Site-archief
Dichter op het kasteel
Ongehoord! Gedichtenwedstrijd 2020
.
Het bestuur van de stichting Ongehoord! is in overleg met de stichting Kasteel van Rhoon om te kijken of de prijsuitreiking van de Ongehoord! Gedichtenwedstrijd https://woutervanheiningen.wordpress.com/2020/02/02/dichter-doe-mee/ in het kasteel van Rhoon kan plaats vinden. De stichting Kasteel van Rhoon is een actieve stichting die vele activiteiten organiseert in het kasteel. De ambiance is geweldig (een bijzonder kasteel dat gebouwd is in 1432 als versterkt Donjon op de plek waar een ouder kasteel had gestaan, waarschijnlijk uit de 11e eeuw), de ruimtes prachtig en de stichting organiseert vele interessante culturele en culinaire activiteiten.
In 2018 werd op initiatief van Joop van der Hor en mogelijk gemaakt door de stichting, een boekje gepubliceerd dat gebruikt kon worden voor PR-doeleinden en als relatiegeschenk. In deze bundel tal van dichters uit de regio groot Rotterdam waaronder Edwin de Voigt, Joz Knoop, Manuel Kneepkens, Ton Huizer en Hans Wap, geïllustreerd met foto’s van de omgeving van het kasteel, het kasteel en kunst van lokale kunstenaars.
Uit dit mooi uitgegeven bundeltje koos ik het gedicht ‘Drie sterren’van Hans Wap, schilder, dichter en beeldend kunstenaar.
.
Drie sterren
.
in sommige restaurants doe ik geen bek open
ze doen me denken aan loopgraven
gevuld met riesling en pâté de foie
.
welgemikte schoten met champagnekurken
uit linkshandig gedraaide flessen
.
de oorlog van de gourmet tegen de gourmand
ingetekend op de stafkaart van Michelin
.
de drie sterren van het restaurant
tegen de vier van de generaal
.
laat ons lafhartige daden verrichten
die recht geven op medailles
.
een borst vol blik
dat na overlijden moet worden
teruggegeven
.
liever werd ik koninklijk onderscheiden
met een gratis parkeervergunning
voor het leven
of een vaste tafelreservering
in mijn favoriete restaurant
.
Bodemloos blauw
Mark Meekers
.
De dichter Mark Meekers is samen met Hugo Claus de meest bekroonde Vlaamse dichter. Naast dichter is Meekers beeldend kunstenaar onder zijn ware naam Mark Rademakers.
Mark Meekers (1939) was stichter van de dichtersgroepen ‘Mengmetaal’ en ‘Concept’. Hij was dorpsdichter van het spookdorp Doel waarover ik op 3 maart 2019 al schreef https://woutervanheiningen.wordpress.com/2019/03/03/doel/ en hij was poëzie-ambassadeur van Vlaams-Brabant.
In 2016 verscheen de bundel ‘Bodemloos blauw’ van zijn hand bij uitgeverij P in Leuven. ‘Bodemloos blauw’ is een hulde aan de dromerige surrealistische kunstenaar Marc Chagall (1887 – 1985). Meekers gedichten werpen een unieke blik op Chagalls bestaan en kunst.
Uit deze bundel koos ik het gedicht dat hoort bij het gelijknamige schilderij ‘Paris by light’ Uit 1927.
.
Paris by light
.
even nog slapen onder een hamer, dan
als een kogel uit de Russische roulette
het paradijs uitgelucht, waar de kippen
eieren in dopjes moeten leggen, de blinde
.
vlek het hele oog overspoelt, loensen (zelfs
links) verboden is. Parijs – “sacré coeur!” –
heeft een groot hitsig hart en licht voor
allen. In elke Parisienne giechelt een meisje
.
van plezier. french cancan + champagne-
ringen over ritsige roden. de valiezen
uitgepakt in de passage de Dantzig nummer
twee, waar het gonst van de steekbeitels,
.
penselen elkander in de haren vliegen.
hier draait dame fortuin het reuzenrad,
tracht hij ogen in beslag te nemen, als ziener
kijkers medeplichtig te maken aan het mooie.
.
Gouy
Bert Bevers
.
