Site-archief
De Profundis
J. Slauerhoff
.
Ik ben in het bezit gekomen van de dichtbundel ‘Eldorado’ van J. Slauerhoff (1898-1936) uit 1928. Ik had al een exemplaar van deze bundel maar dit betreft een eerste druk. En ondanks dat dit boek al bijna 100 jaar oud is, is het goed bewaard gebleven. De harde kaft heeft wel wat sporen van ouderdom en hier en daar is in potlood wat bij de gedichten geschreven maar het geschepte papier is nog in erg goede staat.
Dat Jan Jacob Slauerhoff scheeparts was is wel bekend. Dat hij twee bundels onder pseudoniem schreef van John Ravenswood is minder bekend. Zo verscheen Oost-Azië’ uit het zelfde jaar als ‘Eldorado’ onder dit pseudoniem maar ‘Eldorado’ dus niet. Slauerhoff publiceerde in 1928 een aantal gedichten onder de schuilnaam ‘John Ravenswood’. Slauerhoff schreef in het voorbericht van de bundel ‘Oost-Azië’, dat John Ravenswood, die woonde op het Koreaanse eiland Quelpart, zojuist was overleden. Hij was via omwegen in Korea terechtgekomen, had een aantal verzen geschreven. Hij wilde ze publiceren, maar persoonlijk anoniem blijven. Dus had hij Slauerhoff aanvankelijk benaderd om de verzen onder zijn naam te laten publiceren.
“Hij verzocht mij dus de lading zijner verzen met de vlag van mijn naam te mogen dekken. Hij kon niet meer op andere Hollandsche namen komen” (staat op pagina 3 te lezen). Nu Ravenswood gestorven bleek, zag Slauerhoff geen beletsel meer ze onder diens eigen naam uit te geven. Iedereen doorzag destijds al direct het pseudoniem. Waarom Slauerhoff deze gedichten niet onder eigen naam liet publiceren is nooit geheel duidelijk geworden. Misschien omdat het zijn eerste varensgedichten waren, en als zodanig anders dan zijn “reguliere” oeuvre.
Hoe dan ook, de volgende bundel die Slauerhoff publiceerde zou onder zijn eigen naam zijn. In 1928 ging Slauerhoff varen voor de Koninklijke Hollandsche Lloyd en maakte een aantal reizen naar Latijns-Amerika. Zijn gezondheid ging er iets op vooruit (hij leed aan aanvallen van astma) en zijn literaire productie nam evenredig toe. Tot 1930 publiceerde hij zes gedichten- en twee verhalenbundels. Dit was mede te danken aan een van zijn vrienden, de schrijver en literatuurcriticus E. du Perron. Die hielp hem in 1929, toen Slauerhoff enige tijd verbleef in het Belgische landhuis van de Du Perrons, met het sorteren, corrigeren en bundelen van de grote hoeveelheid teksten.
In ‘Eldorado’ staan dus gedichten die zijn geschreven tijdens zijn reizen naar Latijns-Amerika. Het gedicht ‘De Profundis’ staat op pagina 55. De Profundis is Latijn voor ‘uit de diepte’ en dit is duidelijk terug te lezen in het gedicht. Je kunt je voorstellen dat tijdens de zeereizen Slauerhoff tot een dergelijk gedicht is gekomen. Ook Ida Gerhardt schreef een gedicht met deze titel. Lees dit gedicht hier en vergelijk.
.
De Profundis
.
Waar de zee zwart wordt van diepte en wrakken
Niet verder zinken – vaste sterren worden –
Over der onderwereld plantenhorden
Die plomp als rotsen kiemen, noch vertakken,
.
Wacht – onder wijd en angstig ledig zwijgen,
Als dood diep in een geest die zich niet kent,
En drukt een stilt’, nooit opgeheven dreigen
Der laatste rampen, steeds afgewend,
.
De drenkelingen, die zijn afgedaald.
Zij merken helsch herleefd dat zijn niet mogen
Vergaan, maar eeuwig met gesperde oogen
Een nacht inzien, die opklaart noch vervaalt.
.
Zomerochtend
Dag 19: Jos van Hest
.
Uit ‘Dichter’ gedichten voor kinderen van 6 tot 106 met als thema De wijde wereld en de tijd van elastiek (reizen en vakantie), uit 2021, nam ik het gedicht ‘Zomerochtend’ van dichter Jos van Hest (1946).
