Site-archief

Gedicht op een tapijt

Obe Postma

.

Van de Friese dichter Obe Postma (1868 – 1963) is in Tresoar, het Fries Historisch en Letterkundig Centrum in Leeuwarden, op het tapijt in de hal een gedicht geplaatst. Het betreft hier het gedicht ” ‘T hat west, it is ‘t” uit 1951.

Postma debuteerde in 1902 in het tijdschrift ‘Forjit my net’ . In 1947 kreeg hij de Gysbert Japicxprijs voor de bundel ‘It sil bestean’  en in 1954 won zijn gedicht  ‘Fan de fjouwer eleminten’ de Rely Jorritsmaprijs.

 

T hat west, it is ‘t

 

 

Hat west, it is; it stiet beskreaun

En heart ta wrâlds bestean,

’t Is by it grutte barren komd

En kin net mear fergean.

 

Wy drage it mei yn ùs ûnthâld

In libben barrens stik,

Mar fêster wierheid hat it wûn

Yn ivichheids beskik.

 

O freonen dy’t myn jonkheit hie,

O mienskip my sa nei!

Fergûn, ferstoarn? Mar heger geast

Hat it yn ljochte dei.

 

Uit: Samle fersen

 

Nederlandse vertaling

 

’t Is geweest;

 

 

het is, het staat beschreven

En hoort tot werelds bestaan,

’t Is bij het grote gebeuren gekomen

en kan niet meer vergaan.

 

Wij dragen het mee in ons

Een gebeurtenis uit het leven,

Maar vaster werkelijkheid heeft het gewonnen

in eeuwigheids plan.

 

 

O vrienden wie mijn jeugd had

O gemeenschap mij zo dichtbij

Vergaan, gestorven? Maar hoger geest

Heeft het in lichte dag.

 

Vertaling: Andrys Stienstra

gedicht op tapijt

 

Foto Jan Kalma

Mus / sparrow

Jan Hanlo

.

Ik denk dat er maar weinig mensen zijn die het gedicht ‘Mus’ van Jan Hanlo niet kennen. Jan Hanlo (1912-1969) was dichter en schrijver die tot de Vijftigers gerekend wordt maar binnen de Vijftigers was hij een buitenbeentje zoals hij eigenlijk op ieder gebied een buitenbeentje was.

Vanaf 1944 schreef hij gedichten, waarvan met name ‘Oote’ de aandacht trok. Dit klankgedicht (Hanlo sprak zelf van ‘kinderbrabbeltaal’) verscheen in 1952 in het door het rijk gesubsidieerde tijdschrift Roeping. Het blad Elsevier besteedde daar aandacht aan en het VVD-Eerste Kamerlid Wendelaar stelde vervolgens Eerste Kamervragen over de subsidie aan het blad dat Hanlo’s ‘infantiel gebazel’ publiceerde. Dat leverde de nodige publiciteit op.

De rest van Hanlo’s oevre is over het algemeen minder avant-gardistisch dan ‘Oote’. Schoonheid en (kinderlijke) onschuld zijn terugkerende thema’s. Een ander mooi voorbeeld hiervan is het gedicht ‘Mus’ uit 1954.

In 2009 was het thema van de Boekenweek Tsjielp-Tsjielp; de literaire zoo (naar aanleiding van dit gedicht).

Dat het gedicht wordt gewaardeerd blijkt uit het feit dat het niet alleen in Nederland in de openbare ruimte is aangebracht maar zelfs in het buitenland een muur verfraait. In de dierentuin van Dublin is het gedicht in vertaling aangebracht op de Family Farm Farmhouse. Deze tip kreeg ik door van Yvonne van der Haven, waarvoor dank.

Hieronder een aantal voorbeelden van het gedicht met de gemeente waar deze te vinden is.

mus2

Veenendaal

mus1

Leiden

sparrow

Dublin

mus3

Gorinchem (basisschool)

Voor wie niet genoeg kan krijgen van Jan Hanlo: http://ilibrariana.wordpress.com/2012/12/29/herinneringen-aan-jan-hanlo-1912-1969/

Met dank aan Wikipedia

liefdespoëzie

M. Vasalis

.

