Categorie archief: Meander

En de winnaars zijn…

Rob de Vosprijs en MUGzine

.

De nieuwe editie van MUGzine, editie 20 alweer, staat helemaal in het teken van de winnaars van de Rob de Vosprijs 2023. Deze prijs, vernoemd naar de oprichter van de Meander literatuurwebsite, kent dit jaar drie prijswinnaars en een aantal genomineerden. Vanaf 15 april t/m 30 september mocht iedere deelnemer één gedicht insturen. Het is alweer voor de vijfde keer dat deze wedstrijd werd gehouden. Het thema van de wedstrijd was ‘Restwaarde’ en een jury bestaande uit Peter Vermaat (juryvoorzitter, recensent), Hettie Marzak (recensent), Onno-Sven Tromp (dichter, schrijver, recensent), Herbert Mouwen (schrijver, dichter, recensent), Hans Franse (letterkundige, publicist, recensent) en Jeanine Hoedemakers (dichter, recensent) nomineerde 10 gedichten waarvan er drie de prijswinnaars werden. Op de website van Meander is het juryrapport te lezen.

In samenwerking met Meander publiceert MUGzine in #20 de prijswinnaars en de genomineerde gedichten. Tien gedichten van 10 dichters, aangevuld met artwork van Lisa Pregent de uit Cincinnati in de Verenigde Staten. Natuurlijk met een fonkelnieuwe @l.uule en een voorwoord zoals alleen onze redactiefilosoof Marianne Hermans ze kan schrijven.

Natuurlijk is ook deze editie gratis te downloaden via mugzines.nl en is het mogelijk de papieren versie thuis gestuurd te krijgen. Stuur een mail naar mugazines@yahoo.com en voor € 4,- krijg je ‘m in de bus. Liever alle nummers van een jaar ontvangen? Dat kan ook. Word dan donateur voor € 20,- en je krijgt automatisch alle nummers van dat jaar via de post toegestuurd. Of wil je graag een MUGzine als cadeautje aan iemand sturen? Ook dat is mogelijk. Kies dan bijvoorbeeld voor een cadeauverpakking (Japanse enveloppe).

Elk jaar proberen we iets speciaals te doen voor onze donateurs (ansichtkaart, GUmzine) en komend jaar verschijnt een Special die alle donateurs (naast de 5 reguliere edities) uiteraard ook ontvangen.

Omdat inmiddels wel bekend is wie de Rob de Vosprijs heeft gewonnen, Steven Van Der Heyden (1974) uit Vlaanderen, die al in MUGzine #14 met een paar gedichten heeft gestaan en gedichten publiceerde onder andere Het Liegend Konijn, Het Gezeefde Gedicht, Meander, De Revisor, De schaal van Digther en Ballustrade, debuteerde in 2020 met de bundel ‘Tot ze koud is’ en in 2023 verscheen van hem ‘Filigraan’. Uit deze laatste bundel koos ik het gedicht ‘In een mens’ als voorproefje voor de nieuwe MUGzine.

.

In een mens

.

We zijn gekwelde atomen met een ingebouwd einde,
een losse constructie, haarscheuren in ieder van ons.

.
Elke ochtend stellen we ons samen.

.
Op straat stulpen onze maskers uit
alsof we opnieuw kieuwen ontwikkelen.

.
Wij zijn een spiegelpaleis
met semi-doorlaatbare wanden.

.

Achter de uitgesproken woorden
een oerwoud aan gedachten.
We zoeken asiel in onze verbeelding.

.
Als gewonde dieren druipen we af
uit een onbeslist gevecht, missen
het instinct om ons niet te snijden.

.

Een kinderspiegel

Poëzie voor jongeren

.

Op de geweldige informatieve website DBNL.org lees ik een artikel uit het tijdschrift Tsjip/Letteren (tijdschrift voor literaire vorming van de stichting Promotie Literatuuronderwijs) uit jaargang 7 (1997). In totaal heeft dit tijdschrift 15 jaargangen bestaan tot en met 2005. In dit artikel van Kees Combat beschrijft de auteur ‘De 30 mooiste gedichten uit de Nederlandse literatuur’ van dichter en poëziekenner Remko Ekkers dat verscheen in 1992.

