Site-archief
Edwin Fagel
Het extatische landschap in
.
In 2018 verscheen bij uitgeverij Nieuw Amsterdam de bundel ‘Het extatische landschap in’ van Edwin Fagel (1973). Fagel is dichter en journalist. Hij studeerde Nederlands en was hoofdredacteur van ‘Awater’, redacteur van ‘de Recensent’ en medewerker aan onder andere ‘Bunker Hill’, ‘Lava’, ‘Meander’, ‘Tirade’ en ‘Tzum’. Fagel debuteerde in 2007 met de bundel ‘In uw afwezigheid’ en ‘Het extatische landschap in’is zijn 4e bundel. In deze bundel staat de vrouwelijke godheid centraal, in lyrische, mystieke gedichten. Hans Franse schreef daarover in zijn Meander recensie: “Het is een indrukwekkende bundel die mij doet denken aan de oerfunctie van de poëzie, de bezwering, waardoor de mysticus dichterbij de Godheid, in welke vorm dan ook, komt en de eenwording bereikt. De gedichten lijken mantra’s, de herhaling brengt de lezer er toe dieper te graven. Wat Gerrit Achterberg dichtte: ’nochtans moet het woord bestaan dat met u samenvalt’ , lijkt hier gerealiseerd. Een bundel die de herhaling hanteert om, als in minimal music, het hoofd leeg te maken om plaats te maken voor de vrouwelijke God.”
Uit de bundel koos ik voor het gedicht ‘koningin’.
.
koningin
.
vastgebonden lig je & geblinddoekt
& alle mannen zingen
.
sanctus sanctus
.
ze dragen allemaal dezelfde naam
& ze lopen allemaal als ik
.
zingend rond je bed
& ze zingen sanctus
.
ik zet mijn mes
ik zet mijn mes in het vlees van je zij
.
(vinger in de wond)
.
dan storten alle mannen
zich zingend op je rillende lijf
scheuren ze je lichaam open
.
je lippen liggen
in een gelukzalige lach
.
sanctus zingen we
& we zijn voldaan
& we zijn gelukkig
.
Laatste jurylid bekend
Ongehoord! Gedichtenwedstrijd
.
Het bestuur van de stichting Ongehoord! maakt bekend dat na dichters Sabine Kars en Evy Van Eynde nu ook het derde jurylid van de Ongehoord! Gedichtenwedstrijd bekend is. het derde jurylid is Alek Dabrowski. Dabrowski is niet alleen een zeer gewaardeerd collega van me maar ook lezer, blogger, recensent en interviewer. Hij is bureauredacteur van Poëzietijdschrift Awater. Alek heeft een eigen website: https://uitgelezenboeken.blogspot.com/
Ongehoord! is bijzonder blij dat met Alek Dabrowski nu de jury voltallig is. Je kunt nog tot 1 mei 2020 deelnemen aan de 7e editie van de Ongehoord! Gedichtenwedstrijd. Kijk voor deelname op https://stichtingongehoord.com/2020/01/29/ongehoord-poeziewedstrijd/ Thema van de deze editie is een kort gedicht van Jules Deelder “De omgeving van de mens is de medemens”.
Om een voorbeeld van een gedicht te geven dat binnen dit thema past koos ik voor een gedicht van Bertus Aafjes uit zijn bundel ‘Het gevecht met de muze’ uit 1938 met als titel ‘Verkapt chanson’.
.
Verkapt chanson
.
Bonsoir mon amour – de rozen
Op je kleed doen mij onwillekeurig
Denken aan het ziltgeurig
Onderkleed en het schaamteloze
.
Van toen je onlangs dronken
Lachende stond te pronken
Met hetgeen aan struikgewas
Onder het kleed met die rozen was.
.
Awater en Meander
Poëzierecensies en artikelen
.
Wanneer je, zoals ik, graag op de hoogte blijft van de ontwikkelingen op het gebied van poëzie dan zijn er een aantal mogelijkheden. Allereerst kun je je abonneren op mijn blog, maar waarschijnlijk kom je hier al vaker, ik schrijf over alle mogelijke uitingsvormen in beeld en tekst van poëzie. Over poëzie in Nederland en België maar ook over poëzie van daarbuiten, in Europa en de andere continenten. In totaal kun je op dit blog al in 70 verschillende categorieën rond bladeren en dan beperk ik mezelf nog want ik zou er zo nog een aantal tientallen categorieën aan toe kunnen voegen.
