Site-archief
Kerstboom
Willem Hessels
.
Allereerst wens ik al mijn lezers een hele fijne kerstmis. Met familie of met vrienden, zoek elkaar op en heb het goed. Uiteraard heb ik voor deze eerste kerstdag naar een toepasselijk gedicht gezocht. Ik vond het in een bundel met de titel ‘Een ster wees de weg’ kerstgedichten uit alle tijden, bijeengebracht door Chr. Leeflang.
Willem Hessels is het pseudoniem van Henk Anthonie Mulder (1906-1949). Hessels was dichter en essayist en hij behoorde tot de jonge dichters die ca. 1930 rondom het tijdschrift Opwaartsche Wegen de zgn. Jong-Protestantse groep vormden. In 1934 emigreerde hij naar Zuid-Afrika.
Het gedicht ‘Kerstboom’ verscheen oorspronkelijk in de bundel ‘Windstilte’ van Hessels uit 1935. Het is wel een erg stichtelijk gedicht maar als tijdsbeeld is het weer best te genieten.
.
Kerstboom
.
De kerstboom brandt met stil gevlam
en maakt de ogen diep en zacht,
maar Hij Die eenmaal nederkwam
Hij is zo ver in deze nacht…
.
Een schrijnend ledig is ons hart
bij deze tooi die niets verhult
en waarvan iedre vlam ons brandt
met ’t branden onzer schuld –
.
een leugen wordt dit blanke licht,
een leugen zonder Hem –
.
ach lichte boom, één stonde licht,
ach lied, één englenstem –
.
Dit kan beter
Pim Lammers
.
Zoals elk jaar stuurde het CPNB (Collectieve Propaganda voor het Nederlandse Boek) ook dit jaar als kerstgroet een gedicht. Vorige jaren ontving ik al gedichten van Toon Tellegen, Judith Herzberg, Alfred Schaffer, Lieke Marsman en Charlotte Van den Broeck. En nu dus van dichter en schrijver Pim Lammers (1993). Los van wat er rond Lammers speelde in 2023 en hoe CPNB daar destijds mee omging (waarvoor hulde) is de keuze voor een dichter die speciaal voor jeugd en jongeren dicht interessant. tenslotte zijn er zoveel goede dichters die zich toeleggen op het schrijven van poëzie voor kinderen en jongeren. En het is goed dat de CPNB ook deze groep vertegenwoordigd en in het zonnetje zet middels dit gedicht en deze kerstgroet. En omdat de CPNB deze kerstgroet alleen naar haar relaties stuurt, en ik het mooi vind om zo’n initiatief wat verder te brengen, deel ik het gedicht hier met jullie.
.
Laatste oordeel
Rob Schouten
.
Dat Kerstmis niet voor iedereen altijd een fijne tijd is mag algemeen bekend zijn; ouderen die eenzaam zijn, daklozen, mensen die in armoede leven of op een globaler niveau mensen die in oorlogsgebieden wonen, op plekken waar genocide plaats vindt of waar natuur- en andere rampen plaats vinden. Kerstmis mag dan het feest van vrede op aarde zijn, helaas kan maar zo’n klein deel van de wereldbevolking dit ook echt dagelijks ervaren.
Ik sta ambivalent tegenover Kerstmis. Aan de ene kant zijn het gezellige dagen met familie en vrienden en aan de andere kant is het toch ook een vorm van opgelegde vrolijkheid en vrede op aarde (een belofte die nooit ingelost wordt). Dichter Rob Schouten (1954) heeft ook zo zijn eigen kijk op religieuze concepten. In de bundel ‘Dichters van het laatste oordeel’ uitgegeven door museum De Lakenhal in 2010 is het gedicht ‘Laatste oordeel’ opgenomen waarin Schouten redelijk duidelijk laat weten hoe hij erover denkt. Het gedicht is ook opgenomen in zijn bundel ‘Zware pijnstillers’ uit 2012. Niet meteen over Kerstmis in dit geval maar wel met een verwijzing naar in de op een na laatste strofe.
.
Laatste oordeel
.
Moet dat nou echt? Is sterven niet genoeg.
In bed, op straat of in de strijd,
terwijl het regent of tijdens een hoog?