De in Nederland geboren maar in Antwerpen wonende dichter en beeldend kunstenaar Bert Bevers (1954) dicht, blogt, legt vreemde woordenlijstjes aan, verzamelt boodschappenlijstjes, verdwenen deuren en ramen, organisch gegroeide paadjes en Parijse bruggen. Hij fotografeert en vervaardigt monotypes, die hij regelmatig exposeert. Gedichten van zijn hand verschenen in vele bloemlezingen en in literaire tijdschriften in binnen- en buitenland.
De rivier De Schelde (of l’Escaut in het Frans) ontspringt, zoals dat zo mooi heet, in Frankrijk en wel in het plaatsje Gouy. Bert Bevers heeft zijn gedicht de naam van het plaatsje gegeven maar feitelijk gaat het gedicht over De Schelde.
.
Gouy
Bij de Scheldebron
.
Schuw welhaast laat zich traag water
wellen tot niet veel meer dan beek.
.
Ze heeft geen weet nog van de haven
die zij op zal rekken in een ander land.
.
Grond die krimpt en zwelt is klei, dat
voelt ze naarmate het noorden nadert,
.
haar oevers verder van elkaar te liggen
komen. Hier echter is zij beleefd nog
.
stroompje dat gehuchten passeert waarin
lopers roesten in lang vergeten sloten.
.
Met zicht op haar eerste meander schiet
iemand in de regen zich door het hart.
Jan Glas
Dichter op verzoek
.
Van Jaap Bakker kreeg ik onder andere de naam van Jan Glas door als dichter op verzoek. Jan Glas (1958) is dichter/beeldend kunstenaar en zanger. Hij dicht in het Nederlands en in het Gronings. Hij is hoofdredacteur van het tijdschrift ‘Krödde’ dat inmiddels niet meer bestaat maar is overgegaan in de website Oader.nl) en redacteur van ‘Webloug’. Hij treedt regelmatig op en in juni 2013 stond hij als eerste Groningstalige dichter op het podium van Poetry International.
In 2004 debuteerde Glas met ‘De vangers van zummer’. De bundel werd bekroond met de Literaire Pries van Stichting ’t Grunneger Bouk. Jan Glas was mede samensteller van ‘De 100 mooiste Groningse gedichten’ en ‘Verrassend Nedersaksisch’. Hij vertaalde zeven gedichten van Rilke in het Gronings voor het boek ‘Rilke Sieben’. Glas won diverse literaire prijzen, waaronder de Duitse Freudenthal-prijs voor nieuwe Nedersaksische literatuur en het Belcampostipendium. Jan Glas heeft een eigen website op https://volglas.wixsite.com
Uit de bundel ‘Als was zij mijn vrouw’ uit 2012 het gedicht
.
De hotelmanager
De hotelmanager heeft mij verlaten.
Ik mis hem zo erg dat het pijn doet.
Ik moet opnieuw leren slapen.
Ik heb grote fantastische herinneringen.
We zwommen elke ochtend baantjes in ‘De Parel’
voor hij naar het hotel ging.
We lieten onze tanden bleken,
er brak een eindeloos mooie zomer aan.
Wij fietsten veel. Hij zwaaide naar voorbijvarende boten.
Het was ideaal.
Mijn zus was blij voor me dat ik eindelijk
iemand had gevonden.
Ik wilde alles van hem weten.
Hij vertelde over zijn jeugd, z’n moeder,
over z’n werk als hotelmanager.
Het hotel had bijvoorbeeld 34 kamers.
Hij had een paar leuke collega’s.
Toen begon ik hem vast te houden
en dat moet je nooit doen,
dat staat in alle boeken.
.
Liplezer
Vacuüm en ozon
.
De Vlaamse Yves Coussement (1978) studeerde voor ingenieur-architect aan de Universiteit Gent. Hij is designer, beeldend kunstenaar, videokunstenaar en dichter. In 2004 debuteerde hij met de bundel ‘Vacuüm en ozon’ bij Meulenhoff | Manteau. De bundel ‘Vacuüm en ozon, gedichten’ is opgebouwd uit gedichten zonder titel omrand door woorden en teksten die ogenschijnlijk een verband hebben met de gedichten maar na intensievere lezing soms volledig willekeurig zijn en soms heel nadrukkelijk wel bij het gedicht passen. Daarbij komt dat de bundel horizontaal gelezen moet worden. Allemaal heel kunstzinnig maar het komt de leesbeleving niet echt ten goede. De gedichten in de bundel zijn echter wel de moeite waard. Zoals het titelloze gedicht dat begint met het woord liplezer.
