijn bewondering uitspreekt voor Anne Bradstreet (1612 – 1672), ook wel de ‘eerste Amerikaanse dichteres’ genoemd. Berryman begon overigens al veel eerder met het schrijven van poëzie in de jaren dertig van de vorige eeuw. In de jaren veertig publiceerde hij een aantal bundels; ‘Poems’ in 1942 en ‘The Dispossessed’ in 1948 maar die sloegen niet meteen aan bij het grote publiek.
In 1965 won hij de Pulitzerprijs voor de bundel ’77 Dream Songs’. Berryman wordt wel gerekend tot de school van de ‘confessional poetry’. Dit is poëzie van ‘het persoonlijke of het ik’, die autobiografisch is en waarin vaak taboe onderwerpen worden behandeld als seksualiteit, geestesziekte en zelfmoord. Berryman is duidelijk verwant aan Robert Lowell en Anne Sexton. De humor die hij telkens weer door de behandeling van serieuze levensvraagstukken weeft werkt echter relativerend en verfrissend. In ‘500 gedichten die iedereen gelezen moet hebben’ samengesteld door Ilja Leonard Pfeijffer en Gert Jan de Vries, staat het gedicht ‘Dreamsong 14’ in een vertaling van Rob Schouten. Voor de liefhebbers van het originele werk ook het gedicht in het Engels.
.
Dreamsong 14
.
Leven, vrienden, verveelt. Zie je verkeerd
immers de zon straalt en de zee smacht,
wijzelf stralen en smachten
daar komt nog bij dat moeder toen ik klein was zei
(en meer dan eens) ‘Wie zegt dat-ie zich zo
verveelt ontbeert
een Innerlijke Bron.’ Nou: ik ontbeer
een innerlijke bron want ik verveel me dood.
Mensen vervelen me,
literatuur verveelt me, vooral grote,
Henry verveelt me, z’n ‘ja doe ik’, ‘zeker’
net zo stierlijk als Achilles
.
die mensenvriend met z’n heldengedoe,
stomvervelend.
De kalme heuvels, gin, allemaal saai gelispel
op een of andere manier
is er een hond met staart en al een eind
de bergen ingehold, de zee, de hemel
met achterlating van: mij, kwispel.
.
Dreamsong 14
.
.
Grond
Antjie Krog
.
Afgelopen week kreeg ik een mail met daarin een gedicht van Antjie Krog (1952), in het Zuid Afrikaans. Reden om weer eens wat van haar te lezen. In dit geval pakte ik de ‘500 gedichten die iedereen gelezen moet hebben’ erbij, de vuistdikke Canon van de Europese poëzie want daarin staan een aantal gedichten van haar vertaald naar het Nederlands. Op zichzelf is het natuurlijk vreemd om Antjie Krog, die niet uit Europa komt op te nemen in de Canon van de Europese poëzie,maar deze ‘dwaling’ vergeef ik de samenstellers Ilja Leonard Pfeijffer en Gert Jan de Vries met veel liefde. Overigens geven ze zelf in de inleiding hiervoor een reden: “Het zou belachelijk zijn om Engelse, Portugese en Nederlandse dichters op te nemen en tegelijkertijd Amerikaanse, Braziliaanse en Zuid-Afrikaanse dichters buiten te sluiten.. omdat ze elkaar allemaal hebben gelezen, diepgaand door elkaar zijn beïnvloeden deel uitmaken van dezelfde traditie, of je die Euopees noemt of anders”. Ook daar valt nog wel wat tegen in te brengen maar gelukkig benadrukken de samenstellers verschillende malen dat het hier een subjectieve verzameling betreft.
Het gedicht van Antjie Krog is in een Nederlandse vertaling, want hoe prachtig ik poëzie in het Zuid Afrikaans ook vind, in de vertaling krijg je toch altijd net iets meer mee (zeker als je het Zuid Afrikaans niet machtig bent). Daarom het gedicht ‘Grond’ dat oorspronkelijk verscheen in de bundel ‘Om te kan asemhaal’ uit 1999, hier in een vertaling van Robert Dorsman.
.
Grond
.
op bevel van mijn voorgeslacht was jij bezit
had ik taal kon ik schrijven want jij was grond mijn grond
.
maar mij wilde je nooit
hoe ik me ook uitstrekte om me neer te leggen
in ruisende blauwe eucalyptusbomen
in runderen die hun hoorns laten zakken in Diepvlei
rimpelend drinkt het trillende vel aan hun keel
in tafzijden stressen in druipend gom
in doornbloemen afgegeleden naar de leegten
.
mij wilde je nooit
mij verduren kon je nooit
keer op keer schudde je me af
duwde je me weg
grond, ik word langzaam naamloos in de mond
.
nu wordt om je gevochten
wordt bedongen verdeeld verkaveld verkocht verstolen verpand
ik wil ondergronds gaan met je grond
grond die mij niet wilde hebben
grond die nooit aan mij heeft toebehoord
.
grond die ik vergeefser dan vroeger liefheb
.
Het kleine meisje
Nâzım Hikmet
.
In de vuistdikke bundel ‘500 gedichten die iedereen gelezen moet hebben’ de canon van de Europese poëzie, samengesteld door Ilja Leonard Pfeijffer en Gert Jan de Vries staat een enorme schat aan gedichten van vrijwel elke Europese dichter die er toe doet. Vele bekende dichters en een groot aantal ( voor mij) onbekende dichters.