Lees je naast dit blog graag artikelen over poëzie en recensies van poëziebundels dan zijn er twee media die ik graag bij je aanbeveel. Dit is de Poëziewebsite Meander en het Poëzoetijdschrift Awater. Over Meander schreef ik hier al vaker, dit is een prachtige poëziewebsite vol recensies, interviews, columns, artikelen over poëzie, klassiekers en actuele informatie en dit is allemaal hier https://meandermagazine.nl te vinden.
Het poëzietijdschrift Awater verschijnt driemaal per jaar en bevat een schat aan recensies en artikelen over poëzie en dichters. Ook hier weer enige actuele informatie en columns. Ook heeft Awater een website en die staat hier https://www.poezieclub.nl .
Meandermagazine is een wekelijkse nieuwsbrief waarop je je gratis kan abonneren. Meander werkt uitsluitend met vrijwilligers (waar ik er één van ben) maar je kunt Meander wel financieel steunen door een donatie te doen middels de donatieknop. Awater is naast de website een tijdschrift waar je een abonnement op kunt nemen. De basisvariant kost 24,50 voor 3 nummers. Daarnaast zijn er nog een aantal uitgebreider varianten van abonnementen.
Het Winternummer van Awater is pas uit en daarin staan onder andere artikelen over Frank Koenegracht, Ellen Deckwitz en T. van Deel en H.H. ter Balkt. Van Frank Koenegracht is het gedicht ‘Laat je zoon studeren’.
.
Laat je zoon studeren
.
Ik ontmoette iemand die mij denken leerde
Een ander wees waar de jenever stond
.
Zo dronk ik diep en in gedachten
Later viel ik op de grond
.
en droomde dat ik heel goed schaakte,
maar tegelijk door blaren liep.
.
Degene die mij wakker maakte
wilde beslist niet dat ik sliep.
.
Wacht … woorden
Anneke Brassinga
.
De kern van het werk van dichter, prozaïst, essayist en literair vertaler Anneke Brassinga (1948) bestaat volgens Piet Gerbrandy (uit een bericht uit 2015) uit (v)echtlust, geestige dwarsheid en grondeloze melancholie. Paul Demets schrijft over haar in ‘Awater’ uit 2011 dat ze allerlei onheil raakt dat met vergankelijkheid gemoeid is in haar poëzie, maar dat dat bij haar een soort dragelijke lichtheid krijgt. Anneke Brassinga wordt gezien als postmodernistisch dichter maar zelf rekent ze zich tot de surrealisten. Hoe het ook zij, haar werk wordt breed gewaardeerd. Zo kreeg ze voor haar werk de Martinus Nijhoff Vertaalprijs (1978, niet door haar geaccepteerd), de VSB Poëzieprijs 2002 voor de bundel ‘verschiet’), de Constantijn Huygens-prijs (2008) en de P.C. Hooft-prijs (2015), voor haar poëtisch oeuvre.
In 1987 debuteerde Brassinga met de bundel ‘Aurora’ en haar laatste bundel ‘Het wederkerige’ dateert alweer van 2014 . In 1991 verscheen van haar hand de bundel ‘Thule’, uit deze bundel het gedicht ‘wachtwoorden’.
.
Wachtwoorden
.
Ik had me zo geoefend in het wachten
dat ik schrok toen er iemand kwam;
ik had nog nooit van hem gehoord
herkende hem op het eerste woord
zodat ik aan geen wachten dacht.
Twee gorilla’s, Lust en Vraatzucht,
bewaakten van bovenaf de poort;
in een schip gecamoufleerd met lakens
voeren wij de stad in, onder hen door.
Gesloten bleef de tas met taarten,
al jaren uit mijn mond gespaard,
nooit was er tijd, nooit tijd te over
om aan uitstel te ontkomen.
Wij zijn nu zo geoefend in het wachten
dat als een kind het bij ons hoort.
.
Foto: Serge Ligtenberg
O, was ik maar de wereld uit
Else Lasker-Schüler
.
Alweer een dichter op verzoek en dit keer op speciaal verzoek van de Vlaamse dichter Evy Van Eynde, van wie ik afgelopen februari de bundel ‘Zal ik liefde noemen’ uitgaf via mijn uitgeverijtje van poëzie MUG books. Evy verzocht om een gedicht van Else Lasker-Schüler. De poëzie van Else Lasker-Schüler (1869 – 1945) is bewust irrationeel en werkt met associaties en aaneenrijgingen. De figuren die ze in haar proza ten tonele voert, zijn vaak vermomde mensen uit haar omgeving. Ze spint allegorische constellaties van sprookjesachtige situaties en laat een grote verscheidenheid aan emoties de revue passeren.
