Site-archief
Mijn geliefde de zee
Reinaldo Arenas
.
De film ‘Before Night Falls’ is een Amerikaanse biografisch drama uit 2000, geregisseerd door Julian Schnabel . De film is gebaseerd op zowel de gelijknamige autobiografie van Reinaldo Arenas. Ik vermelde Arenas al eerder in een blogbericht, toen over de website lithub.com waar een lijst van films wordt besproken die gebaseerd zijn op dichters of gedichten.
De Cubaanse dichter, roman- en toneelschrijver Reinaldo Arenas (1943-1990) was een groot criticaster van Fidel Castro, de Cubaanse revolutie en de Cubaanse regering. Al op jonge leeftijd sloot hij zich aan bij de communistische vrijheidsstrijders. Door zijn homoseksualiteit werd het leven in Cuba steeds moeilijker voor hem. Zijn geaardheid moest strikt geheim blijven anders wachtte hem het lot dat vele LGBT- mensen, christenen en vermoedelijke leden van de Cubaanse dissidente beweging ten deel vielen namelijk opsluiting in een militaire eenheid ter ondersteuning van de productie, wat een eufemisme was voor een concentratiekamp.
Zijn schrijfsels en openlijk homoseksuele leven brachten hem in 1967 in conflict met de communistische regering. Hij verliet de Nationale Bibliotheek (waar hij werkte) en werd redacteur van het Cubaanse Boekinstituut tot 1968. Van 1968 tot 1974 was hij journalist en redacteur van het literaire tijdschrift La Gaceta de Cuba. In 1974 werd hij naar de gevangenis gestuurd nadat hij was aangeklaagd en veroordeeld wegens ‘ideologische afwijking’ en wegens het publiceren in het buitenland (de Verenigde Staten) zonder officiële toestemming. Hij ontsnapte uit de gevangenis en probeerde Cuba te verlaten door zichzelf vanaf de kust te lanceren op een binnenband, maar hij werd opnieuw gearresteerd en gevangengezet in het beruchte El Morro Castle, samen met moordenaars en verkrachters. Hij overleefde door de gevangenen te helpen brieven te schrijven aan vrouwen en geliefden. Op die manier verzamelde hij genoeg papier om zijn schrijven voort te zetten. Zijn pogingen om zijn werk uit de gevangenis te smokkelen werden echter ontdekt en hij werd zwaar gestraft. Met de dood bedreigd, werd hij gedwongen afstand te doen van zijn werk en werd hij in 1976 vrijgelaten.
In 1980 vluchtte hij alsnog met de Mariel Boatlift (een grote vluchtelingen exodus op gang gebracht door de economische malaise in Cuba) naar de Verenigde Staten.In 1987 werd bij Arenas aids vastgesteld, maar hij bleef schrijven en zich uitspreken tegen de Cubaanse regering . Hij was mentor van veel Cubaanse schrijvers in ballingschap. Na zijn strijd tegen aids stierf Arenas aan een opzettelijke overdosis drugs en alcohol .
.
Mijn geliefde de zee
.
Ik ben dat kind met dat ronde, vuile gezicht
dat je op elke hoek lastigvalt met zijn
“Kun je een kwartje missen?”
Ik ben dat kind met dat vuile gezicht,
ongetwijfeld ongewenst,
dat van verre naar bussen kijkt
waar andere kinderen
in lachen uitbarsten en flink op en neer springen.
Ik ben dat onsympathieke kind,
absoluut ongewenst,
met dat ronde, vuile gezicht,
dat voor de gigantische straatlantaarns of
onder de eveneens verlichte grootmoeders
of voor de kleine meisjes die lijken te zweven,
de belediging van zijn vuile gezicht projecteert.
Ik ben dat boze en eenzame kind van altijd,
dat je de belediging van dat boze kind van altijd toewerpt
en je waarschuwt:
als je me hypocriet over mijn hoofd aait,
zou ik die gelegenheid aangrijpen om je portemonnee te stelen.
Ik ben dat kind van altijd
voor het panorama van dreigende terreur,
dreigende melaatsheid, dreigende vlooien,
van overtredingen en de dreigende misdaad.