Zo ook de dichter Nâzım Hikmet Ran (1901 – 1963). Hikmet was een Turks dichter, toneelschrijver, romanschrijver, regisseur en memoires schrijver. Hij stond vooral bekend om zijn vloeiende lyrische manier van schrijven. Hij werd ook gezien als een romantische communist en romantische revolutionair. Hij werd regelmatig gearresteerd om zijn politieke ideeën en hij zat daardoor een groot deel van zijn volwassen leven in de gevangenis of buiten Turkije als politiek vluchteling. Zijn gedichten werden in meer dan 50 talen vertaald.
In 1981 verscheen het Masereelfonds in Gent de bundel ‘Turkse gedichten’. Daar komt ook de vertaling vandaan van het gedicht ‘Het kleine meisje’ door Joris Iven en Perihan Eydemir.
.
Het kleine meisje
.
Bij zovelen klopte ik aan,
wie weet, ook bij jou misschien.
Maar doden zijn onzichtbaar,
ik kan me niet laten zien.
.
Het is nu tien jaar geleden
dat ik in Hiroshima stierf.
Ik ben een meisje van zeven,
dode kinderen groeien niet.
.
Eerst vatte mijn haar vuur,
dan verbrandde mijn ogen.
Ik werd een handvol as,
mijn bloed is vervlogen.
.
Ik vraag van jullie niets,
je hoeft niet te boeten.
Een kind dat verbrandde
kan niet eens meer snoepen.
.
Ik klop weer bij jullie aan:
geef me toch je woord van eer.
Laat de kinderen snoepen.
en doodt hen nooit meer, nooit meer.
.
Kygnos
Ilja Leonard Pfeijffer
.
In de afgelopen zomervakantie heb ik, zeer tot mijn genoegen, de roman ‘Superba’ van Ilja Leonard Pfeijffer gelezen. Het is een bijzondere roman die ik in één ruk uitlas. Ik kende Pfeijffer eigenlijk alleen van zijn poëzie en zijn Instagram account @iljaleonardpfeijffer, waar hij vooral foto’s van het dagelijkse leven (in vooral Genua) met zijn volgers deelt. Superba deed me besluiten weer wat van zijn poëzie te lezen.
In 2001 verscheen van zijn hand de dichtbundel ‘Het glimpen van de welkwiek’. Die heb ik voor de gelegenheid maar weer eens uit mijn kast gehaald en daaruit wil ik graag een gedicht met jullie delen getiteld ‘kygnos’.
.
kygnos
.
of wringt iets? nogal log in vogelvlucht
krakeel je krijtwit schraapt je zwanenhals
ten krijgersyell je valt je dondert als
bij heldere hemel tergend uit de lucht
.
maar altijd jeukt wel iets als vliegen vliegen
op beide vleugels liegen door de lucht
wie wil niet hemeltergend helder vluchten
uit loden schoenen en een kracht bedriegen?
.
het is de klank die klinken moet de gil
van schoolkrijt op een matzwart bord een zwaan
die vallend voor het eerst ten oorlog zingt
.
het is de kriebel in de buik die wil
spijbelen van bezwaartekracht en aan
de hemel dondert klaar en liegt en klinkt
.
Poëziebieb-app
Met zingen is de liefde begonnen
.
De Poëzieweek zit erop, iedereen die de poëzie een warm hart toedraagt heeft zich de afgelopen week of weken kunnen laven aan allerhande poëzie activiteiten , wedstrijden, uitreikingen en voordrachten. Omdat ik dagelijks de poëzie een zeer warm hart toedraag heb ik juist in de gedichtenweek geen aandacht besteed aan dit, overigens zeer toe te juichen, initiatief.
Maar vandaag, een paar dagen na de poëzieweek wil ik toch nog even wijzen op een nieuw initiatief dat weliswaar georganiseerd is voor de Poëzieweek, maar dat nog heel 2015 te gebruiken en te genieten is: De Poëziebieb-app.
Tijdens de Poëzieweek kan iedereen (ook niet-leden van de bibliotheek) de speciale PoëzieBieb-app downloaden en voor de duur van 4 weken gratis tien dichtbundels digitaal lezen. In deze app verschijnen onder anderen Ilja Leonard Pfeijffer, Ellen Deckwitz, Hugo Claus en Jules Deelder. Na vier weken verdwijnt de bundel uit de app, maar blijven de boeken te ‘lenen’ via het e-bookplatform (alleen voor Nederlandse leden van de bibliotheek). Van elke bundel blijft wel één gedicht in de app voor een heel jaar beschikbaar.
Je begrijpt dat ik als bibliothecaris en werkzaam in de openbare bibliotheek dit initiatief niet alleen toejuich maar er ook hier reclame voor wil maken.
Een voorbeeld van een van deze 10 gedichten is Poëzie van Herman de Coninck.
.
Poëzie
.
Zoals je tegen een ziek dochtertje zegt:
mijn miniatuurmensje, mijn zelfgemaakt
verdrietje, en het helpt niet;
zoals je een hand op haar hete voorhoofdje
legt, zo dun als sneeuw gaat liggen,
en het helpt niet:
zo helpt poëzie.
.
De app is nu gratis te downloaden.
.
