.
liplezer.
.
steeds ten dienste van de monoloog
met een verstopte tong.
.
leren lispelen houdt geen steek.
misschien wel de anatomie van gestotter.
.
en wanneer al het overbodige is ingeslikt
wordt alle verloren moeite gevleid.
.
applaudisseert de verliezer binnensmonds.
en vervelt dan de autocue.
.
Frederique Spigt tekent ervoor
Frans Vogel
.
In 2012 verscheen bij uitgeverij Douane een klein maar fijn bundeltje van de Rotterdamse singer/songwriter Frederique Spigt (1957) en de minstens zo Rotterdams geworden dichter, kunstenaar en collagist Frans Vogel (1935 – 2016) getiteld ‘Frederique Spigt tekent ervoor’ een mini-bloemlezing uit de gedichten van Frans Vogel. De twee waren elkaar na een optreden in de Schouwburg tegen gekomen waarop Spigt aan Vogel haar plan om tekeningen bij gedichten van Vogel te maken onthulde. Spicht, die van 1975 tot 1980 Grafisch Ontwerpen aan de Rotterdamse kunstacademie studeerde maakte vroeger al onconventioneel werk (aldus Willem van Drunen, beeldend kunstenaar) en dat paste uitstekend bij de aard van het werk van Vogel. Uit het uitgegeven werk van Vogel selecteerde zij 11 gedichten en tekende daarbij in Oost-Indische inkt 11 visuals met oog voor de woordelijke inhoud van het gedicht. Op de voorkant een ‘sticker’ in geel met de woorden ‘Must have’. Of zoals Vogel op de achterkant zegt: “met dit boekje hebbie onmiskenbaar een must have in handen”.
.
Beknopte ornti(h)opografie van Het Ouwe Noorden
.
Hier is men aardig
in de buurt:
Vinkenstraat en
(ik noem maar
een zijstraat)
Vinkendwarsstraat.
.
Op loopafstand
voor kievit die kuiert:
Rietvinkstraat.
Goed gezien.
.
Nabij gelegen (‘Rust zacht,
dappere dode Dodo!’)
op Crooswijk:
café Vogel, hoek Crooswijk-
sestraat/Linker Rottekade.
Neit al te ver van café
De Kraaienpoot, hoek Crooswijk-
seweg/Isaäc Huberstraat.
.
terwijl café Vink
weer ligt op de hoek van
Noordplein en het Zwaanshals,
op nr. 274 waarvan
(schuin tegenover Witte Zwaanhof
en Ooievaarstraat)
café De Lijster-
met die brutale beo!
.
En de korte Kipstraat?
Eervorige eeuw al gevlogen.
.
Voedselverspilling
Ivanka de Ruijter
De nieuwe stadsdichter van Wageningen, Ivanka de Ruijter (1993) is afgestudeerd Neerlandica, maar studeerde ook twee jaar Autonome Beeldende Kunst aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Naast kunstenaar is ze boekhandelaar bij Boekhandel Kniphorst in Wageningen, stadsdichter (vanaf 2018) en recensent bij het literair weblog Tzum. Op haar website http://ivankaderuijter.nl/ is naast genoemde zaken ook beeldende kunst van haar hand te bekijken.
Naar aanleiding van het klimaatontbijt over voedselverspilling afgelopen juni in Wageningen schreef zij het gedicht ‘Recept van wat restte’.
.
Recept van wat restte
.
Men neme de restjes van wat werd gegeten
Overbodige paprika’s, brakke berkenboleten
Men neme een ui van net ietsje te oud
strooit met specerijen – waar de geliefde van houdt
Men neemt wirrewarwortels, bleke bleekselderij
en snijdt dan dit alles met het keukengerei
Serveer de kromkommers, als een lach in het groen
Vul naar eigen wens aan, wel liefst volgens seizoen
Oogst bij de Eng wat niet mee werd genomen
Gooi dat in de pan, laat daarna nog wat stomen.
