Site-archief
Focus
Bernard Wesseling
.
Nadat ik de bundel ‘Focus’ kocht van schrijver, dichter, slammer en vertaler Bernard Wesseling (1978) ben ik op zoek gegaan naar meer informatie over deze dichter. Mijn eerste bevinding was dat ‘Focus’ uit 2006 de C. Buddingh’ prijs (prijs voor het beste poëziedebuut) won in 2007. Daarna volgden de bundels: ‘Naar de daken’ (2012) die genomineerd werd voor de J.C. Bloem-prijs en’& de dag ligt open als een ei in zijn gebroken schaal’ uit 2016. Zijn laatste dichtbundel ‘Ontkrachtingen en affirmaties’ verscheen in 2024. Naast zijn dichtwerk schreef Wesseling een aantal romans.
Zijn poëzie is vertaald in het Frans, Grieks en Spaans. Hij vertaalt poëzie en proza (vaak samen met punkrocker Jan de Nijs) vanuit het Engels. In de bundel ‘Focus’ klinkt een koortsige stem die vat probeert te krijgen op de chaos in de wereld. Want wat de een verdraagt is de ander te veel. Dat blijkt uit de bijzondere mix van onderwerpen en thema’s in de bundel, zijn vocabulaire, is zeer hedendaags en in de greep van een alomtegenwoordige beeldcultuur. In een recensie wordt dit debuut benoemd als een koortsig, bezwerend poëziedebuut van een groot talent.
Uit de bundel koos ik het gedicht ‘Zen & de kunst van weten wanneer je te veel bent’.
.
Zen & de kunst van weten wanneer je te veel bent
.
Wie in een vulkaangod gelooft denkt twee keer na
voordat hij de grond onder kwat want hij weet
lava kruipt waar het niet kan komen
.
Het is deze steeg, deze engte heeft iets weg van een trechter
mijn blaas steegvormig
.
Een agent die voor agent speelt laat me afknijpen
wat ik ervan geleerd heb
incasseren
.
Ik bel mijn enige zus en spreek het uit:
je bent een prachtmens
en ik meen het ik meen altijd alles dus
waarom dit niet
.
Tegen de hond die ik niet heb: kop dicht mormel!
voordat hij begint te blaffen want die stuurloze herder is echt
.
Mijn laatste Lucky
wat een junk met succes moet weet ik ook niet
.
Femicide
Froukje van der Ploeg
.
Op de Nacht van de Poëzie waren vele dichters te zien en te horen en een van hen was Froukje van der Ploeg (1974). Zij debuteerde in 2006 met de bundel ‘Kater’, gevolgd door ‘Zover (2013), ‘Dit is hoe het ging’ (2016), ‘Nachtvangst’ (2020) en nu is er haar nieuwe bundel ‘Soms blijft iets’ die ook de clubkeuze van deze maand is van poëzietijdschrift Awater.
Van Hollands Maandblad ontving ze een poëziebeurs en haar bundel ‘Zover’ werd in 2015 genomineerd voor de J.C. Bloemprijs. Vanaf 2023 maakt ze ook deel uit van de jury van deze prijs. Haar werk verscheen in bloemlezingen en en ze treedt regelmatig op festivals op (zoals dus de Nacht van de Poëzie). Ze studeerde audiovisuele vormgeving aan de kunstacademie St. Joost in Breda. Daarna volgde ze de vakopleiding aan de Schrijversvakschool waar ze in 2002 in de richting poëzie afstudeerde. Daarnaast geeft ze op de schrijversvakschool cursussen schrijftraining en poëzie.
In haar nieuwe bundel ‘Soms blijft iets’ staat een heel actueel gedicht getiteld ‘Femicide’. Femicide, of vrouwenmoord, komt in Nederland ongeveer elke acht dagen voor en wordt in de meest voorkomende gevallen door een (ex-)partner van een familielid gepleegd. Het is een extreme vorm van huiselijk geweld die wordt gedreven door gendergerelateerde redenen, zoals controle en wraak, en gaat vaak vooraf aan structureel geweld of een relatiebreuk.