.
Zomerochtend
.
Bomen vangen
het eerste licht
de lege weg ligt klaar
we kunnen overal heen
maar we zijn al overal
.
Herinner
Christina Rossetti
.
Ik schreef al eerder over de Engelse dichter Christina Rossetti (1830-1894) en haar broer Dante Gabriël Rossetti en deelde het gedicht ‘Lied’ van Christina Rossetti dat over de dood gaat. Ik moest hieraan denken toen ik in de bundel ‘The Nation’s Favourite Poems of Journeys’ uit 2000 het gedicht ‘Remember las. Hoewel dit de editie is die over reizen gaat (en vrijwel alle door de Engelse bevolking gekozen gedichten gaan over reizen) gaat het gedicht van Rossetti eigenlijk over de dood, in zekere zin ook een reis maar anders ingevuld.
Het gedicht ‘Remember’ schreef Rossetti in 1849 op 19 jarige leeftijd maar werd pas gepubliceerd in 1862 in haar debuutbundel ‘Goblin Market and Other Poems’. Kort samengevat vraagt de dichter de geadresseerde van het gedicht zich haar te herinneren nadat ze is overleden. (De geadresseerde is vermoedelijk haar minnaar, aangezien ze samen een ‘toekomst’ hadden ‘gepland’.) Maar wat het gedicht een wending geeft, is de afsluitende gedachte dat het voor haar geliefde beter zou zijn haar te vergeten en gelukkig te zijn, dan om haar te herinneren als dat verdrietig maakt. Het is dit tweede deel van het van het gedicht dat ervoor zorgt dat het niet verwordt tot een sentimeneel gedicht. In dat opzicht is ‘Remember’ vergelijkbaar met Rossetti’s eerdere gedicht ‘Song’ (‘When I am dead, my dearest’), ook geschreven toen ze nog een tiener was. Ook in dat gedicht smeekt Rossetti iemand om geen droevig lied te zingen voor haar als ze sterft, en zegt dat het niet uitmaakt of haar minnaar haar herinnert of vergeet.
.
Remember
.
Friesland
Dien L. de Boer
.
Bij vakanties denken de meeste mensen aan verre reizen, of de camping in Frankrijk, stedentripjes of een dagje aan het strand. Je kunt natuurlijk ook naar Friesland afreizen. Meren, watersport, natuur, genoeg te doen en te zien. Dien L. de Boer, initiatiefneemster van Dichter op de Deel, schreef in haar bundel ‘Vluchtstofgoud’ dat pas geleden uit kwam een gedicht over wat Friesland ook is.
.
friesland
.
waar de wind altijd werkt
en de voorraad vogels zowat
is teruggebracht tot meeuwen
zwalkend boven de mestdrap
van geïnjecteerde landerijen
.
het waaien bolt fietsers-
jassen en zeilen, rolt golven
tegen het basalt van dijken
wordt in turbines getemd
tot stroom, helpt de zaden
.
zich ritselend te verplaatsen
het leeft diep in het riet
in eieren van de kiekendief
of eend om deuntjes
in hen te blazen
.
Vakantieliefde
Dubbel-gedicht
.
Over reizen en over liefde zijn vele gedichten en zelfs bundels vol geschreven. Gedichten over liefdes op reis zijn wat schaarser. Maar ze zijn er. Daarom vandaag in de categorie ‘Dubbel-gedicht’ de vakantieliefde, of in dit geval de vakantieflirt want de liefde is kort, vluchtig maar intens.
Het eerste gedicht is van Esther Jansma (1958) en is getiteld ‘Vakantie-flirt’. Het gedicht komt uit het literair tijdschrift ‘De Tweede Ronde’ uit 1985. Het tweede gedicht is van Simon Carmiggelt (1913-1987) en is getiteld ‘Verliefde reiziger’. Het gedicht komt uit ‘De gedichten’ uit 1999.
.
Vakantie-flirt
.
Witter dan zout ligt boven zee
het labyrint van oude trappen
waar wij, bij toeval uit de nacht
ontstaan, de ronde van toeristen
gaan en pizza eten.
.
Ons gesprek spoelt af en aan
tegen de stadsmuur van Sperlonga.
.
Wat jouw gezicht voor mij betekent
blijft onzeker, wel weet ik
hoe in dit licht mijn lichaam staat
en hoe jij rekent.