Ruik wat, en proef dat en wrijf in uw handen
Verheug u, dek tafel, en laat niets verbranden.
Nodig iedereen uit, vergeet niet te testen
En dien dan trots op: het gerecht van wat restte
.
Ivanka voor boekhandel Kniphorst in Wageningen
Knipoog
Elma van Haren
.
Dichter en beeldend kunstenaar Elma van Haren (1954) studeerde aan de kunstacademie in Den Bosch en vertrok daarna naar Amsterdam. Tegenwoordig woont en werkt ze in België.
Ze debuteerde in 1988 met de bundel ‘De reis naar het welkom geheten’, die werd bekroond met de C. Buddingh’-prijs voor nieuwe Nederlandse poëzie (het was de eerste keer dat deze prijs werd uitgereikt). In 1997 ontving ze de Jan Campert-prijs voor haar bundel ‘Grondstewardess’. Het gedicht ‘Het schitterende’ uit de bundel ‘Eskimoteren’ werd gekozen als een van de drie beste gedichten van 2000. Naast haar dichtwerk schreef ze voor het literaire tijdschrift De Revisor.
Van Harens poëzie kenmerkt zich door los rijm en een eigenzinnige typografie, alsof impressies en fragmenten op willekeurige wijze met elkaar verbonden zijn. Haar poëzie vormt zich uit haar voortdurende en onbegrensde verbazing over de dagelijkse realiteit, welke worden vermengd met associaties en herinneringen, die, eenmaal op schrift gezet, weer hun eigen associaties genereren. Haar poëzie is vaak verhalend opgebouwd waardoor de vrije vorm gekozen kan worden en elk gedicht weer anders van opzet is.
Uit haar debuutbundel ‘De reis naar het welkom geheten’ uit 1988 het gedicht ‘Knipoog’.
.
Knipoog
.
Buiten mist. Het ratelen van de wielen
verhult alle geluid hierbinnen.
Ik kan niets meer horen.
Blikken ontwijken me, naamborden ontglippen me.
Op goed geluk moet ik er straks uit.
Het is er weer, dit stollen,
na langdurig het hoofd te hoog
te hebben gedragen.
In mijn bagage,
mijn dagboek,
ontvleesd verleden, een herbarium vol bladskelet.
Ik blader.
Zo was het in een paar woorden.
Geklost als kant, wit gezouten,
dit tenminste
blijft!
De trein stopt.
Ik bezichtig een bekende touristenplaats.
Een bord zegt ‘Bezoek onze grotten!’
Ik volg de pijlen en word welkom geheten
in scherp verlichte,
haast kraakheldere catacomben,
waarin opeen gepakt is,
waarin tot aan het plafond toe
opgestapeld is.
.
Foto: Astrid Dewaele
Reuring
Kwijt
.
Op zaterdag 26 mei zal ik voordragen op het sympathieke poëziepodium Reuring van Alja Spaan in Alkmaar. Hans Marijnissen presenteert zijn nieuwe bundel Honger, Dorst & Verlossing, verder zullen optreden de dichters Elly Stolwijk, Peer van den Hoven en Conny Lahnstein.
Zaterdag 26 mei in de Aikemazaal van Koekenbier aan de Kennemerstraatweg 16 in Alkmaar. Aanvang 16.00 uur, toegang gratis.
Deze laatste dichter Conny Lahnstein (1960) is naast dichter ook zangeres, artiest en beeldend kunstenaar. Van haar hand alvast een voorproefje, het gedicht ‘Kwijt’.
.
Kwijt
.
Mijn bril is zoek, hij zou hier moeten
liggen, tussen mijn kleren of misschien
de handdoeken, daar waar ik de haarspeld
vond die gisteren nog spoorloos was.
Zonder bril zoek ik naar mijn sleutels, vind
ze niet in mijn jaszak of het laadje, niet in
mijn tas of onder de mat. De code van mijn
pas vraag je, die ben ik alweer vergeten.
Ik zou het moeten weten, net als de naam van
dinges, je weet wel, waar we laatst nog waren.
En die ene CD zit niet in het hoesje. Nog een
zoekgeraakt stukje dan is de puzzel compleet.
De tijd laat zich vinden.
.