Ik ben dat weerzinwekkende kind dat een bed improviseert
uit een oude kartonnen doos en wacht,
zeker wetend dat je me zult vergezellen.
.
Charles Bukowski
Beautiful Boy
.
Afgelopen week keek ik naar ‘Beautiful boy’ een redelijk deprimerende film over een aan drugs verslaafde jongen, uit 2018. Op zichzelf was het een mooie film maar de reden waarom ik ben blijven kijken was, dat ik gelezen had dat aan het einde van de film, de hoofdpersoon Nick (gespeeld door Timothée Chalamet), een gedicht van Charles Bukowski (1920-1994) in zijn geheel voorleest. Vreemd genoeg duurde het tot bijna het einde van de aftiteling dat het gedicht in audio te horen was over het restant van de aftiteling heen. Ik denk dat veel biosscoopbezoekers dit dus gewoon gemist hebben.
Het betreft hier het gedicht ‘Let it enfold you’, een lang gedicht dat ik hier wel plaats maar dan als YouTube filmpje waarin de beelden van de film samengaan met het voordragen van Timothée Chalamet. Omdat ik hier toch ook een gedicht wil plaatsen datje gewoon kan lezen heb ik voor een ander gedicht gekozen van Charles Bukowski in een vertaling van Manu Bruynseraede. Het betreft hier het gedicht ‘Girl on the Escalator’ in vertaling ‘Meisje op de roltrap’. Vandaag dus twee gedichten van deze, door mij zeer gewaardeerde, dichter.
.
Meisje op de roltrap
.
Ik loop naar de roltrap
en ondertussen steken
een jonge man en een lieftallig jong meisje
mij voor.
Haar broek en hemd
zitten strak om haar huid.
Terwijl we naar boven gaan
laat ze één voet op het trapje rusten
en vertoont haar achterste
een fascinerend landschap.
De jonge man kijkt overal in het rond.
Hij ziet er zorgelijk uit.
Hij kijkt naar mij.
Ik kijk weg.
Nee, jonge man, ik ben niet aan het kijken,
ik ben niet aan het kijken naar het achterste van je meisje.
Geen zorgen, ik respecteer haar en ik respecteer jou.
In feite respecteer ik alles: de bloemen die groeien,
jonge vrouwen, kinderen, alle dieren, ons kostbare
ingewikkelde universum, iedereen
en alles.
Ik voel dat de jonge man zich nu beter voelt
en ik ben blij voor hem.
Ik ken zijn probleem: het meisje heeft
een moeder, een vader, misschien een zus
of een broer, en ongetwijfeld een bende
onvriendelijke kennissen en ze houdt van dansen
en flirten en ze gaat graag naar de film en soms
praat ze en kauwt kauwgom op hetzelfde moment
en ze houdt van echt domme tv-programma’s
en ze denkt dat ze een actrice in de kiem is
en ze ziet er niet altijd goed uit en ze heeft een vreselijk
humeur en soms draait ze bijna door en ze kan uren
aan de telefoon hangen en binnenkort in de zomer
wil ze naar Europa en ze vraagt je om voor haar
een bijna-nieuwe Mercedes te kopen en ze is verliefd
op Mel Gibson en haar moeder is een drankorgel
en haar vader is een racist en soms als ze teveel opheeft
snurkt ze en ze is vaak koel in bed
en ze heeft een goeroe, een kerel die Jezus ontmoet heeft
in de woestijn in 1978 en ze wil een danseres zijn
en ze is werkloos en telkens als ze suiker of kaas eet
krijgt ze migrainehoofdpijn.
Ik zie hoe hij haar naar boven neemt op de roltrap,
zijn arm beschermend rond haar middel en hij denkt
dat hij geluk heeft en hij denkt dat hij een echte
bijzondere kerel is en hij denkt dat niemand in de wereld
heeft wat hij heeft.
En hij heeft gelijk, verschrikkelijk verschrikkelijk gelijk,
met zijn arm rond die warme emmer
van darmen, blaas,
nieren,
longen,
zout,
solfer,
kooldioxide
en slijm.
Véél geluk.
.
Dichter over dichter
Pieter Boskma over Arie Visser
.