.
Verliefde reiziger
.
In ’t kust-pension kwam liefde hem bezoeken.
Zij at haar visje en zijn hart werd warm.
De zoutpot gaf hij haar met blijde charm
en hij sprak Engels zonder een woord op te zoeken.
.
Zijn lieven thuis geraakten in het duister,
want in zijn knieën kwam een oud gevoel.
Hij schertste wervend naar zijn zondig doel.
Zijn nieuwe pak gaf hem ’n ongekende luister.
.
Eerbiedig keek ze naar de stempels in zijn pas,
het werd haar prentenboek – een meisjesdroom.
Haar kus bleek kinderlijk; het vreemd idioom
dwong hem alleen te melden dat ze lovely was.
.
Bij ’t afscheid werd geweend; op zo’n station
spant alles samen tegen een romantisch slot.
Hij reed naar huis en voelde zich een vod,
maar leerde spoedig, dat hij snel vergeten kon.
.
Op reis
Dubbel-gedicht
.
Op reis, weet je nog? Dat deden we vorig jaar en dit jaar maar dan dichterbij huis. Reden genoeg om een dubbelgedicht te plaatsen over twee bundels dit keer die beide over ‘Op reis’ gaan. De eerste bundel is ‘De muze op reis’ uitgegeven in 1950 door de vereniging met de lange naam, of wel de Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels, ter gelegenheid van de Boekenweek in dat jaar.
De tweede bundel is uit 1995 en getuige het losse blaadje voorin werd dit aangeboden door de NS aan haar reizigers. De titel van deze bundel is ‘Waarheen ik ga weet ik niet’ met als ondertitel Gedichten om mee op reis te nemen.
Uit de eerste bundel koos ik het gedicht ‘Coupé’ van Pierre Kemp (1886 – 1967) dat gaat over een reis per trein en uit de tweede bundel koos ik voor het gedicht ‘Een zakdoek in de oceaan’ van Harry Scholten (1936 – 1987) uit de gelijknamige bundel uit 1973.
.
Coupé
.
Van al die reizigers stond er ééne op
en tot haar moeder met de donkren bril,
stiet zij het uit haar oudren meisjeskop:
zie toch de zon eens! De andren werden stil.
Maar ik die dagelijks de zon vereer
als schepper van lief en leed, ik hield mij neer,
benijdde haar ’t moment. Ook ik ben vaak spontaan
voor zulk: de zon! uit de zittenden opgestaan.
Toen was ik jong en later even oud als zij.
Thans is de zon niet meer die god voor mij.
.
Een zakdoek in de oceaan
.
tijdens het stillezen
een snikhete zomerdag 1948
stapte hij opeens de bank uit
liep naar voren naar de wereldkaart
doopte zijn zakdoek in de oceaan
depte daarmee aandachtig het voorhoofd
liep bedaard terug naar zijn plaats
en las toen zichtbaar verfrist verder
.
Hong Kong
Albert Hagenaars
.
Met een naam die naar de hofstad verwijst en een gedicht dat de titel draagt van een stad waar de afgelopen jaren veel aan de hand was kom je vanzelf in mijn vakantiegedichten. Albert Hagenaars (1955) schrijver en dichter heeft als belangrijkste thema’s in zijn boeken reizen, interculturele relaties, vervreemding en identiteit. In zijn bundel ‘Drijfjacht’ De ongebundelde gedichten 1979 – 2004 uit het jaar 2005 bevat het gedicht ‘Hong Kong’ waarin het thema interculturele relaties als uitgangspunt dient voor het gedicht.
.
Hong Kong
.
voor Lai Lai Hui
.
Over het gladde water van de haven kringelt
de wierook uit de tempels die de stad haar naam gaf
en mij de roes in de vrouw die jij elke nacht werd.
.
In de tempel van Man Mo met haar begroeide
daken en versleten tegels gingen ze ooit door
de knieën: de soldaat en de koopman en de arts
.
maar nooit de dichter. Wij wachtten, jij en ik
en je moeder die volgens haar wetten over ons
heerste, wachtten tot het ene stokje uit de koker
.
zou vallen waarmee de priester onze toekomst
moest duiden maar ik wist het al; toen jij je benen
om de mijne klemde en trok. Er vielen er vier.
.
Jotie T’Hooft
Ansicht
.