In de nieuwe categorie Liefdespoëzie begin ik vandaag met een dichter die vele mooie liefdesgedichten op haar naam heeft staan, M. Vasalis. Hier een gedicht van haar hand zonder titel.

.

*

.

Je gezicht, sluimrend van tederheid

zichtbaar, tastbaar, binnen mij.

O lief, lief, lief, zeg het, zeg ik

en de lippen beven even

en de ogen, met de wimpers,

gaan even dicht

.

Uit: Vergezichten en gezichten, Amsterdam, 1954

.

hart

Christy Brown

My left foot

.

Christy Brown (1932 – 1981) was een Iers schrijver, schilder en dichter die aan een serieuze hersenverlamming leed.  Hij wist zijn handicap echter te overwinnen door te leren hoe hij met zijn linkervoet kon tekenen en schrijven. Hij is vooral bekend geworden voor zijn autobiografie My left foot, die in 1989 ook verfilmd (Met Daniel Day-Lewis in de hoofdrol) en bekroond werd met een Oscar. 

Christy Brown werd in Crumlin, Dublin geboren als één van 22 kinderen (waarvan er 13 wisten te overleven). Hoewel hij gehandicapt was en jarenlang nauwelijks kon bewegen of spreken bleef zijn moeder met hem praten, werken en hem onderwijzen. Toen hij vijf jaar oud was kon hij alleen zijn linkerenkel bewegen. Op een dag pakte hij met zijn linkervoet een krijtje en begon daarmee te tekenen. Zijn moeder leerde hem het alfabet en dat was het begin van zijn schrijverschap.

Toen Browns moeder tijdens de bevalling van haar 21ste kind in het ziekenhuis lag ontmoette ze Katriona McGuire, die in de verpauperde binnenstad van Dublin werkte bij dokter Robert Collis. Ze vertelde Dr. Collis over het unieke verhaal van Christy en zijn moeder. Collis bezocht Brown en onderzocht hem. Hij stelde vast dat Collis hersenverlamming had en besloot dat hij het eerste behandelingscentrum in Ierland zou oprichten voor hersenverlamde mensen, en dat Brown zijn eerste patiënt zou worden. Dankzij hun voorliefde voor literatuur werden Brown en Collis levenslange vrienden. Collis kende ook veel Ierse dokters en auteurs, waaronder Cecil Day-Lewis, de vader van acteur Daniel Day-Lewis die later Christy zou vertolken in de film “My Left Foot” (1989). Christy stelde Brown voor aan deze auteurs en hielp hem ook zijn debuutroman te schrijven: “My Left Foot” (1954).

Behalve deze roman schreef Christy Brown een paar dichtbundels. Uit de bundel ‘Of snails and skylarks’ het gedicht ‘Girl in the wind’.

.

“Girl in the wind
blowing wide open
the closed doors of my life –
which way are we going?

Standing against the lurid sky
on the stark brink of ocean
arms outstretched
as if your love and hunger
would embrace the world
and I in my inner room
playing my poetic premutations
can only look and ask the unanswerable.

Brave and cunning I speak to my typewriter
knowing it will not answer back
knowing it will not reply
what I ask and do not want to hear
as you with the vast sunset merge
a multitude of dreams away
uniquely alone and outside of me
in the purity and rarity of this moment
immeasurably beyond my love and my rage

and with the dying call of gulls
the echo resounds:

Girl in the wind
throwing aside
the tight shutters of my life –
which way are we going?” 

.

Christy_Brown

 

My_Left_Foot

Ik ben zo blij, ik ben vreemd blij

Over de liefde

.

P.N. van Eyck was tot vandaag voor mij een onbekende dichter. Tot ik dit gedicht tegen kwam en ik nieuwsgierig als altijd, meer wilde weten van deze van Eyck.

Pieter Nicolaas van Eyck ( 1887 – 1954) was dichter en criticus. Hij is de vader van de bekende architect Aldo van Eyck. Tussen 1909 en 1954 publiceerde hij 12 poëziebundels alsmede verschillende andere publicaties. In 1947 ontving van Eyck de Constantijn Huygensprijs voor zijn hele oeuvre.  Zijn bekendste gedicht (uit 1926) is ‘De tuinman en de dood’maar hier kun je het gedicht ‘Wat deert me nieuwe liefdes-tijd” lezen. Hoewel het Nederlands van een heel andere tijd is en daardoor misschien wat moeilijk te begrijpen is het gedicht en de thematiek van alle tijden

.