Deze bundel werd door Ekkers ‘onmiskenbaar een kleine canon van de Nederlandse poëzie, een gestaald kader van veel geciteerde en vaak gebloemleesde gedichten’ genoemd. De gedichten werden gekozen op basis van een enquête onder leraren met als enige vraag: ‘Als u het voor het zeggen had, welke gedichten zouden uw leerlingen dan eigenlijk uit het hoofd moeten kunnen opzeggen?’

De lijst bestaat uit 30 gedichten waarvan de meest recente uit eind jaren ’60 begin jaren ’70 zijn. Je zou zeggen dat de voorkeur van de docenten (uit hun jeugd) duidelijk naar voren komt en waarschijnlijk ook toen al (jaren ’90) niet echt meer aansloot bij de belevingswereld van jongeren die toen literatuuronderwijs genoten. Wat dat betreft sluiten de boeken van ‘Woorden temmen’ deel 1 en deel 2 vele malen beter aan bij waar jongeren mee bezig zijn en in geïnteresseerd zijn.

Desalniettemin levert het overzicht van Ekkers wel een mooie doorsnee op van bijzondere gedichten door de eeuwen heen. Opmerkelijk voor mij was het gedicht ‘Een kinderspiegel’ van Judith Herzberg (1934). Ik had het gedicht ooit wel gelezen in haar bundel ‘Beemdgras’ uit 1968 maar dat het op dit lijstje zou belanden had ik niet kunnen bevroeden. In de serie Meander Klassiekers beschrijft Inge Boulonois hoe dit gedicht nog altijd actueel is.

.

Een kinderspiegel

.

Als ik oud word neem ik blonde krullen
ik neem geen spataders, geen onderkin,
en als ik rimpels krijg omdat ik vijftig ben
dan neem ik vrolijke, niet van die lange om mijn mond
alleen wat kraaiepootjes om mijn ogen.

.
Ik ga nooit liegen of bedriegen, waarom zou ik
en niemand gaat ooit liegen tegen mij.
Ik neem niet van die vieze vette
grijze pieken en ik ga zeker ook niet
stinken uit mijn mond.

.
Ik neem een hond, drie poezen en een geit
die binnen mag, dat is gezellig,
de keutels kunnen mij niet schelen.
De poezen mogen in mijn bed
de hond gaat op het kleedje.

.
Ik neem ook hele leuke planten met veel bloemen
niet van die saaie sprieten en geen luis, of zoiets raars.
Ik neem een hele lieve man die tamelijk beroemd is
de hele dag en ook de hele nacht
blijven wij als maar bij elkaar.
.

Ik

Jeroen Vermeiren

.

De Vlaamse dichter, copy writer, journalist, woordvoerder en stadsdichter van Bornem van 2014 tot 2016 (Provincie Antwerpen ) Jeroen Vermeiren (1974) debuteerde in 1996 met de dichtbundel ‘Wild vlees’. Hij  heeft zelfs zijn eigen schrijfbedrijfje ‘De Zinnenspinnerij’, waar hij voor iedereen de juiste woorden vindt.  Sinds 2013 is hij bovendien een van de creatieve schrijvers bij Studio 100 en columnist voor Charlie Magazine.

Werk van Vermeiren werd opgenomen in het literaire tijdschrift Deus Ex Machina en het online literair platform Meander Magazine. In 2016 verscheen de bundel ‘Alles, behalve nooit’  en in 2021 verscheen van zijn hand ‘Uit welk hout zal ik mij snijden?’.

In ‘De 100 beste gedichten van 2018’ voor de VSB poëzieprijs werden twee gedichten van zijn hand (uit ‘Alles, behalve nooit’) opgenomen waaronder het gedicht ‘Ik’.

.

Ik

.

Blues

.

Kijk mij daar gaan

zonder jou.

.

Het is geen gezicht.

Het is naakt. Veel te.

.

Kleed mij aan.

Naai mij toch dicht.

.

En zoen mijn ogen open.

Maak wat donker is

.

weer dragelijk licht.

.

Dan

Joost Oomen

.