Nadat in 1912 haar tweede huwelijk strand begint het leven van Lasker-Schüler meer en meer onthecht te raken. Ze trok van het ene pension naar het andere, werd een bekend gezicht in het Café des Westens, leed vaak honger en begon bedelbrieven te schrijven. In een editie van Awater uit 2002 staat geschreven over deze periode:
Halverwege 1912 werd ze verliefd op een dichtbundel, ‘Morgue und andere Gedichte’. De dichter van dat boek was Gottfried Benn, een 26-jarige patholoog-anatoom die in een Berlijns armenziekenhuis werkzaam was. De ellende die hij daar onder ogen had gekregen deed hem in één week tijd een spookachtig mooie dichtbundel schrijven. ‘Lang voordat ik hem kende,’ schreef Lasker-Schüler, ‘was ik zijn lezeres; zijn dichtbundel ‘Morgue und andere Gedichte’ lag op mijn deken; gruwelijke kunstwonderen, doodsdromerij die contouren kreeg. Kwellingen sperren hun muil open en verstommen, kerkhoven wandelen de ziekenzalen binnen en schieten wortel voor de bedden van zware patiënten.’
En over de dichter schreef ze: ‘Dr. Benn is half tijger, half havik en staat in de kelder van zijn ziekenhuis lijken open te snijden. Hij is stug en stevig, zacht en teerhartig.’
Het gedicht ‘O, was ik maar de wereld uit’ schreef ze in een staat van verliefdheid voor Dr. Benn. De vertaling is van Menno Wigman.
.
Elektron, Muon, Tau
Maria van Daalen
.
In 1989 debuteerde dichter Maria van Daalen met de bundel ‘Raveslag’ bij uitgeverij Querido. Deze bundel viel toen op door zijn mystieke toon en werd het jaar daarop genomineerd voor de C. Buddingh’ prijs. In de jaren hierna volgden nog 8 dichtbundels waaronder een Engelstalige bundel.
Van Daalen was drie jaar lang (1992 t/m 1994) redacteur van De Revisor en was later lid van de redactieraad van Dietsche Warande & Belfort. Zij publiceerde regelmatig verhalen en gedichten in DWB, Awater, De Revisor, Lust & Gratie, Parmentier, Tzum en andere literaire tijdschriften.Haar Amerikaans-Engelse werk verscheen in buitenlandse tijdschriften (The Southern Review/LSU, AGNI/Boston University, etc.). Van haar werk bestaan vertalingen in het Italiaans, Engels, Frans, Duits, Fries, Fins, Bosnisch, Bahasa Indonesia, Farsi. Bekendheid kreeg zij ook als organisator, bij ‘Winterschrift’ (Groningen) en bij ‘De Langste Dag’ (2010).
Uit haar erotische bundel ‘Elektron, Muon, Tau’ uit 2003 hier het sonnet ‘Margo Timmins’.
.
Margo Timmins
.
de zangeres van Cowboy Junkies
tijdens een concert in Paradiso op 15 november 2001
.
de hand die ze om de microfoonstandaard vouwt
de andere hand bij de eerste tonen
losjes zoals ze in haar stem gaan wonen
zichzelf zuiver aan haar lichaam toevertrouwt
.
de stilte opzoekt wacht in een klank beschouwt
de diepte van het interval met lome
gebaren door het dal het licht intomen
legt ze mij uit dat en hoe ik van hem houd
.
die elk woord geluidloos meezingt en geniet.
Tranen glanzen in zijn vermoeide ogen.
Hij wiegt zich zoals zij zelf op haar muziek.
.
Kunst is niet om te troosten, dat is tragiek.
Bloeiende woorden zegt ze, volgezogen
groeit vanuit de wortel van de pijn het lied.
.
De wandelaar
Martinus Nijhoff
.
In 1916 verscheen de bundel ‘De wandelaar’ van Martinus Nijhoff (1894 – 1953). Mijn exemplaar, een vijfde druk uit 1947, verscheen in Den Haag bij uitgeverij A.A.M. Stols. Deze bundel bestaat uit vier hoofdstukken met de volgende titels: De wandelaar, Scherzo, De vervloekte en Het zachte leven.