Wat deert me nieuwe liefdes-tijd

Wat deert me nieuwe liefdes-tijd;
wat deren waan’ge dagen?
‘k Heb mij in bedden neer-geleid
waar vreemde doden lagen…

Wat schade aan hergenoten waan?
Misschien zal ik vergeten
hoe doornen langs een liefde-laan
mijn lede’ aan stukken reten…

– Ik ben zo blij, ik ben vreemd blij,
te kunnen stil geloven
in nieuw-aanblazend min-getij
door oud-gekende hoven.

.

love_time_by_lans_bejbe

Afbeelding Lans Bebjbe, met dank aan Wikipedia.

.

Simon Carmiggelt

Gedicht

.

Het kan aan mij liggen maar de ik hoor de laatste tijd steeds vaker mensen over Simon Carmiggelt. De in 1913 in Den Haag geboren Carmiggelt was een schrijver,  die vooral bekend was van zijn krantencolumns (Kronkels) in het Amsterdamse dagblad Het Parool en door zijn televisie-optredens. Een columniste als Sylvia Witteman is bijvoorbeeld een groot fan en navolger van zijn werk. Simon Carmiggelt was een scherp observant en werd geroemd om zijn situatiehumor.

Wikipedia schrijft hierover: Slenterend door de stad vond hij zijn thematiek: hij verwerkte een detail van een banaal voorval tot een compleet verhaal, luisterde naar mensen en gebruikte elementen uit hun conversaties, verplaatst, herschikt, versterkt, stileert en bouwt. Soms verwerkte hij de gegevens, verzameld over een tijdsspanne van weken, tot een samenhangend geheel, soms was het cursiefje zo uit het leven opgeschreven. En altijd heeft de lezer de indruk dat deze eigenste anekdote zich dagelijks ontelbare malen voordoet: elke situatie heeft een grote vorm van herkenbaarheid, van identificatie ook.

Naast zijn Kronkels schreef Carmiggelt ook gedichten. In 1974 verscheen bij De Arbeiderspers de bundel ‘De gedichten’ en bevat de bundels ‘Al mijn gal’ (1954), ‘Fabriekswater’ (1956), Het jammerhout’ (1948) en enkele andere gedichten. De 3 bundels verschenen  onder het pseudoniem Karel Bralleput.

Uit ‘De gedichten’ het gedicht ‘Zwijgplicht’.

.

Zwijgplicht

.

Ik praat. Ik maak de hele dag geluid,

want eigenlijk ben ik zo’n zwijgzaam man,

dat ik onmoog’lijk zoveel zwijgen kan.

Daarom stel ik mijn zwijgen pratend uit.

.

Ik schrijf. Ik zie de hand maar gaan,

maar eigenlijk ben ik nog nooit begonnen

aan mijn verhaal. Het is nog niet verzonnen.

Ik schuif het schrijvend op de lange baan.

.

Ik leef. Ik vind mijn leven kort,

maar eigenlijk trek ik alleen gezichten,

die horen bij een handvol daagse plichten.

Zo wacht ik levend tot ik eens geboren word.

.

Ik praat. Geen ramp heeft me nog stil gekregen.

Ik schrijf. De snelle woorden gaan hun gang.

Ik leef – maar in de nacht denk ik soms bang:

Straks zwijg ik. Heb ik dan genoeg gezwegen?

.

simon

carmiggelt

Vlakbij je hart

Harriet Laurey

.

In de categorie (bijna) vergeten dichters vandaag Harriet Laurey. Harriet  werd in 1924 in Eindhoven geboren. Zij is vooral bekend geworden als schrijfster en vertaalster van sprookjesachtige kinderboeken voor jonge kinderen.