Dichter, schrijver, columnist, drummer en performer Joost Oomen (1990) debuteerde in 2011 met de dichtbundel ‘Vliegenierswonden’. Hij was huisdichter van de Rijksuniversiteit Groningen en stadsdichter van Groningen en won in 2011 het Hendrik de Vriesstipendium voor nieuwe literatuur. In 2021 werd hij door de Volkskrant uitgeroepen tot hét literaire talent van dat jaar. Na tien jaar lang langs alle poëziepodia van Europa te trekken verscheen in 2023 eindelijk zijn dichtbundel ‘Lievegedicht’. Joost Oomen staat dit jaar voor het eerst op de Nacht van de Poëzie dat op 7 oktober plaats vindt in Utrecht.

Uit zijn laatste poëziebundel ‘Lievegedicht’ nam ik het gedicht ‘Dan’. En hoewel Onno-Sven Tromp in zijn recentie op de Meanderwebsite heel terecht stelt: “Als er in ‘Lievegedicht’ één ding duidelijk wordt, dan is het wel dat Oomen een hongerige en dorstige dichter is. De liefde van de dichter gaat duidelijk door de maag. Er staat in de bundel bijna geen enkel gedicht waarin geen eten of drinken voorkomt, variërend van pudding tot ananaszee en van lolly’s tot roomboter.” is er in dit gedicht slechts sprake van het delen van een nectarine.

.

Dan

.

eerst heb je elkaar
nog nooit gezien

 

dan heb je elkaar gezien
maar weet je het nog niet
bijvoorbeeld op een groot feest waar je
later van weet dat je er allebei was
als dichte sneeuw
waarin geen vlok geen vlok
de ander zag
maar uiteindelijk samen
in een dekbed belandde

.

dan zie je elkaar
voor de eerste keer

.

dan zoen je voor de eerste keer
dan wordt het opeens april
dan hou je van elkaar
dan deel je een nectarine

.

dan leer je steeds beter
hoe de ander het liefst door de stad wil fietsen
en doe je dat vervolgens ook
dan word je een keer nat
zo nat dat je je schoenen leeg kunt gieten
bij thuiskomst op de donkerblauwe mat

.

en je gaat allebei op blote voeten naar boven
je gaat in bed liggen met twee koude regenlijven
stijf tegen elkaar aan

.

dan heb je één keer ruzie in datzelfde bed
dan heb je geen keer ruzie in datzelfde bed
zie je springbalsemien en knijp je erin
dan word je gelukkig en bijt je zachtjes in haar nek

.

dan zegt ze dat ze niet meer slapen kan
voordat jij ‘tot morgen’ hebt gezegd.

.

Het langzaam voorover vallen

Alja Spaan

.

Het schrijven van een recensie is geen sinecure. Voor mij niet althans. Ik lees een bundel eerst vluchtig door, scan wat gedichten her en der en daarna lees ik de bundel een keer helemaal achter elkaar secuur door. Ik maak aantekeningen en begin te schrijven. Tijdens het schrijven blader ik terug, herlees ik en toets ik wat ik vind aan de pagina’s in een bundel.

Een recensie schrijven is werken en genieten (als de bundel daar aanleiding toe geeft) ineen. In het geval van het recenseren van de bundel ‘Het langzaam voorovervallen’ van Alja Spaan (1957), uitgegeven door uitgeverij P afgelopen maand komen er nog wat verwachte extra complicaties bij. Want niet alleen vorm ik samen met Peer van de Hoven en Alja Spaan het bestuur van Meandermagazine.nl maar ik ken Alja al ruim 15 jaar en durf ik te zeggen dat we goed bevriend zijn, een vriendschap die zich uitte in samen een gedichtenbundel publiceren  (Je hebt me gemaakt met je kus) en voordragen op podia die zij of ik organiseerden.

Desalniettemin is het me elke keer weer een grote eer om haar dichtbundels te recenseren. Omdat ik ook een groot bewonderaar ben van haar poëzie. Ik lees bijna dagelijks haar gedichten die ze publiceert op haar website aljaspaan.nl maar elke keer weer als Alja een bundel publiceert (dit is al haar 7e dichtbundel) ben ik nieuwsgierig naar de inhoud.