In 1981, vier jaar na zijn vroegtijdig overlijden aan een overdosis heroïne , verscheen bij uitgeverij Manteau in Antwerpen de bundel ‘ Verzamelde gedichten’ van Jotie T’Hooft (1956 – 1977). In deze bundel zijn de drie bundels die tijdens zijn leven werden gepubliceerd opgenomen, een boodschap die door zijn uitgever als Laatste gedichten werd gepubliceerd en een aantal ongepubliceerde gedichten opgenomen. Deze ongepubliceerde gedichten waren talrijk (honderden) en daarom werd een selectie gemaakt op basis van de literaire of de poëtische waarde van elke gedicht. In totaal omvatten alle gedichten in deze ‘Verzamelde gedichten’ zo’n tien jaar van het leven van Jotie.
Ik lees nog met enige regelmaat in deze bundel en elke keer sta ik weer versteld van het talent van deze jonge dichter. Hier wil ik het gedicht ‘ Ansicht’ met jullie delen uit de sectie ‘ Verspreide gedichten’.
.
Ansicht
.
Van vele reizen ben ik al teruggekeerd :
verbrand, verbleekt, verschroeid en stukgevroren
toch met al mijn breuken en gebreken duidelijker
deel van een geheel. Een reis is een wonde
die nooit meer geheel geneest en in zijn litteken
.
dat trekt en teugelt, de weg terug toont
naar waar het goed was, maar bij herhaling
nooit meer worden zal. Want de mens vat vlam
in zijn schede en woedt onzichtbaar geruis-
loos verder.
.
In den vreemde wordt de beschuit van stilte
verkruimeld tussen vingers van zonlicht
en lawaai : de herinnering verbleekt, drijft
tenslotte met de stroming als een strandbal
weg en wordt nauwelijks nagezwommen.
.
Terugreizen wist geen sporen uit :
wij zijn geen strand en leven haveloos verder
binnen onze bange dijken, ons huis is veranderd
onder de zonnebrand van tijd en ruimte,
huisdieren aan de wand geprikt, gestorven
.
en vergeeld.
.
Ondergronds advies
Karin van Kalmthout
.
De van Brabantse afkomst maar in Rotterdam woonachtige dichter en freelance docent creatief schrijven, Karin van Kalmthout (1984) schrijft al vanaf jonge leeftijd poëzie, maar pas in Rotterdam vond die stille liefde voor het woord een weg naar buiten. Karin geeft al sinds 2005 schrijfworkshops voor o.a. SKVR, Poetry International en Huis van Gedichten en legt zich toe op het geven van het vak Nederlands aan de Horecavakschool. Ze draagt haar poëzie bij poëzie- of spoken word-podia als Woorden Worden Zinnen, Frontaal, Spraakuhloos, Het Lezersfeest en op 7 juli 2019 in de Jacobustuin op het Zomerpodium van Ongehoord!. Voorlopige hoogtepunten zijn haar deelname aan de Poëziebus 2018 en de organisatie van de eerste editie van Woordcomplot begin 2019.
Haar poëzie is vaak een beetje dromerig en rebels tegelijk, maar altijd zacht en vol liefde. De poëzie kenmerkt zich doordat zij gebruik maakt van veel notities tijdens het kijken en luisteren naar andere dichters en performers. Andere inspiratiebronnen zijn jazz en latinmuziek (met name van Kaapverdische oorsprong), spiritualiteit en de kracht van de vrouw die ze uit feminisme weet te halen. Maar ook haar ervaringen tijdens de reizen die ze maakte en de ontmoetingen die ze tijdens die reizen had.
Op haar website http://karinvankalmthout.nl vind je naast gedichten alle informatie over Karin.
/.
Ondergronds advies
.
Twijfel niet
Niet aan jezelf, Niet aan de stad
Reis eerst naar het hart
Vanuit daar ken je overal komen
Neem je wortelbagage mee
Anders val je om bij het
Eerste wisselen van de rails
Vraag gerust waar je moet zijn
Macaroniplein, daar zijn we
allemaal wel eens geweest
Kies je eigen kleur
Maar verander als het moet
Hecht je niet aan de eerste die instapt
Uitstappen kunnen ze hier goed
Wees niet bang om te verdwalen
Uiteindelijk wordt alles één
Geniet van de reis aan de onderzijde
van deze ongeslepen stad
.