Maar nee, moeten we weer onder de mensen,
met weer dat licht, weer dat verkeer, links, rechts,
en alles afgerekend: geboeleerd
min stipt gestopt met zuipen plus de heiland,
vermomd als werkgever, vervloekt,
gedeeld door voorbestemming.
‘Maar Heer, ik was onder behandeling!’
‘Ik had aan het toneel gewild!’
.
Trouwens wat biedt het Nieuwe Jeruzalem?
Kan ik van huiselijk geluk op aan?
Die engel ruilen voor een centerfold?
Beloofd dat er niet weer zo’n boom…?
.
Lugubere vertoning, deze show,
gadegeslagen door het ramptoerisme.
Wat ik wil, niks, zit er niet bij.
.
Jonge dichter
Tesse Reversma
.
Afgelopen donderdagavond was de jury van de Jana Beranováprijs bijeen om te bepalen wie deze prijs begin 2026 ontvangt. Ik mocht opnieuw deel uitmaken van deze jury (eerder was ik jurylid in 2023). De Jana Beranováprijs is een landelijke prijs voor literaire verdiensten, toegekend aan een auteur uit het Nederlandse taalgebied, vernoemd naar de dichter Jana Beranová. Een onafhankelijke jury kiest een schrijver die de artistieke vrijheid en integriteit vooropstelt, zonder te hechten aan waardering op grond van conventionele, modieuze of morele criteria. Een van de andere juryleden Gina van den Berg, vertelde me over een jonge dichter en organisator van poëziepodia in Utrecht Tesse Reversma. Op zoek naar werk van haar kwam ik op de website van 3voor12 Utrecht.
Per 1 mei 2024 heeft muziekcomplex dB’s het CAB-gebouw verlaten. Het CAB gebouw is een gemeentelijk monument. Toen het laatste concert was gespeeld en de laatste biertjes waren gedronken legde fotograaf Lisanne Lentink het gebouw vast in beeld en Tesse Reversma schreef een tekst bij. Een gedicht zou je kunne stellen. Hier is dat gedicht.
.
vraag: is er een dB’s wc in de hemel?
het is niet hetzelfde: geen leven, de stickers zijn verdwenen
het mist de mensen, een verleden
blijf spelen
death metal, okergeel en ook de tegels
bezaaid met plaatjes, prikken gaten
op de stoelen waar we zaten, bier dronken
het is niet verlaten als je niemand achterlaat
door klapperende klapperdeuren
naar krappe backstage en niet zo zeuren
lang haar stug graaien in een lege kom
de zaal terug draaien rond en rond en andersom
mok achter mok vaasje de chaos en dan toch
het is er
lege fusten, nieuw geluk en
bouwen, verhuizingen
een volgorde van de dingen
nieuwe tegels, rauwe randjes (ze glanzen)
de kansen om te plakken, alles even op te pakken
aan te raken voor een eerste keer en heel veel daarna
in precies genoeg zooi
graai je naar koekjes in opnieuw gevulde bakken
blijft af van volle bierkratten
plakt belangrijke boodschappen
wijst in alle richtingen
glimmende bestickeringen
het is er
een volgorde van de dingen
doei is niet het einde
het is er 2x
het hart is niet te klein je
hebt de rest als geschiedenis
belooft elkaar, precies
genoeg te missen
totdat het er weer is
.

Tesse Reversma
Lisanne Lentink
dB’s in het CAB-gebouw
Verwey en Baudelaire
Dichter over dichter
.
Dichter Albert Verwey (1865-1937) schreef vaker over collega dichters. Zoals bijvoorbeeld over Frederik van Eeden (1860 – 1932). In de bundel ‘De Nederlandstalige poëzie in pocketformaat’ uit 2012 lees ik nog een gedicht van Verwey over een collega dichter. Dit keer over de Franse dichter Charles Baudelaire (1821-1867), niet meteen een tijdgenoot maar wel een groot en belangrijk dichter. Het gedicht werd overgenomen uit de bundel ‘Dichtspel, oorspronkelijke en vertaalde gedichten’ uit 1983.
.
Baudelaire
.