In ‘Het langzaam voorovervallen’ staan gedichten die Alja schreef in de periode januari 2019 – januari 2021. Wekelijks las ze toen voor in een zorginstelling voor ouderen waar de jongste luisteraar 72 was en de oudste 99. De bundel ademt kwaliteit. Een mooi vormgegeven bundel met een lichte omslag met aan de binnenkant een dubbele omslag met informatie over de bundel en over Alja. Vierenvijftig gedichten over de duur van twee jaar, wekelijks een gedicht. De snelle rekenaar begrijpt dat er bijna een jaar ontbreekt, het Coronajaar toen zorginstellingen hermetisch afgesloten waren voor buitenstaanders.

Dan de gedichten. Lezend in de bundel valt me elke keer weer op, over wat een geweldig observerend vermogen Alja beschikt. Een groot oog voor detail en voor de mensen aan wie ze voorlas. Alja kijkt en luistert, ziet maar oordeelt nergens. Ze beschrijft een wereld die aan haar langs trekt. Het lijkt een samenleving, een wereld onder een stolp, bevroren in de tijd. Door haar gedichten, die eigenlijk één doorlopend verhaal zijn, leer je de mannen en vooral vrouwen in het tehuis kennen. De heer D. mevrouw Z., mevrouw V., mevrouw A., de heer T. en mevrouw D. waar de bundel mee opent. Door de gedichten van Alja komen ze tot leven en los van het papier.

Herkenbare situaties voor wie ooit te maken kreeg met ouderen die niet meer zelfstandig kunnen wonen. Het voortdurend terugkerende wachten (zoals Pom Wolff heel scherp al beschrijft in zijn recensie van deze bundel op pomgedichten.nl), de verveling, het in slaap vallen, het ‘roddelen’ over de andere inwoners maar ook de verwarring bij de ouderen, het overlijden van een medebewoner en de herinneringen. Heel terloops, maar voor de goede verstaander en lezer van haar vorige bundels, komen de vader en de moeder van Alja als vanzelfsprekend langs in haar gedichten. De groep die ze voorleest vertoont gelijkenissen met de herinneringen die Alja heeft aan haar moeder.

De gedichten in deze bundel schilderen, in de bekende bijzondere stijl van dichten van Alja: tweeregelige gedichten waarbij de zinnen in elkaar overlopen, een wereld waarin het verleden net zo tastbaar aanwezig is als het heden. Met veel plezier en nieuwsgierigheid las ik de bundel in één ruk uit en voelde me onderdeel van een wereld die ik niet van dichtbij ken maar waarvan ik nu wel het gevoel heb dat ik weet hoe het eraan toegaat, wat er speelt maar vooral een wereld die ik mag kennen door de ogen en de taal van Alja.

Ik ben het helemaal eens met mevrouw Z. (om een andere reden maar desalniettemin) aan het einde van het gedicht ‘het oude litteken’ op pagina 49 “mevrouw Z. hoewel teleurgesteld / dat we niet gaan handwerken, noemt mij een cadeau.”  En een cadeau is ook deze bundel. Ik zou vele gedichten hier, ter illustratie van alles wat ik hierboven heb geschreven willen delen maar ik kan geen keuze maken. Elk gedicht is raak, ontroert, verbaast, vertedert, stemt tot nadenken, maakt verdrietig of juist blij. Ik kan alleen maar zeggen; Koop deze bundel, het zal geen moment teleurstellen, lees en herlees deze gedichten en geniet van de taal en de poëzie van Alja.  Om toch een gedicht hier te delen koos ik voor het gedicht op pagina 35 getiteld ‘het bepalend tijdstip’.

.

het bepalend tijdstip

.

De heer P., naast me, glimlacht de hele tijd maar zegt niets. Hij is

de eerste, ik duw hem tegen de tafelrand

.

vraag hoe zijn week was en hij knikt. In een verloren moment heeft

hij eens gezegd dat er zoveel overbodig geklets

.

is en ik heb dat natuurlijk beaamd maar er zijn tien vrouwen die dat

bestrijden en zelfs die ene andere man, mij

.

elke keer uitleggend hoe zijn gehoorapparaat werkt en ik de techniek

prijzend, houdt van dat oeverloos geleuter. Dat komt,

.

zegt hij, omdat hij zo’n romanticus is en hij legt zijn lange, witte en

benige hand over de mijne. De dames

.

zijn niet gecharmeerd, er heerst een virus, iedereen kucht en niemand

wil weten hoe groot de rol van de ander was,

.

niet echt tenminste of alleen door de ogen van Annie M.G. Mevrouw

de B. schatert, o, zegt ze, dat venijn!

