Site-archief
Maand van de geschiedenis
Leo Vroman
.
Oktober is sinds enige jaren alweer de maand van de geschiedenis. Dit jaar is het thema van deze maand geluk. Het leek me een uitdaging daar een gedicht bij te vinden. Ik ben uiteindelijk uit gekomen bij Leo Vroman (1915 – 2014) en de bundel Psalmen en andere gedichten uit 1995. Het gedicht dat ik koos is getiteld ‘Ja wie niet’ en gaat over reïncarnatie en het geluk dat we geen herinnering hebben aan vorige levens (mijn interpretatie).
.
Ja wie niet
.
Haast elk is in een vorig leven
beslist Cleopatra geweest
en enkelen waren eerder even
een huisdier of uithuizig beest
.
maar wie schiet nog het jaar te binnen
dat wij raderdiertjes waren
of wier, te weerloos om te paren
te popelen laat staan beminnen?
.
En toch als in die eerste dagen
twee algen heel dicht samen lagen
ontblootte hij die toen nog zweeg
.
of al geleerd had eerst te vragen
een bult van louter zelfbehagen
en barstte in haar leeg.
.
Dichter van de maand
Antoinette Sisto
.
Vandaag op deze zondag, de dag van de dichter van de maand oktober Antoinette Sisto, een gedicht uit haar laatste bundel ‘Hoe een zee een woord werd’. Opnieuw een gedicht waarin de dood een prominente rol speelt. Wanneer ik het lees gaan mijn gedachten terug naar die mooie zaterdag, 4 februari van dit jaar in Perdu, toen ze vol trots en met de mensen die ze liefhad, haar vriend en haar moeder, deze bundel presenteerde en nog niets wees op de dramatische gebeurtenissen en zwakke gezondheid later dit jaar die tot haar overlijden hebben geleid.
.
Vloedlijn
.
Met de tijd zal alles verdwijnen
de zee die de gedachte aan jou kan zijn
de zee van tijd
die een woord wordt
om te herinneren
.
het koor in de branding
dat geen stem
van betekenis durft te zijn.
.
Met de tijd zal ieder lichtschip
aan de kim dat de radar aangeeft
een vergissing
van het bijziend oog blijken
zoals toen jouw woord op slag
in de golven verdween.
.
En zelfs als ik aan je terugdenk
aan hoe je het zei
hoe het zong uit jouw mond
als een zee oneindig
en zonder tastbare tijd
.
zal er ergens nog
een zee zonder jou zijn
het tij dat een van ons bijblijft
een van ons in zich verliest.
.
Limonade
Arjen Duinker
.
Niet alleen is Arjen Duinker (1956) schrijver en dichter, hij maakte ook de cryptogrammen voor Het Vrije Volk en schreef hij (sport) columns. Hoewel hij al in 1980 debuteerde in Hollands Maandblad, kwam zijn debuutbundel pas uit in 1988 getiteld ‘Rode oever’. Hierna volgde nog vele bundels. Ook publiceerde Duinker gedichten in tijdschriften en magazines als De Gids, Tirade, Ons Erfdeel, Optima en Raster. In 2001 won hij de Jan Campert-prijs voor de bundel ‘De geschiedenis van een opsomming’ en in 2005 de VSB Poëzieprijs ‘De zon en de wereld’.
In 2009 verscheen de bundel ‘Buurtkinderen’ bij uitgeverij Querido. Uit deze bundel het gedicht ‘Limonade’.
.
Limonade
.
Hoe noemen ze deze buurt?
Stapel handen op tafels,
Sleur de geweerschoten uit de donkergroene stegen,
.
Giet limonade in donkergroene glaasjes,
Blaas langs de tederheid van taal,
.
Bewonder de ongekende oorringen,
Bewonder de hoek van dertig graden,
Betreed het leven via de open deur.
.
Zware pijnstillers
Rob Schouten
.
Uit mijn boekenkast vandaag de bundel ‘Zware pijnstillers’ van Rob Schouten (1954), zijn 13e en voorlaatste dichtbundel alweer. Rob Schouten is dichter, prozaschrijver, columnist voor Trouw en literatuurcriticus. Daarnaast verzorgt hij sinds 1981 voor het weekblad Vrij Nederland recensies van dichtbundels.
In 1986 en 1987 was hij writer in residence aan de University of Minnesota, van 1993 tot 1996 bijzonder hoogleraar literaire kritiek aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Hij zat in talloze literaire jury’s, schreef naast dichtbundels en romans ook essays en een verhalenbundel. Daarnaast stelde hij een aantal bloemlezingen samen.In 2002 kreeg hij de Herman Gorterprijs voor ‘Infauste dienstprognose’.
De romantisch decadente elitaristische inslag van zijn vroege werk evolueerde gestaag in de richting van een eigenaardig soort realisme, dat het midden houdt tussen ruwhartig en gevoelig. Zo ook in de bundel ‘Zware pijnstillers’ uit 2012.
Het gedicht ‘Vader’ uit deze bundel is een mooie illustratie van het ruwhartige en gevoelige in één gedicht.
.
Vader
.