.
Femicide
.
Neem altijd de kortste route door het park
kijk, je ogen wennen aan het donker, zie
scherp de sterren boven de bomen, de egel
in de bosjes, slapende mannen zonder dak
.
De maan fietst met je mee, want de dood
wacht voor jou nooit in dit park
87 procent van je gevaar woont in huis
zit op je bank, je vriend of bijna-ex
.
Je vader, broertje, buurman. Zij willen
bezit van je nemen, weten waar je was
met wie je sprak, wat je zei, fiets verder
door vergeten wijken van een stad
.
En leer nieuwe vrouwen kennen
in je klas, in de kroeg, als je rent
langs het water en neem soms een man mee
door het bos, want met jou zijn ze veilig.
.
Een vrij land
Hans Mirck
.
Op de radio hoor ik dat de grote blonde ophitser in Zwolle zijn zure plasje doet over een gemeentelijk besluit en onwillekeurig moet ik terug denken aan het afgelopen weekend. Toen las ik in de bundel ‘Dichter bij de dag’ Dagelijkse portie poëzie op Radio 1, het gedicht ‘Een vrij land’ van Hans Mirck (1970). In dit gedicht wordt de zogenaamde vrijheid (wat is vrijheid als ie maar voor een beperkt deel van de bevolking geldt?) bekritiseerd door de dichter.
Hans Mirck (docent Nederlands, vertaler, muzikant, dichter, ex-stadsdichter van Zutphen en Apeldoorn en schrijver) publiceerde verschillende dichtbundels. Zijn debuutbundel ‘Het geluk weet niets van mij’ uit 2002 werd genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs 2003. Zijn bundel ‘Wegsleepregeling van kracht’ uit 2006 werd bekroond met de J.C. Bloemprijs 2007. Mirck is ruim tien jaar actief als schrijfdocent en redacteur, onder andere voor de popgroep BLØF. Ook was hij redacteur van het literaire tijdschrift Parmentier en voor uitgeverijen als Passage en Vassallucci.
.
Een vrij land
.
de dikke mensen kunnen wij niet meer dragen
de arme mensen worden ons te duur
zij moeten het zelf maar betalen
het goede leven belonen wij
en onze dure dokters
Een rank die niet aan de wijnstok blijft,
kan geen vruchten dragen
Een verdorde wijnstok
wordt in het vuur gegooid en verbrand
focus is alles, laat de mensen maar hongerig zijn
en luisteren naar klassieke muziek
dat is vrijheid
vrij om te verdorren,
om woorden te mismaken
vettaks, bonus
om slechte films te maken
als je van klassieke muziek houdt
heb je ook recht op verkeersinformatie
.
Bijtgraag
Max Temmerman
.
Vandaag voor mijn boekenkast gaan staan (één van de vier met poëzie) en daar, met de ogen gesloten een bundel uit gepakt. Dit keer is dat het lijvige ‘Nieuw Groot Verzenboek’ 600 gedichten over leven, liefde en dood uit 2015, samengesteld door Jozef Deleu (1937).
Opnieuw dit boek op een willekeurige pagina opengeslagen en daar op pagina 378 staat het gedicht ‘Bijtgraag’ van Max Temmerman, uit de bundel ‘Vaderland’ uit 2011.
Max Temmerman (1975) debuteerde met deze bundel, welke hem meteen in 2012 een nominatie voor de C. Buddingh’-prijs opleverde. In 2013 verscheen de succesvolle opvolger ‘Bijna een Amerika’ waarvoor hij de Herman de Coninck Publieksprijs kreeg en werd genomineerd voor de Jo Peeters Poëzieprijs 2014 en de J.C. Bloemprijs 2015. Zijn laatste dichtbundel is alweer van 2019 getiteld ‘Huishoudkunde’.
Max Temmerman schrijft gedichten voor de Eenzame Uitvaart te Antwerpen, een initiatief (ook in Nederland bekend) waarbij een passend gedicht bij de uitvaart van eenzame overledenen wordt voorgedragen.