.

Het orakel

Menno van der Beek

.

In literair tijdschrift Liter, nummer 104 uit 2022 lees ik het gedicht ‘Het orakel’ van de Rotterdamse dichter Menno van der Beek (1967). Een wonderlijk maar mooi gedicht met een boodschap waarvan ik nog niet zeker ben wat ie nou precies is. Menno Van der Beek werd opgeleid tot organisch chemicus. Hij is werkzaam als computerprogrammeur. Vanaf 2002 is hij medewerker aan een langlopend her-vertaalproject van alle Hebreeuwse psalmen.

Van der Beek is poëzieredacteur van het literaire tijdschrift Liter. Hij was onder andere ook medewerker van Woordwerk (een netwerk van schrijvers, dat samenwerkt met vormgevers en fotografen), Zulma (tijdschrift voor jong literair en grafisch talent), Meander en Rottend Staal.

Van der Beek debuteerde in 1999 met de bundel ‘Vergezocht’ waarna nog een aantal bundels zouden volgen. Zijn laatste bundel is uit 2020 en heeft als titel ‘Naar de maan’, een in oblong formaat gedrukte bundel waarin een cyclus staat (tien kwatrijnen met een staartregel) waarin bespiegelingen zijn opgetekend, genoteerd in de laatste tellen voor het vertrek, van iemand die misschien wel naar de maan gaat. Gedichten van Van der Beek zijn daarnaast opgenomen in verschillende bloemlezingen.

.

Het orakel

.

Jij zei niet veel, je ging de deur uit met

je zware aktentas met initialen

en links en rechts een cijferslot: je hebt

het allemaal al van tevoren aan zien komen

.

want het was jouw idee, dat ik met hem ging praten:

hij was een kennis van je, deze psychiater,

.

die van mijn kleine ziel geen groot probleem maakte-

in plaats daarvan leerde de man mij schaken

.

en hij had ook een Vliegend Hert, een dode kever,

twaalf centimeter groot gestold op tafel liggen:

.

die tor in plastic gieten, had hij zelf gedaan,

en net niet goed, het blok zat vol met belletjes.

.

Het leek mij helder, dat het ding voor mij was,

maar toen ik het op die manier ook vastpakte

.

zei hij geen woord- ik mocht het beest weer neerleggen

en ik was uitgeschaakt, dus ik ging bij hem weg:

.

de koning, die moest dood, zoveel was duidelijk,

en wie iets wil bewaren, die moet rustig gieten

.

want anders krijg je belletjes en daarom werkt het niet.

.

 

 

Dek

Ruth Lasters

.

Begin van dit jaar kwam de bundel ‘Wat maakt een gedicht goed’ van het literaire e-magazine voor Nederlandstalige poëzie Meander uit. In deze bundel staan de verzamelde antwoorden van een brede groep medewerkers, redacteurs, recensenten, schrijfdocenten, dichters en poëzieliefhebbers op de vraag ‘Wat maakt een gedicht goed?

Op het digitale platform voor uiteenlopende meningen en opvattingen ‘Streven vrijplaats‘ schreef dichter Frederik De Cock (1973) een bijzondere interessante en lezenswaardige analyse van de bundel. Nasst deze analyse toetst De Cock hetgeen hij heeft gelezen in de bundel aan een gedicht van Ruth Lasters (1979) over wie ik al eerder hier , hier en hier schreef.

Na zijn lezing neemt hij het gedicht ‘Dek’ waarmee Lasters de Melopee Poëzieprijs 2022 won. Deze prijs bekroont elk jaar het meest beklijvende gedicht dat voor het eerst verschenen in een literair Vlaams tijdschrift (in dit geval van van 2021). De jury selecteerde op basis van een puntensysteem 20 gedichten waaruit Ruth Lasters met het gedicht ‘Dek’ als winnaar uit de bus kwam.