Twee oorlogen had hij op zak, als twee horloges,
een peutertje, de ander een volwassen man.
Niemand van ons kende hem nog, misschien verzon
hij soms maar wat, dat hij eerst boekhouder
en later predikant, ‘van kasboek tot bijbel’,
Plots had hij ons verwekt, maar bleef even
‘hardcore’-gelovig als jongen van Jan de Wit.
Hij kon niet tegen onrecht en mijn puberteit.
.
Maar ’t echte werd tot allerlaatst bewaard
toen hij broodmager, zachtjes kotsend, snotterde:
ik wou m’n kleinkinderen groot zien worden.
.
O God, bewaar me, laat me nu afglijden,
sla me met pest, neem me mijn dochters af
en leg me als het erop aankomt kalm in bed!
.
Mantra’s
Dichter van de maand
.
In de bundels van de dichter van de maand Antoinette Sisto (1963 – 2017) komt de dood als thema regelmatig voor. Ook in ‘Iemand moet altijd gemist worden’ de bundel die ze in 2015 bij uitgeverij Oorsprong publiceerde is dit het geval. In deze bundel beschrijft ze haar leven na de dood van haar geliefde, de zoektocht naar deze geliefde en een beschrijving van het gemis.
Uit de bundel koos ik voor het gedicht ‘Mantra’s’.
.
Mantra’s
.
Herinner me eraan dat ik besta
dat ik ademhaal en eet
als ik rond en rond mijn as beweeg
alleen dans door de regen.
.
Het is niet meer voldoende
het besef dat ik besta
dat ik ademhaal en slaap
dat ik dromen regisseren kan
.
vertolk met nieuw penseel
een aria schaamteloos leen
dat ik woorden in neonlicht
laat schitteren aan ieders hemel.
.
Het is wanneer jij aan me denkt
dat ik opnieuw besta
dat ik ademhaal en eet
’s nachts niet meer met ogen open
.
op voorbije dagen leef.
.
Piet Paaltjens
150 jaar Snikken en Grimlachjes
.
150 jaar geleden werd de dichtbundel ‘Snikken en Grimlachjes’ van Piet Paaltjens uitgegeven bij Drukkerij en boekhandel Roelants in Schiedam. Piet Paaltjens is het alter ego van de melancholische dichter en predikant François HaverSchmidt (1835-1894). De Bibliotheek Schiedam en haar partners hebben dit jubileum aangepakt om de schrijver dertien dagen lang te eren met allerlei uitingen binnen een festivalprogramma. Van het onthullen van het muurgedicht en het voorlezen van gedichten op zijn graf tot een wandeling in de stad en lezingen in zijn voormalig woonhuis en de drukkerij waar de bundel werd uitgebracht. Hoogtepunt van het festival is de samenwerking met platenlabel Excelsior Recordings. Bekende Nederlandse artiesten, waaronder The Kik, Aafke Romeijn en Freek de Jonge, hebben in Schiedam een CD opgenomen met gedichten van Piet Paaltjens.
Het programma rond de viering van 150 jaar ‘Snikken en Grimlachjes’ loopt van 20 oktober tot 1 november in Schiedam. Voor een uitgebreid programmaoverzicht kun je terecht op https://ppp.debibliotheekschiedam.nl
Om aan te sluiten bij dit mooie project van de bibliotheek Schiedam, mijn zeer gewaardeerde collega Theo en partners uit Schiedam, plaats ik graag een liefdesgedicht van Piet Paaltjens getiteld ‘Aan Rika’.
.
Aan Rika
.
Slechts éénmaal heb ik u gezien. Gij waart
Gezeten in een sneltrein, die de trein
Waar ik mee reed, passeerde in volle vaart.
De kennismaking kon niet korter zijn.
En toch, zij duurde lang genoeg om mij,
Het eindloos levenspad met fletse lach
Te doen vervolgen. Ach! geen enkel blij
Glimlachje liet ik meer, sinds ik u zag.
Waarom hebt gij van dat blonde haar,
Daar de englen aan te kennen zijn? En dan,
Waarom blauwe ogen, wonderdiep en klaar?
Gij wist toch, dat ik daar niet tegen kan!
En waarom mij dan zo voorbijgesneld,
En niet, als ’t weerlicht, ’t rijtuig opgerukt,
En om mijn hals uw armen vastgekneld,
En op mijn mond uw lippen vastgedrukt?
Gij vreesdet mooglijk voor een spoorwegramp?
Maar, Rika, wat kon zaalger voor mij zijn,
Dan, onder hels geratel en gestamp,
Met u verplet te worden door één trein?
.
Willem Wilmink
Johan Cruyff
.
Bij De Wereld Draait Door op de televisie heeft men dit seizoen extra aandacht voor de dichter Willem Wilmink (1936 – 2003). Terecht natuurlijk want Willem Wilmink heeft een groot en mooi oeuvre achtergelaten. Dat was voor mij een reden om zijn ‘Verzamelde liedjes en gedichten’ die in 1986 ter ere van zijn 50ste verjaardag werd gepubliceerd, weer eens ter hand te nemen. Lezend in deze dikke bundel kwam ik het gedicht ‘De heilige Johan’ tegen. Dit gedicht werd oorspronkelijk gepubliceerd in de bundel ‘Goejanverwellesluis’ uit 1971. Na de lotgevallen van het Nederlands Elftal van de afgelopen weken zal menig een nog wel eens met weemoed terugdenken aan de hoogtijdagen van het Nederlands voetbal en aan Johan Cruyff. In dit gedicht stip Wilmink ook even de andere kant van Cruyff aan.