Veel lezers zullen de dichter Pieter Boskma kennen, van zijn poëzie of van naam. Of dat ook opgaat voor dichter Arie Visser is de vraag. Arie Visser (1944-1997) studeerde aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam. Van studeren kwam het niet echt, hij was meer in het uitgaansleven te vinden dan in de universiteit. Vanaf 1973 schreef hij dichtbundels, een roman en artikelen in kranten en tijdschriften (voornamelijk in Hollands Diep). Visser schreef over wat hem bezig hield zoals jazz, mystiek, gedichten en drugs. Als heroïneverslaafde leefde Visser aan de randen van het bestaan. Na een huwelijk en bekering tot de Islam kwam zijn leven wat meer op de rails. Zo vertaalde hij in 1985 de roman ‘Bright lights, big city’ van Jay McInerney.
In de bundel die werd uitgegeven naar aanleiding van de zeventiende Nacht van de Poëzie in 1997, staat een gedicht van Pieter Boskma (1956), een in memoriam voor Arie Visser die een paar maanden daarvoor was overleden aan kanker.
.
we moeten verdwijnen in aarde of lucht
we moeten verdwijnen zonder gerucht
en niets zal er overblijven dan dit
en daarna zelfs niet meer dit
.
ik zag al zovelen bezwijken
voordat zij het konden bereiken
waar zij vergeefs een heel leven
met al hun krachten naar streefden
.
de mens is een visje onder het ijs
en lente wordt het maar één maal
als het scherpst van de zeis
de kop van onze romp afslaat
.
de visser is niet meer verschenen
sinds hij liep over de golven
want de vissen kregen benen
die hem niet langer volgden
.
soms wordt een stem vernomen
die het evenwicht herstelt
tussen de goddelijke wonden
en de wereld van het geld
.
wij hebben het gehoord
maar kunnen niet begrijpen
dat geen enkel woord
helder kan beschrijven
.
waarom wij verdwijnen
en er niets kan blijven
dan ons diepe zwijgen
van het diep geheim
.
Een supermarkt in Californië
Allen Ginsberg
.
De Amerikaans dichter Allen Ginsberg (1926-1997) blijft tot op de dag van vandaag tot de verbeelding spreken. Zo werd ik door Flor Vandekerckhove gewezen op een stuk dat hij schreef voor zijn blog over poëzie en maatschappelijke verandering. Zijn vraag was hoe ik tegenover poëzie en maatschappelijke verandering sta. Dat is een vrij ‘grote’ vraag maar ik denk dat poëzie kan bijdragen aan maatschappelijke verandering en thema’s. Zo zie je in de geschreven poëzie maar ook in de Spoken Word scene een toenemende maatschappelijke betrokkenheid.
In het artikel gaat Flor in op de invloed van Beat dichter Allen Ginsberg en in hoeverre deze heeft bijgedragen aan de maatschappelijke veranderingen van zijn tijd (50’s, 60’s en later).
In de jaren 40 van de twintigste eeuw studeerde Ginsberg aan de Universiteit van Columbia waar hij vriendschap sloot met de schrijvers William S. Burroughs en Jack Kerouac. In het midden van de jaren vijftig zou hij een leidende rol spelen in de Beat Generation samen met dichters als Gary Snyder en Michael McClure.
Ginsberg had een sterke drang om de grenzen van zijn bewustzijn te verkennen. Dat deed hij door het gebruik van drugs zoals marihuana, en andere geestverruimende middelen. Dit inspireerde hem sterk bij het schrijven van gedichten. William Blake, de Engelse dichter, was hem daarbij een voorbeeld. Veel gedichten van Ginsberg bevatten elementen van oorlog. Onderwerpen als de gaskamers in de Tweede Wereldoorlog (Ginsberg was joods)en de oorlog in Vietnam komen regelmatig voor in zijn gedichten.
Dit alles bracht mij erop om een gedicht van Allen Ginsberg te plaatsen. Het gedicht ‘Een supermarkt in Californië’ komt van de website van Joris Lenstra die ik nog ken van de tijd die hij actief was bij Ongehoord Rotterdam (waar later poëziestichting Ongehoord! uit is voort gekomen) en is geschreven in 1955. Het gedicht komt uit de bundel ‘Howl and Other Poems’ uit 1956 waarmee Ginsberg destijds doorbrak. De vertaling is van Joris Lenstra.