Zijn analyse van het gedicht ‘Dek’ is zeer de moeite waard om te lezen, net als het gedicht zelf. Daarom hier het gedicht ‘Dek’.

.

Dek

.

Ze schrobben sinds hun dood het dek

van een bootje in een fles

al blijft het eeuwig schoon, vrij van meeuwendrek.

.

Het boeit hen weinig wat er eerst was: het glas,

het scheepje, zij? Zolang ze, likkend aan de wand vanaf de mast

geen resten proeven van een tafelwijntje maar van

.

een grand vin. Soms schiet hun hele moedertaal plots

in hen los zoals de schoot van een grootzeil. Dan kleppert het

in hen, klakken hun monden slechts nog door

.

wat vroeger koude heette in dat land van huis en hond en

ons en uren die zich sloegen nog met aardappel-

plonzen en rauwe naast de kom gevallen

.

tijd die evengoed conform doormidden werd

gehakt. Van voor- tot achtersteven hangt een walm

.

die mams en paps daar op hun tweemaster zo nu en dan

ontzet doet snuffelen aan

zichzelf tot ze de rotte stop zien boven in de flessenhals

.

die hen gelukkig, hoewel vals,

geruststelt dan. Je ziet, pardon zeggen én welverdiend pardonneren

kunnen nog best en het behoeft niets geks,

.

gewoon de juiste kurk kiezen

voor hen.

.

Ik ben met haar naar zee geweest

Koenraad Goudeseune

.

Van de Vlaamse dichter Koenraad Goudeseune (1965-2020) is in 2022 de bundel ‘Nagelaten gedichten’ verschenen. Goudeseune was ongeneeslijk ziek en koos voor euthanasie in plaats van een chemobehandeling die hem weinig kans op genezing bood. In de laatste fase van zijn leven schreef hij een reeks afscheidsgedichten. Twee jaar na zijn dood is van hem deze bundel uitgegeven. Op de website van Meander is een recensie verschenen van Herbert Mouwen die de moeite waard is te lezen.

Lezende in deze bundel bleef mijn oog hangen bij het gedicht ‘Ik ben met haar naar zee geweest’, een bijzonder mooi liefdesgedicht waar ik, wonend op een paar minuten lopen van zee, veel in herken.

.

Ik ben met haar naar zee geweest

.

Ik ben met haar naar zee geweest, ik moest haar laten zien

wat ik, als ik in mijn eentje ben en aan haar denk, gedurig zie.

Oog in oog met wat mijn hart te boven gaat, hoopte ik er rust

te vinden, soelaas, de oorzaak, een nieuw begin dat ik alleen

.

met haar zou kunnen delen. Maar zij was nog mooier daar.

Gezegd kreeg ik van dit alles niets en nu ik weer alleen ben

en alleen kan denken aan wat ik zeggen wilde, zie ik haar

opnieuw, de wind maakt haar zomers kleedje dartel, op blote

.

voeten zet zij de stappen die ik zet, een zelfde levend wezen,

enkel door biologie gescheiden en, naar Plato’s leer, op zoek.

Was het mij maar één keer gegeven niet te zitten schrijven

.

over wat onmogelijk kan hersteld of nog eens komen – vrede

had ik met het leven en onuitstaanbaar vond ik alles wat

poëzie wil zijn. Ik zou haar noemen, zonder woorden, mijn.

.

Wat maakt een gedicht goed?

Meanderbundel

.

Gedurende anderhalf jaar stelde de redactie van het literair E-magazine Meander aan medewerkers en lezers van Meander de vraag ‘Wat maakt een gedicht goed?’. Vanaf de eerste bijdrage door Johan Reijmerink (onder andere recensent voor Meander) op 22 juni 2021, tot de laatste bijdrage op 10 januari 2023 van Jan van der Vegt (onder andere incidenteel columnist voor Meander) was dit een zeer goed gelezen en favoriete rubriek in de nieuwsbrieven die Meander verstuurd. Heel veel bekende en minder bekende namen stuurden hun bijdrage in (ik ook #40) en na de laatste inzending vond het bestuur van Meander (Alja Spaan, Peer van den Hoven en ik) de bijdragen zo waardevol en interessant dat we ervoor hebben gekozen de bijdragen te bundelen.