.
Bijtgraag
.
Er is een klare lijn die jou omspant.
Van de achterkant van je hoofd
over het profiel van je ogen
van je vingers de onderkant en
langs de rug van je hand.
Via de regelmaat van die handen
bovenop je armen die omarmen
tot aan je benen die spreiden en verdwijnen.
.
Als een draaiende as figureert je hals. Hij loopt over in je rug,
verkent je schouders en mondt uit in je borst.
.
Je lippen, je tanden en de optelsom van je volle mond,
je buik, van het zachte en je buik, van het harde.
.
En overal je huid van warmte en geur.
Daar eindigt alles: hoe je ruikt naar wat seizoenen voorspellen.
Van wat ’s winters trilt boven donker water
tot het stoffige en broeiende van withete zomers.
.
Ik stel voor: laten we beginnen bij het begin en laten we het daar
dan ook bij houden. Laten we met de rede van onze jaren duidelijk maken
waar het op staat. Hier komt geen einde aan. Wij zijn niet van gisteren
en we doen dit al langer dan vandaag. We hebben geen vergelijk
en als we in elkaar bijten dan doen we dat rakelings en schaamteloos
en zo gulzig als onze honger dat vraagt.
.
Vonkt
Stoel
.
Marije Langelaar (1978) is beeldend kunstenaar, dichter en schrijver en woont afwisselend in Arnhem en Russeignies in België. Op 15 november schreef ik over de Kunst- en poëzieroute in Arnhem, waar zij maar liefst vier gedichten voor aandroeg.
Ze debuteerde als dichter in 2003 met de bundel ‘De rivier als vlakte’. Hierna volgde in 2009 de bundel ‘De schuur in’. Hiervoor ontving Langelaar de tweejaarlijkse Hugues C. Pernath-prijs, terwijl deze bundel ook werd genomineerd voor de Jo Peters Poëzieprijs en de J.C. Bloemprijs.
Haar derde bundel ‘Vonkt’ verscheen in 2017, werd bekroond met de Jan Campert-prijs en de Awater Poëzieprijs en werd genomineerd voor de VSB Poëzieprijs. Haar werk is vertaald in het Engels, Turks, Litouws, Spaans, Italiaans, Frans en Russisch.
Op de website van Poetry International staat te lezen over haar poëzie: Met deze lichamelijke, ‘natuurlijke’ poëzie hoort Langelaar bij een hedendaagse Nederlandse stroming die de Vijftigerspoëzie van Lucebert nieuw leven inblaast. Een goed voorbeeld van haar ‘natuurlijke’ poëzie is het gedicht ‘Stoel’ uit haar bundel ‘Vonkt’.
.
Stoel
.
Ik stond naast een tafel en het verontrustte mij dat ik zo
alleen was en opeens hoorde ik het kloppen erg
zachtjes weliswaar maar iets maakte zich kenbaar.
Het was zo subtiel dat ik moest knielen, zo vond ik de
stoel en ik raakte het hout zoals je een tong raakt, ik
legde mijn vinger in een nerf, het begon onmiddellijk te
schemeren en dieren stonden om ons heen.
Inmiddels was ik al niet veel groter dan een speldenpunt
en innerlijk dronken de stoel zond mij zijn gedachten, vrij
technisch maar gevolgd door het ruisen van bomen
voor even, een seconde of drie werd ik stoel. Het was zalig, zalig
dat hout in mijn wervels! De klop in mijn been, een bestaan
zonder bloed of gedachten. En stil te staan eeuwig. En
opgetild. En altijd die functie en een
innerlijk waaien van de bomen afkomstig.
.
Integratie
Anouk Smies
.
Anouk Smies (1975) publiceerde gedichten op onder andere Krakatau, de Optimist, Ooteoote, Deus Ex Machina, Meander, Mugzine en de Contrabas. Ze debuteerde in 2013 met de bundel ‘Citaten van een roofdier’. Haar tweede bundel, ‘Wie heeft een middelpunt nodig’, werd in 2017 genomineerd voor de J.C. Bloemprijs. In 2018 kwam haar derde bundel ‘Onbeschoft, zo wit’ uit. In 2021 volgde haar vierde bundel ‘De drang om niemand af te maken’. En nu is er een nieuwe bundel van haar hand verschenen bij uitgeverij Opwenteling getiteld ‘Mijn cloud, die de uwe is’.