.
Een supermarkt in Californië
.
De gedachten die ik vannacht had over jou, Walt Whitman, toen ik in een rustige buurt onder de bomen door liep, ik had hoofdpijn en keek zelfbewust naar de volle maan.
Ik was hongerig, uitgeput en op zoek naar beelden, toen ik de neonverlichte fruitsupermarkt betrad en ik moest meteen denken aan jouw opsommingen!
Al die perziken in de schemering! Hele families ’s nachts aan het winkelen! Gangpaden vol met echtgenotes! Vrouwen tussen de avocado’s, baby’s tussen de tomaten!—en jij, Garcia Lorca, wat was jij daar aan het doen bij de watermeloenen?
Ik zag jou, Walt Whitman, kinderloze, eenzame, oude ploeteraar, terwijl je rondneusde tussen het vlees in de koeling en de jongens van de supermarktjongens in de smiezen had,
Ik hoorde hoe je hen ondervroeg: Wie heeft deze varkenskoteletten geslacht? Hoeveel voor de bananen? Ben jij mijn Engel?
Ik doolde tussen de glimmende stapels met blikjes terwijl ik jou volgde en in mijn verbeelding werd ik gevolgd door een beveiliger.
We schreden samen door de open gangpaden in onze eenzame fantasie terwijl we van de artisjokken proefden, we namen elke iedere ingevroren delicatesse en gingen nooit langs de kassa.
Waar gaan we naartoe, Walt Whitman? Ze sluiten de deuren in een uur. Welke kant wijst jouw baard op deze nacht?
(Ik raak jouw boek aan, denk terug aan onze odyssee in de supermarkt en voel me belachelijk.)
Zullen we de hele nacht over eenzame straten lopen? De bomen voegen hun lommer aan de duisternis toe, in de huizen zullen de lichten doven, we zullen allebei eenzaam zijn.
Zullen we rondslenteren langs blauwe auto’s in oprijlanen, terugdenkend aan het verloren Amerika van de liefde, terwijl we teruggaan naar ons stille hutje?
Ach, geliefde vader, grijsbaard, eenzame, oude, moedige leraar, wat was jouw Amerika toen Charon zijn veerbootje niet verder duwde en jij uitstapte op een mistige oever en toekeek hoe het bootje op het zwarte water van de Lethe verdween?
.
Lust for life
Iggy Pop
.
Nu je weer op alle kanalen wordt doodgegooid met lijstjes van muziekliefhebbers rondom de top 2000 van radio NPO 2, word ik vanzelf nieuwsgierig naar bepaalde nummers. Waar gaat een nummer over dat ik al jaren min of meer onbewust meezing en uit mijn hoofd ken. Afgelopen week plaatste ik al de tekst van ‘Smokers outside the Hospital Doors’ van Editors en vandaag is het de beurt aan een all time classic en favoriet van me ‘Lust for life’ van Iggy Pop (1947).
Het nummer ‘Lust for life’ staat (samen met nog al zo’n klassieker ‘The Passenger’) op de LP uit 1977 met de gelijknamige titel. Iggy Pop schreef dit nummer samen met David Bowie (hij componeerde de muziek op een ukelele). Het nummer gaat over de levensstijl van Iggy Pop als een die-hard heroïneverslaafde.
De titel is ontleend aan de gelijknamige film uit 1956, die zelf een bewerking is van de biografische roman van Irving Stone uit 1934 over de Nederlandse schilder Vincent van Gogh.
Het lied maakt verschillende verwijzingen naar Johnny Yen Ik dacht altijd Johnny Inn te horen), een personage in de roman ‘The Ticket That Exploded’ van de Amerikaanse schrijver William S. Burroughs uit 1962. Verwijzingen naar de roman verklaren ook de lyrische preoccupatie met striptease, drugs en het hypnotiseren van kippen (wat mij betreft toch een iconische regel uit de tekst van dit nummer).
Lust for life is inmiddels ook één van de meest gebruikte nummers in speelfilms. Dit nummer werd sinds ‘Trainspotting’ uit 1996 al zeven keer gebruikt in een bioscoopfilm.