Nijhoff was één van de eerste moderne dichters van de twintigste eeuw. De poëzie van Martinus Nijhoff heeft een verstrekkende invloed gehad op de Nederlandse poëzie, die hij op ingrijpende wijze vernieuwde. De invloed van de Tachtigers hoorde daarmee tot het verleden. Nijhoff was als geen ander in staat om een gecompliceerde thematiek in eenvoudige taal te vatten. Dat zijn poëzie ook later nog gewaardeerd werd blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat het grootste literaire tijdschrift van Nederland, Awater, de titel draagt van een gedicht van Nijhoff uit 1934.
Uit ‘De wandelaar’ koos ik het gedicht ‘Het meisje’, vooral voor het gebruik van de woorden ‘zoel’ en ‘mint’ die je eigenlijk nooit meer hoort of leest.
.
Het meisje
.
Wanneer je ontwaakt, zie je den morgen bleeken,
De klokken luiden dat de dag begint.
De tuin geurt zoel van gras en vochtig grint,
Ruischend omhoog de hooge boomen steken.
.
Meisje dat de innigheid der dingen mint,
Je hebt geen daad te doen, geen woord te spreken:
Je stil-bewegend leven heeft de bleeke
Wonderlijkheid der droomen van een kind.
.
Wij gingen samen ’s morgens door de stad,
Het licht viel schuin naar binnen in de straten,
Menschen liepen voorbij die samen praatten,
.
De toren speelde – en ’t was of alles had
De teere kleur en klank van ’t vreemd bewogen
Zwijgende leven van je glanzende oogen.
.
De bijen
Myrte Leffring
.
Myrte Leffring (1973) ken ik al een aantal jaar als dichter sinds zij een optreden bij Ongehoord! verzorgde (toen met pianist Marijn van de Ven) en later toen ze jurylid was van de Ongehoord! gedichtenwedstrijd. Ze is niet alleen dichter maar ook redacteur en literair docent. Zij is op freelance-basis werkzaam voor onder meer poëzietijdschrift Awater, Stichting Poëzieclub, Turing Gedichtenwedstrijd, Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR) en DOK, Centrum voor de kunsten in Delft.
Aanstaande zondag 9 april komt ze opnieuw naar een podium van Ongehoord! in de centrale bibliotheek van Rotterdam (4e etage van 14.00 tot 16.30) samen met Neusa Gomes, Irene Siekman, Demi Baltus, Look J. Boden, Kim van Schie (proza) en Beau de Graaff (muziek).
Van haar website http://www.wolkenvankrijt.nl een gedicht uit 2015.
.
De bijen
.
Wij waren meisjes
wij konden alles worden
we droomden van zwarte paarden
van een eigen bureau met laatjes
we hinkelden door kantoren
aten ongewassen druiven
we zagen reeën, het goud
viel van hun ruggen
en alleen wij konden dat horen
wij waren alles
zouden iemand worden
personen met agenda’s en ideeën
met een huisje van koek in ons eigen bos
we stalen kleine dingen
die we best
konden betalen
de zomers waren lang en
we waren laat op straat
niemand zou ons kelen
er waren buurvrouwen en
bij de bakker kreeg je ongevraagd
het warme kapje in je hand
we vingen tussen bekers
bijen in springbalsemienen
ze zoemden hoog en daarna laag
ze waren niet kwaad als we ze lieten gaan
we droomden van zwarte paarden
in een wei vol paarse klavers
wij konden alles worden
.
Inktallergie
Bas Belleman
.
Bas Belleman (1978) is dichter, journalist, columnist en recensent voor onder andere Awater en Trouw. Zijn debuutbundel ‘Nu nog volop ventilatoren’ (2003), verschenen in Komrij’s Sandwich-reeks, werd genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs.
Uit zijn debuutbundel het gedicht ‘Inktallergie’.
.
Inktallergie
.
zachte nagels, de allerzachtste nagels
zachte tanden, de allerzachtste tanden
.
ik ben een mens maar dat zijn er wel
meer en het zijn er te veel
ik heb nauwelijks recht van spreken
.
verwacht niet mijn teksten met een beitel
in de muur ik heb een ergonomisch toetsenbord
anti-RSI de allerzachtste geruisloze toetsen
.
ik heb een inktallergie en een laserprinter
.