Baudelaire is een Satan in vlammen geklonken
Waar beurtelings van haat en van zaligheid vol
Hij smeedt en verfijnt in de gloed van de vonken
De klaarheid van ginds en de nacht van zijn hol.
.
Zijn bloed en zijn brein als gesmolten metalen
Verwerkte hij rein tot hem ’t lichaam ontviel:
’t Was as wat er bleef, maar bevrijd zag men stralen
Ontzondigde aartsengel, klapwiekend, de Ziel.
.
Bloed
Naomi Shihab Nye
.
Terwijl ik in de chaos zit van een woonkamer die geschilderd wordt, lees ik in ‘The United States of Poetry‘ uit 1996, dat de schilders uit voorzorg uit mijn boekenkast hebben gehaald omdat het uitsteekt. Het blijft een fijn boek om in te lezen; groot, mooi vormgegeven en vol gedichten van dichters die ik niet ken. En daarnaast ook nog eens uitermate informatief.
Ook dit keer kom ik iets bijzonders tegen (ik lees dichtbundels zelden van kop tot staart, tenzij voor een recensie) namelijk een gedicht van Naomi Shihab Nye (1952). Nye is een Palestijns-Amerikaanse dichter , redacteur, songwriter en romanschrijver . Ze is geboren uit een Palestijnse vader en een Amerikaanse moeder. Op zesjarige leeftijd begon ze met het schrijven van haar eerste gedichten. In totaal heeft ze meer dan vijfendertig boeken gepubliceerd en aan honderden andere boeken bijgedragen. Haar werk omvat poëzie, jeugdliteratuur, prentenboeken en romans. Nye heeft gedurende haar carrière talloze prijzen ontvangen, waaronder de NSK Neustadt-prijs voor kinderliteratuur in 2013 , was de Young People’s Poet Laureate van de Poetry Foundation voor de periode 2019-2022, en in 2024 ontving ze de Wallace Stevens Award en de Texas Writers Award.
In ‘The United States of Poetry’ is het gedicht ‘Blood’ opgenomen. ‘Blood’ of ‘Bloed’ zoals de vertaling luidt, gaat over het eigen identiteitsgevoel van de dichter als Palestijns-Amerikaanse die opgroeide tussen de twee culturen. Het gedicht begint met de spreekster die een paar verhalen uit haar jeugd vertelt. Dit waren momenten waarop haar vader uitlegde wat een “echte Arabier” is. Deze verhalen gingen altijd gepaard met spreekwoordelijke uitspraken of gebeurtenissen. Er waren humoristische momenten in andermans huizen, vreemde ontmoetingen voor hun eigen deur en verschrikkelijke gebeurtenissen die elke verklaring tartten.
Dat laatste is waar de tweede helft van het gedicht zich op richt. Er gebeurde iets dat Nye en haar familie schokte. Ze wendde zich, zoals altijd, tot haar vader voor antwoorden, maar hij had er geen. Vervolgens ging ze naar het platteland rondom haar Amerikaanse huis en vroeg de schapen, de koeien en de lucht wat ze moest denken, doen en wat voor soort persoon ze moest worden.
Een van de redenen dat ik aan dit gedicht bleef hangen terwijl ik in The United States of Poetry’ las was dat, hoewel dit gedicht uit haar bundel ‘Words under the Words; selected poems’ uit 1995 komt, het thema, helaas vandaag de dag nog steeds heel erg actueel is. En dan vooral de gebeurtenis in de vierde strofe, een gebeurtenis ‘waarvan de krantenkoppen stollen in haar bloed’ die helaas na 1995 nog steeds en regelmatig terugkeert in de actualiteit. Hieronder de vertaling van ‘Blood’. Het origineel is hier te lezen.
.
Bloed
.
Zonsondergang
Hans Franse
.
Afgelopen zondag was ik bij een poëziepodium van Dichter bij de Dood in de aula van begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag. Een van de voordragende dichters was Hans Franse (1940). Ik ken Hans al lang en goed en wist dat een van zijn favoriete gedichten in de Nederlandse taal het gedicht ‘totaal witte kamer’ is van Gerrit Kouwenaar (1923-2014). Het verbaasde me dan ook niet dat hij juist dit gedicht voordroeg. Gevolgd door een reactie in dichtvorm van hem getiteld ‘Zonsondergang’ dat hij schreef toen Gerrit Kouwenaar overleed.