Op haar website staat te lezen: “In ‘Mijn cloud, die de uwe is’ speelt het idee de hoofdrol. In haar vijfde bundel duwt Anouk Smies de lezer door nauwe ruimtes van bezwering en techniek. In deze poëzie valt het grote gelijk samen met de wachtmuziek van de eigen bubbel. Alles buiten de data is propaganda.”
Prachtige woorden maar je weet na lezing nog steeds niets. Daarom een voorbeeld. Uit deze bundel nam ik het gedicht ‘Integratie’.
.
Integratie
.
Wees subversief
Was botten in rivieren
Wis films die in fantasie blijven steken
Schrap uw voorkeur voor fossielen en geschiedenis
.
In de afgelopen veertig jaar trilde techniek in uw binnenzak
terwijl die binnenkort door de binnenzak van uw cellen zwemt
.
Wees onbevreesd
Visualiseer hoe een laser de blinde vlek van uw zelfbeeld scalpeert
.
Ontspan
Als de Dalai Lama zegt dat een programmeur als AI-programma reïncarneert
bewijst hij dat bovenmenselijke intelligentie
de kwinkslag integreert
.
Rouwadvertentie
Johannes van der Sluis
.
In 2018 verscheen onder het heteroniem (Een heteroniem is een vorm van een pseudoniem waarbij een auteur een fictieve schrijverspersoonlijkheid creëert, soms als afsplitsing van zichzelf) Giovanni della Chiusa, de debuutbundel ‘Een mens moet ook niet alles willen weten’ van Johannes van der Sluis (1981)) wat zijn echte naam is. Deze bundel werd genomineerd voor de Herman de Coninckprijs.
In begin 2019, zag Johannes van der Sluis bij de Erasmusbrug in Rotterdam een demonstratie van de Gele Hesjes, die hem vanuit het niets obsedeerde, alsof de Zotheid hem in haar greep kreeg, vooral de jongen die ‘100% vrije jongen’ achterop zijn jas had geschreven. Dat werd ook de titel van zijn eerste gedicht (onder eigen naam), die werd gepubliceerd in Hollands Maandblad (waar hij daarna nog verschillende malen in zou publiceren en waar hij hoofdredacteur van is), en uit de stroom poëzie die daarop volgde, ontstond de bundel ‘Ik ben de verlosser niet’ (2020). Deze bundel verscheen onder zijn eigen naam en werd genomineerd voor de J.C. Bloem-poëzieprijs 2021.
In 2022 verscheen vervolgens de bundel ‘Profane verlichting’ en in 2023 de bundel ‘De Groenvoorziening’, over zijn tijd bij de plantsoenendienst in Rotterdam-IJsselmonde, waar van der Sluis woonachtig is. Deze bundel is ‘een poging om grip op het leven te krijgen’ volgens de dichter. Op de website met Rotterdamse dichters staan een paar gedichten van zijn hand waaronder het gedicht ‘Rouwadvertentie’ uit de bundel ‘Een mens moet ook niet alles willen weten’ waarover Remko Ekkers in Tzum schreef: “De gedichtjes zijn grappig en treurig” zo ook het gedicht ‘Rouwadvertentie’.
.
Rouwadvertentie
.
Doodongelukkig
zou hij zichzelf niet willen noemen
de laatste tijd echter
verlangt hij
bijvoorbeeld als hij op een begraafplaats rondloopt
of begrafeniswagens voorbij ziet rijden
of rouwadvertenties leest
naar de dood.
Zichzelf ophangen
zichzelf verstikken in een plastic zak
of voor de trein springen,
daar moet hij alleen niet aan denken,
nooit zou hij de hand aan zichzelf slaan.