De bundel ‘Wat maakt een gedicht goed?’ werd vormgegeven door Bart van Heiningen van BRRT.Graphic.Design en werd mede mogelijk gemaakt door het Karin van Ringen Fonds. En natuurlijk door 75 geïnspireerde medewerkers en lezers. Want zei stuurde unieke, serieuze, speelse, poëtische, humoristische, strenge, onderhoudende, (te) lange, korte, verlegen, duidelijke, geërgerde, motiverende, vluchtige en opnieuw vragende bijdragen in.

In de bundel staan ze allemaal op volgorde van publicatie. Opnieuw een feest om te lezen. Alle bijdragers hebben het boek reeds thuis ontvangen maar wil je de bundel ook ontvangen, dan kan dat via redactie@meandermagazine.nl. De kosten zijn 10 euro plus 4,00 portokosten binnen Nederland en voor België (en verder in Europa) 8,50. Heerlijk om te lezen, en een mooi cadeau om weg te geven aan elke rechtgeaarde poëzieliefhebber.

Een enkele bijdrager heeft zijn of haar bijdrage aangeleverd in de vorm van een gedicht, zo ook Jan Loogman (#10), docent creatief schrijven en columnist die ook interviews voor Meander maakte.

.

Ik tel de woorden.
Zestig heb ik er
om goede poëzie
te vangen.
Nu nog vierenveertig.

.

Dubbel glas heeft poëtische mogelijkheden.
Breekbaarheid
al minder.

.

Misschien is goede poëzie
diverse taal.
Alle woorden mogen
mits zij elkaar licht gunnen.

.

Vensterglas is goed
omdat het uitzicht biedt
en ook enige bescherming.

.

Goede poëzie is vloeibaar
als glas en even breekbaar hard.

.

Het bestuur van Meander met de bundel

Waarheidsvinding

De Haarlemse dichtlijn

.

Op Hemelvaartsdag wordt al sinds jaar en dag De Haarlemse Dichtlijn georganiseerd, een poëziefestival waar maar liefst 100 dichters aan kunnen meedoen. In het Verhalenhuis aan de van Egmondstraat kwamen dit jaar ruim 60 dichters bij elkaar, met publiek meer dan 100 mensen. I de Theaterzaal, de Ademende zolder, het Taalterras en de Intieme huiskamer werd in drie ronden voorgedragen. Ik droeg voor in de eerste en de derde ronde met tweemaal drie gedichten.

De organisatie was als altijd van zeer hoog niveau, de inleiders en presentatoren kundig en het was weer een plezier om zoveel bekende en onbekende dichters te mogen beluisteren en spreken. De festivalbundel (te koop voor € 12,- bij de organisatie) die elk jaar gemaakt wordt van alle gedichten die de deelnemende dichters inbrengen werd dit jaar vormgegeven door Mart Warmerdam. Ook ik heb een gedicht ingebracht met het thema ‘Plot’ getiteld ‘Waarheidsvinding’ dat is opgenomen in de bundel.

Het bestuur van Meander (Alja Spaan, voorzitter, Peer van den Hoven en ikzelf) konden op deze mooie middag ook de bundel met bijdragen van de Meandermedewerkers voor het eerst aanschouwen. De bundel ‘Wat maakt een gedicht goed?’ wordt binnenkort officieel gepresenteerd.

.

Waarheidsvinding

.

Ik droomde de waarheid. In die lucide momenten

was er steeds het besef, dat ik kort van herinnering ben.

.

Het verlies van die helderheid laat geen leegte achter,

de waarheid is steeds een momentopname. Waarom

.

waken over gedachten die verlopen in de tijd,

daarin hun uiterste houdbaarheid bereiken? Nu,

.

wakker geworden door de lichtheid van de ochtend,

begin van lichamelijk leven, na de veilige onthechting,

.

blijft opnieuw die vraag liggen. Tijd schenkt pauzes van

schijnbare duidelijkheid in een leven vol ruis.

.