.
Lust for life
.
Here comes Johnny Yen again
With the liquor and drugs
And a flesh machine
He’s gonna do another strip tease
.
Hey man, where’d you get that lotion?
I’ve been hurting since I bought the gimmick
About something called love
Yeah, something called love
Well, that’s like hypnotising chickens
.
Well, I’m just a modern guy
Of course, I’ve had it in the ear before
‘Cause of a lust for life
‘Cause of a lust for life
.
I’m worth a million in prizes
With my torture film
Drive a G.T.O.
Wear a uniform
All on government loan
.
I’m worth a million in prizes
Yeah, I’m through with sleeping on the sidewalk
No more beating my brains
No more beating my brains
With the liquor and drugs
With the liquor and drugs
.
Well, I’m just a modern guy
Of course, I’ve had it in my ear before
‘Cause, of a lust for life (lust for life)
‘Cause of a lust for life (lust for life, oooo)
I’ve got a lust for life (oooh)
Got a lust for life (oooh)
Oh, a lust for life (oooh)
Oh, a lust for life (oooh)
A lust for life (oooh)
I got a lust for life (oooh)
Got a lust for life
.
Well, I’m just a modern guy
Of course, I’ve had it in my ear before
‘Cause I’ve a lust for life
‘Cause I’ve a lust for life.
.
Well, here comes Johnny Yen again
With the liquor and drugs
And a flesh machine
I know he’s gonna do another strip tease
.
Hey man, where’d ya get that lotion?
Your skin starts itching once you buy the gimmick
About something called love
Oh Love, love, love
Well, that’s like hypnotising chickens.
.
Well, I’m just a modern guy
Of course, I’ve had it in the ear before
And I’ve a lust for life (lust for life)
‘Cause I’ve a lust for life (lust for life)
Got a lust for life
Yeah, a lust for life
I got a lust for life
Oh, a lust for life
Got a lust for life
Yeah a lust for life
I got a lust for life
Lust for life
.
.
Boer, land- en tuinbouw
Dubbelgedicht
.
Nu het rumoer rond de CO2 kwestie en het boerenprotest wat is gaan liggen door een andere belangrijker en actueler probleem, wilde ik in het kader van het Dubbel-gedicht hier twee gedichten van twee ogenschijnlijk totaal verschillende dichters plaatsen. Ogenschijnlijk want eigenlijk hebben beide dichters veel meer gemeen dan je misschien in eerste instantie zou denken. het betreft hier de dichters Jotie ‘T Hooft (1956 – 1977) en Jules Deelder (1944 – 2019). Twee dichters wier leven getekend is door hun drugsgebruik. Waar ‘T Hooft zelfmoord pleegde op 21 jarige leeftijd door een overdosis cocaïne te nemen, werd Jules Deelder ondanks een leven lang speedgebruik toch nog een respectabele 75 jaar.
Wat voor mij deze aflevering van het Dubbel-gedicht nog bijzonderder maakt is het onderwerp van de twee gedichten; de boer, land- en tuinbouwer. Een onderwerp dat je (ik niet in ieder geval) niet verwacht bij deze twee dichters die toch vooral om allerlei andere zaken bekend staan. Het eerste gedicht is van Jotie ‘T Hooft en komt uit de bundel ‘Junkieverdriet’ uit 1976 en is getiteld ‘Voor boer en tuinder’. Het tweede gedicht ‘Gedicht voor Land- en Tuinbouw’ is van Jules Deelder en komt uit de bundel ‘Dag en nacht geopend’ uit 1970.
.
Voor boer en tuinder
.
Mijn geboorte was geen verstilling
Maar regelrecht oorlog
Want tussen brandnetel en dovenetel
Ligt een verterend vuur.
.
Hoe huiverde ik in die tuin en zag
Het bewegen van gelederen ledematen
Vanuit het sprakeloos veld van de hersenen.
Bemest en bemoederd ontstond verdriet.
.
Om de duif die langzaam huiswaarts keert
Over de meren en gebieden, cirkelend
En haperend aan de dorst, de draden.
Om al wat in mijn maag verteert.