.
De heilige Johan
.
eens toen ik in de floodlight
voetballers een doelpunt
zag spinnen zich bewegend
als elven over het gras,
wist ik dat uit deze hoek
de verlosser ophanden was.
.
en zie: Johan Cruyff de danser
de faun de adelaar
der dalen
.
maar toen we zijn bergrede kwamen halen
had hij het over belasting betalen.
.
Repeteergedicht
Ruisch
.
Vandaag stond ik voor mijn boekenkaast en viel me op dat ik toch eigenlijk best veel dichtbundels van Jules Deelder heb. In de jaren tachtig las en kocht ik veel werk van deze Rotterdamse grootheid. Vooral zijn humor, zijn archaïsch taalgebruik, de onderwerpen waarover hij schreef maar bovenal zijn performances spraken me zeer aan. Het was nieuw voor mij dat poëzie, waar ik eigenlijk nog maar net mee bezig was, ook zo gebracht kon worden. De bundel ‘Ruisch’ is een weerslag van wat zijn werk zo kenmerkt; aan de ene kant de bekende thema’s zoals de dood, de oorlog en de taal en aan de andere kant zijn (soms wel heel melige) humor. Toch zijn het de zaken die de rafelranden van de poëzie raken die ik interessant vind. In een recensie van deze bundel lees ik “.. een heerlijk boek voor wie van de rafelrandjes van het leven houdt, en van de poëzie van Deelder in het bijzonder”. Ik ben zo iemand en vandaar hier een gedicht uit deze bundel getiteld ‘Repeteergedicht’ over de poëzie.
.
Repeteergedicht
.
Sommige gedichten dienen
elke dag herschreven.
Gewoon hetzelfde gedicht
elke dag opnieuw.
Andere gedichten niet.
Wéér andere bleven beter
ongeschreven.
Dat zijn verreweg de meeste.
Maar sommige gedichten
dienen elke dag herschreven.
Gewoon hetzelfde gedicht
elke dag opnieuw.
Tot het onlosmakelijk
met ons is verweven
en met de werkelijkheid
tot waarheid is verdicht.
.
Wij
Een liefdesgedicht
.
Anne Sexton (1928 – 1974) wordt gerekend tot de zogenaamde ‘confessional poets’of de ‘bekentenis dichters’, sterk autobiografisch schrijvend, steeds sterk haar vrouwelijke identiteit benadrukkend, met blootlegging van de meest intieme details uit haar leven, onder het motto ‘poëzie moet pijn doen’. Sexton had geen makkelijk leven, ze leed aan anorexia en manische depressiviteit en haar psychiater raadde haar aan poëzie te gaan schrijven. Haar gedichten werden gepubliceerd in The New Yorker, Harper’s Magazine en Saturday Review.
In 1960 debuteerde ze met de bundel ‘To Bedlam and Part Way Back’ en hierna volgde nog een aantal bundels maar ook postuum verschenen nog 5 boeken na haar overlijden in 1974. Ze was tijdens haar leven heel succesvol met haar poëzie, in 1967 won ze de Pulitzer Prijs voor poëzie. Ze was bevriend met Sylvia Plath en na dat Plath zelfmoord had gepleegd dacht ook Sexton na over zelfmoord en of dat voor haar misschien ook het beste zou zijn (ze had sinds 1956 al een aantal pogingen gedaan). Uiteindelijk deed ze een geslaagde poging in 1974.
Uit de bundel ‘Kreupel hart, gedichten’ het door Katelijne de Vuyst vertaalde liefdesgedichtgedicht ‘Wij’ waarin ze een het proces van een liefde beschrijft.
.
Wij
.
Ik was gehuld in zwart
bont en wit bont en
je kleedde me uit en toen
zette je me in gouden licht
en toen kroonde je me
terwijl achter de deur sneeuw
viel in schuine schichten.
Terwijl een dikke laag sneeuw
als sterren neerdaalde
in kleine calciumdeeltjes,
waren wij in ons lichaam
(de kamer die ons zal begraven)
en was jij in mijn lichaam
(de kamer die ons overleven zal)
en eerst wreef ik je
voeten met een handdoek droog
omdat ik je slavin was
en toen noemde je me prinses
Prinses!
.
O, toen
stond ik op mijn gouden huid
en liet de psalmen achterwege
en liet de kleren achterwege
en jij maakte de breidel los
en jij maakte de teugels los
en ik maakte de knopen los,
de botten, de verwarring,
de ansichten uit New England,
de januarinacht van tien uur ’s avonds,
en we rezen op als koren,
are na are van goud,
en we oogstten,
we oogstten.
.