Als het even kan
zou hij in een onbewaakt ogenblik
in een ravijn willen worden geduwd.
Vínd maar eens iemand.
.
Bloemkool in de bonus
Daniel Vis
.
Dichter en schrijver Daniel Vis (1988) stond al in 2014 op het podium van poëziestichting Ongehoord!, vlak na het verschijnen van zijn debuutbundel ‘Crowdsurfen op laag water’, de bundel waar hij als dichter mee debuteerde. In 2018 werd deze bundel gevolgd door ‘Insect Redux’ en in 2020 kwam de bundel ‘Het weefsel’ uit. Zijn laatste wapenfeit is een roman ‘Een woelend lichaam’ die in 2022 verscheen.
Daniel won het NK Poetry Slam, werd genomineerd voor de J.C. Bloem-prijs en ontving de Frans Vogel Poëzieprijs. Zijn werk verscheen onder meer in Tirade en Het Liegend Konijn, en werd vertaald in het Frans, Spaans, Pools, Baskisch en Portugees. Hij treedt op in binnen- en buitenland.
Lezend in zijn debuutbundel kwam ik het gedicht ‘De bloemkool in de bonus’ tegen. In dit gedicht klinkt zoveel menselijk leed dat het, voor mij in ieder geval, heel grappig aandoet. In een artikel van de taalunie uit 2014 zegt Daniel hierover: “Er wordt vaak om mijn gedichten gelachen maar ik stop er nooit expres een grap in” en “Wat er staat betekent wat er staat. Er is me wel eens oppervlakkigheid verweten. Maar de betekenis zit bij mij niet in metaforen, hij zit onder de tekst.’ Daarom komt de woordkeus nauw, zegt hij. ‘Mijn gedichten moeten zijn als foto’s of filmscènes, de woorden moeten precies het beeld oproepen dat ik wil weergeven.”
.
De bloemkool in de bonus
.
tussen ons in wordt de bloemkool
langzaam koud.
we kijken ernaar.
.
‘er komt geen stoom meer af,’ zegt ze.
.
ik houd m’n hand erboven:
lauw.
.
in de metalen kromming van de pan
lijken onze gezichten vervormd.
.
de geur van bloemkool
wordt als ongezellig ervaren.
.
kook het nooit als je huis te koop staat.
.
we hebben bij de kringloop rummikub gekocht,
ieder een euro ingelegd.
.
het doosje stinkt.
de steentjes zitten in een oude washand.
de washand stinkt.
.
Is daar iemand
Micha Hamel
.
Sommige dichters zijn vooral dichter. Dan zijn er (steeds meer) die ook proza schrijven en romans produceren. En er zijn ook dichters die hun dichterschap combineren met minder voor de hand liggende (andere) functies die ze bekleden, zoals bijvoorbeeld Esther Jansma (archeoloog), Hugo Wormgoor (tekenleraar, amateur wiskundige), Mikhail Katsnelson (theoretisch fysicus) of Arlo Parks (zangeres).
In dit rijtje hoort wat mij betreft ook zeker Micha Hamel thuis. Hamel (1970) is componist en dirigent (en dus dichter). Naast zijn werk als componist en dirigent heeft Hamel in 2004 zijn eerste dichtbundel uitgebracht, ‘Alle enen opgeteld’. Hiervoor ontving hij in 2005 de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs. In 2006 heeft hij zijn tweede bundel uitgegeven, ‘Luchtwortels’ (genomineerd voor de J.C. Bloemprijs) en in 2010 de derde, ‘Nu je het vraagt’. Voor zijn bundel ‘Bewegend doel’ uit 2013 ontving hij in dat jaar de Jan Campert-prijs. En nu is er dan zijn vijfde bundel getiteld ‘Is daar iemand’.
Na een psychotische crisis belandt Micha Hamel in 2009 in de psychiatrische kliniek. In ‘Is daar iemand’ verteld Hamel in een doorlopend verhaal van honderd-en-een gedichten van het slepende leven aldaar, in de tussenwereld waar zijn hersenen defect zijn en de diagnose nog niet is gesteld. Uit deze bundel nam ik een gedicht zonder titel waarin dit tot uiting komt.