.
En na de brand, die dooft, na het rood
Der geraniums en het groen van agaves
Bemorst de kwasterige bloesem ons
Van een in herfstkou geteelde chrysant.
.
Gedicht voor land- en tuinbouw
.
Voor het eerst een merel
horen zingen.
Het eerste wilde viooltje
gevonden.
De kastanjes in bloei.
.
Het eerste speenkruidbloempje
gezien.
De eerste zwaluw waargenomen.
Voor het eerst gegeten zonder
lamp.
.
Bloeiend klein Hoefblad
gevonden.
Voor het eerst een koekoek
gehoord.
Het eerste gras gemaaid.
.
De kersebomen bloeien.
De peren in bloei.
De appels in bloesemtooi.
De eerste aardbeien.
De aalbessen rijp.
.
De kersen rijp.
De haver op het veld rijp.
De eerste peren.
De laatste maaltijd zonder
lamp.
.
De eerste appels.
De eerste druiven.
Het laatste bad in de open
lucht.
Het vertrek van de zwaluwen.
.
Het laatste gras gemaaid.
Voor het eerst de kachel aan.
De eerste rijp.
De laatste roos.
De eerste sneeuw gevallen.
.
Geen tweede Troje
Jean Pierre Rawie
.
Ik lees de laatste tijd veel over drugs, over dat drugs ons land in een wurggreep houdt, dat Myanmar de grootste drugsleverancier van de wereld is (Synthetische drugs), dat de pillen industrie Nederland vervuild (drugsafval) en ga zo maar door. Steeds meer ook gaat het over oplossingen en feitelijk is de beste oplossing dat niemand ooit meer drugs zou gebruiken. Een utopie, ik weet het maar het besef bij de gebruikers dat door het gebruik deze verwoestende industrie draaiende blijft, zou wat meer door mogen dringen. En dan heb ik het nog niet over de verwoestende effecten van langdurig drugsgebruik op lijf en leden (rottend gebit, schade aan hersenen en hart en ga zo maar door).
Ik moest, na een bericht over dit laatste, denken aan een gedicht van Jean Pierre Rawie uit de bundel ‘Oude gedichten’ uit 1990, een sonnet getiteld ‘No second Troy’.
.
No second Troy
.
Ik heb een vrouw bemind. die best
een tweede Troje zou verdienen,
en die door drank en heroïne
onder mijn ogen werd verpest.
.
Tot ziekbed kromp het liefdesnest,
en ik zou zachtjes willen grienen,
omdat alleen dit clandestiene
sonnetje van ons tweeën rest.
.
Zo’n veertien regeltjes waarmee je
een tipje van de sluier licht,
wat zout om in de wond te wrijven.
.
Wat zijn dat toch voor waanideeën,
dat je, verdomd, in een gedicht
‘de dingen van je af kunt schrijven’?
.
Tenzij de dingen uit zichzelf gaan spreken
Simon Vinkenoog
.
Ik lees een engelstalig stuk over dichters en drugs en onwillekeurig gaan je gedachten dan toch naar de bekendste wietrokende dichter die Nederland ooit kende, Simon Vinkenoog. In de bundel ‘Eerste gedichten’ uit 1966 staat een gedicht met een intrigerende titel ‘Tenzij de dingen uit zichzelf gaan spreken’. Of dit gedicht onder zekere invloed is ontstaan weet ik natuurlijk niet maar dat doet er ook eigenlijk niet toe.
.
Tenzij de dingen uit zichzelf gaan spreken
.
een kraan het hoog geluid van liefde fluit
een waterstraal die onverslapte aandacht tikt
een dronken boodschap in de brievenbus
een onverwacht bezoek aan de deur gevonden
de zee die door de straten weifelt
de zon een onbeholpen minnaar op mijn huid
en de doofstomme takken van de bomen
in mijn ogen et cetera
Tenzij ik jaren op je wachten wil
en op je mond het stempel ongeopend druk
als met een zegelring die woorden bloed
en vlijt in de nagels drijft
de handen die niets meer weten
van het feest dat morgen
in de cijfers van het heden
wijdbeens staat geplant
.
