Omdat ik dit een prachtig gedicht vind vroeg ik hem of ik het mocht hebben (hij had het op papier bij zich) om op dit blog te delen. Het gedicht ‘totaal witte kamer’ uit de gelijknamige bundel uit 2002 waarop dit geïnspireerd is van Kouwenaar vind je hier.
.
Zonsondergang
.
Laten we de zee rood maken.
Laten we de lucht rood maken.
Laat ons nog eenmaal
de lucht en de zee rood maken.
Gerrit Kouwenaar is dood.
.
De letterbak van de taal
van het Woord van de taal
van de taal van zijn Woord
smolt weg in het water
van het westen.
.
Laten wij het Woord licht maken
zoals de kamer wit werd
eindelijk helemaal wit en licht werd
en de peilloze diepte van het Woord
bereikt leek:
levenszee het Woord.
.
Dat woord, zijn Woord
zal de lucht immer rood maken
zolang dat Woord zijn woord
niet achter de horizon verdwijnt.
.
Maar laten wij vooral onze eigen lucht
rood blijven maken,
stralend maken:
met ons eigen woord
maken wij een nieuwe morgen.
.
Hier wordt gewerkt aan uw terugkeer
Twan Vet
.#
Ik las dat de debuutbundel van Twan Vet (1998) ‘Troostpogingen’ die dit jaar uitkwam het erg goed doet in de verkopen en als liefhebber van poëzie kan je daar alleen maar blij mee zijn. Blijkbaar wordt er dus nog wel degelijk poëzie gekocht (en niet alleen gelezen of geschreven). Van Twan Vet werden er in MUGzine #28 enkele gedichten gepubliceerd. Maar hij werkt al langer als dichter aan de weg. Zo werden zijn gedichten gepubliceerd in onder meer Het Liegend Konijn , Hollands Maandblad en NRC. Hij droeg voor op literaire festivals zoals Crossing Border en Dichters in de Prinsentuin.
En eigenlijk is ‘Troostpogingen’ feitelijk niet zijn echte debuut. Zo verscheen in 2022 ‘DEMarrage’ een poëzie chapbook met Sofie Verraest, in datzelfde jaar ‘Amersfoorts Heimwee’ (gedichten bij foto’s van Cas Oorthuys) en in 2024 ‘Dag stad’ verzamelde stadsgedichten die hij schreef als stadsdichter van Amersfoort in de periode 2021 tot 2024.
In 2021 richtte hij, samen met Sjors Nab en Wijnand Reijmerink, literair tijdschrift Landauer op. In 2023 werd in Landauer een gedicht van mijn hand opgenomen ‘Lijnen‘. In 2021 was Vet Ambassadeur van de Vrijheid van het Bevrijdingsfestival Utrecht. Maar zijn grootste bekendheid kreeg hij na optredens bij Eus’ Boekenclub en als deelnemer aan De Slimste Mens, beide in 2025.
Lezend in zijn bundel ‘Troostpogingen’ kwam ik bij het gedicht ‘Hier wordt gewerkt aan uw terugkeer’ een gedicht dat vet schreef nadat eind 2024 bekend werd dat Minister Faber deze cynische borden had willen laten plaatsen bij AZC’s. Zover is het gelukkig nooit gekomen maar het gaf Vet genoeg inspiratie voor dit gedicht.
.
Hier wordt gewerkt aan uw terugkeer
.
Wij wisten het land te liggen, kruisten hoopvol
een plaatsnaam aan en besloten om te gaan.
.
Alles wat we in de haast konden verzamelen
namen we mee: kinderen, kleding en elkaar.
.
Met elke kilometer leken we iets van thuis
te vergeten: hoe het licht viel in de straten,
.
de geur van onze pasgewassen lakens,
de taal die we met vrienden spraken.
.
Na zeven taaie dagen kwamen we ergens aan-
er stond alleen een spandoek voor ons klaar.
.

