.
ik heb de boodschapper van de duisternis ontmoet
en hij heeft mij de overkant laten zien
.
ik ben erheen gegaan
ik ben erheen gegaan
.
want aan de overkant
wonen ook mensen maar stillere
die de levens leven die ik niet leef
.
en ik heb ze aangeraakt
.
ik heb ze aangeraakt
en ben teruggekeerd
.
naar de inpandige schaduwplek waar ik de hoofdgast ben
waar ik mijn vuisten kan ontspannen en mijn koude zweet kan
deppen
.
voorwaar, dit is de laatste keer dat ik leef
de eerste keer dat ik opval tussen voormalig ongedeerden
en de zoveelste jkeer dat ik uitblink op mijn ijle xylofoon
.
Dood werk
Maarten van der Graaff
.
Maarten van der Graaff (1987) is dichter en romanschrijver. Hij studeerde Religie en kunst aan de Universiteit van Utrecht. Hij debuteerde in 2013 met de bundel ‘Vluchtautogedichten’. In 2014 krijgt hij voor deze bundel de C. Buddingh’-prijs. ‘Dood werk’, zijn tweede bundel, verscheen in het voorjaar van 2015. Deze bundel werd in 2017 bekroond met de J.C. Bloemprijs. Hij publiceerde poëzie en proza in verschillende tijdschriften en is veel op de podia te vinden. Hij is redacteur en medeoprichter (samen met mede dichter Frank Keizer) van het online literair tijdschrift ‘Samplekanon’ op https://samplekanon.com/ . Samen met Keizer schreef hij een essay over Nederlandse poëzie dat je hier (in twee delen in het Engels) kan lezen: http://www.babelsprech.org/niederlande-12/
Uit zijn bundel ‘Dood werk’ komt het gedicht ‘Lijst met rituelen’. In een recensie over deze bundel las ik: “Zijn toon is illusieloos en zelfverzekerd. Hij probeert enige samenhang aan te brengen in de hem omringende werkelijkheid en zijn leven.” In het gedicht ‘Lijst met rituelen komt dit goed tot zijn recht, oordeel zelf.
.
Lijst met rituelen
Voor CAConrad
.
Overgiet een grijze Kadett met cognac.
Ga in de grijze Kadett naar Umbrië.
Stap in Umbrië uit de Kadett.
Begraaf een gedicht van Pasolini
onder een kurkeik of een jeneverbes.
Er blijft iets ongezegd.
Vernietiging heeft ons gekozen,
vernietiging heeft zich geopend.
Overgiet de grijze Kadett met siroop.
Reis in de grijze Kadett naar een loofbos.
Voer daar de leer- of werkstraf uit
van een vreemde.
Begraaf een gedicht van Dickinson.
Vernietiging heeft ons gemaakt.
Kom klaar in een pretpark.
Teken een cirkel op de serre
van een politicus.
Ga naar het stadskantoor
en leg je onder een klok op de grond,
met je voeten naar Kaapstad.
Lees de gedichten van Snoek.
Verbrand drie dagen later
een zijden voorwerp.
Vernietiging gaat in ons op.
Omklem Pascal en het Kussenboek,
wandel een kerk in.
Denk aan het boerenleven.
Schrijf iets over de geur van religie,
het middenklassegeloof van je ouders.
Vernietiging is onze mondigheid.
Wacht tot je psycholoog op vakantie is.
Zet een tent op in haar tuin.
Ga in een vaalgeel gewaad in de tent zitten.
Neem een vel papier en noteer de titel
Civiele liederen.
Schrijf drie dagen lang civiele liederen.
Gebruik deze regels:
Er is geen eenheid in de riten van mijn massacultuur.
De geschiedenis laat mij blind achter.
Kom zonder gewaad de tent uit.
Ruik de ochtendlucht.
Ontmenselijk jezelf: trek vulgair
en fluitend de stad in.
.