Als dichteres debuteerde Laurey in 1945 met het gedicht ‘Laatste gebed’ in De Nieuwe Eeuw. Snel volgden meer gedichten en zij werd enkele jaren redactrice van het tijdschrift Roeping en medewerkster van Nieuwe Stemmen. Haar eerste zelfstandige publicatie is een kleine cyclus liefdeslyriek die in 1950 verscheen onder de titel Voorland.

De bundel ‘Triple alliantie’ verscheen ongedateerd (in 1951) bij Uitgeverij Helmond  en bevat behalve van Harriet Laurey ook gedichten van  Lou Vleugelhof en Frans Babylon. Laurey’s eerste eigen bundel, ‘Loreley, verscheen in 1952 en had als autobiografisch hoofdthema het verlies van een grote liefde. Net als de bundel ‘Oorbellen (1954), met liefdesgedichten in kwatrijnvorm, vond dit werk veel bijval bij een groot publiek.

Uit de bundel ‘Loreley’ het gedicht ‘Vlakbij je hart’.

.

Vlakbij je hart

 .

Vlakbij je hart moet ik soms denken aan

het droefste liefs, en kan het niet vertellen,

maar uit mijn donker schokt het zich vandaan,

zo driftig en gehaast als waterbellen.

Ik lig het bijna, bijna te verstaan,

met open mond, om het langzaam te spellen.

 .

Maar wat ik zeggen kan, is zo gering,

bij ’t onuitsprekelijke vergeleken,

dat ik weer stil word van verwondering.

En als ik zo lang naar je heb gekeken,

dat alle woorden zijn teruggeweken,

weten mijn lippen maar van: lieveling…

.

harriet_laurey

Dichter in verzet

Guillaume van der Graft

.

Willem Barnard (1920 – 2010) was theoloog, schrijver en dichter en publiceerde onder de naam Guillaume van der Graft. In het gedicht ‘Tegen de ketterij der straaljagers’ uit de bundel ‘Vogels en vissen’ (1954) deelt hij zijn zorgen over het milieu en de natuur met de lezer. Het is als het ware een oproep aan de mensheid om tot inkeer en protest te komen tegen de genoemde misstanden.

.

TEGEN DE KETTERIJ DER STRAALJAGERS
Laten de vogels protesteren
tegen de branding tegen het schuim
tegen de vliegende vissen
.
laten de vogels protesteren
tegen de opgezette vogels
tegen de vogelschemering
.
laten de vogels protesteren
geen voedsel meer zoeken, geen nesten meer bouwen
zodat het geen lente meer wordt
.
laten de vogels niet meer drinken
uit de liederenfontein
die ze aan hun snavels zetten
.
laten de vogels zich verschuilen
in de nesten van het donker
laten ze zweetdroppels worden
in de oksels van de nacht
.
laten de vogels ghandibeesten
monniken van assisi zijn
.
en laten de mensen zich bekeren
met hun woorden slaan van woede
dat de vogels niet meer broeden
met hun hart slaan van verdriet
dat de hemel stroomgebied
van de diepzee is geworden
.
laten de mensen protesteren
met hun armen vol met veren
en een brok zon in hun keel.

.

Guillaume

 

Met dank aan Wikipedia.

Dennis O’Driscoll

1954 – 2012

.

Opnieuw is er een dichter overleden. Op Facebook las ik het bericht van het overlijden van Dennis O’Driscoll op 24 december jongstleden.

Deze Ierse dichter publiceerde in totaal 9 poëziebundels, ontving vele prijzen voor zijn werk en had een eredoctoraat in de literatuur aan the University College in Dublin. O’Driscoll’s werk karakteriseerde zich door het economische woordgebruik en terugkerende motieven  als sterfelijkheid en de breekbaarheid van het alledaagse leven.

Voor dat O’Driscoll zelf poëzie publiceerde was hij actief en bekend als poëziecriticus. The Times Literary Supplement noemde hem eens ‘een van Ierlands meest gerespecteerde poëziecritici’. In het Engels taalgebied een grote naam, voor wie het (nog) niet kent, op http://www.poetryfoundation.org kun je zijn biografie alsmede een aantal gedichten van zijn hand lezen. Hier alvast een gedicht van hem.

.

        Normally speaking

Normally_speaking